Regeling vervallen per 01-01-2012

VERORDENING op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten in 2011

Geldend van 01-01-2011 t/m 31-12-2011

De raad van de gemeente Lelystad,

op voorstel van het college van de gemeente Lelystad d.d. 30 november 2010;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de navolgende

VERORDENING op de heffing en de

invordering van lijkbezorgingsrechten in 2011

(Verordening lijkbezorgingsrechten Lelystad 2011).

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats : de algemene begraafplaats te Lelystad;

  • b.

    eigen graf : een graf, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van overledenen;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • c.

    algemeen graf : een graf bij de gemeente in beheer waarin aan eenieder de gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van overledenen;

  • d.

    eigen urnengraf : een ruimte waarvoor aan een natuurlijke of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten of bijgezet houden van twee asbussen met of zonder urnen;

  • e.

    algemeen urnengraf : een graf bij de gemeente in beheer waarin aan eenieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • f.

    asbus : een bus ter berging van de as van een overledene;

  • g.

    urnennis : een nis, waarvoor voor onbepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten of bijgezet houden van asbussen of urnen;

  • h.

    urn : een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • i.

    verstrooiingsplaats : een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid, dan wel een plaats waar voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verleend om as te doen verstrooien;

  • j.

    wandgraf : een bovengronds graf in een daartoe bestemde wand op de

begraafplaats waarvoor aan een natuurlijk- of rechtspersoon het

uitsluitend recht is verleend tot het begraven van een overledene.

k.jaar : een periode van 365 dagen;

Artikel 2. Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3. Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4. Vrijstelling

De rechten worden niet geheven voor het begraven van doodgeboren kinderen of van overleden zuigelingen die met de overleden moeder in één kist worden begraven of gecremeerd.

Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief

Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief

De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6. Belastingtijdvak

  • 1. Het belastingtijdvak voor de rechten genoemd in hoofdstuk 2, de onderdelen 2.1 en 2.1.1, van de tarieventabel is gelijk aan de periode waarover wordt afgekocht.

  • 2. Na afloop van deze belastingtijdvakken worden de vorenbedoelde rechten niet opnieuw geheven.

Artikel 7. Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld

De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening, bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen of bij de aanvang van het belastingtijdvak.

Artikel 9. Termijn van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden

    betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 10. Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11. Nadere regels door het college van de gemeente Lelystad

Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 12. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening lijkbezorgingsrechten Lelystad 2010” van 15 december 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2011.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als de “Verordening lijkbezorgingsrechten Lelystad 2011”.

Lelystad, 14 december 2010.

De raad van de gemeente Lelystad,

de griffier, de voorzitter,

Tarieventabel bij Verordening lijkbezorgingsrechten Lelystad 2011

1. Begraafrechten

Begraven en bijzetten

1.1.

Voor het begraven van een overledene van

12 jaar of ouder wordt geheven

823,00

1.2.

Voor het begraven van een overledene

beneden de leeftijd van 12 jaar wordt geheven

737,00

1.3.

Voor het bijzetten van een asbus of urn in een

urngraf wordt geheven

418,00

1.4.

Voor het bijzetten van een asbus of urn in een urnennis

wordt, indien deze bijzetting in aanwezigheid van

nabestaanden geschiedt, geheven

131,00

1.5.

Voor het bijzetten van een asbus of urn in een urnennis

wordt, indien deze bijzetting niet in aanwezigheid van

nabestaanden geschiedt, geheven

35,00

1.6.

Voor het afhalen en/of opbrengen van een gedenkteken van een eigen

graf ten behoeve van een 2e bijzetting in dat graf wordt geheven

72,00

1.7

Voor het begraven van een overledene in een

wandgraf wordt geheven

334,00

Lichten en herbegraven

1.8.

Voor het lichten van een overledene wordt geheven

818,00

1.8.1.

Voor het na lichting weer begraven in hetzelfde graf

wordt geheven

209,00

1.8.2.

Voor het na lichting opnieuw begraven in een ander

graf wordt het recht geheven naar het tarief vermeld

in de onderdelen 1.1 en 1.2

1.9.

Voor het lichten van een asbus of urn wordt geheven

418,00

1.9.1.

Voor het na lichting weer bijzetten in hetzelfde urngraf

wordt geheven

139,00

1.9.2.

Voor het na lichting weer bijzetten in een ander

urngraf wordt het recht geheven naar het tarief vermeld

in de onderdeel 1.3

1.9.3.

Voor het lichten van een asbus of urn uit een urnennis

wordt geheven

35,00

1.9.4.

Voor het na lichting weer bijzetten in dezelfde urnennis wordt geheven

35,00

1.9.5.

Voor het na lichting weer bijzetten in een andere

urnennis wordt het recht geheven naar de tarieven

vermeld in de onderdelen 1.4 en 1.5

Buitengewone uren

Diensten verricht op buitengewone uren worden verhoogd met:

25%

diensten verricht van maandag tot en met vrijdag van 16:00 tot en met 17:00 uur

50%

diensten verricht van maandag tot en met vrijdag van 17:00 tot en met 19:00 uur

50%

diensten verricht op zaterdag van 09:00 tot en met 12:00 uur

100%

diensten verricht op zaterdag van 12:00 tot en met 16:00 uur

100%

diensten verricht op zondag en algemene feestdagen

2. De aanleg en onderhoudsrechten

2.1.

Voor het begraven van een overledene of het bijzetten van

een asbus of urn in een eigen graf wordt

in de vorm van een afkoopsom voor een periode van

20 jaren een begraafplaatsrecht geheven van

1326,00

2.1.0.

Het onder 2.1 vermelde recht wordt verhoogd met

100% indien het een begraving betreft waarbij

een overledene in zittende houding wordt begraven

waardoor het bovengraf niet meer benut kan worden

2.1.1.

Voor het bijzetten van een asbus of urn in een

algemeen of eigen urnengraf wordt in de vorm

van een afkoopsom voor een periode van 10 jaren

een begraafplaatsrecht geheven van

331,00

2.1.2

Voor het begraven van

een overledene in een wandgraf wordt

in de vorm van een afkoopsom voor een periode van

10 jaren een begraafplaatsrecht geheven van

1.053,00

2.1.3

Voor het begraven van een overledene of het bijzetten van

een asbus of urn in een algemeen graf wordt in de vorm van een

afkoopsom voor een periode van 10 jaren een begraafplaatsrecht

geheven van

663,00

2.2.

Voor het verkrijgen van het uitsluitend recht voor een

periode van 20 jaren tot het doen begraven en

begraven houden van overledenen of het doen bijzetten en

bijgezet houden van asbussen in een eigen graf

wordt bij de eerste begraving of bijzetting in dat eigen

graf een grafrecht geheven van

663,00

2.2.1.

Voor het verkrijgen van het uitsluitend recht voor een

periode van 20 jaren tot het doen bijzetten en

bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen

in een eigen urngraf wordt bij de eerste bijzetting

in dat eigen urngraf een grafrecht geheven van

331,00

2.2.2.

Voor het verkrijgen van het uitsluitend recht voor een

voor een periode van 10 jaren tot het doen bijzetten

en bijgezet houden van asbussen in een urnennis

wordt bij de eerste bijzetting in de urnennis een

urnennisrecht geheven van

663,00

2.2.3.

Voor het verkrijgen van het uitsluitend recht voor een periode van

20 jaren tot het doen begraven en begraven houden van

overledenen in een wandgraf wordt een grafrecht geheven van

1.700,00

2.3.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag

tot verlenging van het in de onderdelen 2.2. en 2.2.1.

bedoelde uitsluitend recht met een periode van 10

jaren, worden dezelfde tarieven geheven als bij die

onderdelen staan vermeld.

2.3.1.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag

tot verlenging van het in onderdeel 2.2.2. Bedoelde

recht met een periode van 5 jaren, wordt 50% geheven

van het tarief dat bij het laatst vermelde onderdeel staat vermeld.

Strooirecht en verstrooiingsrecht

2.4.

Voor het gebruik van de verstrooiingsplaats wordt

indien hierbij nabestaanden aanwezig zijn, per

verstrooiing van de as van één gecremeerde

overledene een strooirecht geheven van

102,00

2.5.

Voor het verkrijgen van het recht op een verstrooiings-

plaats wordt geheven

67,00

3. Overige rechten

3.1.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag

tot het verkrijgen van een vergunning tot het aan-

brengen van een gedenkteken wordt geheven

120,00

3.2.

Voor het door of vanwege de gemeente aanbrengen van een

herdenkingsplaatje met naamsvermelding ten behoeve van de

gedachtenisplek voor een periode van tien jaren wordt geheven

91,00

3.3.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot overschrijving van

een uitsluitend recht zoals vermeld in de onderdelen 2.2, 2.2.1, 2.2.2 en 2.2.3 wordt geheven

16,00

Onderhoud grafbeplanting

3.4.

Voor het door of vanwege de gemeente aanbrengen

en onderhouden van de grafbeplanting wordt per

jaar geheven

36,00

3.5.

Het onder 3.2. bedoeld recht kan voor een periode

van 10 jaren worden afgekocht. De afkoopsom

wordt vastgesteld door middel van de berekening

van de contante waarde van de onderhoudskosten

voor de periode waarover wordt afgekocht. Bij deze

berekening wordt uitgegaan van een kostenstijgings-

percentage van 4,25 per jaar.

€ 

355,00

Lelystad, 14 december 2010.

Mij bekend,

de griffier van de gemeente Lelystad,