Regeling vervallen per 01-07-2013

Vervangingsregeling afdelingshoofden en programmamanagers coalitieakkoord

Geldend van 25-12-2009 t/m 30-06-2013

Intitulé

Vervangingsregeling afdelingshoofden en programmamanagers coalitieakkoord

Vervangingsregeling afdelingshoofden en programmamanagers coalitieakkoord

Artikel 1 Definities

  • In het kader van deze vervangingsregeling wordt verstaan onder:

  • a. Het college: het college van Gedeputeerde Staten van Limburg;

  • b. De directie: de secretaris/algemeen directeur en/of de directeur als bedoeld in de artikelen 1, 3 en 6 van het Directiestatuut Provincie Limburg;

  • c. De afdelingshoofden: de afdelingshoofden als bedoeld in het Mandaatbesluit 2006;

  • d. De bureau- en clusterhoofden: de bureau- en clusterhoofden als bedoeld in artikel 1 van het Mandaatbesluit 2006;

  • e. De programma-managers en projectleiders: programma-managers en projectleiders als bedoeld in artikel 1 van het Mandaatbesluit 2006;

  • f. Mandaatbesluit 2006: Mandaatbesluit Gedeputeerde Staten van Limburg 2006, vastgesteld door Gedeputeerde Staten d.d. 27 juni 2006.

  • g. Programmamanagers coalitieakkoord: de managers, onder wie de regiomanagers, die zijn benoemd om de programma’s uit het coalitieakkoord Investeren en verbinden 2007-2011 verder uit te voeren.

  • h. Strategisch projectmanager: de manager die belast is met programma-overstijgende coördinatie.

Paragraaf 1 Afdelingshoofden

Artikel 2 Aanwijzing plaatsvervangers

  • 1.

    Het afdelingshoofd draagt zorg voor een adequate vervanging bij zijn afwezigheid.

  • 2.

    Hij wijst daartoe schriftelijk een eerste en een tweede plaatsvervangend afdelingshoofd aan die werkzaam is binnen zijn afdeling.

  • 3.

    Als plaatsvervangend afdelingshoofd kunnen uitsluitend afdelingshoofden, bureauhoofden en clusterhoofden worden aangewezen. Met toestemming van de directie kunnen in uitzonderlijke situaties programma-managers of projectleiders als plaatsvervangend afdelingshoofd worden aangewezen.

  • 4.

    Van de aanwijzing van plaatsvervangende afdelingshoofden, alsmede van hun parafen, wordt een registratie bijgehouden.

Artikel 3 Bevoegdheden  

  • 1.

    Het eerste plaatsvervangend afdelingshoofd is bevoegd de taken en verantwoordelijkheden van het afdelingshoofd uit te oefenen bij diens afwezigheid; het tweede plaatsvervangend afdelingshoofd is daartoe bevoegd bij afwezigheid van zowel het afdelingshoofd als het eerste plaatsvervangend afdelingshoofd.

  • 2.

    Het afdelingshoofd kan beperkingen stellen aan de uitoefening van zijn taken en verantwoordelijkheden door het eerste en het tweede plaatsvervangend afdelingshoofd.

Artikel 4 Aanwezigheid  

  • 1.

    Het afdelingshoofd draagt er zoveel mogelijk zorg voor dat bij zijn afwezigheid het eerste plaatsvervangend afdelingshoofd aanwezig is.

  • 2.

    Indien behalve het afdelingshoofd ook het eerste plaatsvervangend afdelingshoofd afwezig is, is het tweede plaatsvervangend hoofd aanwezig.

Artikel 5 Vervanging bureau- of clusterhoofden en programma- en projectleiders   De directie kan bepalen dat deze regeling van overeenkomstige toepassing is op door haar aangewezen bureau- of clusterhoofden danwel op door haar aangewezen programma-managers of projectleiders.

Paragraaf 2 Programmamanagers coalitieakkoord

Artikel 6 Plaatsvervanger De programma-managers coalitieakkoord worden bij afwezigheid vervangen door de strategisch projectmanager.

Artikel 7 Slotbepaling

  • 1.

    In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist de secretaris/algemeen directeur en treft deze zonodig maatregelen.

  • 2.

    Deze regeling wordt aangehaald als: Vervangingsregeling.

  • 3.

    Deze regeling treedt in werking op 1 juli 2006.

Ondertekening

Gedeputeerde Staten voornoemd, L.J.P.M. Frissen, voorzitter
ing. J.A.J. Smeelen, wnd. secretaris
Uitgegeven, 17 december 2009
de wnd. secretaris,
ing. J.A.J. Smeelens