Regeling vervallen per 07-12-2019

Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften

Geldend van 22-12-2008 t/m 09-10-2012

Intitulé

Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Purmerend; ieder voor zoveel het zijn/hun bevoegdheden betreft;

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

besluiten

vast te stellen de volgende Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften

HOOFDSTUK 1 Begripsbepalingen en reikwijdte verordening

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. adviescommissie: commissie als bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet en in artikel 2, genaamd "Adviescommissie voor raadsbezwaarschriften";

  • b. adviescommissie voor bezwaarschriften: commissie als bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet en in artikel 18;

  • c. voorzitter:de voorzitter van de adviescommissie voor bezwaarschriften;

  • d. verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • e. college: het college van burgemeester en wethouders;

  • f. wet: Algemene wet bestuursrecht.

HOOFDSTUK 2 Behandeling van bezwaarschriften waarop de raad dient te besluiten

Paragraaf 1 De commissie

Artikel 2 Inleidende bepaling

Er is een adviescommissie als bedoeld in artikel 7:13 van de wet ter voorbereiding van het besluit op gemaakte bezwaren waarop de raad dient te besluiten.

Artikel 3 Samenstelling

  • 1. De adviescommissie bestaat uit een voorzitter en twee andere leden die door de raad worden benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 2. De raad benoemt tevens een plaatsvervangende voorzitter en een tweetal plaatsvervangende leden. Op hen zijn de bepalingen in deze verordening zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

  • 3. De leden maken geen deel uit van en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente purmerend.

  • 4. De leden hebben een HBO werk- en denkniveau en beschikken over adequate juridische en/of bestuurlijke deskundigheid.

Artikel 3a Zittingsduur

  • 1. De leden van de adviescommissie worden benoemd voor onbepaalde tijd.

  • 2. De leden van de adviescommissie kunnen op elk moment ontslag nemen.

  • 3. De raad ontslaat een lid wanneer:

    • a.

      het lid een ambt of functie aanvaardt dat/die op grond van artikel 3, derde lid onverenigbaar is met het lidmaatschap van de adviescommissie;

    • b.

      het lid naar het oordeel van de raad door zijn gedragingen in dan wel tijdens werkzaamheden ten behoeve van de adviescommissie ernstig nadeel toebrengt aan het aanzien of functioneren van de adviescommissie of een gemeentelijk bestuursorgaan;

    • c.

      de adviescommissie wordt opgeheven.

  • 4. In het geval, bedoeld in het derde lid, onder b is de raad bevoegd het betreffende lid te schorsen hangende het onderzoek naar de gedragingen. De schorsing duurt maximaal negen weken.

  • 5. Een aftredend lid, bedoeld in het tweede lid, blijft zijn functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 4 Commissiegriffier

  • 1. De adviescommissie wordt bij de vervulling van haar werkzaamheden bijgestaan door een commissiegriffier, zijnde het hoofd van de afdeling Algemene en Juridische Zaken.

  • 2. Als plaatsvervanger van de commissiegriffier fungeert het waarnemend hoofd van de afdeling Algemene en Juridische Zaken.

  • 3. De commissiegriffier is belast met de verslaglegging als bedoeld in artikel 14, alsmede met het redigeren van het advies als bedoeld in artikel 16.

Artikel 5 Vergaderwijze

Met inachtneming van hetgeen in de Gemeentewet, de wet en deze verordening is geregeld met betrekking tot de werkwijze en de wijze van vergaderen, is de adviescommissie bevoegd haar werkwijze en wijze van vergaderen zelf te bepalen.

Paragraaf 2 Procedure

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt door tussenkomst van de commissiegriffier zo spoedig mogelijk in handen van de adviescommissie gesteld.

  • 3. Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 van de wet wordt vermeld dat een adviescommissie over het bezwaar zal adviseren.

Artikel 7 Overdracht bevoegdheden

  • 1. De bevoegdheden ingevolge de artikelen:

    • a.

      2:1, tweede lid van de wet;

    • b.

      6:6 van de wet, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet, kan worden hersteld;

    • c.

      6:17 van de wet, voorzover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de adviescommissie; en

    • d.

      7:6, tweede en vierde lid van de wet, worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de adviescommissie.

  • 2. De adviescommissie kan de voorzitter mandateren om de in het eerste lid genoemde bevoegdheden uit te oefenen.

Artikel 8 Vooronderzoek

  • 1. De adviescommissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2. De adviescommissie is bevoegd ambtenaren, leden van het college of andere personen uit te nodigen in de vergadering van de adviescommissie te verschijnen, teneinde de in de vergadering te behandelen onderwerpen nader toe te lichten of ten aanzien daarvan nadere informatie te verstrekken.

  • 3. De adviescommissie kan de voorzitter mandateren om de in het eerste en tweede lid genoemde bevoegdheden uit te oefenen.

Artikel 9 Beleggen vergadering, inclusief hoorzitting

  • 1. De adviescommissie bepaalt plaats en tijdstip van de vergadering van de adviescommissie, inclusief van dat deel van de vergadering waarin de belanghebbenden en de raad in de gelegenheid worden gesteld zich door de adviescommissie te doen horen.

  • 2. De adviescommissie kan de voorzitter mandateren om de in het eerste lid genoemde bevoegdheid uit te oefenen.

Artikel 10 Uitnodiging vergadering, inclusief hoorzitting

  • 1. De voorzitter roept de leden ten minste twee weken voor de vergadering schriftelijk op. De oproep gaat zo enigszins mogelijk vergezeld van alle op de zaak betrekking hebbende stukken, doch vermeldt in ieder geval de zaken waarvoor de vergadering is belegd.

  • 2. De voorzitter geeft de belanghebbenden en de raad er ten minste twee weken voor de vergadering kennis van dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen.

  • 3. Binnen drie dagen na verzending van de in het tweede lid bedoelde kennisgeving kunnen de belanghebbenden en de raad onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de hoorzitting te wijzigen.

  • 4. Van de beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het derde lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval een week voor het tijdstip van de hoorzitting aan de belanghebbenden kennis gegeven.

  • 5. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als bedoeld in dit artikel.

Artikel 11 Quorum

De adviescommissie mag niet beraadslagen of beslissen als niet meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden, waaronder de voorzitter of de plaatsvervangend voorzitter, aanwezig is.

Artikel 12 Niet deelneming aan de behandeling

De leden van de adviescommissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij een persoonlijk belang in het geding kan zijn.

Artikel 13 Openbaarheid vergadering, inclusief hoorzitting

  • 1. De vergadering van de adviescommissie is in principe openbaar, maar kan geheel of gedeeltelijk besloten zijn, zulks ter beoordeling van de voorzitter of wanneer de meerderheid van de aanwezige leden daarom verzoekt.

  • 2. Indien tijdens een besloten vergadering de meerderheid der commissieleden zulks verzoekt, wordt overgegaan tot een openbare vergadering, met dien verstande, dat daartoe niet kan worden overgegaan alvorens de voorzitter de beweegredenen die aanleiding hebben gegeven tot het houden van de besloten vergadering, heeft uiteengezet.

  • 3. De voorzitter zorgt, dat van openbare commissievergaderingen plaats en tijdstip van de vergadering ter openbare kennis worden gebracht, met vermelding van de zaken waarvoor de vergadering is belegd.

Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag van het horen als bedoeld in artikel 7:7 van de wet en van het overige gedeelte van de vergadering vermeldt de namen van de aanwezigen met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter vergadering is voorgevallen.

  • 3. Indien de vergadering geheel of gedeeltelijk besloten was of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de vergadering overgelegde bescheiden.

  • 5. Het verslag wordt na vaststelling ondertekend door de voorzitter en commissiegriffier.

  • 6. Vaststelling van het verslag vindt plaats voordat op het ingediende bezwaarschrift wordt besloten.

Artikel 15 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de vergadering, maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de adviescommissie dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de adviescommissie, de belanghebbenden en de raad toegezonden.

  • 3. De leden van de adviescommissie, de belanghebbenden en de raad kunnen binnen een week na verzending van de in het tweede lid bedoelde nadere informatie verzoeken tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. Bij de toezending als bedoeld in het tweede lid wordt hierop gewezen.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen van deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

  • 5. De adviescommissie kan de voorzitter mandateren om de in het eerste en tweede lid

Artikel 16 Advies

  • 1. De adviescommissie beraadslaagt en beslist over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. De adviescommissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. Indien bij een stemming de stemmen staken dan beslist de stem van de voorzitter. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor het te nemen besluit op het bezwaarschrift.

  • 4. Het advies wordt door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 17 Uitbrengen advies

  • 1. Het advies wordt, onder meezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de adviescommissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan de raad.

  • 2. De adviescommissie zendt een afschrift van het advies aan de belanghebbenden.

  • 3. Indien naar het oordeel van de adviescommissie de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de adviescommissie en het nemen van een besluit, verzoekt zij de raad tijdig een verdagingsbesluit te nemen.

  • 4. Van het nemen van een verdagingsbesluit ontvangen de adviescommissie en de belanghebbenden bericht.

  • 5. De adviescommissie kan de voorzitter mandateren om de in het eerste, tweede en derde lid genoemde bevoegdheden uit te oefenen.

HOOFDSTUK 3 Behandeling van bezwaarschriften waarop het college of de burgemeester dient te besluiten

AFDELING 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 18 Wijzen van bezwaarbehandeling

  • 1. Er is een adviescommissie voor bezwaarschriften ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van het college en de burgemeester.

  • 2. De adviescommissie voor bezwaarschriften is niet bevoegd de beslissing op bezwaren voor te bereiden die zijn ingediend tegen:

    • a.

      besluiten om een aanvraag overeenkomstig artikel 4:5 van de wet niet te behandelen;

    • b.

      besluiten inzake (categoriale) bijzondere bijstand als bedoeld in de artikelen  35, eerste en derde lid, van de Wet werk en bijstand en artikel 10, derde lid van de Invoeringswet Wet werk en bijstand;

    • c.

      besluiten inzake langdurigheidstoeslagen als bedoeld in artikel 36 van de Wet  werk en bijstand;

    • d.

      besluiten inhoudend een schriftelijke waarschuwing als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand 2005;

    • e.

      besluiten tot verlaging van de bijstand met maximaal 10% als bedoeld in artikel 3, eerste en derde lid van de Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand 2005, tenzij toepassing is gegeven aan het gestelde in artikel 5,eerste tot en met derde lid van die verordening ;

    • f.

      besluiten inzake de vaststelling van de ingangsdatum van een uitkering als bedoeld in artikel 44 van de Wet werk en bijstand;. besluiten tot terugvordering als bedoeld in artikel 58 van de Wet werk en bijstand, waarbij het gedeelte van het terugvorderingsbesluit waartegen het bezwaar is gericht een bruto (terugvorderings)bedrag inhoudt lager dan  € 3.000,-;

    • h.

      besluiten tot het in het kader van de invordering vaststellen van het  aflossingsbedrag;

    • i.

      het nalaten van een handeling die strekt tot uitvoering van het besluit inzake  de verlening of terugvordering van bijstand of het verrichten van een  handeling die afwijkt van dat besluit, als bedoeld in artikel 79 van de Wet werk  en bijstand;

    • j.

      besluiten, genomen op basis van de Wet inburgering;

    • k.

      besluiten, genomen op basis van de Wet kinderopvang;

    • l.

      besluiten inzake standplaatsvergunningen op grond van de Algemene plaatselijke verordening Purmerend 2003 of de Marktverordening Purmerend  2007;

    • m.

      besluiten tot wegslepen van voertuigen op grond van de Wegsleepverordening Purmerend 2002;

    • n.

      besluiten inzake inschrijving en uitschrijving als bedoeld in de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

    • o.

      besluiten, inhoudend een weigering tot vrijstelling van geregeld schoolbezoek voor vakantie buiten de reguliere schoolvakanties in het kader van de  Leerplichtwet 1969;

    • p.

      besluiten inzake parkeervergunningen als bedoeld in de Parkeerverordening Purmerend 2008;

    • q.

      besluiten tot weigering van een bouwvergunning op basis van artikel 44 van de Woningwet;

    • r.

      besluiten tot afwijzing van een gehandicaptenparkeerkaart of gehandicaptenparkeerplaats op basis van respectievelijk het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer alsmede de Regeling  gehandicaptenparkeerkaart en het RVV 1990.

  • 3. De adviescommissie bereidt de beslissing niet voor van bezwaren die kennelijk niet-ontvankelijk dan wel kennelijk ongegrond zijn.

  • 4. In afwijking van het gestelde in het tweede lid, bereidt de adviescommissie voor bezwaarschriften de beslissing op bezwaren, tegen besluiten als genoemd in dat lid, voor, indien de medewerker van het in artikel 35 bedoelde secretariaat dit nodig acht.

Artikel 19 Toepassing artikel 7:3 van de wet

  • 1. De secretaris van de adviescommissie voor bezwaarschriften dan wel, indien het een besluit betreft als genoemd in artikel 18, tweede lid, een medewerker van het in artikel 35 bedoelde secretariaat, beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

  • 2. De secretaris doet van de in het eerste lid genoemde beslissing mededeling aan:

    • a.

      de voorzitter van de adviescommissie voor bezwaarschriften;

    • b.

      het verwerend orgaan;

    • c.

      de belanghebbenden.

  • 3. Indien wordt afgezien van het horen op grond van artikel 7:3, aanhef en onder a of b van de wet, deelt de secretaris tevens mede dat de voorbereiding van de beslissing op de bezwaren verder via de interne bezwaarprocedure als genoemd in afdeling 3 zal plaatsvinden.

AFDELING 2 ADVIESCOMMISSIE VOOR BEZWAARSCHRIFTEN

PARAGRAAF 1 SAMENSTELLING, ZITTINGSDUUR EN ONDERSTEUNING

Artikel 20 Samenstelling
  • 1. De adviescommissie voor bezwaarschriften bestaat uit een voorzitter en twee andere leden.

  • 2.

    • a.

      De voorzitter is een aan een Nederlandse universiteit afgestudeerde jurist.

    • b.

      De voorzitter wordt per voor te bereiden beslissing op bezwaar aangewezen door de manager van de afdeling Juridische Zaken uit de groep benoemde  voorzitters.

  • 3.

    • a.

      De twee andere leden hebben minimaal een HBO werk- en denkniveau en beschikken over adequate juridische en/of bestuurlijke deskundigheid.

    • b.

      De onder a bedoelde leden worden per voor te bereiden beslissing op bezwaar aangewezen door de manager van de afdeling Juridische Zaken uit de groep benoemde voorzitters dan wel uit de groep benoemde andere leden.

  • 4. De leden van de adviescommissie voor bezwaarschriften maken geen deel uit van en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Purmerend.

  • 5.

    • a.

      Indien de adviescommissie voor bezwaarschriften een beslissing op bezwaar voorbereidt tegen een besluit dat is genomen op basis van de Wet werk en  bijstand, inclusief het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004, de Wet  inkomensvoorziening ouderen en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen  zelfstandigen en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk  arbeidsongeschikte werkloze werknemers, is bij de hoorzitting aanwezig een  lid van de cliëntenraad Sociale Dienst als vertegenwoordiger van deze raad.

    • b.

      Indien de adviescommissie voor bezwaarschriften een beslissing op bezwaar voorbereidt tegen een besluit dat is genomen op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning dan wel betreffende gehandicapten-parkeerkaarten of -plaatsen, is bij de hoorzitting aanwezig een lid van het gehandicaptenberaad Zaanstreek-Waterland als vertegenwoordiger van dit beraad.

Artikel 21 Zittingsduur
  • 1. De leden van de adviescommissie voor bezwaarschriften worden door het college en de burgemeester, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft, benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 2. De leden van de adviescommissie voor bezwaarschriften worden voor onbepaalde tijd benoemd.

  • 3. De leden van de adviescommissie voor bezwaarschriften kunnen op elk moment ontslag nemen.

  • 4. Een lid verliest van rechtswege zijn lidmaatschap wanneer:

    • a.

      het een ambt of functie aanvaardt dat/die op grond van artikel 20, vierde lid onverenigbaar is met het lidmaatschap van de adviescommissie voor  bezwaarschriften; of

    • b.

      de adviescommissie wordt opgeheven.

  • 5. Het college en de burgemeester, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft, ontslaan een lid wanneer het lid naar het oordeel van het college of de burgemeester door zijn gedragingen in dan wel tijdens werkzaamheden ten behoeve van de adviescommissie voor bezwaarschriften ernstig nadeel toebrengt aan het aanzien of functioneren van de adviescommissie of een gemeentelijk bestuursorgaan.6. In het geval, bedoeld in het vijfde lid, zijn het college en de burgemeester, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft, bevoegd het betreffende lid te schorsen hangende het onderzoek naar de gedragingen. De schorsing duurt maximaal negen weken.

Artikel 22 Secretaris
  • 1. Secretaris van de adviescommissie voor bezwaarschriften is een medewerker van de afdeling Juridische Zaken.

  • 2. De secretaris is belast met het redigeren van het advies als bedoeld in artikel 33.

PARAGRAAF 2 VOORBEREIDING BESLISSING OP BEZWAREN

Artikel 23 Ingediend bezwaarschrift
  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken worden door tussenkomst van de secretaris zo spoedig mogelijk in handen van de adviescommissie voor bezwaarschriften gesteld.

Artikel 24 Opdracht bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de artikelen:

  • a.

    2:1, tweede lid, van de wet;

  • b.

    6:6 van de wet, wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de  wet, kan worden hersteld;

  • c.

    6:17 van de wet, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de adviescommissie voor bezwaarschriften;

  • d.

    7:4, tweede lid, van de wet; en

  • e.

    7:6, vierde lid, van de wet, worden voor de toepassing van deze verordening opgedragen aan de secretaris.

Artikel 25 Vooronderzoek en plaatsopneming
  • 1.

    • a.

      De voorzitter is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

    • b.

      Indien de voorzitter het nodig oordeelt gaat hij over tot plaatsopneming.

    • c.

      Aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan wordt mededeling gedaan  van plaats, dag en uur van de plaatsopneming.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de adviescommissie voor bezwaarschriften personen uitnodigen om in de vergadering van de adviescommissie te verschijnen, teneinde de in de vergadering te behandelen bezwaren nader toe te lichten of ten aanzien daarvan nader advies te verstrekken.

Artikel 26 Beleggen vergadering, inclusief hoorzitting

De secretaris bepaalt plaats en tijdstip van de vergadering van de adviescommissie voor bezwaarschriften, inclusief van dat deel van de vergadering waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de adviescommissie te laten horen.

Artikel 27 Uitnodigen vergadering, inclusief hoorzitting
  • 1. De secretaris roept de leden van de adviescommissie voor bezwaarschriften ten minste twee weken voor de vergadering schriftelijk op. De oproep gaat zo mogelijk vergezeld van alle op de te behandelen bezwaren betrekking hebbende stukken, doch vermeldt in ieder geval de bezwaren waarvoor de vergadering is belegd.

  • 2. De secretaris nodigt de belanghebbenden, het verwerend orgaan en, voor zover van toepassing, de vertegenwoordigers van de cliëntenraad Sociale Dienst en het gehandicaptenberaad Zaanstreek-Waterland, ten minste twee weken voor de hoorzitting schriftelijk uit.

  • 3. Binnen drie dagen na de uitnodiging, kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan, onder opgaaf van redenen de secretaris verzoeken het tijdstip van de hoorzitting te wijzigen.

  • 4. De beslissing van de secretaris op het in het derde lid genoemde verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de hoorzitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 5. De secretaris is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de in dit artikel genoemde termijnen.

Artikel 28 Quorum
  • 1. Voor het houden van een hoorzitting is vereist dat in ieder geval de voorzitter en één ander lid van de adviescommissie voor bezwaarschriften aanwezig zijn.

  • 2. De adviescommissie voor bezwaarschriften mag niet beraadslagen of beslissen over een uit te brengen advies als niet alle leden van de adviescommissie aanwezig zijn.

Artikel 29 Niet deelneming aan de behandeling

De leden van de adviescommissie voor bezwaarschriften nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij een persoonlijk belang in het geding kan zijn.

Artikel 30 Openbaarheid vergadering, inclusief hoorzitting
  • 1. De hoorzittingen, gehouden door de adviescommissie voor bezwaarschriften, zijn besloten.

  • 2. De adviescommissie voor bezwaarschriften kan na een daartoe strekkend verzoek van een lid van de adviescommissie, een belanghebbende of het verwerend orgaan beslissen dat de deuren kunnen worden geopend.

  • 3. Na afloop van de hoorzitting beraadslaagt en beslist de adviescommissie voor bezwaarschriften in beslotenheid over het door haar uit te brengen advies.

Artikel 31 Schriftelijke verslaglegging
  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een korte vermelding in van wat over en weer tijdens de hoorzitting is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Wanneer de hoorzitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren heeft plaatsgevonden, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de hoorzitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

Artikel 32 Nader onderzoek
  • 1. Indien na afloop van de hoorzitting, maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van een ander lid van de adviescommissie voor bezwaarschriften dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de adviescommissie voor bezwaarschriften, de belanghebbenden, het verwerend orgaan en, voor zover van toepassing: de cliëntenraad Sociale Dienst of het gehandicaptenberaad Zaanstreek-Waterland, toegezonden.

  • 3. De leden van de adviescommissie voor bezwaarschriften, de belanghebbenden, het verwerend orgaan en, voor zover van toepassing: de cliëntenraad Sociale Dienst of het gehandicaptenberaad Zaanstreek-Waterland, kunnen binnen één week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. Bij de toezending als bedoeld in het tweede lid wordt hierop gewezen.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 33 Raadkamer en advies
  • 1.

    • a.

      De adviescommissie voor bezwaarschriften beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    • b.

      Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt. 

  • 2. Het advies is gemotiveerd en bevat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaar.

  • 3. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

Artikel 34 Uitbrengen advies
  • 1. Het advies wordt, onder meezending van het verslag als bedoeld in artikel 31 en eventueel door de adviescommissie voor bezwaarschriften ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het verwerend orgaan.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter de termijn van tien weken als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van het advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de adviescommissie voor bezwaarschriften en de belanghebbenden een afschrift.

AFDELING 3 INTERNE BEZWAARPROCEDURE

Artikel 35 Secretariaat

De voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten, genoemd in artikel 18, tweede en derde lid, vindt plaats op de afdeling Juridische Zaken.

Artikel 36 Behandelwijze bezwaarschriften

Met inachtneming van hetgeen in de wet en in deze verordening is geregeld, is het in artikel 35 bedoelde secretariaat bevoegd zijn werkwijze zelf te bepalen.

Artikel 37 Opdracht bevoegdheden

Voor zover van toepassing, worden de bevoegdheden ingevolge de artikelen:

  • a.

    2:1, tweede lid, van de wet;

  • b.

    6:6 van de wet, wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de  wet, kan worden hersteld;

  • c.

    6:17 van de wet, voor zover het betreft de verzending van stukken lopende de voorbereiding van de beslissing op een bezwaar;

  • d.

    7:4, tweede lid, van de wet, voor de toepassing van deze verordening opgedragen aan een medewerker van het in artikel 35 bedoelde secretariaat.

Artikel 38 Openbaarheid hoorzitting

  • 1. De hoorzittingen, gehouden in het kader van de voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten genoemd in artikel 18, tweede en derde lid, zijn besloten.

  • 2. Na een daartoe strekkend verzoek van een belanghebbende, beslist een medewerker van het in artikel 35 bedoelde secretariaat of de deuren kunnen worden geopend.

Artikel 39 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een korte vermelding in van wat over en weer tijdens de hoorzitting is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Wanneer de hoorzitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren heeft plaatsgevonden, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de hoorzitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

HOOFDSTUK 4 Slotbepalingen

Artikel 40 Telefonisch horen

  • 1. Telefonisch horen in het kader van de voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten genoemd in artikel 18, tweede en derde lid, kan alleen plaatsvinden indien:

    • a.

      er geen derden-belanghebbenden bij de beslissing op bezwaar zijn;

    • b.

      vaststaat dat de belanghebbende geen bezwaar heeft tegen telefonisch horen;

    • c.

      minimaal 24 uur voorafgaand aan het telefonisch horen hiertoe een afspraak wordt gemaakt;

    • d.

      na afloop van het telefonisch horen, door een medewerker van het in artikel 35 bedoelde secretariaat, een verslag van het horen wordt gemaakt dat ter instemming aan de belanghebbende wordt gezonden.

  • 2.

    • a.

      Indien de belanghebbende binnen een week na verzending niet instemt met het in het eerste lid, onder d, genoemde verslag dan wel niet reageert, wordt  hij in de gelegenheid gesteld te worden gehoord in een hoorzitting als bedoeld  in artikel 38.   

    • b.

      Het onder a gestelde is niet van toepassing als op grond van artikel 7:3, aanhef en onder a of b van de wet is afgezien van het horen.

Artikel 41 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

  • 2. Op het in het eerste lid bedoelde tijdstip wordt ingetrokken de Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften Purmerend 1994.

Artikel 42 Kosten

De kosten van de vergaderingen en de verdere uitgaven van de commissies als bedoeld in de artikelen 2 en 18 komen ten laste van de exploitatie van de gemeente.

Artikel 43 Onvoorziene omstandigheden

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist het college.

Artikel 44 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening behandeling bezwaarschriften Purmerend 2002.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 30 mei 2002

de secretaris, A. Leijnse

de voorzitter, Th. van Dam

Burgemeester en wethouders van Purmerend,

de secretaris, A. Leijnse

de burgemeester, Th. van Dam

De burgemeester van Purmerend, Th. van Dam