Regeling vervallen per 01-01-2015

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2009

Geldend van 01-10-2009 t/m 30-12-2011

De raad van de gemeente Culemborg;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

Gelet op de artikelen 8, eerste lid, onderdeel c en 30 van de Wet werk en bijstand;

Overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van toeslagen en het verlagen van uitkeringen van bijstandsgerechtigden van 27 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar bij verordening te regelen;

BESLUIT:

vast te stellen:

De toeslagenverordening Wet en werk en bijstand 2009

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1

  • 1.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Wet werk en bijstand;

    • b.

      gehuwdennorm: de norm als bedoeld in artikel 21, onderdeel c, van de wet;

    • c.

      verzorgingsbehoevende: degene die is aangewezen op verzorging ter voorkoming van opname in een verpleeg- of verzorgingstehuis.

      Artikel 2

  • 1.

    De bepalingen van deze verordening gelden alleen voor belanghebbenden van 27 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar. In geval van gehuwden gelden de bepalingen van deze verordening alleen indien beide echtgenoten 27 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar zijn.

  • 2.

    De bepalingen in hoofdstuk 2 en 3 laten de toepassing artikel 18, eerste lid, van de wet onverlet.

    Hoofdstuk 2 Criteria voor het verhogen van de bijstandsnorm

    Artikel 3 Toeslagen

  • 1.

    De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet bedraagt 20 procent van de gehuwdennorm voor de alleenstaande en alleenstaande ouder in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft;

  • 2.

    De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm voor de alleenstaande en alleenstaande ouder in wiens woning één of meer anderen hun hoofdverblijf hebben.

  • 3.

    Voor de toepassing van dit artikel worden de volgende personen niet in aanmerking genomen als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft:

    • a.

      kinderen van 18 jaar of ouder doch jonger dan 21 jaar met een inkomen van ten hoogste de norm als bedoeld in artikel 20, onder a, van de wet vermeerderd met 10 procent van de gehuwdennorm;

    • b.

      meerderjarige kinderen met studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000;

    • c.

      meerderjarige kinderen met een tegemoetkoming op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.

      Hoofdstuk 3 Criteria voor het verlagen van de bijstandsnorm of toeslag

      Artikel 4 - Verlaging gehuwden

  • 1.

    De verlaging als bedoeld in artikel 26 van de wet bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm voor gehuwden die een woning delen met één of meer anderen.

  • 2.

    Het derde lid van artikel 3 is van overeenkomstige toepassing.

    Artikel 5 - Verlaging woonsituatie

    De verlaging als bedoeld in artikel 27 van de wet bedraagt:

  • 1.

    20 procent van de gehuwdennorm indien een woning wordt bewoond waaraan voor belanghebbende geen kosten van huur of hypotheeklasten verbonden zijn;

  • 2.

    10 procent van de gehuwdennorm indien geen woning bewoond wordt.

    Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

    Artikel 6 Uitvoering

    De uitvoering van deze verordening berust bij het college van burgemeester en wethouders.

    Artikel 7 Citeertitel

    Deze verordening kan worden aangehaald als: Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2009

    Artikel 8 Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 oktober 2009.