Richtlijnen ''inwoning zorgbehoevenden/zorgverleners''

Geldend van 29-06-2006 t/m heden

Intitulé

Richtlijnen ''inwoning zorgbehoevenden/zorgverleners''

Richtlijnen “inwoning zorgbehoevenden/zorgverleners”

Op basis van bestemmingsplannen en gemeentelijk beleid zijn in principe twee woningen binnen één ontwerpeenheid niet toegestaan. Uitgangspunt is één huishouden per woning. Echter meergezinsbewoning kan noodzakelijk zijn in geval ouderen of (gehandicapte) kinderen hulp behoeven.

In deze richtlijnen is beschreven in welke gevallen de bereidheid bestaat om met gebruikmaking van een vrijstellingsprocedure ex artikel 19 WRO in afwijking van de voorschriften van een geldend bestemmingsplan medewerking te verlenen aan de realisering van inwoning zorgbehoevenden/zorgverleners.

Voor de inwoning van zorgbehoevenden c.q. zorgverleners kan eventueel een aanbouw worden gerealiseerd. Door een verbinding tussen de woning en de aanbouw kunnen bewoners elkaar binnendoor bereiken. Hierdoor kan men zonder de jas aan te trekken, dus ook bijvoorbeeld 's nachts, hulp bieden. Zo kunnen bijvoorbeeld de ouderen oppassen op de kleinkinderen. Wederzijds kan ook een zorgbehoevende ouder verzorgd worden door een jonger familielid (mantelzorg).

De richtlijnen komen er op neer dat het college van burgemeesters en wethouders in beginsel medewerking kunnen verlenen voor het inwonen van zorgverleners bij de zorgbehoevende of andersom ten behoeve van de verzorging van de zorgbehoevende, onder de volgende voorwaarden:

  • o

    De hulpbehoevendheid moet aangetoond kunnen worden. In dit verband kan er om een doktersverklaring worden gevraagd. Een doktersverklaring is niet nodig, ingeval er sprake is van een familierelatie in de rechte lijn, danwel een WVG-indicatie voor wonen.

  • o

    Er dient (gemeenschappelijk) 1 huisnummer aanwezig te zijn.

  • o

    Er dient (gemeenschappelijk) 1 meterkast aanwezig te zijn.

  • o

    Er dient (gemeenschappelijk) 1 hoofdentree aanwezig te zijn. Op deze wijze wordt beoogd dat de ruimtes van beide huishoudens intern met elkaar verbonden zijn op de begane grond.

  • o

    In beginsel geldt als uitgangspunt, dat een volledig programma op de begane grond wordt gerealiseerd.

  • o

    Bebouwing dient in beginsel te voldoen aan hetgeen wat is geregeld in bestemmingsplan c.q gemeentelijk beleid voor het betreffende perceel. In geval van strijdigheid met het bestemmingsplan is een maximale oppervlakte van 70 m2 voor de gehele (extra) woonruimte toegestaan. Daarnaast is de maximale oppervlakte van de bebouwing afhankelijk van de gezinssamenstelling en de perceelsgrootte. (binnen 2 meter van de grenslijn van het erf mogen geen doorzichtige vensters worden geplaatst in de gevel, voor zover deze op het naburige erf uitzicht geven).

  • o

    Bij verhuizing van de huidige bewoners dient de woning als één geheel te worden verkocht. Om in de toekomst problemen te voorkomen, dient aanvrager dit te bekrachtigen door zijn handtekening.

    Ø In uitzonderlijke gevallen (door de feitelijke situatie -> perceel/woningindeling), kan het college van burgemeesters en wethouders ontheffing verlenen aan de voorwaarden die gelden voor inwoning van zorgbehoevende/zorgverleners.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Drechterland van 6 juni 2006.
   
Het college van burgemeester en wethouders van Drechterland,  
De secretaris,                                                       De burgemeester,