Beleidsregels voor paardrijbakken, zwembaden en tennisbanen (voorzieningen) in het buitengebied

Geldend van 15-02-2007 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels voor paardrijbakken, zwembaden en tennisbanen (voorzieningen) in het buitengebied

De raad van de gemeente Drechterland

Overwegende dat, het wenselijk is om na de samenvoeging van de gemeenten Drechterland en Venhuizen over één regeling te beschikken met betrekking tot paardrijbakken, zwembaden en tennisbanen in het buitengebied (buiten de woonwijken);

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 december 2006.

besluit:

De volgende beleidsregels voor paardrijbakken, zwembaden en tennisbanen (voorzieningen) in het buitengebied vast te stellen:

  • 1.

    De voorzieningen mogen worden gerealiseerd op het huisperceel tot maximaal 120 meter vanaf de voorgevel van de woning;

  • 2.

    De voorzieningen mogen alleen worden gerealiseerd en gebruikt in het kader van de uitoefening van de hobby door de bewoners van de op het perceel aanwezige woning;

  • 3.

    De voorzieningen mogen een totale oppervlakte hebben van niet meer dan 2.400 m2 ;

  • 4.

    De afstand van de voorzieningen tot de perceelgrens moet ten minste 5 meter zijn;

  • 5.

    De voorzieningen moeten, vanaf de weg gezien, achter de achtergevelrooilijn en als regel achter de bestaande bebouwing worden gerealiseerd;

  • 6.

    Er moet een beplantingsplan worden ingediend voor een strook met beplanting van ten minste 3,5 m. breed tussen de voorzieningen en de perceelgrens, tenzij naar de mening van het college van burgemeester en wethouders in een specifieke situatie in het belang van behoud van het open landschap geen of slechts enkele beplanting moet worden aangelegd. De beplanting moet uit streekeigen soorten bestaan en moet overeenkomstig het goedgekeurde beplantingsplan worden aangelegd en in stand gehouden.

  • 7.

    De lichtmasten moeten zo kort mogelijk zijn doch mogen niet hoger zijn dan 10 meter;

  • 8.

    Het aantal lichtmasten moet zo beperkt mogelijk zijn en niet meer dan 6;

  • 9.

    Er moet sprake zijn van objectgerichte verlichting;

  • 10.

    De verlichting van de lichtmasten mag niet buiten de perceelgrens schijnen;

  • 11.

    De verlichting van de lichtmasten mag vanaf 21.00 uur tot zonsopgang niet branden en moet zijn voorzien van een verzegelde tijdschakelaar;

  • 12.

    De lichtmasten moeten ten minste op een afstand van 30 meter van nabijgelegen woningen worden gesitueerd;

  • 13.

    Op basis van een verlichtingsrapport van een terzake deskundige moet worden aangetoond dat aan de voorwaarden 7, 8, 9 en 10 wordt voldaan.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Drechterland van 11 januari 2007.
De raad voornoemd,
 
De griffier,                                                       De voorzitter,