Beleidsregels voor huisvesting van buitenlandse werknemers in Drechterland

A. De volgende ''beleidsregels voor huisvesting van buitenlandse werknemers in Drechterland'' vast te stellen:

• 1.

  De huisvesting van buitenlandse werknemers behoort tot de verantwoordelijkheid van het bedrijf dat hen inschakelt voor haar bedrijfsactiviteiten en dient zo veel als mogelijk plaats te vinden in permanente woonruimte.

• 2.

  De geboden huisvesting, de wijze van gebruik alsmede een goed beheer en toezicht moeten de leefbaarheid voor de bewoners en de omwonenden waarborgen.

• 3.

  Buitenlandse werknemers mogen niet worden gehuisvest op campings en/of bungalowparken.

• 4.

  Buitenlandse werknemers, anders dan een gezin, mogen worden gehuisvest in woningen in woonwijken, onder de volgende voorwaarden:

  • a.

    er mogen maximaal 4 werknemers worden gehuisvest, die gezamenlijk één huishouden vormen. Onder huishouding wordt verstaan, dat zij in de woning een eigen slaapgelegenheid hebben, voor het bereiden van maaltijden gebruik maken van een gezamenlijke keuken en voor het nuttigen van de maaltijden en het hebben van ontspanning gebruik maken van een gezamenlijke woonkamer;

  • b.

    de eigenaar/huurder/uitzendbureau is verantwoordelijk voor het toezicht op de gehuisveste buitenlandse werknemers en het onderhoud van de tuin;

  • c.

    er blijft sprake van een goede gebruiksdifferentiatie in de wijk (geen concentratie van deze vorm van wonen);

  • d.

    het aanbod van goedkope koopwoningen in een wijk voor de starters mag niet onevenredig worden aangetast;

  • e.

    er is een nachtregister aanwezig met de gegevens van de personen die in de woning verblijven.

• 5.

  Buitenlandse werknemers, anders dan een gezin, mogen worden gehuisvest in woningen in de linten, onder de volgende voorwaarden:

  • a.

    er mogen maximaal 2 buitenlandse werknemers per slaapkamer worden gehuisvest tot in totaal 8 werknemers worden gehuisvest, die gezamenlijk één huishouden vormen. Onder huishouding wordt verstaan, dat zij in de woning een eigen slaapgelegenheid hebben, voor het bereiden van maaltijden gebruik maken van een gezamenlijke keuken en voor het nuttigen van de maaltijden en het hebben van ontspanning gebruik maken van een gezamenlijke woonkamer;

  • b.

    de eigenaar/huurder/uitzendbureau is verantwoordelijk voor het toezicht op de gehuisveste werknemers en het onderhoud van de tuin;

  • c.

    er blijft sprake van een goede gebruiksdifferentiatie in de linten (geen ongewenste concentratie van deze vorm van wonen);

  • d.

    er dient op het perceel voldoende ruimte voor parkeergelegenheid te zijn, waarbij dient te worden uitgegaan van 0,5 parkeerplaats per bed;

  • e.

    er is een nachtregister aanwezig met de gegevens van de personen die in de woning verblijven.

• 6.

  Buitenlandse werknemers mogen worden gehuisvest in pensions en hotels, niet zijnde bed and breakfast of logies met ontbijt, onder de volgende voorwaarden:

  • a.

    er mogen niet meer buitenlandse werknemers worden gehuisvest dan op grond van de gebruiksvergunning zijn toegestaan;

  • b.

    er dient voor het nuttigen van de maaltijden en het hebben van ontspanning een gezamenlijke eetzaal/recreatieruimte aanwezig te zijn;

  • c.

    er dient op het perceel voldoende ruimte voor parkeergelegenheid te zijn, waarbij dient te worden uitgegaan van 0,5 parkeerplaats per bed;

  • d.

    er is een nachtregister aanwezig met de gegevens van de personen, die in het pension/hotel verblijven.

• 7.

  Buitenlandse agrarische werknemers mogen op het agrarische bedrijfsperceel worden gehuisvest in een permanent woongebouw of in een specifiek daarvoor bestemd en ingericht gedeelte van het bedrijfsgebouw, onder de volgende voorwaarden:

  • a.

    op hetzelfde perceel is een door de eigenaar van het agrarisch bedrijf of een door hem gedelegeerde bedrijfsleider/beheerder bewoonde bedrijfswoning aanwezig;

  • b.

    de verblijfseenheden mogen niet in open verbinding met de bedrijfsruimte staan;

  • c.

    de verblijfseenheden dienen een eigen op/ingang buiten de bedrijfsruimte te hebben;

  • d.

    de werknemers moeten voor het bereiden van maaltijden beschikken over een gezamenlijke keuken en voor het nuttigen van de maaltijden en het hebben van ontspanning over een gezamenlijke woonkamer/recreatieruimte;

  • e.

    er mogen maximaal 2 personen per kamer worden gehuisvest tot een maximum van 15 kamers (dus 30 personen) per bedrijf;

  • f.

    de huisvesting van werknemers moet van ondergeschikt belang blijven ten opzichte van de omvang van het volwaardige agrarische bedrijf;

  • g.

    de verblijfseenheden moeten voldoen aan het Bouwbesluit en beschikken over een gebruiksvergunning;

  • h.

    er mogen ook buitenlandse werknemers van andere agrarische bedrijven uit de regio West-Friesland Oost in de verblijfseenheden worden gehuisvest;

  • i.

    de werkgever is verantwoordelijk voor het beheer van de verblijfseenheden en het gedrag van de gebruikers en kan daartoe een beheerder aanstellen;

  • j.

    er dient op het perceel voldoende ruimte voor parkeergelegenheid te zijn, waarbij dient te worden uitgegaan van 0,5 parkeerplaats per bed;

  • k.

    er is een nachtregister aanwezig met de gegevens van de personen, die in de verblijfseenheden verblijven;

  • l.

    bij bedrijfsbeëindiging dient ook de huisvesting van werknemers te worden beëindigd.

• 8.

  In afwijking van punt 7 mogen de buitenlandse agrarische werknemers worden gehuisvest in semi-permanente huisvesting (units, niet zijnde stacaravans) op het agrarische bedrijfsperceel, onder de volgende voorwaarden:

  • a.

    de units mogen voor een periode van maximaal 5 jaar worden geplaatst en deze termijn kan niet worden verlengd;

  • b.

    na afloop van de onder a genoemde termijn dienen de units van het bedrijfsperceel te worden verwijderd en verwijderd gehouden;

  • c.

    de units moeten in directe nabijheid van de bedrijfswoning op het bedrijfsperceel worden geplaatst;

  • d.

    de units moeten zodanig op het agrarisch bouwperceel worden gesitueerd en in het landschap worden ingepast, zodat verrommeling wordt tegen gegaan;

  • e.

    de units mogen niet in de bedrijfsruimte worden geplaatst of in open verbinding met de bedrijfsruimte staan;

  • f.

    de werknemers moeten voor het bereiden van maaltijden beschikken over een gezamenlijke keuken en voor het nuttigen van de maaltijden en het hebben van ontspanning over een gezamenlijke woonkamer/recreatieruimte;

  • g.

    er mogen maximaal 20 werknemers worden gehuisvest en de oppervlakte van de units mogen tezamen niet meer dan 200 m² bedragen (exclusief recreatieruimten);

  • h.

    de huisvesting van werknemers moet van ondergeschikt belang blijven ten opzichte van de omvang van het volwaardige agrarische bedrijf;

  • i.

    de units moeten voldoen aan het Bouwbesluit en beschikken over een gebruiksvergunning;

  • j.

    er mogen ook buitenlandse werknemers van andere agrarische bedrijven uit de regio West-Friesland Oost in de verblijfseenheden worden gehuisvest;

  • k.

    de werkgever is verantwoordelijk voor het beheer van de woonunits en het gedrag van de gebruikers en kan daartoe een beheerder aanstellen;

  • l.

    er dient op het perceel voldoende ruimte voor parkeergelegenheid te zijn, waarbij dient te worden uitgegaan van 0,5 parkeerplaats per bed;

  • m.

    er is een nachtregister aanwezig met de gegevens van de personen, die in de verblijfseenheden verblijven.

  • n.

    bij bedrijfsbeëindiging dient ook de huisvesting van werknemers te worden beëindigd.

• 9.

  Per bedrijf en/of bedrijfsperceel mogen bij toepassing van mogelijkheden, als genoemd onder punt 7 en 8, in totaal niet meer dan 30 werknemers worden gehuisvest.

• 10.

  Voor de begrippen “woonwijken” en “linten” wordt verwezen naar de bij dit besluit behorende tekening.

B. De op 12 oktober 2006 vastgestelde ''beleidsregels inzake huisvesting van agrarische seizoenarbeiders'' in te trekken.