Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR82819
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR82819/1
Regeling vervallen per 01-01-2012
Verordening op de heffing en invordering van liggeld voor woonschepen 2011
Geldend van 01-01-2011 t/m 31-12-2011
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van liggeld voor woonschepen 2011De raad van de gemeente Haarlemmermeer;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 28 september 2010, nummer 2010/42708;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;
besluit:
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en invordering van liggeld voor woonschepen 2011.
("Verordening liggeld voor woonschepen 2011").
Artikel 1
Begripsomschrijving
Deze verordening verstaat onder woonschip: een vaartuig dat uitsluitend of hoofdzakelijk als woning wordt gebruikt of tot woning is bestemd.
Artikel 2
Belastbaar feit
Onder de naam 'liggeld voor woonschepen' wordt een recht geheven voor het innemen van een ligplaats met een woonschip op de aangewezen ligplaatsen binnen de gemeente.
Artikel 3
Belastingplicht
- 1.
Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt geheven van degene die de ligplaats heeft. Als degene die de ligplaats heeft wordt aangemerkt de houder van een vergunning, dan wel de hoofdbewoner van het woonschip. Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt wordt naar de omstandigheden beoordeeld.
- 2.
Bij gebreke van de in het eerste lid bedoelde vergunninghouder dan wel de hoofdbewoner, wordt het recht als bedoeld in artikel 2 geheven van de eigenaar van het woonschip.
Artikel 4
Maatstaf van heffing en tarieven
Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt geheven naar de lengte van het woonschip en bedraagt per belastingjaar per woonschip:
- 1.
voor de eerste 15 meter lengte van het woonschip, € 358,56;
- 2.
voor elke meter of gedeelte daarvan waarmee het woonschip de lengte van 15 meter overschrijdt, bovendien € 50,28.
Artikel 5
Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 6
Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 7
Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdgelang
- 1.
Het recht als bedoeld in artikel 2 is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij aanvang van de belastingplicht.
- 2.
Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, is het recht verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat belastingjaar verschuldigde recht als er in dat belastingjaar, na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.
- 3.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat belastingjaar verschuldigde recht als er in dat belastingjaar, na het eindigen van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven. Het verzoek om ontheffing dient binnen zes weken na de opgetreden wijziging te zijn ingediend.
- 4.
Voor belastingbedragen tot € 10,00 vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen liggeld voor woonschepen of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.
Artikel 8
Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.
- 2.
Ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, het bedrag daarvan meer is dan € 100,00 en minder is dan € 1.500,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso worden voldaan, moeten in afwijking van het eerste lid de aanslagen worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
- 3.
Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 9
Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het liggeld voor woonschepen.
Artikel 10
Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
De Verordening liggeld voor woonschepen 2010 van 5 november 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking, maar niet eerder dan 1 januari 2011.
- 3.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.
- 4.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening liggeld voor woonschepen 2011.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl