Regeling vervallen per 01-05-2014

Beleidsregels voorwerpen in de openbare ruimte Enkhuizen 2010

Geldend van 01-12-2010 t/m 30-04-2014

Intitulé

Beleidsregel voorwerpen in de openbare ruimte Enkhuizen 2010

het college van B&W van de gemeente Enkhuizen;

Overwegende:

dat het plaatsen van voorwerpen op, aan of boven de weg of openbare plaats gereguleerd dient te worden om te voorkomen dat er willekeurig voorwerpen geplaatst worden;

besluiten:

gelet op

  • -

    artikel 2.10 lid 7 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Enkhuizen 2010

  • -

    titel 4.3, artikel 4:81 van de Algemene Wet Bestuursrecht;

de volgende beleidsregels vast te stellen:

Het plaatsen van voorwerpen op, aan of boven de weg in de gemeente Enkhuizen, hierna te noemen gemeente, is zonder ontheffing toegestaan indien:

  • A.

    er een melding is gedaan middels het door de gemeente vastgestelde meldingsformulier; ( zie bijlage 1a en 1b)

  • B.

    dit volledig ingevulde en ondertekende meldingsformulier minimaal tien werkdagen voorafgaand aan het plaatsen van een voorwerp is ontvangen door de gemeente;

  • C.

    de melder niet binnen 5 werkdagen voorafgaand aan de datum van plaatsing van de gemeente een bericht heeft ontvangen waarin het plaatsen van voorwerpen wordt verboden;

  • D.

    de melder conform de onderstaande voorwaarden voorwerpen op, aan of boven de weg plaatst:

VOORWAARDEN VOOR HET PLAATSEN VAN VOORWERPEN OP, AAN OF BOVEN DE WEG

1. ALGEMEEN

  • 1. Alle aanwijzingen en bevelen die door het bevoegd gezag (politie, brandweer, Geneeskundige Hulpverlening bij ongevallen en Rampen (GHOR) en/of medewerker(st)ers van de gemeente) in het belang van de openbare orde en veiligheid worden gegeven, dienen terstond te worden opgevolgd.

  • 2. De gemeente en/of de nutsbedrijven moet(en) te allen tijde reparatiewerkzaamheden kunnen uitvoeren, waarbij degene die ter plaatse van de werkzaamheden bezig is, voor de bereikbaarheid zorgt.

  • 3. Te allen tijde wordt er een vrije doorgang van minimaal 3,5 meter gegarandeerd ten behoeve van de hulpdiensten.

  • 4. De voorwerpen mogen niet op een brandput (wateraansluiting brandweer) staan of de toegang daartoe blokkeren;

  • 5. Het obstakel (niet zijnde spandoeken, aankondigings-, sandwich- of driehoeksborden) dient voorzien te zijn van markeringen volgens de CROW Publicatie-130; “Richtlijnen voor het markeren van onverlichte obstakels”.

  • 6. Indien het verkeer gestremd wordt of omgeleid moet worden, dient vooraf overleg met de gemeente en de politie te worden gevoerd. De afzetting en omleidingen dienen te voldoen aan het gestelde in CROW-publicatie 96B; “Maatregelen bij werken in uitvoering op niet autosnelwegen en wegen binnen de bebouwde kom”.

2. AANSPRAKELIJKHEID

  • 1. De melder doet bij voorbaat afstand van alle aanspraken die hij/zij tegenover de gemeente zou kunnen doen gelden wegens schade aan de krachtens de melding aanwezige werken en materialen, door welke oorzaak ook ontstaan.

  • 2. De melder vrijwaart de gemeente voor alle vorderingen die derden mochten doen gelden tot vergoeding van schade die in enigerlei verband staat met het plaatsen van een voorwerp in de openbare ruimte, tenzij de schade is ontstaan door of op vordering ontstaat uit schuld aan de zijde van de gemeente.

  • 3. De melder aanvaardt iedere aansprakelijkheid voor schade die ten gevolge van het plaatsen van voorwerpen in de openbare ruimte kunnen voortvloeien.

3. CONTAINERS/STEIGERS/KRANEN

  • 1. Containers worden, indien mogelijk, geplaatst op parkeerplaatsen (niet op gehandicaptenparkeerplaatsen),dit om de verkeerstromen zo min mogelijk te beïnvloeden. Plaatsing is toegestaan als de parkeerdruk dit toelaat.

  • 2. Steigers worden zodanig geplaatst dat de overlast voor de omgeving geminimaliseerd wordt.

  • 3. Bij het plaatsen van een kraan of ander object op de weg wordt de verkeerssituatie zodanig gereguleerd dat de verkeersveiligheid gegarandeerd blijft (zie Algemeen punt 5 en 6).

  • 4. Indien het noodzakelijk is om de weg af te sluiten bij het tijdelijk plaatsen van een voorwerp wordt er tijdig contact opgenomen met de afdeling Stedelijk Beheer 0228-360100 (zie Algemeen punt 5 en 6).

  • 5. Bij de melding dient een tekening of ingetekende luchtfoto met daarop de plaatsing van het object te worden overgelegd.

  • 6. Indien door bijzondere omstandigheden het gebruik van de openbare ruimte langer noodzakelijk is dan de aangegeven periode, wordt de toestemming geacht te zijn verleend voor die langere periode, mits daarvan tijdig, althans voor het verlopen van de periode, melding is gedaan.

4. DRIEHOEKS- EN SANDWICHBORDEN

  • 1. Het is toegestaan om maximaal 20 borden per evenement/activiteit te plaatsen op de, door de gemeente aangewezen routes (zie bijlage 2) De melder ontvangt minimaal 5 werkdagen voorafgaand aan de plaatsing van de borden een bericht van de gemeente waarin staat welke route gebruikt mag worden.

  • 2. Het plaatsen van borden is maximaal 14 dagen voorafgaand aan het evenement of activiteit toegestaan.

  • 3. Bij plaatsing van borden moet aan één zijde van het bord een minimale ruimte overblijven van 1.00 meter voor voetgangers en/of andere weggebruikers.

  • 4. De maximale afmeting van een bord bedraagt 125 hoog en 80 cm breed.

  • 5. De borden dienen de dag na het evenement/activiteit, niet zijnde een zon- of feestdag, te zijn verwijderd.

  • 6. Buiten de route geplaatste borden, te vroeg geplaatste of niet tijdig verwijderde borden, worden op kosten van de melder door de gemeente verwijderd.

  • 7. Het is niet toegestaan dat er borden worden geplaatst voor politieke belangen (hiervoor zijn aangewezen plakplaatsen beschikbaar).

  • 8. Er wordt voor maximaal 4 campagnes tegelijkertijd toestemming gegeven.

  • 9. De toestemmingen worden gegeven op volgorde van binnenkomst.

5. SPANDOEKEN

  • 1. Het is toegestaan om maximaal 4 spandoeken te plaatsen op door de gemeente nader te bepalen locaties. De melder ontvangt minimaal 5 werkdagen voorafgaand aan de plaatsing van de spandoeken een bericht van de gemeente waarin staat van welke locaties gebruik mag worden gemaakt.

  • 2. Het plaatsen van spandoeken is met een maximum van 14 dagen voorafgaand aan het evenement of activiteit toegestaan.

  • 3. Spandoeken dienen, indien zij boven de weg worden gespannen, minimaal 4.20 meter boven de kruin van de weg te worden geplaatst.

  • 4. De spandoeken dienen de dag na het evenement/activiteit, niet zijnde een zon- of feestdag te zijn verwijderd.

  • 5. Buiten de vastgestelde locaties gespannen doeken, te vroeg geplaatste of niet tijdig verwijderde doeken, worden op kosten van de melder door de gemeente verwijderd.

  • 6. Het is niet toegestaan dat er spandoeken worden geplaatst voor politieke belangen(hiervoor zijn aangewezen plakplaatsen beschikbaar).

  • 7. Er wordt voor maximaal 2 campagnes tegelijkertijd toestemming gegeven.

  • 8. De toestemmingen worden gegeven op volgorde van binnenkomst.

6. AANKONDIGINGSBORDEN

  • 1. Het is toegestaan om maximaal 2 aankondigingsborden te plaatsen op door de gemeente aangewezen locaties.

  • 2. Het plaatsen van borden is met een maximum van 14 dagen voorafgaand aan het evenement of activiteit toegestaan.

  • 3. De borden dienen de dag na het evenement/activiteit, niet zijnde een zon- of feestdag, te zijn verwijderd.

  • 4. Buiten de vastgestelde locaties geplaatste borden, te vroeg geplaatste of niet tijdig verwijderde borden, worden op kosten van de melder door de gemeente verwijderd.

  • 5. Het is niet toegestaan dat er borden worden geplaatst voor politieke belangen (hiervoor zijn aangewezen plakplaatsen beschikbaar).

  • 6. Er wordt voor maximaal 1 campagne tegelijkertijd toestemming gegeven.

  • 7. De toestemmingen worden gegeven op volgorde van binnenkomst.

7. ROUTEBORDEN/VERWIJZINGSBORDEN

  • 1. Indien nodig is het toegestaan routeborden/verwijzingsborden te plaatsen voor de duur van een evenement/activiteit.

  • 2. Het plaatsen van deze borden mag nimmer verkeersgevaarlijk situaties veroorzaken en ook het zicht bij rotondes, kruisingen e.d. mag niet worden belemmerd.

  • 3. Het plaatsen van deze borden is maximaal 1 dag voorafgaand aan het evenement toegestaan.

  • 4. De borden dienen de dag na het evenement/activiteit, niet zijnde een zon- of feestdag, te zijn verwijderd.

  • 5. Borden die te vroeg zijn geplaatst of niet tijdig zijn verwijderd, worden op kosten van de melder door de gemeente verwijderd.

8. OPENBARE RUIMTE

  • 1. De openbare ruimte wordt na het weghalen van de voorwerpen schoon en onbeschadigd opgeleverd.

  • 2. Alle werken of eigendommen van de gemeente die ten gevolge van het plaatsen van een voorwerp worden beschadigd, worden door de gemeente Enkhuizen op kosten van de melder hersteld.

9. WEIGERINGSGRONDEN

1.Het bevoegd bestuursorgaan kan het plaatsen van voorwerpen verbieden;

  • a.

    indien het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg.

  • b.

    indien het beoogde gebruik hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand;

  • c.

    in het belang van de voorkoming of beperking van overlast voor gebruikers van de in de nabijheid gelegen onroerende zaak.

  • d.

    indien de activiteit als omschreven in de melding niet voldoet aan één of meerdere van de bovenstaande voorwaarden.

Deze beleidsregel treedt in werking op 1 december 2010 en kan worden aangehaald als het “ 2:10 beleid”.

Ondertekening

Vastgesteld te Enkhuizen op 15 november 2010
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van E n k h u i z e n
De secretaris, De burgemeester,
(R.M. Reus) (J.G.A. Baas)