Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR82255
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR82255/1
Regeling vervallen per 01-01-2012
Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2011
Geldend van 01-01-2011 t/m 31-12-2011
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2011De raad van de gemeente Tilburg ;
- -
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
- -
gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening 2011:
Besluit:
Vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2011.
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
- b.
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een voertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het voertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
- c.
centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Tilburg een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon;
- d.
parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;
- e.
parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats waarbij het parkeren wordt geregeld door parkeerapparatuur;
- f.
belanghebbendenplaats: een parkeerplaats, niet zijnde een parkeerapparatuur-plaats, die is aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990 al dan niet voorzien van een onderbord, of gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;
- g.
vergunninghoudersplaats: een parkeerapparatuurplaats waarop het tevens is toegestaan om er met een vergunning te parkeren;
- h.
vergunning: verzamelbegrip voor parkeervergunning (zie i) of belanghebbenden-vergunning (zie j);
- i.
parkeervergunning: een door burgemeester en wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een voertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuurplaatsen;
- j.
belanghebbendenvergunning: een door burgemeester en wethouders verleende vergunning krachtens welke het is toegestaan een voertuig te parkeren op daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen;
- k.
parkeerticket: een gedrukt kaartje verkregen uit parkeerapparatuur, dienende tot bewijs van het tijdstip van aanvang van parkeren op een parkeerapparatuurplaats.
Artikel 2. Belastbaar feit
Onder de naam "parkeerbelastingen" worden de volgende belastingen geheven:
- a.
een belasting terzake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;
- b.
een belasting terzake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.
Artikel 3 Belastingplicht
- 1.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd.
- 2.
Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:
- a.
degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;
- b.
zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:
1e) indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane
huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;
2e) indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.
- a.
- 3.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op voet van het tweede lid, onderdeel b als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
- 4.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.
Artikel 4. Maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 5. Wijze van heffing
-
1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.
-
2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.
Artikel 6. Ontstaan van de belastingschuld
-
1 De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij:
- a.
het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via de telefoon inloggen op de centrale computer;
- b.
het in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het uitnemen van een parkeerbiljet op een parkeerterrein of in een garage waar is aangegeven dat achteraf betaald moet worden.
- a.
-
2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.
Artikel 7. Termijnen van betalen
-
1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij aanvang van het parkeren.
-
2. In afwijking van het bepaalde in:
- a.
artikel 6 lid 1a moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via de telefoon inloggen op de centrale computer;
- b.
artikel 6 lid 1b moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald achteraf bij het beëindigen van het parkeren, indien de bij het aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het uitnemen van een parkeerbiljet op een parkeerterrein of in een garage waar is aangegeven dat achteraf betaald moet worden.
- a.
-
3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b moet overeenkomstig de aangifte worden betaald voorafgaand aan de verstrekking van de vergunning.
-
4. Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.
Artikel 8. Bevoegdheid tot aanwijzing van parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
Artikel 9. Kosten
De kosten van een naheffingsaanslag terzake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 10. Kwijtschelding
Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 11. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen.
Artikel 12. Inwerkingtreding
- 1.
De "Verordening parkeerbelastingen 2009" zoals vastgesteld door de
gemeenteraad van Tilburg op 11 november 2008, zoals nadien gewijzigd, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
- 3.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.
- 4.
Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening parkeerbelastingen 2011".
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 11 november 2010
de griffier,
de voorzitter,
Raadsbesluit
De raad van de gemeente Tilburg ;
- -
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
- -
gelet op artikel 225 van de Gemeentewet:
Besluit:
- 1.
de parkeertarieven per 1 januari 2011 alleen te verhogen om de kostenstijgingen bij de parkeerexploitatie te dekken
- 2.
de benodigde extra tariefopbrengsten te behalen door een verhoging van de laagste garagetarieven (die worden geheven in de garages Tivoli en Louis Bouwmeesterplein) met € 0,10 per uur
- 3.
de parkeertarieven voorts aan te passen in verband met:
a) de invoering van betaald parkeren in Stappegoor
b) de introductie van meerdaagse parkeerkaarten
c) de introductie van een 5-daagse zakelijke vergunning voor het gebied binnen de Cityring
d) de herdefiniëring van de toeslag voor een tweede vergunning
e) de berekening van administratiekosten voor vervanging van een vergunning bij wisseling van kenteken
f) de afbouw van de overgangstarieven bij omzetting van een vergunning voor straatparkeren in een garage-abonnement
- 4.
in lijn met voorgaande punten vast te stellen de 'Tabel met tarieven 2011 behorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2011' inclusief de hierbij behorende kaart 'Tariefzones openbaar parkeren 2011'
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 11 november 2010
de griffier,
de voorzitter,
Tabel met tarieven 2011
behorende bij de 'Verordening parkeerbelastingen 2011'
Artikel I Begripsomschrijving
-
§ tariefzone 1, 2 en 3: het gebied dat op de kaart 'Tariefzones openbaar parkeren 2011' is aangeduid als "zone 1", "zone 2" of "zone 3";
-
§ tariefzone 4: het gehele grondgebied binnen de gemeente Tilburg dat valt buiten de tariefzones 1, 2 en 3 met uitzondering van het parkeerterrein Stappegoor;
-
§ autodate: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder;
-
§ hulpverlenersvergunning: speciale vergunning ten behoeve van personen die werkzaam zijn als huisarts of verloskundige in een in Tilburg gevestigde praktijk danwel als hulpverlener bij een professionele zorg- of hulpverlenersinstelling zoals nader geregeld in de 'Beleidsregels parkeervergunningen 2011';
-
§ terreinabonnement: een parkeervergunning voor de parkeerapparatuurplaatsen gelegen op één van de parkeerterreinen: Boerhaaveplein, Faxxterrein, Koopvaardijstraat, NS plein en Tehatexterrein;
-
§ abonnement: een parkeervergunning voor de plaatsen gelegen in één van de gemeentelijke parkeergarages of op een afgesloten binnenterrein;
-
§ 5-daagse zakelijke vergunning: een parkeervergunning voor uitsluitend overdag op werkdagen ten behoeve van voertuigen die worden ingezet voor de bedrijfsuitoefening dan wel benut worden door werknemers en bezoekers van het bedrijf;
-
§ bezoekersvergunning: een parkeervergunning bestaande uit een parkeerticket dat bij een parkeerautomaat is verkregen met behulp van een bezoekerskaart. Het gaat hier om parkeertickets die tegen een speciaal laag tarief verkrijgbaar worden gesteld ten behoeve van bezoekers van bewoners.
Artikel II Tarieven parkeren op maaiveld
II.1 Parkeren per tijdseenheid
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van de ‘Verordening parkeerbelastingen 2011' voor het parkeren op parkeerapparatuurplaatsen, bedraagt:
- ·
in tariefzone 1: € 2,20 per uur
- ·
in tariefzone 2: € 1,80 per uur
- ·
in tariefzone 3: € 0,90 per uur
- ·
in tariefzone 4: € 0,50 per uur
- ·
op het binnen tariefzone 2 gelegen Faxxterrein: € 1,80 per uur
met een maximum van: € 6,00 per dag
- ·
op parkeerterrein Stappegoor:
- -
tot maximaal 30 minuten parkeren € 0,50 per keer
- -
meer dan 30 minuten parkeren € 1,00 per keer
(tot maximaal 7.00 uur de volgende dag)
- ·
in tariefzone 1, 2, 3 en 4, niet zijnde het Faxxterrein,
waar de parkeerapparatuur de mogelijkheid biedt
tot verstrekking van dagkaarten:
- -
dagkaart € 15,10 per stuk
- -
weekkaart € 60,40 per stuk *)
- -
maandkaart € 181,20 per stuk *)
- -
kwartaalkaart € 362,40 per stuk *)
*) deze meerdaagse kaarten zijn op termijn alleen digitaal verkrijgbaar (in afwachting
daarvan: alleen aan de parkeerbalie), en derhalve niet aan de automaat
II.2 Parkeren met terreinabonnement
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de 'Verordening parkeerbelastingen 2011’ bedraagt waar het gaat om een
-op kenteken of op naam gesteld- terreinabonnement: € 26,15 per maand
II.3 Parkeren op afgesloten binnenterrein
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de 'Verordening parkeerbelastingen 2011’ bedraagt waar het gaat om een
vergunning voor parkeren op een afgesloten binnenterrein:
·volledig abonnement (alle dagen 24 uur): € 56,40 per maand *)
*) vroegere vergunninghouders uit de Noordstraat betalen
een (uitzonderings)tarief van € 28,35 per maand
·bewonersabonnement (volledig abonnement
· t.b.v. bewoners gereguleerd gebied in Oude Stad): € 28,35 per maand
Artikel III Tarieven parkeervergunningen
III.1 Vergunning op kenteken
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de ‘Verordening parkeerbelastingen 2011' bedraagt voor een kentekengebonden vergunning de som van de volgende mogelijk van toepassing zijnde bedragen:
- A.
basistarief: € 19,80 per kwartaal
- B.
toeslag in geval de vergunning een werkingstijd
heeft van 50 of meer uur per week: € 7,70 per kwartaal
- C.
toeslag in geval de vergunning betrekking heeft
op een adres gelegen binnen de Cityring: € 7,80 per kwartaal
- D.
toeslag in geval het gaat om een vergunning
van de tweede of derde prioriteit: € 15,- per kwartaal
- E.
toeslag in geval het om een zakelijke vergunning
gaat: € 15,- per kwartaal
- F.
korting nadat dit wettelijk mogelijk is, in geval
de vergunning een hybride voertuig betreft danwel
een voertuig dat rijdt op LPG, aardgas of biodiesel: € 10,- per kwartaal
III.2 Vergunning op naam
Indien de vergunningen als bedoeld in artikel III.1
op naam worden gesteld –in plaats van op kenteken–
geldt een toeslag van: € 58,35 per kwartaal
III.3 5-daagse zakelijke vergunning
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de ‘Verordening parkeerbelastingen 2011' bedraagt waar het gaat om een
5-daagse zakelijke vergunning:
- ·
voor een rayon buiten de Cityring: € 26,80 per kwartaal
- ·
voor een rayon binnen de Cityring: € 50,- per maand
III.4 Vergunning voor autodate en hulpverlenersvergunning
Een vergunning ten behoeve van autodate en een hulpverlenersvergunning worden voor de tariefberekening gelijk gesteld met een eerste zakelijke vergunning.
III.5 Bezoekersvergunning
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de ‘Verordening parkeerbelastingen 2011' bedraagt waar het gaat om een
bezoekersvergunning € 0,45 per eenheid
III.6 Administratieve kosten bij wijziging kenteken
Bij vervanging van een vergunning wegens wijziging van
kenteken is aan administratiekosten verschuldigd € 12,50 per keer
Artikel IV Tarieven incidenteel parkeren in garages
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van de ‘Verordening parkeerbelastingen 2011' voor incidenteel parkeren in een parkeergarage, bedraagt:
IV.1 Tarieven per tijdseenheid
- ·
Pieter Vreedeplein € 1,80 per uur
- ·
Emmapassage € 1,80 per uur
- ·
Koningsplein € 1,60 per uur
- ·
Tivoli € 1,50 per uur
- ·
Louis Bouwmeesterplein € 1,50 per uur
- ·
Knegtel € 0,70 per uur *)
*) op koopavond, zaterdag en zondag
- ·
Stappegoor € 2,- per keer*)
*) excl. korting van 50% voor alle gebruikers
IV.2 Minimum en maximum tarieven
- ·
minimum tarief in alle garages: € 0,50
- ·
maximum dagtarief:
- -
garage Knegtel € 4,00
- -
garage Stappegoor € 2,- *)
*) excl. korting van 50% voor alle gebruikers
- -
overige garages € 14,50
- ·
maximum avondtarief (na 19.00 uur):
- -
garage Pieter Vreedeplein € 5,-
- -
garage Louis Bouwmeesterplein € 4,-
- -
overige garages n.v.t.
IV.3 Uitrijmunt en -kaart
- ·
munt geldig voor maximaal twee uur parkeren, per stuk: € 3,25
- ·
uitrijkaart geldig voor vier uur parkeren, per stuk: € 6,50
Artikel V Maandtarieven abonnementen voor garage
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de ‘Verordening parkeerbelastingen 2011' voor een abonnement in één van de gemeentelijke parkeergarages beloopt onderstaande maandelijkse bedragen. Hierop wordt een korting verleend van 5% wanneer bij vooruitbetaling het bedrag voor 12 maanden ineens wordt voldaan.
V.1 Werkdagabonnement (maandag t/m vrijdag 7.00 uur tot 19.00 uur)
(niet verkrijgbaar in de garages Pieter Vreedeplein, Emmapassage,
Rankenstraat en Stappegoor)
·garage Koningsplein: € 70,25 *)
*) bij omzetting van een parkeervergunning in een garage-
abonnement geldt een overgangstarief van € 60,80
·garages Tivoli en Louis Bouwmeesterplein: € 61,65 *)
*) bij omzetting van een parkeervergunning in een garage-
abonnement geldt een overgangstarief van € 55,10
V.2 Volledig abonnement (alle dagen 24 uur)
(niet verkrijgbaar in de garages Pieter Vreedeplein, Emmapassage
en Koningsplein)
·garage Rankenstraat: € 79,00 *)
*) bestaande gebruikers betalen als overgangstarief € 73,00
·garages Tivoli en Louis Bouwmeesterplein: € 73,75 *)
*) bij omzetting van een parkeervergunning in een garage-
abonnement geldt een overgangstarief van € 63,20
·garage Stappegoor: € 20,-
V.3 Bewonersabonnement (volledig abonnement t.b.v. bewoners)
(niet verkrijgbaar in de garages Pieter Vreedeplein, Emmapassage
en Stappegoor)
- ·
garages Koningsplein en Rankenstraat: € 50,10
- ·
garages Tivoli en Louis Bouwmeesterplein: € 44,80
Artikel VI Tarieven gemeentelijke fietsenstallingen
- ·
stallen fiets, per keer: € 0,-
- ·
stallen bromfiets/motor, per keer (alleen in stalling Tivoli): € 1,-
- ·
halfjaarabonn. bromfiets/motor (alleen in stalling Tivoli): € 50,-
- ·
jaarabonnement bromfiets/motor (alleen in stalling Tivoli): € 75,-
Artikel VII Tarief naheffingsaanslag
De kosten van een naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van de 'Verordening parkeerbelastingen 2011', bedragen € 52,-.
Artikel VIII Tarieven wegsleepregeling
- ·
wegsleeptarief: € 155,-
- ·
voorrijtarief: € 41,-
- ·
bewaarloon:
- -
voor de eerste twee etmalen of een gedeelte daarvan € 27,-
- -
voor elk volgend half etmaal of een gedeelte daarvan € 8,-
- ·
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl