Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR81169
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR81169/2
Evenementennota 2012-2016: Beheersdocument
Geldend van 01-09-2012 t/m heden
Intitulé
Evenementennota 2012-2016: BeheersdocumentBeheersdocument
Zoals vastgesteld bij besluit van:
- het college van de gemeente Geertruidenberg, d.d. 10 juli juli 2012
- de burgemeester van de gemeente Geertruidenberg, d.d. 10 juli 2012
INHOUDSOPGAVE
Onderdeel B: BEHEERSDOCUMENT.. 1
Sub-onderdeel 1: Beschrijving van regels en procedures. 1
3. Plaatsen van voorwerpen op of aan de weg.. 5
5. Verkooppunten tijdens evenementen.. 7
8. Evenementen op marktplein tijdens warenmarkt. 8
9. Geluid en muziek in de openlucht. 9
10. Verstrekken van alcoholhoudende dranken op of aan de weg.. 10
13. Klein evenement (buurt/straatfeest/buurtbarbecue). 12
15. Reclamevoering/promotie.. 13
19. Openbare manifestaties. 15
20. Schoonmaak evenemententerrein.. 15
21. Gebruik gemeentelijke materialen.. 16
22. Terreinen en -accommodaties. 17
23. Leges en precariorechten.. 19
Onderdeel B: BEHEERSDOCUMENT.. 21
Sub-onderdeel 2: Veiligheidszorg, controle / toezicht en handhaving.. 21
BIJLAGEN
- 1.
Aanvraagformulier evenementenvergunning
- 2.
Uitwerking paragrafen geluid en terreinen
- 3.
Veiligheidsplan
Voorwoord
De actualisatie van het toenmalige evenementenbeleid is in 2005 op een intensieve interactieve wijze uitgevoerd en heeft uiteindelijke geleid tot de Evenementennota 2006-2010. De raad van de gemeente Geertruidenberg heeft destijds het kaderstellende document van die Evenementennota vastgesteld, de burgemeester en het college het beheersdocument.
Tussentijdse aanpassingen van deze nota zouden worden doorgevoerd, als de ontwikkelingen of de praktijk daartoe aanleiding gaven. Dit bleek niet het geval, derhalve was het verstrijken van de termijn de aanleiding tot evaluatie / actualisatie van de Evenementennota 2006-2010.
Om de ervaringen van de betrokkenen in beeld te krijgen en na te gaan tegen welke praktische problemen zij eventueel zijn aangelopen in de afgelopen periode is een bijeenkomst georganiseerd. Hierbij zijn onder andere organisatoren van grotere evenementen, politie, horeca, marktadviescommissie en het Gehandicapten Platform uitgenodigd. De organisatoren van de kleinere evenementen zijn verzocht schriftelijk hun commentaar te leveren.
Bij de evaluatie / actualisatie van de nota is dus rekening gehouden met de ervaringen en aanbevelingen van de mensen ‘uit het veld’. Vanwege de gekozen aanpak van het geactualiseerde evenementenbeleid geniet deze nota, Evenementennota 2012-2016, een breed draagvlak.
In onderdeel A heeft de raad de kaders aangegeven voor het evenementenbeleid. In onderdeel B heeft het college deze kaders uitgewerkt in dit beheersdocument.
Deze nota geeft het beheer (beleid) van de evenementen voor de komende jaren aan. Tussentijdse aanpassingen worden doorgevoerd, als de ontwikkelingen of de praktijk daartoe aanleiding geven.
Onderdeel B: BEHEERSDOCUMENT
Sub-onderdeel 1: Beschrijving van regels en procedures
1. Inleiding
Organisatoren van evenementen hebben bij de organisatie van festiviteiten te maken met een veelheid aan regelgeving. Het is niet altijd duidelijk wat wel en wat niet is toegestaan.
Algemene regels zijn niet altijd op een specifieke situatie toepasbaar. Door eigen uitleg kunnen interpretatieverschillen ontstaan en voelen burgers zich soms ongelijk behandeld. Eenzelfde uitleg schept voor alle partijen duidelijkheid.
De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders (nader genoemd als college) voeren een voorwaardenscheppend beleid en zijn terughoudend met het opleggen van dwingende regelingen. Voorwaarden scheppen en de initiatieven van organisatoren in goede banen leiden, daarvoor is een evenementenbeleid nodig. De belangen van alle partijen dienen afgewogen te worden om te komen tot een gezond evenementenklimaat.
Elk initiatief van welke grootte ook, moet bekeken worden binnen de uitgangspunten van deze nota. Eén van die punten is het gegeven, dat van gemeentelijk belang nadrukkelijk sprake moet zijn. Zolang de belangen van derden niet daadwerkelijk en overmatig geschaad worden, worden evenementen toegelaten, eventueel onder het stellen van voorschriften en beperkingen om hinder en overlast te voorkomen dan wel te verminderen tot aanvaardbare proporties.
De burgemeester en het college benaderen de evenementen voor wat betreft vergunningverlening uit het gezichtsveld van bescherming van openbare orde, veiligheid, milieu, volksgezondheid en voorkoming van overlast/overmatige hinder voor derden. Tevens benadrukken de burgemeester en het college de vrijheid van de organisatoren over de inhoud van evenementen.
2. Vergunningverlening
Aanvraag
Voor het aanvragen van een vergunning voor een evenement en bijbehorende vergunningen of ontheffingen (bijvoorbeeld standplaatsvergunning) hebben de burgemeester en het college een formulier vastgesteld (zie bijlage 1: Aanvraagformulier evenementenvergunning) dat de aanvrager moet gebruiken. Een aanvraag waarbij geen gebruik is gemaakt van dit formulier wordt buiten behandeling gelaten.
De organisator moet voor zijn evenementenaanvraag gebruik maken van het vastgestelde aanvraagformulier |
Informatiepunt
Informatie over vergunningen alsook informatie over nieuwe boven(regionale) evenementen en grote lokale evenementen kan verkregen worden bij het cluster Vergunningverlening en Toezicht. Hiervoor is een ambtelijk aanspreekpunt beschikbaar.
Informatieverstrekking over vergunningen vindt plaats door het cluster Vergunningverlening en Toezicht. |
Proceduretermijnen
Om verantwoord te kunnen adviseren en alle partijen (denk bijvoorbeeld aan regionale brandweer, GHOR en politie) voldoende gelegenheid hiertoe te geven, moet de organisator zijn aanvraag tijdig vóór aanvang van zijn evenement indienen.
Afhankelijk van het soort evenement gelden de volgende aanvraagtermijnen:
- -
(Boven)regionale evenementen
De organisatoren van (boven)regionale evenementen moeten tenminste zesentwintig weken vóór hun evenement plaatsvindt alle voor de aanvraag van het evenement van belang zijnde gegevens hebben ingediend bij de burgemeester.
- -
Lokale evenementen
De organisatoren van overwegend lokale evenementen moeten tenminste twaalf weken vóór hun evenement plaatsvindt alle voor de aanvraag van het evenement van belang zijnde gegevens hebben ingediend bij de burgemeester.
- -
Kleine evenementen (op wijk- en buurtniveau)
De organisatoren van kleine evenementen (op wijk- en buurtniveau) moeten tenminste acht weken vóór hun evenement plaatsvindt alle voor de aanvraag van het evenement van belang zijnde gegevens hebben gemeld bij de burgemeester. Daar waar verkeersbesluiten nodig zijn, geldt een periode van twaalf weken.
Bij onvoorziene positieve evenementen van nationale betekenis kan de burgemeester uit opportuniteitsoverwegingen afwijken van bovenstaande termijnen
De termijn waarop een organisator van een evenement zijn aanvraag maximaal kan indienen bedraagt in de regel 1 jaar.
Voor het aanvragen van een evenementenvergunning geldt een termijn van zesentwintig of twaalf weken als termijn waarop uiterlijk de gegevens van respectievelijk (boven)regionale en lokale evenementen compleet moeten zijn ingeleverd bij de burgemeester. Voor kleine evenementen (op wijk- en buurtniveau) geldt een meldingsplicht van acht weken. Bij kleine evenementen waarvoor verkeersbesluiten nodig zijn, geldt eveneens een termijn van 12 weken
Gegevens (nadere invulling) moeten minimaal acht weken vóór het evenement doorgegeven worden
Voor een aanvraag of aanvullende gegevens die na deze termijnen worden ingeleverd vindt enkel nog vergunningverlening plaats als er sprake is van een bijzondere omstandigheid of het een gegeven betreft van zeer ondergeschikt belang ter beoordeling van de burgemeester of het college
De termijn waarop een organisator van een evenement zijn aanvraag maximaal kan indienen bedraagt in de regel 1 jaar |
Activiteitenkalender
Om betrokkenen een inzicht te geven welke evenementen waar en wanneer plaatsvinden, maakt het college gebruik van een activiteitenkalender. De activiteitenkalender is te raadplegen via de gemeentelijke website. Aan de hand van de proceduretermijnen en het up-to-date houden van de activiteitenkalender weten alle betrokkenen tijdig waar en wanneer de evenementen plaatsvinden.
Om betrokkenen een inzicht te geven in welke evenementen waar en wanneer plaatsvinden, maakt het college gebruik van een activiteitenkalender. |
Zienswijze
In welke mate burgers of groeperingen van inwoners hun zienswijze over het evenement kenbaar maken, hangt mede af van hun bereidheid om te reageren op gemeentelijke publicaties.
Aanvragen van bestaande evenementen worden niet elk jaar afzonderlijk vanuit de gemeente gepubliceerd, omdat belanghebbenden met dit evenement en de periode waarin het wordt gehouden bekend zijn. Deze evenementen worden wel op de activiteitenkalender vermeld. De aanvraag van nieuwe evenementen worden daarentegen wel afzonderlijk gepubliceerd via de gebruikelijke wijze van de gemeente. Op deze wijze kunnen belanghebbenden hun zienswijzen hiertegen indienen. Hun zienswijzen maken deel uit van de overwegingen voor de beslissing op de aanvraag voor het evenement.
Belanghebbenden krijgen gelegenheid hun zienswijzen in te dienen. De zienswijzen worden betrokken bij de beslissing op de aanvraag voor het evenement |
Vergunningverlening
Als de vergunning in behandeling is genomen zijn de gemeente, brandweer, politie, GHOR (geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen) en eventueel andere instanties in de gelegenheid om de verstrekte gegevens te beoordelen. In het geval van onduidelijkheid/onvolledigheid wordt de organisator aangeven welke gegevens ontbreken of nadere toelichting behoeven. Elke organisator moet rekening houden met de vergunningverlening. Als er nog geen duidelijkheid is over de vergunningverlening of de daarin te stellen voorschriften en beperkingen of er een bezwaarschrift tegen de vergunning is ingediend, dan moet de organisator terughoudend zijn bij het maken van kosten of het zich vastleggen in contracten. Die risico’s blijven voor rekening van de organisator. De kosten kunnen aanzienlijk zijn als de evenementenvergunning geweigerd wordt.
Alle vergunde evenementen worden altijd via de gebruikelijke wijze van de gemeente bekend gemaakt.
De organisator wordt geadviseerd geen kosten te maken of contracten af te sluiten voordat de vergunning definitief is verleend
Vergunde evenementen worden altijd via de gebruikelijke wijze van de gemeente bekend gemaakt |
Weigeringsgronden
Een vergunning kan, zoals opgenomen in de APV geweigerd worden in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid en de bescherming van het milieu. Ook het (stelselmatig) niet naleven van de vergunningsvoorwaarden kan bij een volgende aanvraag grond tot weigering zijn.
Naast de reguliere weigeringsgronden uit de APV kan het niet naleven van de vergunningsvoorschriften ook een weigeringsgrond vormen
Evaluatie
De (boven)regionale evenementen worden na afloop steeds geëvalueerd door de gemeente en de organisator.
(Boven)regionale evenementen worden geëvalueerd |
3. Plaatsen van voorwerpen op of aan de weg
Vaak worden ten behoeve van een evenement tal van voorwerpen op of aan de weg geplaatst in de vorm van tenten, kiosken, podia, tafels, stoelen, spelattributen, auto's, barbecues, kermisattracties, feestverlichting enz. De APV schrijft voor dat een verbod op plaatsen van voorwerpen op of aan de weg niet geldt voor evenementen. Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg maakt onderdeel uit van de evenementenvergunning.
Voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg bij evenementen is geen aparte vergunning nodig |
Voor het plaatsen van sommige voorwerpen gelden specifieke regels: tapinstallaties en kermisattracties. Verderop staat op welke plaatsen en tijden en onder welke voorwaarden organisatoren de genoemde voorwerpen mogen plaatsen.
Specifieke regeling geldt voor tapinstallaties en kermisattracties |
Bij het plaatsen van voorwerpen moet er voldoende vrije doorgangsruimte overblijven voor hulpverleningsinstanties. De bereikbaarheid van woningen en bedrijven moet zoveel mogelijk gewaarborgd zijn. In ieder geval moet overlegd worden als er hierover problemen ontstaan. Daarnaast moet het openbaar vervoer niet of nauwelijks gehinderd worden.
4. Afsluiten van wegen
Bij evenementen kan het noodzakelijk of gewenst zijn de openbare weg af te zetten of tijdelijk voor het verkeer te sluiten. Hiervoor is altijd op zijn minst toestemming nodig van de wegbeheerder, in dit geval meestal het college. De organisator van een evenement moet voorafgaand aan, tijdens en bij afbouw van het evenement zelf zorgen voor afzetting conform de door de wegbeheerder gegeven instructie.
Voor het afsluiten van wegen voor het verkeer en het al dan niet nemen van een verkeersbesluit wordt door het bevoegd gezag (meestal college) gehandeld conform de bepalingen uit het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW). Een verkeersbesluit wordt voor zever mogelijk geïntegreerd in de evenementenvergunning. Daar waar verkeersbesluiten nodig zijn, geldt een aanvraagtermijn van twaalf weken.
Voor afsluiten van wegen is toestemming van wegbeheerder nodig. De wegbeheerder geeft een instructie ten aanzien van de concrete afsluiting Verkeersbesluiten worden genomen conform de bepalingen uit het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) |
In de vergunning kunnen voorschriften en beperkingen opgenomen worden, waaraan een organisator gebonden is. Niet alle soorten afzettingsmaterialen zijn geschikt om wegen te blokkeren. Bovendien moeten afzettingen 's avonds verlicht zijn of voorzien van klasse II reflectie, ter beoordeling van de gemeente. De wegbeheerder blijft te allen tijde aansprakelijk voor de aard en de wijze van de wegafzettingen. In hoofdstuk 21 wordt nader ingegaan op het gebruik van gemeentelijke materiaal.
De organisator behoort bij de aanvraag te bedenken welke wegen afgesloten moeten worden. Gaat het om een doorgaande weg of een weg in de route van het openbaar vervoer? In het laatste geval moet de organisator afspraken met de openbaar vervoermaatschappij maken over omleidingen en tijdelijke halteplaatsen.
Bij afzettingen van wegen moet de organisator afspraken maken over omleidingen en openbaar-vervoerroutes |
Het vrijhouden van de straat waar het evenement gehouden wordt en het aanschrijven tot het vrijmaken van de openbare weg van bijvoorbeeld geparkeerde auto's, hoort de organisator van het evenement zelf te regelen. Dat kan door een brief aan de omwonenden met het verzoek hun voertuigen elders te parkeren, door een oproep in de krant en/of door bezoek aan de omwonenden.
De organisator zorgt zelf voor aanschrijven tot het vrijmaken van de openbare weg van bijvoorbeeld geparkeerde auto's door hierover tijdig te communiceren met omwonenden e.d. De organisator zorgt zelf voor het vrijhouden van de straat waar het evenement gehouden wordt |
Hoewel binnen de gemeente de wegsleepregeling geldt, is het de bedoeling hiervan enkel gebruik te maken indien de omstandigheden dit rechtvaardigen, dit is niet enkel het geval bij gevaarssituaties. Dit houdt in dat van geval tot geval wordt beoordeeld of het nodig is of het voertuig weggesleept moet worden. De bevoegdheid hiertoe ligt in handen van de politie en daartoe aangewezen gemeenteambtenaar of BOA.
Van de wegsleepregeling wordt enkel gebruik gemaakt indien de omstandigheden dit rechtvaardigen |
Het college heeft in 2004 besloten de Markt in Geertruidenberg vrij te houden voor wat betreft de doorrijroute Vismarktstraat, Elfhuizen en Brandestraat. Dit houdt in dat organisatoren van evenementen er rekening mee moeten houden dat zij niet de gehele Markt meer kunnen gebruiken voor evenementen. Het hekwerk op de Markt vormt de fysieke afscheiding van het evenemententerrein en de doorrijroute. Voor de Taptoe, Jubileumtaptoe elke vijf jaar en kermis, heeft het college een uitzondering gemaakt. Op de Markt wordt bij deze evenementen namelijk niet de hierboven genoemde afzetting gehanteerd. In plaats daarvan wordt voor de bereikbaarheid van hulpverleningsvoertuigen en de kerk een strook van ten minste vier meter vrijgehouden bij de bomenrij aan de Elfhuizen.
Bij evenementen wordt de Markt in Geertruidenberg vrij gehouden voor doorgaand verkeer door de Vismarktstraat, Elfhuizen en Brandestraat. Bij de Taptoe, Jubileumtaptoe elke vijf jaar en kermis wordt voor de bereikbaarheid van hulpverleningsvoertuigen en de kerk een strook van ten minste vier meter vrijgehouden bij de bomenrij aan de Elfhuizen |
Op werkzaamheden van verkeersregelaars is de Regeling verkeersregelaars 2009 van toepassing. Voor wat betreft de verkeersregelaars geldt dat personen die eenvoudige verkeersregelende taken verrichten (stop- en oprijteken) tenminste een opleiding / instructie van de politie gevolgd moeten hebben, waarna de burgemeester ze per evenement kan aanwijzen. De politie is in overleg met de gemeente in 2003 gestart met het instrueren van evenementenverkeersregelaars. De organisator is verantwoordelijk voor het afsluiten van een verzekering voor deze verkeersregelaars.
Als vanwege het evenement verkeerstekens in de vorm van stop- of oprijtekens gegeven moeten worden, moet de organisator zorgen dat dit geschied door opgeleide / geïnstrueerde en door burgemeester aangewezen verkeersregelaars |
5. Verkooppunten tijdens evenementen
Veelal worden tijdens evenementen standplaatsen in gebruik genomen voor de verkoop van kleine drink- en etenswaren of voor de verkoop van goederen en materialen die een sterke relatie hebben met het evenement, zoals petten, shawls e.d. In de APV staat dat onder een standplaats niet wordt verstaan een vaste plaats op een evenement. Het innemen van de standplaatsen op de plaats waar het evenement plaatsvindt maakt derhalve onderdeel uit van de evenementenvergunning en er wordt dus geen aparte standplaatsvergunning verleend.
Het college verstrekt aan derden buiten de organisator om geen vergunning voor het innemen van een standplaats tijdens het evenement op de plaats waar het evenement plaatsvindt.
Voor het innemen van een standplaats op de plaats waar het evenement plaatsvindt is geen aparte standplaatsvergunning nodig |
6. Brandveiligheid
De Wet veiligheidsregio’s regelt de instelling van 25 veiligheidsregio’s en heeft als doel een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige organisatie van de brandweerzorg, de geneeskundige hulpverlening en de rampenbestrijding en crisisbeheersing onder één regionale bestuurlijke regie te realiseren. De Brandweerwet 1985 is onder meer in de Wet veiligheidsregio geïntegreerd.
Vanwege de brandveiligheid worden na overleg met de regionale brandweer (preventieve / repressieve) brandveiligheidseisen in de vergunning opgenomen voor bijvoorbeeld het plaatsen van tenten en voor braden en bakken tijdens een evenement.
De voorschriften houden in, waar objecten geplaatst kunnen worden, welke brandblusmaterialen aanwezig dienen te zijn, hoe de bereikbaarheid van het evenemententerrein door voertuigen van de hulpverleningsdiensten gewaarborgd is. Ook brandpreventieve maatregelen als nooduitgangen, noodverlichting e.d. kunnen zo nodig opgelegd worden. Veelal zijn de standaardvoorschriften voldoende, maar elke situatie vraagt van de brandweer om te onderzoeken of specifieke dan wel aanvullende eisen gesteld moeten worden.
Brandveiligheidsvoorschriften zijn afhankelijk van de activiteiten en worden in de vergunningsvoorschriften opgenomen |
Het kan noodzakelijk zijn, dat brandweerbewaking tijdens een evenement aanwezig moet zijn. Dit voorschrift wordt dan in de vergunning opgenomen. De regionale brandweer kan voor brandweerbewaking zorgen, echter wel op kosten van de organisator. De organisator kan ook rijksgediplomeerde brandwachten inhuren via een beveiligingsbedrijf. De controle op het juiste personeel is in handen van de regionale brandweer.
Inschakeling van de brandweerbewaking als preventie komen voor rekening van de organisator |
7. Gezondheid en hygiëne
De Wet veiligheidsregio’s regelt de instelling van 25 veiligheidsregio’s en heeft als doel een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige organisatie van de brandweerzorg, de geneeskundige hulpverlening en de rampenbestrijding en crisisbeheersing onder één regionale bestuurlijke regie te realiseren. De Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen is onder meer in de Wet veiligheidsregio geïntegreerd.
Gezondheidszorg is een belangrijk onderdeel bij de voorbereiding van evenementen. De organisator moet (preventieve) maatregelen nemen om risico’s voor de volksgezondheid te verkleinen dan wel weg te nemen. De risico’s zijn afhankelijk van de aard van het evenement, het aantal bezoekers/deelnemers, de locatie van het evenemententerrein en de bereikbaarheid daarvan.
Door het opnemen van standaardvoorschriften en beperkingen in de evenementenvergunning wijst de burgemeester de organisator erop, welke (preventieve) gezondheidsmaatregelen deze in acht moet nemen. Daarnaast kan de burgemeester aanvullende maatregelen opleggen als de standaardvoorschriften en beperkingen onvoldoende toegesneden zijn op een evenement (hierbij valt te denken aan bijvoorbeeld het dragen van polsbandjes in verband met het vestrekken van alcoholische dranken bij een evenement gericht op jongeren). Het GHOR-bureau (Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen) adviseert desgevraagd over de maatregelen, die leiden tot het voorkomen of beperken van de gezondheidsrisico’s.
Voor het opleggen van voorschriften op het gebied van de gezondheid wordt gebruik gemaakt van de standaardvoorschriften van het GHOR-bureau of hun specifiek voor dat evenement uitgebracht advies |
8. Evenementen op marktplein tijdens warenmarkt
De marktverordening van de gemeente Geertruidenberg geeft duidelijkheid ten aanzien van evenementen op een marktplein tijdens de warenmarkt en is in beginsel leidend.
Dit houdt onder andere in dat op dinsdagen (een deel van) het Heereplein te Raamsdonksveer, op vrijdagen (een deel van) de Markt in Geertruidenberg tussen 13.00 en 18.00 uur en op vrijdagen een deel van de Oude Melkhaven tussen 9.00 en 12.00 uur in principe niet beschikbaar is voor het houden van evenementen of het treffen van voorbereidingen daarvan, omdat de weekmarkt gehouden wordt.
Voorwerpen die in verband met een evenement op het Heereplein of de Markt staan, moeten op de marktdag vóór 07.00 uur van de marktplaatsen verwijderd zijn en kunnen teruggeplaatst worden als de marktmeester deze plaatsen vrijgegeven heeft. In overleg met de marktmeester kunnen voorwerpen blijven staan, mits dat geen ingrijpende invloed heeft op de marktopstelling.
Uitzondering op deze regeling wordt toegestaan voor de kermissen, op het Heereplein, de Markt en de Stationstraat/Oude Melkhaven. In goed onderling overleg en instemming tussen betrokken partijen kunnen uitzonderingen eventueel verder worden opgerekt.
In principe geen (voorbereidende) werkzaamheden / evenementen op Heereplein en Markt tijdens marktdag |
9. Geluid en muziek in de openlucht
De burgemeester kan voor het beperken van geluidsoverlast voorschriften en beperkingen opnemen in de evenementenvergunning.
De mate van geluidsoverlast is voor elk evenement verschillend. Bij een binnenevenement zonder geluidsversterking hebben omwonenden weinig last van het geluid. Een muziekfestival of popconcert, waar ook nog eens grote aantallen bezoekers komen, zorgt daarentegen voor meer geluidsoverlast.
Om geluidsoverlast te voorkomen dan wel te verminderen, zijn maatregelen nodig. Eén daarvan is het instellen van een begin- en eindtijd van het evenement. De geluidsproductie mag niet vóór 10 uur ’s morgens beginnen en moet uiterlijk 24.00 uur eindigen. Dit voorschrift wordt in de vergunningen opgenomen.
Indien een evenement plaatsvindt op een afgelegen locatie buiten de bebouwde kom) kan van de hierboven genoemde eindtijd afgeweken worden met een maximum van een uur.
Muziek maken in openlucht bij evenementen is toegestaan tussen 10.00 en 24.00 uur |
Voor het begin van activiteiten als de aubade op Koninginnedag en het traditionele Dauwtrappen in de gemeente gelden afwijkende tijden.
De plaatsing van de geluidsboxen heeft een grote invloed op de mate van overlast. De richting is hierbij natuurlijk van belang. Aan de organisatoren wordt opgelegd om podia en tenten met de rug naar de woonwijk te plaatsen en de geluidsboxen niet te richten op de bebouwing, tenzij dit vanwege de aard van de bebouwing niet mogelijk is (bv op een ingebouwd plein). Aggregaten en andere geluidsbronnen moeten zo ver als mogelijk van woningen opgesteld worden, dan wel worden geïsoleerd.
Een derde maatregel om het geluidsniveau van de muziek te verminderen is het plaatsen van meerdere boxen over het terrein (delayers). Hiertoe worden diverse boxen met een klein vermogen tussen het publiek geplaatst in plaats van een paar boxen met een groot vermogen op het podium. Door meerdere boxen op verschillende plaatsen te gebruiken is er minder vermogen nodig en kan het geluidsniveau drastisch lager worden. Deze methode wordt nog niet voorgeschreven in deze gemeente, maar wel nadrukkelijk geadviseerd richting organisatoren.
In de vierde plaats beschikt de installateur/bediener van de muziekinstallatie meestal over geluidsmeters. Die kan regelmatig de geluidsdruk meten op 2 meter afstand van de dichtstbijgelegen gevels en voor zichzelf bepalen of de voorafgesproken maximale geluidsproductie overschreden wordt.
De verdere uitwerking van deze geluidsparagraaf is als bijlage 2 bijgevoegd. Hierin is een categorie-indeling gemaakt. Aan de hand hiervan is tevens gekeken hoeveel evenementen van een bepaalde categorie op een bepaalde locatie mogen plaatsvinden.
Ter voorkoming of beperking van geluidsoverlast worden voorschriften en beperkingen aan de vergunning verbonden |
Het voorgaande is niet van toepassing op het voortbrengen van geluid of het ten gehore brengen van muziek bij optochten en openbare manifestaties. Daarvoor gelden specifieke regels, genoemd in de hoofdstukken 18 en 19.
De organisatoren van evenementen in de openlucht moeten rekening houden met de sluitingstijd voor het ten gehore brengen van muziek. Drankverstrekking, waarvoor de burgemeester een ontheffing heeft verleend, is toegestaan tot uiterlijk een half uur na de sluitingstijd voor muziek, echter niet later dan 24.00 uur (01.00 uur indien wordt afgeweken van gewijzigde eindtijd op afgelegen locatie).
Drankverstrekking met ontheffing van de burgemeester tijdens evenementen is toegestaan tot een half uur na sluitingstijd van de muziek |
10. Verstrekken van alcoholhoudende dranken op of aan de weg
Het beleid van de burgemeester is erop gericht het verstrekken van alcohol tijdens evenementen zoveel mogelijk binnen de horecabedrijven te laten plaatsvinden. Aanvullend kan hierin worden voorzien door een mobiele tapinstallatie op het evenemententerrein (in de feesttent) te plaatsen. Om te voorkomen, dat evenemententerreinen op de openbare wegen gaan lijken op "bierstraten" en rekening houdend met het landelijke alcoholmatigingsbeleid, staat de burgemeester tapinstallaties op straat slechts zeer incidenteel en beperkt toe.
Tijdens evenementen slechts zeer incidenteel en beperkt tapinstallaties op straat |
De Drank- en Horecawet geeft aan in welke gevallen de burgemeester een ontheffing ex artikel 35 kan verlenen voor het verstrekken van alcoholhoudende dranken buiten een horecabedrijf. Het moet gaan om een bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard. De ontheffing kan alleen verleend worden aan een persoon die aan bepaalde vereisten voldoet en in het bezit is van de verklaring sociale hygiëne. De ontheffing geldt alleen voor het verstrekken van zwak-alcoholische dranken.
Het is aan de burgemeester om te beoordelen of het om een bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard gaat. Bij de beoordeling hanteert hij de volgende criteria:
- 1.
het moet gaan om een speciaal georganiseerd en uniek evenement, dat niet meer dan eenmaal per jaar plaatsvindt;
- 2.
de aard van het evenement mag zich niet verzetten tegen het verstrekken van alcoholische dranken. Te denken valt aan evenementen die zich in hoofdzaak richten op jongeren onder 16 jaar;
- 3.
bijzondere plaatselijke omstandigheden mogen zich niet verzetten tegen het verstrekken van alcoholhoudende dranken. Als er voldoende tappunten in nabije omgeving zijn, is het overbodig een extra tapinstallatie te plaatsen in de openlucht. Indien het evenement grotendeels wordt gehouden in een tent of een ander tijdelijk bouwwerk, is een ontheffing in beginsel mogelijk.
Verstrekken van zwakalcoholische dranken buiten een horecabedrijf vindt alleen plaats in bijzondere gevallen van zeer tijdelijke aard met ontheffing van de burgemeester |
Afschriften van de artikel-35-ontheffing worden gestuurd naar (toezichthoudende) instanties zoals de Belastingdienst.
11. (Extra) terrassen
De burgemeester kan bij een evenement op verzoek van de organisator, toestaan dat tijdelijke terrassen worden geplaatst. De burgemeester wijst de exacte locatie aan. Hij houdt hierbij rekening met:
- 1.
vrije doorgang van hulpverleningsvoertuigen;
- 2.
plaatsing van andere objecten als podia, k, e.d.amen
In principe worden tijdelijke terrassen alleen geplaatst vóór bestaande horeca-inrichtingen en niet voor winkelpanden, kantoren of particuliere woningen.
Indien, na instemming met de evenementorganisator, zwak alcoholhoudende drank wordt verstrekt op dat terras moet de betreffende horecaondernemer een ex. artikel 35 ontheffing aanvragen.
De burgemeester kan het plaatsen van tijdelijke terrassen binnen het evenemententerrein ter hoogte van horeca-inrichtingen op verzoek van de organisator toestaan. Indien de organisator van het evenement de aanvraag voor een tijdelijk terras doet maakt de aanvraag onderdeel uit van de vergunning. Indien zwak alcoholhoudende drank op het terras wordt verstrekt vraagt de betreffende horecaondernemer een ex. artikel 35 ontheffing aan |
De horecaondernemer die tijdens een evenement zijn terras wenst te exploiteren dat onderdeel uit maakt van zijn exploitatievergunning / drank- en horecavergunning en gelegen is binnen het evenementengebied, dan wel direct grenst aan het evenementengebied en daarop zwak alcoholhoudende drank verstrekt (eventueel met mobiele tapinstallatie) heeft hiervoor geen ex. artikel 35 ontheffing nodig.
Voor exploitatie van een terras dat onderdeel uitmaakt van de exploitatievergunning / drank- en horecavergunning en gelegen is binnen het evenementengebied, dan wel direct grenst aan het evenementengebied heeft de horecaondernemer geen ex. artikel 35 ontheffing nodig |
Tijdens evenementen geldt dat het verstrekken van drank op terrassen (gelegen binnen, dan wel direct grenzend aan het evenementengebied) in ‘normaal’ glas en / of blik niet is toegestaan. Verstrekking van drank moet plaatsvinden in bijvoorbeeld plastic bekers, veiligheidsglas of iets dergelijks. Per evenement wordt bepaald of en op welk tijdstip van de dag het verbod zal ingaan en eindigt.
Tijdens evenementen geen verstrekking van drank in glas en / of blik op terrassen
Na beëindiging van een evenement spant de horecaondernemer welke een terras exploiteert gelegen binnen, dan wel direct grenzend aan het evenementengebied zich in om afbouw van het evenement zo optimaal mogelijk te kunnen laten verlopen. Dit houdt in dat de terrasomvang zo spoedig mogelijk wordt teruggebracht tot regulier gebruik en kan in sommige gevallen bijvoorbeeld ook inhouden dat exploitatie van het betreffende terras tijdelijk wordt onderbroken.
Een horecaondernemer welke een terras exploiteert spant zich in om de afbouw van een evenement zo optimaal mogelijk te laten verlopen.
12. Kermisattracties
Buiten de kermissen in Geertruidenberg, Raamsdonksveer en Raamsdonk om wordt geen vergunning verleend voor het houden van op (mini)kermis gelijkende festiviteiten.
Steeds vaker schakelen organisatoren allerlei attracties in om evenementen te verlevendigen. We noemen draaimolens, springkussens, ponyrijden, kop van jut, mechanische stier, botsauto’s, maar ook poffertjeskraam, oliebollenkraam, snoepkraam en suikerspin. Hoewel het beeld in de loop der jaren veranderd is, behoren diverse attracties tot de traditionele kermissen, zoals die in de gemeente gehouden worden. Loterijzaken, gok- en schietsalons zijn beeldbepalend voor de gemeentelijke kermissen, evenals groot-vermaakzaken als lunapark, botswagens, polyp en dergelijke attracties.
Er kunnen (mini)kermissen ontstaan, wat uit oogpunt van de bescherming van het unieke karakter van de bestaande kermissen een ongewenste ontwikkeling is. Om deze ontwikkeling te beheersen heeft het college maxima gesteld aan het aantal kermisattracties bij evenementen.
Enkele kermisattracties tijdens een evenement kunnen het vermaak- en ontspanningsgehalte verhogen. Deze attracties geven het evenement ondersteuning. Daarvan is sprake zolang aan die attracties geen zelfstandige betekenis toegekend kan worden. Alleen ondersteunende kermisattracties zijn met vergunning toegestaan tot een bepaald maximum.
Geen vergunning wordt verstrekt voor het houden van een (mini)kermis, een braderie, jaarmarkt of een dergelijk evenement, wanneer aan kermisattracties een zelfstandige betekenis toegekend kan worden, behalve voor het houden van kermissen in de drie kernen op de vastgestelde kermisdagen.
Voor het plaatsen van kermisattracties wordt geen onderscheid gemaakt tussen particuliere grond of openbaar terrein. De organisator moet bij het aanvragen van de evenementenvergunning rekening houden met de stelregel, dat op het evenemententerrein enkele kramen voor eet- en drinkwaren geplaatst mogen worden en maximaal twee kermisattracties, waaronder ten minste 1 kinderattractie, niet zijnde loterijzaken, gok- of schietsalons en groot-vermaakzaken als lunapark, botswagens, polyp en dergelijke attracties.
Bij een evenement is plaatsing van enkele kramen voor eet- en drinkwaren mogelijk en maximaal 2 kermisattracties, waaronder ten minste 1 kinderattractie, niet zijnde loterijzaken, gok- of schietsalons en groot-vermaakzaken als lunapark, botswagens, polyp en dergelijke attracties |
13. Klein evenement (buurt/straatfeest/buurtbarbecue)
In de APV is opgenomen dat een klein evenement mede onder de definitie van een evenement valt. Een klein evenement is een straatfeest of buurtbarbecue op één dag.
Geen vergunning is vereist voor een klein evenement indien:
- a.
het aantal aanwezigen niet meer bedraagt dan 100 personen;
- b.
het evenement tussen 10.00 uur en 24.00 uur plaats vindt of op zondag tussen 13.00 uur 24.00 uur;
- c.
geen muziek ten gehore wordt gebracht voor 7.00 uur of na 24.00 uur;
- d.
het evenement niet plaatsvindt op de rijbaan, (brom)fietspad of parkeerplaats of anderszins een belemmering vormt voor het verkeer en/of hulpdiensten;
- e.
slechts kleine objecten worden geplaatst met een oppervlakte van minder dan 10 m2 per object;
- f.
er een organisator is;
- g.
de organisator 8 weken voorafgaand aan het evenement daarvan melding heeft gedaan aan de burgemeester.
Voor kleine evenementen gelden in principe alle wettelijke regelingen en beleidsregels, zoals die voor evenementen in het algemeen gelden. Wij verwijzen hiervoor naar de hoofdstukken over schoonmaak, wegafzettingen, geluid, brandveiligheid, kermisattracties, Zondagswet, e.d.
Voor kleine evenementen gelden in principe alle evenementenregels |
14. Vuurwerk
In het Vuurwerkbesluit staan onder meer regels over het afsteken van vuurwerk. Dat besluit bepaalt voor het gehele land, dat particulieren alleen vanaf 31 december vanaf 10.00 's morgens tot 1 januari 02.00 uur vuurwerk mogen afsteken.
Afsteken consumentenvuurwerk alleen met Oud en Nieuw tussen 31 december om 10.00 's morgens en 1 januari tot 02.00 uur |
Buiten deze tijden mogen particulieren geen consumentenvuurwerk afsteken, met uitzondering van fop- en schertsvuurwerk. Groot of andersoortig vuurwerk mag uitsluitend afgestoken worden door een gespecialiseerd bedrijf dat beschikt over de vereiste vergunningen of melding. Gedeputeerde Staten verlenen vergunning nadat de burgemeester een verklaring van geen bezwaar heeft afgegeven voor het afsteken van het vuurwerk. Uiteraard is ook toestemming van de grondeigenaar vereist.
Afsteken van vuurwerk buiten Oud en Nieuw alleen door gespecialiseerd bedrijf met vergunning van Gedeputeerde Staten, nadat de burgemeester een verklaring van geen bezwaar heeft afgegeven |
15. Reclamevoering/promotie
De organisatoren hadden en hebben in onze gemeente diverse mogelijkheden om reclame te maken voor evenementen en de activiteiten te promoten. Zo kennen we de onderstaande mogelijkheden;
- -
Hangen van spandoeken,
- -
Plaatsen tijdelijke (sandwich-, driehoeks-)reclameborden
- -
Adverteren in de plaatselijke week- en dagbladen voor rekening van de organisatie.
- -
Huis-aan-huis-verspreiding van folders, brochures en evenementenkranten door of namens deisatie.organ
De ervaring leert dat er binnen de gemeente Geertruidenberg behoefte is aan een meer samenhangend reclame / promotiebeleid waarin niet alleen de (on)mogelijkheden van evenementen worden beschreven, maar bijvoorbeeld ook spelregels voor campagnevoering gedurende de verkiezingsperiode en (on)mogelijken voor promotie van ideële / commerciële doelen en het aanwijzen van plakplaatsen tot uiting komen. Het college zal hiertoe een beleidsnota opstellen. Tot vaststelling van deze beleidsnota gelden de huidige mogelijkheden met betrekking reclamevoering en promotie. Na vaststelling geldt nieuw beleid.
16. Wielerwedstrijden
Volgens artikel 10 Wegenverkeerswet 1994 is het verboden een wielerwedstrijd te houden of daar aan deel te nemen. Het college kan van dit verbod ontheffing verlenen voor wegen die alle binnen de gemeente liggen en niet onder beheer van andere overheidsinstanties zijn. Het college kan zo'n ontheffing weigeren in het belang van de verkeersveiligheid en -vrijheid.
De verkeersvrijheid kan in het geding komen, als door afzetting van bepaalde wegen bedrijven of delen van een kern onbereikbaar worden of als de doorgang van het openbaar vervoer op onaanvaardbare wijze wordt belemmerd.
Aan een ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.
De ontheffing wordt gewoonlijk geïntegreerd in de evenementenvergunning. Naast de genoemde voorschriften en beperkingen worden daarbij voorschriften opgenomen ten aanzien van bij de wielerwedstrijd behorende activiteiten en vermakelijkheden.
17. Zondagswet
Volgens artikel 3 van de Zondagswet is het verboden om op zondag zonder strikte noodzaak gerucht te verwekken, dat op meer dan 200 meter van het punt van verwekking hoorbaar is. Onder zondag wordt ook verstaan: Hemelvaartsdag en Eerste Kerstdag, indien deze niet op een zondag valt.
De burgemeester kan voor de tijden na 13.00 uur van dit verbod ontheffing verlenen en ter zake regels stellen.
Het verbod is niet van toepassing op tradities als bijvoorbeeld Sint Nicolaasintochten, carnavalsoptochten en Dauwtrappen met begeleiding van muziek.
Artikel 4 van de Zondagswet verbiedt het houden van openbare vermakelijkheden vóór 13.00 uur.
Bij de aanvraag om vergunning voor het evenement wordt beoordeeld of de Zondagswet van toepassing is en of ontheffing kan worden verleend.
18. Optochten
In deze gemeente treden voornamelijk optochten ter gelegenheid van carnaval en Sinterklaas, lampionnenoptochten en Avondvierdaagse naar voren. Voor het houden van een optocht is op grond van de APV een evenementenvergunning nodig van de burgemeester. Aan een vergunning voor een optocht worden standaardvoorschriften verbonden. In bijzondere gevallen kunnen nadere voorschriften en beperkingen opgelegd worden. Als straten tijdelijk worden afgesloten, dan staat dat in de vergunning. Tevens dient de bevolking in kennis te worden gesteld van de tijdelijke afzettingen door de organisatie.
Een optocht wordt gewoonlijk begeleid door muziekkorpsen. De deelnemers zelf zullen in het algemeen ook geluid voortbrengen. Volgens de APV is het verboden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer of het Besluit toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten op een zodanige wijze dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt. Het college kan van dit verbod ontheffing verlenen. Als vergunning wordt verleend voor het houden van een optocht, dan wordt die ontheffing tegelijkertijd verleend onder de volgende voorschriften:
- a.
Muziek of geluid mogen slechts ten gehore gebracht worden door de deelnemers aan de optocht;
- b.
Het is verboden muziek of geluid ten gehore te brengen binnen een afstand van 200 meter van een:
-
- kerk, gedurende de tijd dat daarin een godsdienstoefening gehouden wordt;
-
- begrafenisstoet;
-
- niet tot de optocht behorend en spelend muziekkorps of een openbare muziekuitvoering.
- c.
Het geluid of de muziek mag niet zo sterk zijn, dat gevaar, schade of hinder voor de omgeving wordt vzaakt.eroor
Ontheffing van geluid maken bij optochten wordt onder voorschriften en beperkingen verleend |
19. Openbare manifestaties
Voor betogingen op de openbare weg kunnen dezelfde standaardvoorwaarden en ontheffing voor het maken van muziek en geluid gehanteerd worden. Ook hier zijn de in de APV genoemde weigeringsgronden van toepassing.
Betogingen worden meestal spontaan georganiseerd, zonder een uitvoerige planning van route en samenstelling van de groep. Daarom is een verkorte aanvraagprocedure voor de vergunning in de APV opgenomen. De betoging dient namelijk volgens de APV ten minste 72 uur van tevoren schriftelijk bij de burgemeester gemeld te worden. Deze heeft dan namelijk nog de tijd om bepaalde gegevens te verlangen over organisatie, doel van de betoging, tijdsduur van de betoging, route en eindpunt van de betoging.
In bijzondere gevallen kan de burgemeester deze termijn van 72 uur bekorten.
20. Schoonmaak evenemententerrein
Aan vergunningen voor het houden van een evenement wordt altijd het voorschrift verbonden, dat het (openbare of particuliere) evenemententerrein schoongemaakt achtergelaten dient te worden. Herstel van schade aan gemeente-eigendommen geschiedt door of op kosten van de organisatie.
De organisator is verantwoordelijk voor het schoonmaken van het evenemententerrein en voor herstel van schade aan gemeente-eigendommen |
Voor een particulier terrein gelden geen directe gemeentelijke sancties, als niet aan de voorwaarde voldaan is. De nalatigheid kan een punt van afweging zijn bij een toekomstige aanvraag voor een terugkerend evenement.
Mochten organisaties, na een waarschuwing, nalatig blijven tot schoonmaak, dan zal dit door of namens de gemeente moeten gebeuren. De kosten van schoonmaak zijn voor rekening van de organisator.
21. Gebruik gemeentelijke materialen
De gemeente beschikt vanuit haar reguliere taken over materiaal dat ingezet kan worden bij evenementen. Onder gemeentelijke materialen wordt hier verstaan: straatbezems, minicontainers, vlaggen, vlaggenmasten, verkeersborden, wegafzettingsmateriaal en dranghekken. De gemeente geeft deze materialen in bruikleen aan de organisatoren van evenementen. De materialen zijn aan een maximum gebonden, waardoor de gemeente niet kan garanderen dat er altijd voldoende materialen beschikbaar zijn. Evenementenorganisatoren kunnen op het aanvraagformulier aangeven van welke materialen zij gebruik wensen te maken.
Gemeente geeft – voor zover beschikbaar - gemeentelijke materialen in bruikleen aan evenementenorganisatoren |
De organisator kan de gemeentelijke materialen zelf ophalen of ervoor kiezen de materialen tegen een gereduceerd uurtarief (wordt jaarlijks opnieuw vastgesteld) te laten brengen en ophalen door gemeentepersoneel. Organisatoren die niet commercieel (commercieel: organisator heeft doel geld te verdienen aan het evenement of het oogmerk een zo hoog mogelijk rendement te behalen) zijn of in het geheel geen inkomsten genereren kunnen hiervan uitgezonderd worden.
Het gereduceerd uurtarief geldt niet voor puur commerciële evenementen en of de organisator die het enige oogmerk met het evenement heeft het behalen van een zo hoog mogelijk rendement. Hier wordt het regulier uurtarief in rekening gebracht.
De organisator draagt zelf zorg voor plaatsing van de materialen (eventueel na instructie door buitendienst).
Wegafzettingsmateriaal met eventuele verkeersborden en verlichting worden door de gemeente gebracht naar vooraf afgesproken locatie(s) en na afloop van het evenement opgehaald op die locatie(s). De organisatie zorgt dat de materialen gegroepeerd klaar staat.
De organisator van een evenement kan ervoor kiezen de gemeentelijke materialen gratis op te halen of deze te laten bezorgen en ophalen tegen een gereduceerd uurtarief door het gemeentepersoneel. Organisatoren die niet commercieel zijn of in het geheel geen inkomsten genereren kunnen hiervan uitgezonderd worden. Wegafzettingsmateriaal met eventuele verkeersborden en verlichting worden door de gemeente gebracht en na afloop van het evenement opgehaald op vooraf afgesproken locatie(s) |
Als het evenement stroom nodig heeft moet de organisator gebruik maken van de stroomvoorzieningen die de gemeente heeft aangebracht. De locaties waar stroomkasten zijn geplaatst zijn: Heereplein/Haven en parkeerterrein Wilhelminalaan/Kloosterweg te Raamsdonksveer, Havenplein te Raamsdonk en Markt te Geertruidenberg.
De kosten van aansluiting en stroomlevering zijn voor rekening van de organisator
Als het evenement stroom nodig heeft moet de organisator gebruik maken van de stroomvoorzieningen die de gemeente heeft aangebracht. De kosten van aansluiting en stroomlevering zijn voor rekening van de organisator. |
Het betrekken van water is alleen mogelijk via de waterleidingmaatschappij. Voor parkeerterrein Wilhelminalaan/Kloosterweg, Heereplein en Markt Geertruidenberg heeft de gemeente watertappunten beschikbaar. Bij gebruik hiervan worden de kosten doorberekend aan de organisator.
Levering van water via openbaar net uitsluitend door waterleidingmaatschappij tenzij gebruik wordt gemaakt van de watertappunten van de gemeente |
Voor het gebruik van de kiosk op het Heereplein / Haven te Raamsdonksveer voor evenementen zijn met stichting Veers Erfgoed afspraken gemaakt.
22. Terreinen en -accommodaties
22.1 Terreinen
Plaatsen die (voor iedereen) goed bereikbaar zijn, groot genoeg zijn voor het soort evenement en beheersbaar voor de organisatie, zijn geschikt om evenementen op te houden. In de meeste gevallen worden er op zo’n terrein vaker activiteiten gehouden. Afgelopen jaren zijn derhalve op enkele evenementenplaatsen in onze gemeente vaste voorzieningen getroffen zoals stroomkasten (met voldoende vermogen), watertappunten en riolering/afvoer. De bereikbaarheid van een terrein vormt een belangrijk aandachtspunt evenals de parkeergelegenheid om verkeersoverlast te voorkomen.
De grootte van een terrein, de mogelijkheden om dit in te richten en de ondergrond, zijn facetten die het tot een geschikt terrein voor het houden van een evenement kunnen bestempelen.
Uit bijeenkomsten met organisatoren is gebleken dat de bestaande evenementen veelal locatiegebonden zijn. Het ontwikkelen van een evenemententerrein voorziet alleen in de behoefte van een enkel bestaand evenement in onze gemeente. Het college heeft dan ook besloten geen specifiek evenemententerrein te ontwikkelen.
De ligging van een terrein heeft grote invloed om de omgeving. In een bebouwde omgeving komen eerder klachten voor over hinder en overlast van geluid, afval, schade, vandalisme, baldadigheid en verkeer, dan in een landelijke omgeving.
De inrichting van het terrein en de wil van de organisatie om mee te werken aan het terugdringen van nadelige invloeden op het woon- en leefmilieu in en om het terrein, zijn van groot belang. Niet alleen objectieve elementen bepalen of een terrein gebruikt kan worden voor evenementen. Het gaat vooral om de bereidheid van de organisatie om mee te werken aan maatregelen en handelingen teneinde overlast te beperken dan wel te voorkomen.
Het aantal en de omvang van (muziek)evenementen bepalen mede de tolerantiegrens van de omwonenden. Van evenementen die al jaar en dag in het centrum van elke kern gehouden worden, hebben omwonenden weliswaar hinder, maar daarover komen nauwelijks klachten binnen. Zulke evenementen als kermis en carnaval zijn aanvaard als volksfeesten, die in een centrum thuishoren.
In de loop der jaren is het aantal feestelijkheden gegroeid. Tegen de ingeburgerde evenementen bestaan dan ook geen overwegende bezwaren, maar uitbreiding van met name “lawaai”evenementen kan niet rekenen op de sympathie van omwonenden.
Een locatie kan niet onbeperkt belast worden met evenementen. Rekening houdend met de belangen voor omwonenden hebben de burgemeester en het college ervoor gekozen een maximaal aantal jaarlijks terugkerende evenementen van een bepaalde categorie op een bepaalde locatie toe te staan (zie bijlage 2). Bij het bepalen van het maximum aantal is bij elke locatie rekening gehouden met een geringe uitbreidingsmogelijkheid. Hierdoor is het mogelijk op die locatie enkele nieuwe jaarlijks terugkerende evenementen te organiseren. Daarnaast geldt dat er plaats is om per locatie incidenteel bijzondere eenmalige evenementen van tijdelijke aard te organiseren. Hierbij houden de burgemeester en het college rekening met de aantallen en de aard van de evenementen die er reeds plaatsvinden, de inrichting van de locatie en de overlast (bijvoorbeeld geluid, bezoekersaantallen, parkeerdruk) die het evenement veroorzaakt voor de woonomgeving.
Zowel voor het aantal en soort evenementen op een bepaalde locatie als de maximale geluidsproductie zijn grenzen vastgesteld (zie bijlage 2). |
Afgelopen jaren zijn enkele aanvragen voor evenementen in weilanden / polders gedaan door organisatoren. Uitgangspunt is dat evenementen plaatsvinden op de locaties zoals genoemd in en passend binnen bijlage 2. Soms zijn evenementen echter zo specifiek van aard, omvang, bereikbaarheid of beheersbaarheid dat hiervan met een bestemmingsplanmatige ontheffingsprocedure afgeweken kan worden. Met dit soort afwijkingen wordt zeer terughoudend omgegaan.
Ten aanzien van vergunningverlening voor evenementen in polders en weilanden wordt zeer terughoudend (via een bestemmingsplanmatige ontheffingsprocedure) omgegaan
Door (her)inrichting van delen van de gemeente beschikt Geertruidenberg momenteel niet meer over een geschikte locatie / terrein alwaar een circus (een speeltent met zitplaatsen waarin voorstellingen worden gegeven, evenals de bijbehorende woon-, stal- en fouragewagens) georganiseerd kan worden. Zolang geen geschikte ruimte aanwezig is binnen de gemeentegrenzen wordt geen vergunning afgegeven voor een circus.
College staat in beginsel positief tegenover een experiment op de locatie Landonk als proeflocatie voor een circus bij een eerstvolgende aanvraag. Het experiment wordt geëvalueerd, zodat conclusies kunnen worden getrokken, alsook aanbevelingen kunnen worden gedaan.
Geertruidenberg beschikt momenteel niet meer over een geschikte locatie / terrein alwaar een circus georganiseerd kan worden. Zolang geen geschikte ruimte aanwezig is binnen de gemeentegrenzen wordt geen vergunning afgegeven voor een circus
22.2 Accommodaties
Vanwege het toenmalige gebrek aan ruimte voor binnenevenementen heeft het college in 2005 besloten evenementen toe te staan in de twee sporthallen (Parkzicht te Raamsdonksveer en De Veste te Geertruidenberg) die eerder een verzoek voor het organiseren van evenementen hadden aangevraagd. Direct aangrenzend aan deze sporthallen ligt een parkeerplaats waar een deel van de bezoekers hun voertuigen kan stallen. Die parkeergelegenheid kan de extra parkeerdruk c.q. verkeersdruk gedeeltelijk opvangen. In deze sporthallen mochten maximaal zes maal per kalenderjaar evenementen georganiseerd worden. De evenementen mochten niet binnen één maand van elkaar worden georganiseerd. Sportevenementen werden hierbij niet meegerekend.
Inmiddels heeft de gemeente Geertruidenberg binnen haar gemeentegrenzen een accommodatie die voorziet in ruimte voor binnenevenementen (Koloszaal te Raamsdonksveer). Daarom wordt vanaf 2012 een afbouwregeling van de destijds ingevoerde afwijking voor Parkzicht en De Veste ingevoerd. De afbouwregeling houdt in; maximaal 3 evenementen per sporthal in 2012, maximaal 2 in 2013, maximaal 1 in 2014 en vanaf 2015 geen evenementen meer in de sporthallen.
Geluid bij sporthallen
Voor de evenementen die georganiseerd worden in de sporthallen gelden geluidnormen. De ondernemer kan gebruik maken bij een evenement waar wordt verwacht dat deze norm overschreden wordt van de zogenaamde 12-dagenregeling uit de APV.
Uitsluiting tijdens collectieve dagen
Tijdens de volgens de APV aangewezen collectieve dagen (dagen waarop meer geluid gemaakt mag worden zoals tijdens kermis en carnaval) mogen er in de sporthallen geen evenementen (uitgezonderd sportevenementen in de sporthallen) georganiseerd worden. Hiermee wordt voorkomen dat activiteiten in de vorm van evenementen worden georganiseerd die een negatieve invloed kunnen hebben op activiteiten of evenementen waarbij de reguliere horeca een rol speelt, denk hierbij bijvoorbeeld aan carnaval en kermis.
Niet meer van hetzelfde
Voor de invulling van het kader ‘niet meer van hetzelfde’ (zie kaderdocument van de gemeenteraad) houden de burgemeester en het college ook voor binnenevenementen hiermee nadrukkelijk rekening.
In sporthallen Parkzicht en De Veste mogen in 2012 maximaal 3, in 2013 maximaal 2 en in 2014 maximaal 1 evenementen per kalenderjaar worden georganiseerd. Vanaf 2015 mogen geen evenementen meer in de sporthallen worden georganiseerd;De evenementen mogen niet binnen één maand van elkaar worden georganiseerd (sportevenementen worden hierbij niet meegerekend);Tijdens de collectieve dagenregeling van de APV (bv carnaval en kermis) mogen in de sporthallen geen evenementen (uitgezonderd sportevenementen in de sporthallen) worden georganiseerd;De evenementen die in de sporthallen worden georganiseerd mogen geen nadelige invloed uitoefenen op bestaande evenementen doordat ze bv soortgelijk zijn |
23. Leges en precariorechten
Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren. Naast de evenementenvergunning kunnen ook andere vergunningen nodig zijn. Op grond van de Legesverordening wordt per vergunning een bedrag aan leges geheven, tenzij het evenement in aanmerking komt voor de vrijstellingsbepaling. Zo is omschreven, dat voor het in behandeling nemen van aanvragen en afgeven van vergunningen in het kader van de Avondvierdaagse, intocht van St. Nicolaas en acties door verenigingen en instellingen op niet-commerciële basis geen leges geheven worden. Vanwege het vervallen van het (semi) commerciële karakter van een evenement, is ook toetsing op deze basis voor het al dan niet in rekening brengen van leges aan verandering onderhevig. Op welke wijze hiermee wordt omgegaan, wordt nog nader bekeken.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl