Regeling vervallen per 12-11-2008

Vaststelling beleidsregel zonebeheersysteem industrieterrein Vlissingen-oost

Geldend van 14-11-2007 t/m 11-11-2008

Intitulé

Vaststelling beleidsregel zonebeheersysteem industrieterrein Vlissingen-oost

Gedeputeerde Staten van Zeeland;

maken bekend dat zij in hun vergadering van 31 oktober 2006 de beleidsregel zonebeheersysteem industrieterrein Vlissingen-oost hebben vastgesteld. Overeenkomstig het gestelde in artikel 8 van de beleidsregel treedt de beleidsregel in werking daags na de publicatie in dit provinciale blad. De beleidsregel zonebeheersysteem industrieterrein Vlissingen-Oost is als bijlage aan dit provinciale blad toegevoegd.

  • -

    overwegende dat ingevolge de Wet geluidhinder het beheer van industrieterreinen van regionaal belang tot de bevoegdheid van de provincie behoort,

  • -

    dat het Industrieterrein Vlissingen-Oost in het Omgevingsplan Zeeland als ook in de Provinciale Milieuverordening Zeeland, tranche 7A is aangemerkt als een industrieterrein van regionaal belang respectievelijk Zeehaventerrein;

  • -

    dat gedeputeerde staten het bevoegd gezag zijn tot verlening van vergunning ingevolge de Wet milieubeheer aan provinciale inrichtingen;

  • -

    dat het gewenst is nadere regels te stellen aangaande het gebruik en de uitgeefbaarheid van de beschikbare geluidsruimte op het industrieterrein Vlissingen-Oost,

  • -

    gelet op artikel 158 van de Provinciewet,

  • -

    gelet op artikel 164 van de Wet geluidhinder,

besluiten:

vast te stellen de navolgende Beleidsregel Zonebeheersysteem Industrieterrein Vlissingen-Oost:

Artikelen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen:

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    industrieterrein Vlissingen-Oost: Het industrieterrein zoals weergegeven op bijlage I

  • b.

    geluidszone: De geluidszone zoals deze is vastgesteld bij Koninklijk besluit van 1991 en wordt gewijzigd in het bestemmingsplan "Herziening geluidszone Sloe", dat in de vaststellingsprocedure ex artikel 23 is ge­bracht en naar verwachting op 2 november vastgesteld door de raad van de gemeente Borsele d.d. 2 november 2006

  • c.

    zonebewakingsmodel: Het provinciale beheersmodel dat wordt gebruikt voor de individuele toets van de bedrijven;

  • d.

    akoestisch inrichtingsplan : Het bijbehorende kavelverdeelplan zoals dat is opgesteld voor het industrieterrein Vlissingen-Oost (Het akoestisch inrichtingsplan is een bijlage bij dit Provinciaal Blad en kan worden opgevraagd bij de provincie.);

  • e.

    vergunning: een milieuvergunning verleend door het bevoegd gezag ingevolgde de Wet milieubeheer

  • f.

    melding: de acceptatie van een melding in het kader van een algemene maatregel van bestuur waarbij nadere eisen kunnen worden gesteld;

  • g.

    beheerder geluidszone: de Provincie Zeeland

Artikel 2 Toepassingsgebied:

De beleidsregel is van toepassing op besluiten tot vergunningverlening en tot acceptatie van meldingen voor inrichtingen gelegen binnen het Industrieterrein Vlissingen-Oost.

Artikel 3 Toetsingscriteria:

Bij besluiten tot vergunningverlening en acceptatie van meldingen neemt het bevoegd gezag in ieder geval in acht:

  • a.

    de geluidsruimte die in het akoestisch inrichtingsplan voor de betreffende kavel per vierkante meter beschikbaar is;

  • b.

    de vastgestelde hogere grenswaarde op de gevels van de in de geluidszone gelegen woningen en indien deze niet verhoogd zijn de maximaal toelaatbare geluidbelasting (MTG's);

  • c.

    de geluidszone.

Artikel 4 Zonebewakingsmodel:

  • a.

    Voor het bepalen van de toelaatbare geluidsbelasting per kavel wordt het zonebewakingsmodel van het Industrieterrein Vlissingen-Oost gehanteerd.

  • b.

    In de maand februari van een kalenderjaar wordt door de beheerder van de geluidszone aan alle betrokken partijen (welke partijen zijn dat, eventueel begripsbepaling) een overzicht toegezonden van de in het voorgaande kalenderjaar verwerkte gegevens.

Artikel 5 Evaluatie akoestisch inrichtingsplan:

  • a.

    Om de vijf jaar, voor het eerst in 2010, wordt het akoestisch inrichtingsplan door de beheerder van de geluidszone geëvalueerd.

  • b.

    De evaluatie wordt voorgelegd aan de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Vlissingen en Borsele.

Artikel 6 Wijziging akoestisch inrichtingsplan:

  • a.

    Met (mede) instemming van de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Vlissingen en Borsele kan na evaluatie besloten worden het akoestisch inrichtingsplan te wijzigen.

  • b.

    Hierbij geldt als uitgangspunt dat wijziging van het akoestisch inrichtingsplan geen negatieve gevolgen mag hebben voor de vastgestelde geluidszone en de vastgestelde hogere grenswaarde.

Artikel 7 Afwijkingsmogelijkheid:

Indien het college van gedeputeerde staten van de provincie Zeeland voornemens is deze beleidsregel af te wijken:

  • a.

    zorgt het voor de schriftelijke instemming van de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Vlissingen en Borsele stelt het Zeeland Seaports in de gelegenheid hem van advies te dienen; stelt het ministerie van VROM in de gelegenheid hem van advies te dienen, indien de afwijking gevolgen heeft voor een onder zijn bevoegd gezag betrokken inrichting; informeert het de bedrijven waar voor de afwijking gevolgen heeft.

Artikel 8 Slotbepaling:

De beleidsregel treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 9 Overgangsrecht:

  • a.

    Bij een aanvraag voor een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer welke ontvangen is voor de datum van inwerkingtreding van deze beleidsregel geldt deze beleidsregel.

  • b.

    Bij een in procedure zijnde ontwerp-vergunning ingevolge de Wet milieubeheer welke ter inzage ligt respectievelijk ter inzage heeft gelegen, blijft het recht zoals dit gold voor inwerkingtreding van deze beleidsregel van toepassing.

Artikel 10 Citeertitel:

De beleidsregel wordt aangehaald als Beleidsregel Zonebeheersysteem Industrieterrein Vlissingen-Oost Provincie Zeeland.

Algemene toelichting

1. Algemeen

Rond het Industrieterrein Vlissingen-Oost is op 26 juli 1991 bij Koninklijk besluit een geluidszone vastgesteld. Bij de vaststelling van de geluidszone is gebleken dat er sprake was van een saneringsituatie. Teneinde deze saneringssituatie op te lossen is in oktober 1997 door het college van gedeputeerde staten van de provincie Zeeland een programma van maatregelen vastgesteld. Dit programma van maatregelen is aan het ministerie van VROM gezonden teneinde op de saneringswoningen een maximale toelaatbare grenswaarde (MTG) vast te stellen. Ingevolge artikel 72, tweede lid, van de Wet geluidhinder heeft de minister voor de gevels van de woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen waarop het programma van maatregelen betrekking heeft hogere grenswaarden van de geluidsbelasting vastgesteld.

Inmiddels is gebleken dat de in 1991 vastgestelde geluidszone onvoldoende geluidsruimte biedt om het industrieterrein verder te ontwikkelen. Door de provincie Zeeland is samen met Zeeland Seaports een project opgestart om te onderzoeken hoe geluidsruimte op het industrieterrein kan worden gecreëerd. Uit het akoestisch onderzoek is gebleken, dat het verruimen van de geluidszone de enige mogelijkheid is om structureel geluidsruimte, voor zowel de nog braakliggende delen van het Industrieterrein Vlissingen-Oost als ook de reeds bestaande bedrijven, te creëren. Om deze geluidsruimte te creëren zijn een aantal stappen doorlopen.

De eerste stap om te komen tot een verruiming van de geluidszone is de vaststelling van een hogere grenswaarde voor in totaal 285 woningen. Hiertoe heeft het college van gedeputeerde staten bij besluit van 27 september 2005 een hogere grenswaarde vastgesteld voor in totaal 284 woningen. De andere hogere waarde (de 285e) betrof een school. De hiervoor aangevraagde hogere grenswaarde is geweigerd. Op 21 februari 2006 heeft het college besloten de hogere grenswaarde niet te wijzigen naar aanleiding van de binnengekomen bezwaren. De gemeente Borsele is vervolgens gestart met het opnemen van de nieuwe geluidszone in de betreffende bestemmingsplannen. De geluidszone hoeft alleen in de gemeente Borsele te worden verruimd. Door de verruiming van de geluidszone wordt extra geluidsruimte gecreëerd voor zowel de bestaande als nieuw te vestigen bedrijven.

Elders in het land is het reeds een bestaande praktijk dat voor industrieterreinen gebruik wordt gemaakt van een akoestisch inrichtingsplan, waarin de totaal beschikbare geluidsruimte wordt verdeeld.

Op 3 juli 2006 is een wetsvoorstel inzake wijziging van de Wet geluidhinder vastgesteld in de eerste kamer. Dit wetsvoorstel is gepubliceerd in staatsblad 350 van 1 augustus 2006. Volgens planning treedt dit wetsvoorstel op 1 januari 2007 in werking. In dit wetsvoorstel wordt de zonebeheerder ingevolge artikel 164 (nieuw) Wet geluidhinder de mogelijkheid geboden een beheersplan/beleidsregel op te stellen. In dat plan kan hij aangeven hoe hij voornemens is de beschikbare geluidsruimte te verdelen. Het voordeel voor bedrijven van zo'n plan is vooral dat zij meer duidelijkheid krijgen over de beschikbare geluidsruimte. Met artikel 164 wordt aangesloten op een ontwikkeling die in de praktijk al zichtbaar is.

Deze beleidsregel borduurt voort op de bestaande praktijk, en geeft bij wijziging van de Wet geluidhinder een uitdrukkelijke basis hiervoor. Daar deze beleidsregel na de inwerkingtreding van de nieuwe Wet geluidhinder in werking zal treden wordt in deze beleidsregel verwezen naar de nieuwe Wet geluidhinder.

2. Akoestisch onderzoek:

Het akoestisch onderzoek is opgebouwd uit een aantal onderdelen. Als eerste is onderzocht of het mogelijk is maatregelen te treffen bij de bestaande bedrijven. Als tweede is onderzocht waar bij de gewenste invulling van het industrieterrein de geluidszone komt te liggen. De gewenste invulling is opgesteld op basis van de toekomstplannen van zowel Zeeland Seaports voor de nog braakliggende kavels als ook voor die van de bestaande bedrijven. Door de betrokken gemeenten en de provincie zijn vervolgens randvoorwaarden opgesteld. Dit om een aanvaardbaar leefklimaat in de omliggende woongebieden te garanderen.

De gewenste mogelijkheden met daarbij de door de verschillende partijen opgegeven beperkingen heeft de geoptimaliseerde geluidcontour opgeleverd. Deze geoptimaliseerde situatie is samengesteld uit de verschillende vooraf door de gemeenten aangegeven randvoorwaarden en de wettelijke mogelijkheden. De door de verschillende bedrijven opgegeven benodigde toekomstruimte is geïnventariseerd en in het akoestisch onderzoek verwerkt. De resultaten daarvan zijn aan de betrokken bedrijven toegezonden. De benodigde geluidsruimte voor de nog braakliggende terreinen is door Zeeland Seaports geïnventariseerd.

Het opstellen van het akoestisch onderzoek is gebeurd onder de begeleiding van een begeleidingsgroep welke bestond uit vertegenwoordigers vanuit de betrokken gemeenten Borsele, Middelburg en Vlissingen, Zeeland Seaports, de bedrijven op het industrieterrein en de provincie Zeeland.

Om te voorkomen dat de geluidszone in de toekomst alsnog verruimd moet worden, zijn de resultaten van het akoestisch onderzoek opgenomen in een akoestisch inrichtingsplan.

3. Doelstelling:

In de onderhavige beleidsregel worden het gebruik en de uitgifte van geluidsruimte op het Industrieterrein Vlissingen-oost geregeld.

De doelstelling van de beleidsregel is het reguleren van de invulling van het gehele Industrieterrein Vlissingen-Oost zonder overschrijding van de geluidszone.

Deze doelstelling wordt gehaald door:

  • 1.

    De toets op de geluidszone en de vastgestelde hogere grenswaarde voor de in de geluidszone gelegen woningen en indien deze niet verhoogd zijn de maximaal toelaatbare geluidbelasting (MTG's);

  • 2.

    De toets op de per kavel vastgestelde geluidsruimte

Deze toets vindt plaats bij het afgeven van een milieuvergunning respectievelijk de acceptatie van een melding in het kader van een algemene maatregel van bestuur en is opgenomen in het akoestisch inrichtingsplan.

Artikelgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsomschrijvingen:

Zonebewakingsmodel: Een zonebewakingsmodel is een model waar de verschillende bedrijven zijn ingevoerd. In het model zijn ingevoerd: de bronnen, gebouwen en vergunningpunten van de individuele bedrijven, de geluidszone en de punten waarop een hogere grenswaarde is vastgesteld, de omgevingsfactoren zoals dijklichamen, waterpartijen en dergelijke. Voor het industrieterrein Vlissingen-oost wordt sinds 1988 gebruik gemaakt van een zonebewakingsmodel. De basis hiervoor is een computerprogramma genaamd Geonoise van DGMR.

Het model is opgesteld volgens de handleiding meten en rekenen industrielawaai met uitzondering van de in de handleiding "Meten- en Rekenen Industrielawaai" (uitgave 1999) module C methode II voorgeschreven luchtabsorptiecoëfficiënt (alu). Deze blijkt voor grote industrieterreinen met open procesinstallaties op grotere afstand van het industrieterrein een te conservatieve inschatting van de optredende luchtdemping te geven.Uit een onderzoek van TNO-TPD voor het Rijnmondgebied blijkt de werkelijkheid voor dit soort industrieterreinen beter benaderd te worden met een aangepaste luchtabsorptiecoëfficiënt (alu, TNO). De Provincie Zeeland heeft aan de Inspectie Milieuhygiëne om toestemming verzocht tot toepassing van deze aangepaste luchtabsorptiecoëfficiënt op het industrieterrein Vlissingen-Oost. Bij brief van 17 juli 2001(kenmerk 130701012T/LC) heeft de Inspectie

Milieuhygiëne toestemming gegeven voor het gebruik van deze aangepaste luchtabsorptiecoëfficiënt voor dit industrieterrein.

Akoestisch inrichtingsplan:Gelijktijdig met de vaststelling van deze beleidsregel is een akoestisch inrichtingsplan vastgesteld. In dit plan is de beschikbare geluidsruimte verdeeld per kavel. Hiertoe is het industrieterrein opgedeeld in 28 kavels. Voor elke kavel is een aantal dB(A) per vierkante meter beschikbaar. De 28 kavels zijn deels geheel ingevulde kavels, deels gedeeltelijk ingevulde kavels en deels nog braakliggende kavels. In het plan is aangegeven hoeveel geluidsruimte de verschillende bedrijven op hun kavel reeds in gebruik hebben. In de geluidsruimte per kavel is eveneens de gereserveerde geluidsruimte inbegrepen.

Het akoestisch inrichtingsplan is opgesteld op basis van de eindresultaten van het akoestisch onderzoek en houdt rekening met de opgegeven wensen van zowel Zeeland Seaports als de bestaande bedrijven.

Om te voorkomen dat de geluidszone voortijdig wordt ingevuld vindt vergunningverlening plaats op basis van de vastgestelde geluidsruimte per kavel.

Artikel 2 Toepassingsgebied:

De beleidsregel is zowel van toepassing op bedrijven die vallen onder een vergunningplicht ingevolge de Wet milieubeheer als ook op bedrijven die vallen onder een algemene maatregel van bestuur waarbij nadere eisen ten aanzien van geluid kunnen worden gesteld. Bedrijven waarvoor in het kader van een algemene maatregel van bestuur geen nadere eisen kunnen worden gesteld, zijn buiten het toepassingsbereik van deze beleidsregel gelaten. Deze bedrijven produceren in de regel niet veel geluid en in de betreffende algemene maatregel van bestuur zijn hiervoor standaardnormen voorzien. Bedrijven die aan deze standaardnormen kunnen voldoen hebben een bronvermogen dat voor het industrieterrein Vlissingen-oost als verwaarloosbaar kan worden aangemerkt.

Artikel 3 Toetsingscriteria:

Niet extra opgenomen is de toets aan best beschikbare technieken. Dit volgt immers al uit de Wet milieubeheer. In artikel 8.8, derde lid, van de Wet milieubeheer is vastgelegd, dat het bevoegd gezag bij het verlenen van een vergunning de geldende grenswaarden in acht moet nemen. Indien blijkt dat een bedrijf binnen de vastgestelde geluidszone c.q. grenswaarde op de

gevels van woningen niet mogelijk is, moet op basis van artikel 8.10, tweede lid, van de Wet milieubeheer de vergunning (gedeeltelijk) worden geweigerd.

Het doel van deze beleidsregel is een extra toets toe te voegen aan artikel 8.8. derde lid, van de Wet milieubeheer. Voor het industrieterrein

Vlissingen-oost moet ook worden getoetst aan het akoestisch inrichtingsplan.

Sub 1: Zie hiervoor de toelichting bij het bijbehorende Akoestisch inrichtingsplan.

Sub 2: Bij besluit van 27 september 2005 heeft het college van gedeputeerde staten van de provincie Zeeland een hogere grenswaarde vastgesteld voor in totaal 284 woningen, een aantal woningen uitgezonderd waarvoor bij besluit van het ministerie van VROM 15 juni 2000, kenmerk MBG 97581262/703 maximaal toelaatbare geluidbelasting (MTG's) zijn verleend.

Sub 3: Het bestemmingsplan herziening geluidszone Sloegebied.

Artikel 4 Voortoets:

Zie hiervoor de toelichting onder artikel 1.

Artikel 5 en Artikel 6 Evaluatie:

Elke vijf jaar wordt bezien of het akoestisch inrichtingsplan nog past binnen de wensen van de verschillende partijen en indien nodig herzien.

Randvoorwaarde daarbij is dat de geluidszone en de hogere grenswaarden in acht genomen moeten worden. Een wijziging van het akoestisch inrichtingsplan kan dus niet betekenen dat de geluidszone weer moet worden aangepast. Mochten eventuele wijzigingen gevolgen hebben voor de uitbreidingsmogelijkheden van bedrijven dan dienen de betreffende bedrijven hierover vooraf te worden geïnformeerd.

Artikel 7 Afwijkingsmogelijkheid:

Het schuiven van geluidsruimte tussen de verschillende kavels c.q. bedrijven is alleen mogelijk indien de geluidszone en de in de zone vastgestelde hogere grenswaarde niet worden overschreden. Verder geldt hiervoor de randvoorwaarde dat het schuiven tussen de verschillende kavels c.q. bedrijven alleen kan na toestemming van de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Vlissingen en Borsele en het college van gedeputeerde staten van de provincie. Voordat geschoven mag worden met de beschikbare geluidsruimte moet inzicht worden verschaft in de gevolgen voor de bestaande bedrijven c.q. nog braakliggende kavels.

Mocht door een bedrijf geluidsruimte van andere bedrijven worden ingenomen dan dient een bedrijf dat daarvan de gevolgen ondervindt daarover te worden geïnformeerd voordat de betreffende colleges hun besluit nemen. Het besluit van de betreffende bestuursorganen is niet vatbaar voor bezwaar en beroep ingevolge de Algemene wet bestuursrecht. Een dergelijk besluit is pas vatbaar voor bezwaar en beroep indien aan dat besluit rechtsgevolg wordt ontleend. Dit is bijvoorbeeld aan de orde bij verlening van de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer door een bestuursorgaan, waarbij de (nieuwe) geluidsruimte in de vergunning van het betreffende bedrijf is opgenomen.

Ondertekening

Gegeven te Middelburg, 2007
Gedeputeerde Staten voornoemd,
drs. K.M.H. PEIJS, voorzitter.
mr. drs. L.J.M. VERDULT, secretaris.

Beleidsregel zonebeheersysteem industriesysteem Vlissingen-Oost

Beleidsregel_Zonebeheersysteem_Industrieterrein_Vlissingen_Oost_-_bijlage-1.pdf