Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR80516
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR80516/1
Regeling vervallen per 28-12-2012
Garageverordening Stadsdeel Oost-Watergraafsmeer
Geldend van 28-04-2010 t/m 27-12-2012
Garageverordening Oost-Watergraafsmeer
Art. 1
-
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. motorrijtuig: een motorrijtuig in de zin van de Wegenverkeerswet;
b. garage: een geheel of gedeeltelijk besloten ruimte, alsmede een niet tot de openbare weg
behorende open ruimte, bestemd tot of in gebruik voor het plaatsen van een of meer
motorrijtuigen, ongeacht het doel waarvoor dit geschiedt, met uitzondering van een ruimte waarin
uitsluitend motorrijtuigen op twee wielen en/of gehandicaptenvoertuigen met motoraandrijving
aanwezig zijn;
c. garagevergunning: de vergunning bedoeld in art. 2, lid 1 of art. 2, lid 2;
d. eigenaar van een garage: de eigenaar van een besloten of open ruimte, als bedoeld onder b van
dit artikel welke is bestemd om te worden gebruikt als garage.
e. het dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het stadsdeel Oost-Watergraafsmeer.
Art. 2
-
1. Het is de eigenaar van een garage met een oppervlakte kleiner dan 40 m2, welke niet wordt
gebruikt voor onderhouds- of herstelwerkzaamheden aan motorrijtuigen, verboden, deze garage
te hebben, te gebruiken of te doen gebruiken zonder vergunning van het dagelijks bestuur of in
strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften.
2. Het is de rechthebbende op het gebruik van een garage die een oppervlakte heeft van 40 m2 of
meer, of die wordt gebruikt voor onderhouds- of herstelwerkzaamheden aan motorrijtuigen,
verboden, deze garage te gebruiken zonder vergunning van het dagelijks bestuur of in strijd met
de aan de vergunning verbonden voorschriften.
3. De vergunning als bedoeld in lid 1 is niet vereist, ingeval de bestemming tot garage voor de
gemeente is vastgesteld bij goedgekeurd bestemmingsplan of geregeld bij erfpachtvoorwaarden.
Art. 3
-
1. Voor het aanvragen van een vergunning als bedoeld in art. 2, wordt gebruik gemaakt van een
door het dagelijks bestuur vastgesteld formulier.
2. Als de aanvraag een garage betreft met een oppervlakte van 40 m2 of meer, moeten drie
plattegrondtekeningen worden overgelegd, op een schaal van ten minste 1 : 100 van de ruimte die
als garage zal worden gebruikt.
3. Het dagelijks bestuur neemt de aanvraag niet in behandeling alvorens de verschuldigde leges is
voldaan.
Art. 4
-
1. Behalve in geval van strijd met het bepaalde in andere wettelijke regelingen kan een
garagevergunning slechts worden geweigerd, indien naar redelijke verwachting ook het stellen
van voorschriften niet kan voorkomen, dat het hebben, gebruiken of doen gebruiken van de
garage:
a. op de aangrenzende wegen en de wegen in de directe omgeving de vrijheid van het verkeer,
de veiligheid op de weg of een behoorlijke verkeersgeleiding of verkeersregeling in gevaar
brengt;
b. aanleiding geeft tot ernstige hinder aan het openbaar vervoer;
c. een verkeersaantrekkende werking heeft, welke met het oog op een optimaal gebruik van het
wegennet ongewenst is;
d. een evenwichtige verdeling van de noodzakelijke parkeergelegenheid over de stad of het
stadsdeel belemmert;
e. voor zover het een inrichting betreft die niet vergunning-dan wel meldingplichtig is ingevolge
de Wet milieubeheer, het leefmilieu van de omgeving aantast.
2. Het dagelijks bestuur kan bij openbare kennisgeving in nadere regels een uitwerking geven van
de gevallen waarin de in het eerste lid onder a. tot en met e. vermelde omstandigheden zich
voordoen.
Art. 5
-
1. Met het oog op de in art. 4, lid 1 onder a. tot en met e, vermelde elementen kan het dagelijks
bestuur aan een garagevergunning voorschriften verbinden met betrekking tot de inrichting en het
gebruik van de garage. Deze voorschriften kunnen mede de openbaarheid van gebruik en de
structuur van de parkeertarieven betreffen.
2. De voorschriften, bedoeld in lid 1, kunnen door het dagelijks bestuur worden gewijzigd of
uitgebreid, dan wel aan een reeds bestaande vergunning worden toegevoegd, indien dit naar hun
oordeel met het oog op de in art. 4, lid 1 onder a. tot en met e. vermelde bezwaren noodzakelijk is.
Art. 6
-
Het dagelijks bestuur kan eisen, dat de voorschriften welke aan de vergunning worden verbonden op
een door hen aan te geven wijze in de garage ter kennis van de gebruiker worden gebracht.
Art. 7
-
1. Het dagelijks bestuur kan met het oog op de in art. 4, lid 1 onder a. tot en met e. vermelde
bezwaren een garagevergunning voor een bepaalde termijn verlenen.
2. De in het vorige lid bedoelde termijn kan door het dagelijks bestuur slechts eenmaal worden
verlengd voor een tijdsduur die ten hoogste gelijk is aan de vorenbedoelde termijn.
3. Het dagelijks bestuur zal voor het verstrijken van de in lid 2 bedoelde verlengingstermijn beslissen
omtrent het verlenen van een definitieve garagevergunning.
Art. 8
-
1. De garagevergunning vervalt, indien:
a. de eigenaar als bedoeld in art. 2, lid 1, of de rechthebbende als bedoeld in art. 2, lid 2,
ophoudt eigenaar of rechthebbende te zijn;
b. de vergunninghouder schriftelijk heeft verklaard, van de garagevergunning geen gebruik te
willen maken;
c. de garage, anders dan door calamiteit, teniet gaat.
2. Het bepaalde in lid 1, onder a, is niet van toepassing gedurende een jaar na overlijden van de
vergunninghouder. Gedurende die periode worden de erfgenamen geacht vergunninghouder te
zijn
Art. 9
-
Het dagelijks bestuur kan een garagevergunning intrekken indien:
- a.
dit met het oog op de in art. 4, lid 1 onder a. tot en met e. vermelde elementen noodzakelijk is
geworden;
b. de aan de vergunning verbonden voorschriften niet worden nageleefd;
c. de garage langer dan een jaar niet is gebruikt voor het in de vergunning omschreven doel.
- a.
Art. 10
-
Het dagelijks bestuur beslist op een aanvraag om een garagevergunning binnen acht weken na de
dag waarop de aanvraag is ontvangen. Het kan zijn beslissing eenmaal voor ten hoogste acht weken
verdagen.
Art. 11
-
Degene die handelt krachtens een garagevergunning is verplicht, deze vergunning op eerste
aanvraag aan de in art. 13 vermelde ambtenaren ter inzage te geven.
Art. 12
-
Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt gestraft met hechtenis van ten
hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie.
Art. 13
-
De zorg voor de handhaving van deze verordening is, behalve aan de in art. 141 van het Wetboek van
Strafvordering vermelde opsporingsambtenaren, opgedragen aan daartoe door het dagelijks bestuur
bij openbare kennisgeving aangewezen ambtenaren.
Art. 14
-
Zo dikwijls als de zorg voor de nakoming van de bepalingen van deze verordening dit vereist, wordt
hierbij aan de in art. 13 vermelde ambtenaren de last verstrekt, te allen tijde de woningen, de lokalen
en de in art. 1 bedoelde besloten of open ruimten van de ingezetenen, huns ondanks, binnen te
treden of te betreden, zulks voor zover het woningen betreft met inachtneming van het bepaalde bij de
Algemene wet op het binnentreden (Wet van 22 juni 1994, Staatsblad 1994, nr. 572).
Art. 15 Overgangsbepalingen.
-
Vergunningen, als bedoeld in art. 2, eerste of tweede lid van de Garageverordening Amsterdam,
vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad van 5 januari 1972, nr. 1325 (Gemeenteblad 1973, afd. 3,
volgn. 143), en laatstelijk gewijzigd bij besluit van de gemeenteraad van 23 februari 1994, nr. 93
(Gemeenteblad 1994, afd. 3, volgn. 42), worden geacht vergunningen te zijn in de zin van de
onderhavige verordening.
Art. 16 Slotbepaling.
-
1. Deze verordening treedt in werking op de dag na de officiƫle bekendmaking.
2. Bij het in werking treden van deze verordening vervalt de Garageverordening Amsterdam,
vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad van 5 januari 1972, nr. 1325 (Gemeenteblad 1973,
afd. 3, volgn. 143), en laatstelijk gewijzigd bij besluit van de gemeenteraad van 23 februari 1994,
nr. 93 (Gemeenteblad 1994, afd. 3, volgn. 42), voor zover het betreft het grondgebied van het
stadsdeel Oost-Watergraafsmeer.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl