Aanwijzingsbesluit heffings- en invorderingsambtenaren Stadsdeel Oost

Aanwijzingsbesluit

Het Dagelijks Bestuur van Stadsdeel Oost,

overwegende, dat

het noodzakelijk is een aantal medewerkers in overeenstemming met de Gemeentewet aan te wijzen ter uitvoering van de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen;

door wijzigingen in de functiebenamingen binnen de Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam het Aanwijzingsbesluit heffings- en invorderingsambtenaren Stadsdeel Oost van 4 mei 2010, registratienummer 147909, gewijzigd dient te worden;

gelet op artikel 2.2 van de Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam, de artikelen 231, 232 en 246a van de Gemeentewet, artikel 56 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en artikel 63a van de Invorderingswet;

Besluit:

I. aan te stellen als onbezoldigd gemeenteambtenaren: de deurwaarders van Gerechtsdeurwaarders & Incassospecialisten Van Oudenaarden & Partners te Gouda, de deurwaarders van Gerechtsdeurwaarders & Incassospecialisten van PB Overheden te Gouda en de deurwaarders van Van Twuijver Incasso & Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam, in de functie van belastingdeurwaarder;

II. aan te wijzen als gemeenteambtenaar zoals bedoeld in artikel 231. tweede lid, onderdelen b en c, van de Gemeentewet: de stadsdeelsecretaris, de leden van het Directieteam Oost en de afdelingsmanager Vergunningen voor de heffing en invordering in het stadsdeel van de precariobelasting, de afvalstoffenheffing, de reinigingsrechten, de lijkbezorgingsrechten, de marktgelden en de leges, alsmede de directeur en de inspecteurs van de Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam voor de heffing en invordering in het stadsdeel van de precariobelasting, de afvalstoffenheffing, de reinigingsrechten en de leges, alsmede de directeur van De Nieuwe Ooster voor de heffing en invordering in het stadsdeel van de lijkbezorgingsrechten;

III. aan te wijzen als gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel d, van de Gemeentewet, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, de volgende gemeenteambtenaren jegens wie mede gelden de verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en in de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet: de stadsdeelsecretaris, de directeur van De Nieuwe Ooster, de leden van het Directieteam Oost en de afdelingsmanager Vergunningen, alsmede de sectormanager Gegevensbeheer, Waardebepaling en Heffing, de sectormanager Publiekszaken en Invordering en de sectormanager Advies & Ondersteuning van de Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam, alsmede de belastingdeurwaarders als bedoeld onder IV;

IV. aan te wijzen de volgende gemeenteambtenaren, die in de plaats treden van de gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel c, van de Gemeentewet, voor de toezending of uitreiking van aanslagbiljetten ingevolge artikel 8, eerste lid, van de Invorderingswet 1990: de stadsdeelsecretaris, de directeur van De Nieuwe Ooster, de leden van het Directieteam Oost en de afdelingsmanager Vergunningen, alsmede de sectormanager Gegevensbeheer, Waardebepaling en Heffing, de sectormanager Publiekszaken en Invordering en de sectormanager Advies & Ondersteuning van de Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam;

V. aan te wijzen als gemeenteambtenaren zoals bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel e, van de Gemeentewet: de sectormanager Publiekszaken en Invordering, de unitleider Invordering, de teamleider Invordering en de deurwaarders van de Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam, alsmede de deurwaarders van Gerechtsdeurwaarders & Incassospecialisten Van Oudenaarden & Partners te Gouda, de deurwaarders van Gerechtsdeurwaarders & Incassospecialisten van PB Overheden te Gouda en de deurwaarders van Van Twuijver Incasso & Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam;

VI. in te trekken het Aanwijzingsbesluit heffings- en invorderingsambtenaren Stadsdeel Oost van 4 mei 2010, registratienummer 147909, met ingang van de onder VI genoemde datum, met dien verstande dat deze van toepassing blijft op feiten die zich hebben voorgedaan voor die datum;

VII. dat deze besluiten in werking treden op 1 april 2011;

VIII. deze besluiten ter openbare kennis te brengen.