verordening tot regeling van de procedure bij de toepassing van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening

1. Indien een belanghebbende meent, dat het in artikel 49 bepaalde op hem van toepassing is, kan hij een gemotiveerde aanvraag indienen bij de raad.

2. De aanvrager voegt bij de aanvraag alle gegevens en bescheiden die voor de beslissing op de aanvraag nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen.

3. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag, is de aanvrager leges verschuldigd.

1. De aanvraag wordt in behandeling genomen indien de aanvraag schriftelijk is ingediend en is ondertekend door de aanvrager.

2. Indien de aanvraag niet voldoet aan het bepaalde in het eerste lid stelt het college de aanvrager in de gelegenheid de aanvraag binnen een termijn van twee weken aan te vullen.

1. De raad kan binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag schadevergoeding weigeren zonder toepassing te geven aan artikel 5 en volgende, indien de aanvraag kennelijk ongegrond is. De aanvrager wordt hiervan schriftelijk in kennis gesteld.

2. De in het eerste lid genoemde termijn kan door de raad eenmaal met ten hoogste acht weken worden verlengd. De aanvrager wordt hiervan schriftelijk in kennis gesteld.

1. Indien geen toepassing is gegeven aan artikel 4, eerste lid, geeft het college aan de adviseur opdracht terzake advies uit te brengen.

2. De in het eerste lid bedoelde opdracht geschiedt binnen vier weken na het verstrijken van de - eventueel verlengde - termijn, bedoeld in artikel 4.

1. Het college stelt aan de adviseur de aanvraag en hierop betrekking hebbende bescheiden ter beschikking.

2. De adviseur hoort de aanvrager en/of zijn gemachtigde en een of meer vertegenwoordigers van de gemeente.

3. Van de mondelinge uiteenzetting door de aanvrager en/of zijn gemachtigde en door de vertegenwoordiger(s) van de gemeente wordt door de adviseur een verslag gemaakt, dat toegezonden wordt aan de aanvrager en gemeente en tezamen met de eventuele schriftelijke reacties als bijlage aan het advies wordt gehecht.

4. De adviseur neemt de situatie ter plaatse op.

1. De adviseur gaat allereerst na of naar zijn mening de aanvrager ten gevolge van een besluit als bedoeld in artikel 49 schade lijdt, die redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven.

2. Leidt dit onderzoek tot een bevestigende beantwoording, dan berekent de adviseur de ten laste van de aanvrager blijvende schade en de billijke schadevergoeding.

1. De adviseur brengt schriftelijk advies uit aan de raad binnen 16 weken na opdrachtverstrekking schriftelijk advies uit aan de raad.

2. Van een overschrijding van de in het eerste lid genoemde termijn stelt de adviseur zowel de raad als de aanvrager schriftelijk in kennis.

3. Een afschrift van het advies van de adviseur wordt zo spoedig mogelijk doch uiterlijk vier weken vóór het besluit van de raad van gemeentewege aan de aanvrager toegezonden.

4. Aanvrager wordt in de gelegenheid gesteld - schriftelijk of mondeling- eventuele opmerkingen naar aanleiding van het advies van de adviseur vóór de behandeling in de raadvergadering ter kennis van de raad te brengen.

1. De raad beslist op de aanvraag binnen twaalf weken nadat de adviseur het advies genoemd in het vorige artikel heeft uitgebracht.

2. De in het eerste lid genoemde termijn kan door de raad eenmaal met ten hoogste vier weken worden verlengd.

3. Indien de raad besluit tot toekenning van schadevergoeding, bepaalt de raad de hoogte van de schadevergoeding en de datum waarop de vergoeding moet zijn betaald of geregeld.