Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening participatie Wmo-beleid

Geldend van 01-02-2007 t/m 04-04-2012

De raad van de gemeente Buren,

  • 1.

    gelezen het voorstel van Burgemeester en wethouders van 2 januari 2007;

  • 2.

    gelet op artikel 11 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en artikel 150 van de Gemeentewet,

  • 3.

    gezien de adviezen van de cliëntenraad Wvg van 15 januari 2007;

  • 4.

    overwegende dat het noodzakelijk is de participatie van betrokkenen bij het gemeentelijk Wmo-beleid te versterken

Besluit:vast te stellen de volgende Verordening Participatie Wmo-beleid.

Hoofdstuk 1 Verordening Participatie Wmo-beleid.

Artikel 1 Begrippen

  • 1 Participatie Wmo-beleid: de gestructureerde wijze waarop de gemeente belanghebbenden betrekt in de beleidsvorming, uitvoering en evaluatie van de Wet maatschappelijke ondersteuning(Wmo) en het integrale gemeentelijke Wmo-beleid.

  • 2 Integraal gemeentelijk Wmo-beleid: de samenhangende wijze waarop de gemeente in al haar beleid en verantwoordelijkheden, werkt aan de maatschappelijke ondersteuning.

  • 3 Participatieraad Welzijn & Leefbaarheid: de door de gemeente benoemde deskundige of betrokken burgers uit de kring van maatschappelijke organisaties uit de gemeente Buren.

  • 4 Participatieraad Zorg & Wonen: de door de gemeente benoemde deskundige of betrokken burgers uit de kring van zorgbehoevenden en vrijwilligers in de zorg in de gemeente Buren.

Artikel 2 Instellen en in stand houden participatieraden.

Burgemeester en wethouders bevorderen het instellen en het in stand houden van gemeentelijke participatieraden Wmo-beleid.

Artikel 3 Samenstelling, benoeming en zittingsduur

  • 1 De participatieraden bestaan, inclusief de voorzitter, uit maximaal 9 leden. Bij de samenstelling wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met een representatieve vertegenwoordiging uit de onderscheidene kernen van de gemeente en doelgroepen. De leden van de participatieraden worden benoemd door burgemeester en wethouders.

  • 2 In afwijking van artikel 3, lid 1 van deze verordening kunnen op verzoek van de participatieraad maximaal 2 vertegenwoordigers van erkende landelijke c.q. provinciale belangenverenigingen van de in dit artikel genoemde groepen in de raad worden opgenomen.

  • 3 Leden van de gemeenteraad en medewerkers van de gemeente Buren kunnen geen lid zijn van een participatieraad.

  • 4 De participatieraad kiest uit haar midden een voorzitter, secretaris en penningmeester.

  • 5 De benoeming ter voorziening in tussentijds opengevallen plaatsen geschiedt bij voorkeur binnen drie maanden na het ontstaan van de vacature.

  • 6 De zittingsduur is 3 jaar.

  • 7 Jaarlijks treedt een derde van de leden af en is eenmaal hernoembaar .

  • 8 In afwijking van lid 6 treedt 2 jaar na de instelling van een participatieraad een derde van de leden af.

  • 9 Benoeming vindt plaats op persoonlijke titel, zonder last of ruggespraak met de organisatie van waaruit het lid eventueel is voorgedragen.

Artikel 4 Beleidsterreinen

  • 1 De Participatieraad Welzijn & Leefbaarheid en de Participatieraad Zorg & Wonen samen bestrijken alle aspecten van het gemeentelijk WMO-beleid.

  • 1 In het kader van het WMO-beleid wordt de Participatieraad Welzijn & Leefbaarheid betrokken bij de prestatievelden 1, 2 en 3 van de WMO, inclusief het vrijwilligerswerk op dit terrein:

    • a.

      het beleid op prestatieveld 1: de bevordering van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten en het vrijwilligerswerk op dit terrein;

    • b.

      het beleid op prestatieveld 2: het preventief jeugdbeleid;

    • c.

      informatie en advies over de beleidsvelden 1 en 2 (=gedeelte van prestatieveld 3).

  • 2 In het kader van het WMO-beleid wordt de Participatieraad Zorg & Wonen betrokken bij de prestatievelden 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 van de WMO:

    • a.

      het beleid op prestatieveld 3: informatie, advies en cliëntenondersteuning;

    • b.

      het beleid op prestatieveld 4: mantelzorg en vrijwilligers in de zorg;

    • c.

      het beleid op de prestatievelden 5 en 6: "het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en het bevorderen van het zelfstandig functioneren en het beleid van de gemeente gericht op individuele en collectieve voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijk verkeer."

    • d.

      het beleid op de prestatievelden 7, 8 en 9: maatschappelijke opvang, geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg.

Artikel 5 Werkwijze

  • 1 In het kader van participatie vraagt het gemeentebestuur de participatieraad om advies. De raad is ook gerechtigd uit eigen beweging advies uit te brengen aan burgemeester en wethouders.

  • 2 Burgemeester en wethouders vragen de participatieraad in ieder geval om advies over het gemeentelijk beleid met betrekking tot de Wmo en de daarop berustende regelingen. Burgemeester en wethouders maken jaarlijks in overleg werkafspraken met de participatieraden over de onderwerpen op andere beleidsterreinen in zoverre die invloed hebben op het Wmo-beleidsterrein.

  • 3 In het jaarlijks overleg als omschreven in het vorige lid van dit artikel worden met betrekking tot alle beleidsterreinen werkafspraken gemaakt over de termijn waarin advies van de participatieraad wordt verwacht. Deze termijn is zodanig dat de raad zijn taak naar behoren kan vervullen.

  • 4 Het uitgebrachte advies wordt met een reactie van burgemeester en wethouders toegevoegd aan de aan de gemeenteraad ter beschikking te stellen stukken.

  • 5 Tussen de eerst aanspreekbare wethouder en de participatieraad vindt minimaal 2 maal per jaar een structureel overleg plaats. Tussen de eerste contactambtenaar en de participatieraad vindt minimaal 4 maal per jaar een structureel overleg plaats.

  • 6 Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat van de zijde van de gemeente aan de participatieraad tijdig de nodige informatie wordt verstrekt ten behoeve van het naar behoren functioneren van de participatieraad.

Artikel 6 Faciliteiten

  • 1 Burgemeester en wethouders stellen aan de participatieraad een budget ter beschikking voor haar activiteiten, waaronder:

    • a.

      onkostenvergoeding van de leden;

    • b.

      vergoeding voor deskundigheidsbevordering;

    • c.

      aanschaf van documentatie, literatuur en vaktijdschriften;

    • d.

      middelen voor de inschakeling van eigen (professionele) ondersteuning, inhoudelijk en organisatorisch;

    • e.

      middelen ter financiering van niet reguliere-, projectmatige activiteiten.

  • 2 Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks op basis van een door participatieraad te maken werkplan en begroting het budget vast.

  • 3 Aan de participatieraad wordt van gemeentewege vergaderruimte ter beschikking gesteld. De participatieraad verzoekt de gemeente minimaal 4 weken van te voren om het beschikbaar stellen van de benodigde vergaderruimte.

Artikel 7 Slotbepalingen

  • 1 In alle gevallen waarin de verordening niet voorziet met betrekking tot participatie Wmo-beleid beslissen burgemeester en wethouders, gehoord hebbende de participatieraad.

  • 2 Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening participatie Wmo-beleid".Aldus vastgesteld door de raad van Buren op 30 januari 2007De voorzitter,                     De griffier, K.C. Tammes                  G. van Droffelaar