Verordening nazorgheffing stortplaatsen Gelderland 1999

Geldend van 01-01-2006 t/m 31-12-2012

Vastgesteld bij besluit van Provinciale Staten d.d. 24 maart 1999, nr. E - 285 (Provinciaal Blad nr. 1999/27 van 30 maart 1999). In werking getreden op 31 maart 1999. Laatstelijk gewijzigd bij besluit van Provinciale Staten van 14 december 2005, nr. PS2005-886 (Provinciaal Blad nr. 2005/106 van 15 december 2005). In werking getreden op 1 januari 2006.

Begripsomschrijvingen

Artikel 1.

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: de Wet milieubeheer;

  • b.

    sluitingsverklaring: de verklaring als bedoeld in artikel 8.47, derde lid, van de Wet milieubeheer.

Aard van de heffing en belastbaar feit

Artikel 2.

  • 1 Onder de naam nazorgheffing wordt een directe provinciale belasting geheven ter zake van het drijven van een stortplaats in de zin van artikel 8.49 van de Wet milieubeheer.

  • 2 De in het eerste lid genoemde nazorgheffing wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn gemoeid met:

    • a.

      de in artikel 8.49, eerste lid, van de wet bedoelde zorg voor de in de provincie Gelderland gelegen stortplaatsen;

    • b.

      een voor de provincie Gelderland geldende verplichting tot afdracht aan een fonds als bedoeld in artikel 15.48 van de wet;

    • c.

      de inventarisatie door de provincie Gelderland van plaatsen waar in de provincie Gelderland afvalstoffen zijn gestort en waar dat storten vóór 1 september 1996 is beëindigd, en het onderzoek naar en systematische controle van de aanwezigheid, aard en omvang van eventuele verontreiniging aldaar;

    • d.

      de dekking van de aansprakelijkheid, bedoeld in artikel 6:176, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek.

Belastingplicht

Artikel 3.

De nazorgheffing wordt geheven van degene die een stortplaats drijft.

Belastingtijdvak

Artikel 4.

De nazorgheffing wordt geheven als tijdvakbelasting. Het belastingtijdvak is gelijk aan de periode die ligt tussen het tijdstip van ingang van de nazorgheffing en het tijdstip van sluiting van de stortplaats als bedoeld in de sluitingsverklaring.

Maatstaf en berekening van de heffing

Artikel 5.

  • 1 De nazorgheffing wordt zodanig vastgesteld dat uit de opbrengst van de heffing en de daarover verkregen rentebaten en beleggingsopbrengsten de kosten kunnen worden bestreden, die naar verwachting gemoeid zullen zijn met de uitvoering van het in artikel 8.49, derde en vierde lid, van de Wet milieubeheer, bedoelde nazorgplan waarmee Gedeputeerde Staten hebben ingestemd, of indien geen nazorgplan geldt, de in artikel 8.49, eerste lid, van die wet bedoelde zorg voor die stortplaats.

  • 2 Het bedrag van de nazorgheffing wordt als volgt opgebouwd:

    • a.

      een basisbedrag berekend volgens de in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende bijlage “Berekening van nazorgkosten en nazorgheffing provincie Gelderland”, voor de kosten bedoeld in artikel 2, aanhef en onderdelen a, b en d; en

    • b.

      een opslag, uitsluitend voor de niet-bedrijfsgebonden stortplaatsen, voor de kosten bedoeld in artikel 2, aanhef en onderdeel c.

  • 3 De opslag als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, bedraagt € 0,9075 per ton gestort afval gedurende de jaren 1999 tot en met 2002.

     

Wijze van heffing

Artikel 6.

De nazorgheffing wordt bij wege van aanslag geheven.

Tijdstip van betaling

Artikel 7.

De verschuldigde nazorgheffing wordt betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet.

Kwijtschelding

Artikel 8.

Bij de invordering van de nazorgheffing wordt geen kwijtschelding verleend.

Nadere regels

Artikel 9.

Gedeputeerde Staten kunnen nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en invordering van de nazorgheffing.

Inwerkingtreding, ingang van heffing en citeertitel

Artikel 10.

  • 1 Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgende op de dag van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin dit besluit is bekendgemaakt.

  • 2 De datum van ingang van de heffing is 25 maart 1999.

  • 3 Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening nazorgheffing stortplaatsen Gelderland 1999".

Ondertekening

Provinciale Staten van Gelderland

Bijlage bij de Verordening nazorgheffing stortplaatsen Gelderland 1999

MOOP

BEREKENING VAN NAZORGKOSTEN EN NAZORGHEFFING PROVINCIE GELDERLAND.

A. Berekening van het basisbedrag, genoemd in artikel 5, lid 2, onderdeel a van de Verordening nazorgheffing stortplaatsen Gelderland 1999, voor bedrijfsgebonden en niet bedrijfsgebonden stortplaatsen.

De berekening van het basisbedrag, genoemd in artikel 5, lid 2, onderdeel a, voor bedrijfsgebonden en niet-bedrijfsgebonden stortplaatsen vindt plaats door toepassing van het RINAS-rekenmodel.

Bij de berekening van het basisbedrag voor bedrijfsgebonden en niet bedrijfsgebonden stortplaatsen worden de navolgende gegevens en waarden gebruikt: de gegevens uit het nazorgplan, dat de instemming heeft van Gedeputeerde Staten. Indien en voorzover een nazorgplan niet de instemming heeft van Gedeputeerde Staten kunnen de gegevens ambtshalve door de inspecteur worden vastgesteld; - het inflatiepercentage is 2; - het rentepercentage (de rekenrente) is 5,15; - een toeslag voor onvoorziene kosten van 10% over het totaal van de jaarlijkse nazorgkosten; - een toeslag voor ontwerp en directiekosten van 12% over het totaal van de periodieke vervangingskosten; - de opslag voor het afdekken van risico’s bedraagt 10% op alle nazorgkosten; - de apparaatskosten bedragen structureel een bedrag van € 5.000 per stortplaats met een deelvermogen van meer dan € 100.000; - de levensduur/vervangingsperiode van de bovenafdichting bedraagt 50 jaar; - alle prijzen zijn exclusief omzetbelasting.

B Berekening van het basisbedrag, genoemd in artikel 5, lid 2, onderdeel a van de Verordening nazorgheffing stortplaatsen Gelderland 1999, voor baggerspeciedepots.

De berekening van het basisbedrag, genoemd in artikel 5, lid 2, onderdeel a, voor baggerspeciedepots vindt plaats door toepassing van het RINAS-rekenmodel

Bij de berekening van het basisbedrag voor baggerspeciedepots worden de navolgende gegevens en waarden gebruikt: - de gegevens uit het nazorgplan, dat de instemming heeft van Gedeputeerde Staten. Indien en voorzover een nazorgplan niet de instemming heeft van Gedeputeerde Staten kunnen de gegevens ambtshalve door de inspecteur worden vastgesteld; - het inflatiepercentage is 2; - het rentepercentage (de rekenrente) is 5,15; - de inspectie van de bovenafdichting wordt eeuwigdurend met een frequentie van tweemaal per jaar uitgevoerd. Deze omvat een visuele inspectie, waarbij de dikte van de teelaardelaag, de dikte van de kleilaag en klink en zetting worden gecontroleerd; - onderhoud vindt eenmaal per 20 jaar plaats en omvat het aanvullen van 2% van de teelaardelaag, 1% van de kleilaag en inzaaien van gras; - de apparaatskosten bedragen structureel een bedrag van € 5.000 per depot voor baggerspecie met een doelvermogen van meer dan € 100.000; - alle prijzen zijn exclusief omzetbelasting