Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR78551
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR78551/1
Regeling vervallen per 01-01-2012
Beleidsregels declaratieregeling maatschappelijke participatie voor minima 2008
Geldend van 01-12-2008 t/m 31-12-2011 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2008
Intitulé
Beleidsregels declaratieregeling maatschappelijke participatie voor minima 2008Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden;
gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht;
overwegende dat het gewenst is regels te stellen voor de uitvoering van de Declaratieregeling maatschappelijke participatie voor minima 2008;
mede gelet op het raadsbesluit van 23 april 2008, betreffende de vaststelling van de Verordening declaratieregeling maatschappelijke participatie voor minima 2008 gemeente Woerden;
besluit;
vast te stellen de
"Beleidsregels declaratieregeling maatschappelijke participatie voor minima 2008"
Artikel Welzijnsactiviteiten
De kosten waarvoor een vergoeding kan worden verstrekt, zijn in de verordening globaal omschreven. Deze worden hier nader toegelicht door een lijst met voorbeelden. De lijst is niet limitatief. Uitgangspunt is dat de klant vrij is in zijn/haar keuze, zolang het gaat om activiteiten op het gebied van cultuur, sport, recreatie, vorming en educatie. Het gaat om meedoen; de klant bepaalt waaraan.
Onder welzijnsactiviteiten worden activiteiten op het gebied van cultuur, sport, recreatie, vorming en educatie verstaan. Voorbeelden hiervan zijn:
§ lidmaatschap van of deelname aan activiteiten van een vereniging (sport, scouting, e.d.)
§ volgen van cursussen
§ kunstzinnige- of muzikale vorming (toneel, muziek, dans, e.d.)
§ club- en buurthuiswerk
§ deelname aan activiteiten van ouderenorganisaties
§ zwembad-, museum-, speeltuin-, bioscoop- of theaterbezoek
§ bezoek aan evenementen
Kosten die het karakter hebben van een donatie of sponsoring worden niet vergoed.
De contributie van een belangenvereniging zoals vakbond, ouderenbond, huurdersvereniging enz. wordt niet beschouwd als welzijnsactiviteiten, tenzij het lidmaatschap wordt aangegaan in verband met aantoonbare deelname aan welzijnsactiviteiten. Contributie voor een belangenorganisatie valt niet onder de welzijnsactiviteiten aangezien het lid zijn van een belangenvereniging op zichzelf geen deelname aan activiteiten betekent. Indien iemand aantoonbaar meedoet aan de activiteiten die door deze organisaties worden georganiseerd, kunnen de kosten van lidmaatschap en deelname aan de activiteiten worden gedeclareerd als kosten van welzijnsactiviteiten.
De directe kosten zijn onder meer toegangsbewijzen, contributie, lesgeld, deelnemersbijdragen en abonnementen. Om financiële belemmering voor deelname aan activiteiten zoveel mogelijk weg te nemen, komen ook indirecte kosten zoals reiskosten en sportuitrusting voor vergoeding in aanmerking.
Geen bijdrage wordt verstrekt voor welzijnsactiviteiten voor zover deze op basis van een andere regeling of voorziening al (deels) zijn vergoed.
Artikel De aanvraag
Aanvragen voor de declaratieregeling moeten worden ingediend vóór 31 december van het betreffende kalenderjaar. De kosten kunnen tot 1 april van het volgende kalenderjaar worden gedeclareerd.
Artikel Wijze van vaststelling van het inkomen en het vermogen
Om de uniformiteit tussen verschillende regelingen te bevorderen, wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de bepalingen van de WWB. Dit betekent dat het inkomen en het vermogen op dezelfde manier worden vastgesteld als bij de algemene bijstand en bijzondere bijstand. Zie ook richtlijn B137.
Personen met een eigen woning hebben meestal meer vermogen dan kan worden vrijgelaten. De oplossing om verstrekkingen de vorm van een lening te geven (zoals bij uitkeringen voor levensonderhoud gebruikelijk) is in het kader van een participatieregeling voor minima niet doelmatig. Deze groep zou daarom, als de bepalingen van de Wet Werk en Bijstand worden aangehouden, niet behoren tot de doelgroep van het minimabeleid. Toch is het niet altijd reëel om te veronderstellen dat bezitters van een eigen woning kunnen beschikken over hun vermogen om daarmee een sociale activiteit of de sport van de kinderen te bekostigen. Daarom is voorzien in een hardheidsclausule voor deze groep. Bij aanvragen van personen die vermogen hebben dat gebonden is in een eigen woning, wordt op individuele basis onderzocht of een vergoeding vanuit het declaratiefonds aangewezen is teneinde de maatschappelijke participatie te bevorderen.
Artikel Verificatie, betaalbaarstelling en controle
AANVRAAGPROCEDURE
Bij primaire aanvragen worden de volgende gegevens geverifieerd:
· Gezinssamenstelling en woonplaats: aan de hand van de inschrijving - geen briefadres - in de gemeentelijke basisadministratie (GBA).
· Inkomen en vermogen: de aanvrager moet zelf de hoogte van het inkomen en vermogen aantonen. De gegevens worden gecontroleerd aan de hand van de ingeleverde bewijsstukken.
Bij vervolgaanvragen kan de aanvrager volstaan met beantwoording van de vraag of deze gegevens zijn gewijzigd. Verificatie vindt dan steekproefsgewijs achteraf plaats.
Deze verificatie blijft achterwege indien al vaststaat dat iemand behoort tot de doelgroep. Dit is het geval bij :
· personen met een WWB uitkering voor levensonderhoud; aan hen wordt het recht op vergoedingen toegekend voor de duur van de uitkering;
· personen waarvan het inkomen en vermogen in de laatste 12 maanden al is getoetst en waarbij recht op bijzondere bijstand is vastgesteld;
· personen die in het jaar van de aanvraag kwijtschelding van gemeentelijke belastingen hebben verkregen;
· personen in een minnelijk schuldhulpverleningstraject conform de normen van de Nvvk of in een WSNP-regeling.
Teneinde de administratieve last voor de burger zoveel mogelijk te beperken tot een eenmalige gegevensuitvraag, worden deze gegevens niet nogmaals gecontroleerd. Wel wordt bezien of het inkomen- en vermogen in de voorgaande 12 maanden ook daadwerkelijk is getoetst.
DECLARATIES
Om voor tegemoetkomingen in aanmerking te komen, moeten daadwerkelijk kosten zijn gemaakt. Daarom moet de aanvrager de gemaakte kosten kunnen aantonen met bijvoorbeeld een nota, bankafschrift, toegangsbewijs of het anderszins aannemelijk kunnen maken van de kosten. Het is aan het college van burgemeester en wethouders om te bepalen hoe dit wordt gecontroleerd. Voor de declaratieregeling wordt gekozen voor een steekproefsgewijze controle achteraf. Hierdoor wordt de druk op de uitvoering verminderd. Voordeel voor de klant is dat een vergoeding kan worden gevraagd en verkregen voordat de kosten zijn gemaakt.
Betaling van de bijdrage vindt plaats uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van de declaratie, dit conform de servicenormen van de gemeente Woerden.
Artikel Inwerkingtreding en overgangsregel
Conform de bepalingen van de verordening treden deze beleidsregels in werking op de eerste dag van de maand volgend op de datum van bekendmaking in het gemeenteblad en werken zij terug tot 1 januari 2008.
Daar waar belanghebbenden ten opzichte van de uitvoering van de oude verordening “Regeling Declaratiefonds in het kader van het gemeentelijk minimabeleid” hierdoor benadeeld worden, blijft de terugwerkende kracht achterwege.
Ondertekening
Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 21 oktober 2008
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl