Regeling ambtelijke organisatie Gelderland 2009

Geldend van 07-02-2009 t/m 28-05-2013 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2009

Vastgesteld bij besluit van Gedeputeerde Staten van 3 februari 2009, nr. 2009-001596 (Provinciaal Blad nr. 2009/21) van 6 februari 2009. In werking getreden op 7 februari 2009 en werkt terug tot 1 januari 2009.

Hoofdstuk I Inrichting ambtelijke organisatie

Artikel 1

  • 1.

    De ambtelijke organisatie bestaat uit een concerndirectie en afdelingen.

  • 2.

    De concerndirectie bestaat uit de algemeen directeur en directeuren.

  • 3.

    Naast de in het eerste lid genoemde organisatieonderdelen kunnen er prioritaire programma’s zijn.

  • 4.

    De in het eerste lid genoemde afdelingen kunnen worden onderverdeeld in teams. 

Artikel 2

  • 1.

    Gedeputeerde Staten zijn bevoegd tot vaststelling van de doelen en de taken van deorganisatie-eenheden als bedoeld in artikel 1, eerste lid en derde lid.

  • 2.

    De algemeen directeur is bevoegd tot vaststelling van de inrichting van de organisatie-eenheden als bedoeld in artikel 1, eerste lid en derde lid. 

Hoofdstuk II Aansturing

Artikel 3

  • 1.

    Aan het hoofd van de ambtelijke organisatie staat de algemeen directeur, aan het hoofd van een afdeling een afdelingsmanager, aan het hoofd van een prioritairprogramma een manager prioritaire programma’s en aan het hoofd van een team een teammanager.

  • 2.

    De algemeen directeur is werkzaam onder verantwoordelijkheid van Gedeputeerde Staten en is eindverantwoordelijk voor de ambtelijke organisatie.

  • 3.

    De directeuren en de concerncontroller zijn werkzaam onder verantwoordelijkheid van de algemeen directeur.

  • 4.

    De afdelingsmanager en de manager prioritaire programma’s zijn werkzaam onder de verantwoordelijkheid van de concerndirectie.

  • 5.

    Een teammanager is werkzaam onder verantwoordelijkheid van de manager van zijn afdeling. 

Artikel 4

  • 1.

    De algemeen directeur is bevoegd om, met inachtneming van de terzake geldende regels, al hetgeen te doen dat nodig is voor het goed functioneren van de ambtelijke organisatie.

  • 2.

    De managers van de verschillende organisatie-eenheden zijn bevoegd om, met inachtneming van de terzake geldende regels, al hetgeen te doen dat nodig is voor het goed functioneren van hun organisatie-eenheid.

  • 3.

    De algemeen directeur draagt zorg dat de ambtelijke organisatie in al haar taken als ййn concern functioneert. De directeuren staan de algemeen directeur hierin bij.

  • 4.

    In buitengewone omstandigheden neemt de algemeen directeur - zo mogelijk in overleg met de Commissaris van de Koningin - de maatregelen die onverwijld nodig zijn ter bescherming van de belangen van de provincie. 

Artikel 5

  • 1.

    De algemeen directeur is verantwoordelijk voor de aansturing van de ambtelijke organisatie, de bedrijfsvoering, de strategische advisering aan Gedeputeerde Staten en de bewaking van de integraliteit binnen de organisatie. De directeuren staan de algemeen directeur hierin bij.

  • 2.

    De algemeen directeur kan ten behoeve van de in het eerste lid uitgeoefende taken aan de directeuren specifieke aandachtsvelden toewijzen. 

Artikel 6

  • 1.

    De algemeen directeur voert in concerndirectieverband regelmatig overleg. De algemeen directeur kan aan het overleg adviseurs toevoegen.

  • 2.

    De algemeen directeur is bevoegd andere concernbrede overlegverbanden in te stellen. 

Artikel 7

De afdelingsmanagers en de managers prioritaire programma’s dragen zorg voor regelmatig werkoverleg binnen hun organisatie-eenheden en de onderdelen hiervan, met dien verstande dat in ieder geval moet zijn voorzien in regelmatig werkoverleg binnen de kleinste organisatorische eenheden. Het werkoverleg omvat in ieder geval overleg over de inhoud van het werk, de te hanteren werkwijzen en de werkomstandigheden.

Artikel 8

  • 1.

    De afdelingsmanager en de manager prioritaire programma’s treffen een regeling voor hun vervanging. De vervangingsregelingen behoeven de instemming van de algemeen directeur.

  • 2.

    De afdelingsmanager treft een regeling voor de vervanging van teammanagers binnen zijn afdeling. 

Hoofdstuk III De coцrdinatie van werkzaamheden

Artikel 9

  • 1.

    De algemeen directeur draagt op verzoek van de Commissaris van de Koningin of een gedeputeerde zorg voor regelmatig bestuurlijk-ambtelijk overleg, portefeuilleoverleg genaamd, de portefeuille van de Commissaris van de Koningin of de gedeputeerde betreffende.

  • 2.

    Het portefeuilleoverleg met de Commissaris van de Koningin of de gedeputeerde kan worden gecombineerd met dat van een andere portefeuillehouder, indien een aan de orde zijnde aangelegenheid daarom vraagt. 

Artikel 10

  • 1.

    In het voorstel aan Gedeputeerde Staten voor een beslissing wordt de opvatting van de eerstbetrokken portefeuillehouder bij de betreffende aangelegenheid ter besluitvorming voorgebracht. Het voorstel wordt door de secretaris naar Gedeputeerde Staten gezonden.

  • 2.

    Degene die als opsteller van het voorstel of anderszins ambtelijke verantwoordelijkheid voor het voorstel dragen, kunnen een afwijkende opvatting naar voren brengen. 

Artikel 11

  • 1.

    Voorstellen die behandeling in een vergadering van Gedeputeerde Staten behoeven, worden tevoren met de eerstbetrokken portefeuillehouder besproken.

  • 2.

    De voor directe afdoening door leden van Gedeputeerde Staten bestemde voorstellen worden via de secretaris naar de eerstbetrokken portefeuillehouder gezonden.

  • 3.

    De voor directe afdoening door de Commissaris van de Koningin bestemde voorstellen worden via de secretaris naar de Commissaris van de Koningin gezonden. 

Artikel 12

Bij de voorbereiding en uitvoering van beslissingen van Gedeputeerde Staten of de Commissaris van de Koningin waarbij een andere afdeling of prioritair programma betrokken is, draagt de manager van de eerstverantwoordelijke afdeling of prioritair programma zorg voor de onderlinge afstemming. Hij ziet erop toe dat voorstellen waarvan kennisneming of beoordeling door een of meerdere andere afdelingen of prioritaire programma’s geboden is, aan hen worden aangeboden.

Hoofdstuk IV Control

Artikel 13

  • 1.

    Er is een concerncontroller die wordt benoemd door Gedeputeerde Staten.

  • 2.

    Onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur ziet de concerncontroller er op toe dat de ambtelijke organisatie rechtmatig, doelmatig en doeltreffend functioneert en adviseert de directie hierover.

  • 3.

    De concerncontroller kan inzake de in het tweede lid genoemde onderwerpen rechtstreeks rapporteren aan Gedeputeerde Staten.

  • 4.

    De concerncontroller is tevens afdelingsmanager van de eenheid Control. 

Hoofdstuk V Slotbepaling

Artikel 14

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking de dag na publicatie van het Provinciaal Blad en werkt terug tot 1 januari 2009.

  • 2.

    Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling ambtelijke organisatie Gelderland 2009.

  • 3.

    De Regeling ambtelijke organisatie Gelderland wordt ingetrokken. 

Ondertekening

Gedeputeerde Staten van Gelderland