Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR77790
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR77790/1
Regeling vervallen per 01-01-2011
Verordening havengeld vaste ligplaatsen 2010
Geldend van 26-12-2009 t/m 31-12-2010
Intitulé
Verordening havengeld vaste ligplaatsen 2010De gemeenteraad van Vlaardingen,
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van , R.nr. ;
Gelet op de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, en 229a van de Gemeentewet;
Besluit:
vast te stellen de hierna volgende
Verordening havengeld vaste ligplaatsen 2010
Artikel 1 Begripsbepalingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a. kade: de voor de openbare dienst bestemde oever van een
binnen het grondgebied van de gemeente bestaand
openbaar water, voorzover die van een kademuur,
steenglooiing of een andere oeververdediging is voorzien;
b. vaartuig: een drijvend lichaam dat wegens zijn
drijfvermogen wordt gebezigd dan wel bestemd of geschikt
is voor het vervoer te water van personen of goederen of
voor het dragen van al dan niet met het drijvende lichaam
een geheel uitmakende voorwerpen;
c. belastingjaar: een kalenderjaar;
d. vergunning: de vergunning als bedoeld in artikel 2.2, eerste
lid, onderdeel c van de Havenverordening Vlaardingen
2004;
e. havenmeester: de havenmeester van Vlaardingen of diens
plaatsvervanger.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ligplaatsgeld wordt een recht geheven ter zake van het hebben van een vaste ligplaats aan een kade.
Artikel 3 Belastingplicht
Het ligplaatsgeld wordt geheven van degene aan wie burgemeester en wethouders een vergunning hebben verleend voor het innemen van een vaste ligplaats aan een kade.
Artikel 4 Heffingsmaatstaf
Het ligplaatsgeld wordt geheven naar de lengte van de ligplaats zoals deze in de vergunning is omschreven.
Artikel 5 Tarief
Het ligplaatsgeld wordt berekend aan de hand van de tarieven die zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel met inachtneming van de in deze tabel gegeven aanwijzingen.
Artikel 6 Tarieftoepassing
1. Voor de toepassing van de tarieven wordt een gedeelte van een meter kadelengte als een volle meter gerekend.
2. Telkens wanneer een vaste ligplaats in de lengte wordt overschreden, waaronder wordt verstaan, dat een vaartuig uitsteekt buiten de grenzen van de ligplaats langs een aan de vergunninghouder niet uitgegeven gedeelte van een kade, is de vergunninghouder verplicht van de overschrijding binnen zes uur nadat zij een aanvang heeft genomen aan de havenmeester kennis te geven. Ter zake van deze overschrijding moet telkens een bijbetaling op het ligplaatsgeld plaatsvinden, welke berekend naar de lengte van de overschrijding, per strekkende meter een tiende gedeelte van het ligplaatsgeld bedraagt, dat per jaar op grond van artikel 6 zou zijn verschuldigd.
Artikel 7 Wijze van heffing en tijdvak van betaling
1. Het ligplaatsgeld wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving.
2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het ligplaatsgeld worden voldaan binnen één maand na de dagtekening van de in het eerste lid bedoelde kennisgeving.
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het tweede lid gestelde termijn.
4. De bijbetaling op het ligplaatsgeld, bedoeld in artikel 6, tweede lid, wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving en moet worden voldaan op het moment van uitreiken van deze kennisgeving.
Artikel 8 Belastingtijdvak
Het belastingtijdvak is gelijk aan een kalenderjaar.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
1. Het ligplaatsgeld is verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht in de loop van een belastingjaar aanvangt, is het ligplaatsgeld verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
3. Indien de belastingplicht in de loop van een belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat belastingjaar verschuldigde recht als er in dat belastingjaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.
Artikel 11 Kwijtschelding
Bij de invordering van het ligplaatsgeld wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 12 Inwerkingtreding, citeertitel
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de derde dag na die van de bekendmaking.
2. De 'Verordening havengeld vaste ligplaatsen Vlaardingen 2009’ van 18 december 2008 (R.nr. 71.10) wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.
4. Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening havengeld vaste ligplaatsen Vlaardingen 2010’.
Ondertekening
Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Vlaardingen, gehouden op december 2009.
De griffier, De voorzitter,
drs. W.G. Amesz mr. T.P.J. Bruinsma
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl