Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Eemnes

Geldend van 19-03-2010 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 28-01-2010

Intitulé

Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Eemnes

De raad van de gemeente Eemnes;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 januari 2010 inzake het vaststellen van de Verordening Inrichting Antidiscriminatievoorziening;

 

gelet op artikel 1 van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen;

B E S L U I T :

I. De onderstaande verordening inrichting antidiscriminatievoorziening vast te stellen.

II. In te stemmen met het aangaan van een dienstverleningsovereenkomst (DVO) met de Stichting Art. 1 Midden Nederland ten behoeve van het inrichten van een antidiscriminatievoorziening ten bedrage van € 2.807.

III. De 4e begrotingswijziging 2010 vast te stellen.

Artikel 1 Begripsbepalingen

1. Wet: de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

2. Besluit: het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

3. De antidiscriminatievoorziening: antidiscriminatievoorziening als bedoeld in artikel 1 van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

4. Klacht: klacht bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, van de wet.

5. Klachtbehandelaar: klachtbehandelaar als bedoeld in artikel 1 van het besluit.

6. Klager: Klager als bedoeld in artikel 1 van het besluit.

7. Ingezetene: ingezetene als bedoeld in artikel 2 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Zorgplicht college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders biedt de ingezetenen toegang tot een antidiscriminatievoorziening.

Artikel 3 Inrichting antidiscriminatievoorziening

Bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid van klachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de voorziening gewaarborgd.

1. De antidiscriminatievoorziening draagt er zorg voor dat de klachtbehandelaars voldoen aan de voor klachtenbehandeling vereiste deskundigheid en biedt de klachtbehandelaars de mogelijkheid hun deskundigheid te onderhouden en verder te ontwikkelen.

2. De klager heeft in ieder geval de mogelijkheid om een klacht te melden:

- Per post;

- Per e-mail;

- Telefonisch;

- Op een door de gemeente beschikbaar gestelde locatie als bedoeld in artikel 5 van deze verordening.

Artikel 4 Protocol klachtenbehandeling

Het protocol voor de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 6 van de wet regelt in ieder geval:

a. De afdoeningstermijn van klachten;

b. De wijze van afdoening van klachten;

c. De registratie van klachten.

Artikel 5 Laagdrempeligheid antidiscriminatievoorziening

  • 1 Ingezetenen worden in de gelegenheid gesteld een klacht in hun directe leefomgeving te melden.

  • 2 Gemeenten die aansluiting hebben bij een regionaal antidiscriminatiebureau kunnen overeenkomen dat deze melding op een locatie in de betreffende gemeente kan plaatsvinden.

  • 3 Het college draagt zorg voor de deskundigheid van de medewerkers die deze meldingen op adequate manier opnemen en doorverwijzen.

  • 4 Klager wordt door de medewerkers doorgeleid naar de centrale antidiscriminatievoorziening in Utrecht.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 28 januari 2010.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als: Verordening Inrichting Antidiscriminatievoorziening Wet Gemeentelijke Antidiscriminatievoorzieningen.

 

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 22 februari 2010
 
 
J.A. de Bruijn                                                               R. van Benthem RA
griffier                                                                           voorzitter