EILANDSVERORDENING van de 7de April 1955 houdende bepalingen ter bestijding van overlast ten gevolge van het gebruik van luidklinkende muziekinstrumenten en geluidsversterkers. (Hinderlijke geluidenverordening Bonaire)

1. Het is verboden door middel van gramofoons of andere toestellen, bestemd tot het weergeven van muziek of van de menselijke stem, dan wel door middel van geluidsversterkers, hetzij in de open lucht, hetzij vanuit een winkel, hetzij vanuit een woning, hetzij vanuit andere afgesloten plaatsen, op zodanige wijze geluid te maken, dat daardoor overlast voor de omgeving kan ontstaan.

2. Onder overlast wordt verstaan de storende werking van een geluid op de orde en rust in een omgeving, tengevolge waaraan de omwonenden in het rustig genot van bewoning kunnen worden gehinderd.

1. Overtreding van de verbodsbepaling van artikel 1 wordt gestraft met een geldboete van ten hoogste honderd en vijftig gulden.

2. Indien tijdens het plegen van de overtreding nog geen jaar is verlopen sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens gelijke overtreding onherroepelijk is geworden, of vrijwillig voldaan is aan de voorwaarden, door de bevoegde ambtenaar van het openbaar ministerie krachtens artikel 76 van het Wetboek van Strafrecht voor Curaçao gesteld, wordt hij gestraft met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete van ten hoogste twee honderd gulden.

3. In het geval, bedoeld in het tweede lid, kunnen de voorwerpen, waarmede de overtreding is gepleegd, worden verbeurd verklaard voor zover zij aan de veroordeelde toebehoren.

4. De feiten, bij deze eilandsverordening strafbaar gesteld, worden beschouwd als overtredingen.

1. Deze eilandsverordening kan worden aangehaald als "Hinderlijke geluidenverordening Bonaire".

2. Zij treedt in werking met ingang van de dag na die van haar afkondiging.