Regeling vervallen per 15-02-2019

Verordening behandeling bezwaarschriften gemeente Maasgouw

Geldend van 11-01-2007 t/m 14-02-2019

Intitulé

Verordening behandeling bezwaarschriften gemeente Maasgouw

De raad, het college en de burgemeester van de de gemeente Maasgouw;

 

ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

 

BESLUITEN:

vast te stellen de volgende:

Verordening behandeling bezwaarschriften gemeente Maasgouw

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

b. commissie: commissie van advies voor de bezwaarschriften

Artikel 2 Inleidende bepaling

1. Er is een commissie van advies ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

2. De commissie bestaat uit drie kamers, die belast worden met de behandeling van bezwaarschriften.

3. Met inachtneming van het volgende onderscheid stelt de commissie voor elke kamer vast welke categorie of categorieën bezwaarschriften door haar zullen worden behandeld:

a. kamer I: Maatschappelijke zaken

b. kamer II: Ruimtelijke en overige zaken

c. kamer III: Personele zaken

4. De kamers treden elk zelfstandig op als commissie als bedoeld in artikel 1.

5. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

a. een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

1. Elke kamer van de commissie bestaat uit een voorzitter en tenminste twee leden, die worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college.

2. Het college benoemt het aantal plaatsvervangende leden dat het nodig oordeelt.

3. In deze verordening wordt onder voorzitter verstaan de voorzitter van de desbetreffende kamer, tenzij nadrukkelijk anders vermeld.

4. De voorzitter van Kamer II is tevens voorzitter van de commissie.

5. De voorzitter en de leden kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Maasgouw

6. De commissie en haar kamers regelen de vervanging van de voorzitter.

7. De kamer kan beslissen dat de behandeling van een bezwaarschrift door de commissie zal geschieden.

Artikel 3a Kamer Personele Zaken

1. Kamer III behandelt de personele zaken.

2. Bij benoeming, schorsing en ontslag van één of meerdere (plaatsvervangende) leden of de voorzitter van deze kamer is instemming van de ondernemingsraad vereist. Deze instemming is niet vereist bij ontslag op eigen verzoek of ontslag wegens het eindigen van de zittingsperiode noch bij herbenoeming voor een nieuwe zittingsperiode.

3. De bezetting van Kamer III wordt als volgt samengesteld:

a. één lid namens de werknemers op voordracht van de vakbonden, het

Georganiseerd Overleg en de Ondernemingsraad;

b. één lid namens de werkgever op voordracht van het college van

burgemeester en wethouders, de burgemeester en de gemeenteraad;

c. een voorzitter, op voordracht van de onder a en b genoemde leden.

Artikel 4 Secretaris

1. De secretaris van de commissie is een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar.

2. Het college wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 5 Zittingsduur

1. De voorzitters en de leden treden af op de dag van het aftreden van de raad.

2. De voorzitters en de leden kunnen op elk moment ontslag nemen.

3. De aftredende voorzitters en de aftredende leden blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 6 ingediend bezwaarschrift

1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

Artikel 7 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter:

a. 2:1, tweede lid;

b. 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

c. 6:17, voorzover het de verzending betreft van stukken tijdens de behandeling door

de commissie;

d. 7:4, tweede lid;

e. 7:6, vierde lid;

Artikel 8 Bemiddeling

De secretaris kan, in overleg met de voorzitter en na overleg met het verwerend orgaan, onderzoeken of het bezwaar in der minne kan worden bijgelegd en daartoe de nodige handelingen verrichten.

Artikel 9 Vooronderzoek

1. De voorzitter is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 10 Stukken en verweerschrift

1. De secretaris nodigt het verwerend orgaan uit de op het bezwaarschrift betrekking hebbende stukken over te leggen en een verweerschrift in te dienen.

2. De stukken en het verweerschrift worden uiterlijk twee weken voor het horen in handen van de commissie gesteld.

Artikel 11 Hoorzitting

1. De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

3. Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

4. De voorzitter en de leden nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 12 Uitnodiging zitting

1. De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

2. Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

3. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan medegedeeld.

4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 13 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist, dat de meerderheid van het aantal leden waaronder in ieder geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

 

Artikel 14 Openbaarheid zitting

1. De zitting van de commissie is openbaar.

2. De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

4. De zitting van de commissie vindt in elk geval achter gesloten deuren plaats wanneer het betreft bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van de Wet Werk en Bijstand.

Artikel 15 Schriftelijke verslaglegging

1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belang-hebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in eikaars tegenwoordigheid zijn ge-hoord, maakt het verslag hiervan melding.

4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

Artikel 16 Nader onderzoek

1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere leden dit onderzoek houden.

2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

3. De leden, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 7:9 en 7:23 van de Awb. 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17 Raadkamer en advies

1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

3. Indien bij een stemming de stemmen staken dan beslist de stem van de voorzitter.

4. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

5. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

6. Het advies wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

Artikel 18 Uitbrengen en toezending advies en verdaging

1. Het advies wordt, onder meezending van het verslag als bedoeld in artikel 15 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het be¬stuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

2. Het advies wordt, onder meezending van het verslag als bedoeld in artikel 15 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tevens gezonden aan de belanghebbenden. Artikel 6:17 Awb is van overeenkomstige toepassing.

3. Indien naar het oordeel van de voorzitter de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

4. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een af-schrift.

Artikel 19 Inwerkingtreding en intrekking

1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2007.

2. De volgende verordeningen vervallen op het moment van inwerkingtreding van deze verordening:

Verordening commissie bezwaarschriften, vastgesteld door de gemeenteraad van

Maasbracht;

Verordening behandeling bezwaarschriften, vastgesteld door de gemeenteraad van

Heel;

Verordening commissie bezwaarschriften, vastgesteld door de gemeenteraad van

Thorn.

Artikel 20 Overgangsbepaling

Bezwaarschriften die voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn ingediend worden behandeld overeenkomstig deze verordening.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordening behandeling bezwaarschriften Maasgouw".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Maasgouw van 2 januari 2007.