Regeling vervallen per 12-07-2013

Verordening Behandeling Bezwaarschriften 2003

Geldend van 29-11-2003 t/m 12-10-2009

Intitulé

Verordening Behandeling Bezwaarschriften 2003

De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Kampen,

ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2003; gezien de op 4 januari 2001 vastgestelde Verordening behandeling bezwaarschriften; gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet; overwegende dat genoemde verordening niet voorziet in een plaatsvervangingsregeling voor de voorzitter en leden van de in artikel 2, eerste lid en artikel 3a, eerste lid onder b van die verordening ingestelde kamer personeelszaken van de bezwaarschriftencommissie; dat het opnemen van een plaatsvervangingsregeling voor voorzitter en leden van de kamer personeelszaken van de bezwaarschriftencommissie in het belang van tijdige behandeling van ontvangen bezwaarschriften noodzakelijk wordt geacht; b e s l u i t e n : vast te stellen de volgende Verordening behandeling bezwaarschriften 2003

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. verwerend orgaan: het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

b. commissie: de bezwaarschriftencommissie;

c. wet: de wet van 4 juni 1992 (Stb. 1992, 315) houdende algemene regels van bestuursrecht (Algemene wet bestuursrecht).

Hoofdstuk 2 Behandeling van de bezwaarschriften

Paragraaf 1 De commissie

Artikel 2 Inleidende bepaling

1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaarschriften, zoals bedoeld in artikel 1:5 lid 1 van de wet, die zijn ingediend tegen een besluit van de gemeenteraad, burgemeester en wethouders of de burgemeester van Kampen.

2. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten met betrekking tot de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen en de wet Waardering Onroerende Zaken.

Artikel 3a Samenstelling van de commissie en kamers

1. De commissie bestaat uit drie kamers, te weten:

a. de kamer maatschappelijke zaken, waar bezwaarschriften worden behandeld met betrekking tot de Algemene Bijstandswet, Wet Voorzieningen Gehandicapten en aanverwante regelingen;

b. de kamer personeelszaken, waar bezwaarschriften worden behandeld met betrekking tot het ambtenarenrecht (waaronder besluiten met betrekking tot functiewaardering);

c. de kamer algemene zaken, waar alle overige bezwaarschriften worden behandeld.

2. De kamers maatschappelijke zaken en algemene zaken bestaan uit een voorzitter en drie leden die allen worden benoemd door burgemeester en wethouders.

3. De kamer personeelszaken bestaat uit een voorzitter en twee leden, die door burgemeester en wethouders als volgt worden aangewezen:

a. een lid, op voordracht van de werknemersdelegatie in de commissie voor Georganiseerd Overleg;

b. een lid, aan te wijzen door burgemeester en wethouders;

c. een voorzitter, op voordracht van de hiervoor onder a en b genoemde leden.

4. De leden van de commissie maken geen deel uit van en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan. De leden van de kamer personeelszaken mogen ook geen vakbondsbestuurder zijn van de werknemersdelegatie in de commissie voor Georganiseerd Overleg.

5. Voor de kamer personeelszaken kunnen door burgemeester en wethouders tevens worden aangewezen:

a. op voordracht van de werknemersdelegatie in de commissie voor de Georganiseerd Overleg, een plaatsvervangend lid voor het commissielid als bedoeld in het derde lid onder a;

b. een plaatsvervangend lid voor het commissielid als bedoeld in het derde lid onder b;

c. een plaatsvervangend voorzitter, op voordracht van de onder het derde lid onder a en b genoemde leden.

6. Hetgeen is vermeld onder het vierde lid is van overeenkomstige toepassing op plaatsvervangende leden.

Artikel 3b Vergaderingen en taken van de gehele commissie

1. De commissie behandelt bezwaarschriften in beginsel alleen in kamerverband, maar kan in een vergadering van de gehele commissie wel algemene aspecten van de behandeling van bezwaarschriften aan de orde stellen. De commissievoorzitter bepaalt hoe vaak de commissie in zijn geheel bij elkaar komt.

2. De voorzitter bepaalt zonodig nader welke categorie of categorieën bezwaarschriften door de verschillende kamers worden behandeld.

Artikel 3c Vergaderingen van de kamers van de commissie

1. Indien nodig, kunnen de leden van de kamers algemene zaken en maatschappelijke zaken elkaar onderling vervangen.

2. De kamer personeelszaken behandelt elke zaak in aanwezigheid van de (plaatsvervangend) voorzitter en de beide onder artikel 3a, derde lid onder a en b genoemde leden, danwel hun op grond van artikel 3a, vijfde lid aangewezen plaatsvervangers.

3. Waar hierna in deze verordening over de commissie wordt gesproken, wordt de betreffende kamer van de commissie bedoeld.

Artikel 3d De voorzitter en de waarnemend voorzitters

1. De leden van de kamers maatschappelijke zaken en algemene zaken wijzen uit hun midden een plaatsvervangend voorzitter van de betreffende kamer aan.

2. De voorzitter van de algemene kamer is tevens coördinerend voorzitter van de gehele commissie.

3. De voorzitters van de kamers danwel hun plaatsvervangers gelden voor de behandeling van bezwaarschriften als (waarnemend) voorzitter van de commissie.

4. Waar hierna in deze verordening wordt gesproken over de voorzitter van de commissie wordt de voorzitter van de betreffende kamer bedoeld.

Artikel 4 Secretarissen

1. Burgemeester en wethouders wijzen voor elke kamer van de commissie een secretaris en een plaatsvervangend secretaris aan.

2. De secretaris van de kamer algemene zaken is tevens secretaris van de gehele commissie.

3. Waar hierna in deze verordening wordt gesproken over de secretaris van de commissie, wordt de secretaris van de betreffende kamer bedoeld.

Artikel 5 Zittingsduur

1. De leden van de commissie worden benoemd voor een periode van vier jaar en kunnen ten hoogste tweemaal, telkens voor een periode van maximaal vier jaar, worden herbenoemd.

2. De leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen.

3. De aftredende leden van de commissie blijven, zo mogelijk, hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Paragraaf 2 Procedure

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen gesteld van de kamer van de commissie die over het betreffende bezwaarschrift zal adviseren.

3. Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 van de wet wordt vermeld dat een commissie over het bezwaar zal adviseren.

Artikel 7 Overdracht bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de artikelen

- 2:1, tweede lid,

- 6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet, kan worden hersteld,

- 6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie;

- 7:4, tweede lid,

- 7:6, vierde lid,

- 7:18, tweede en zesde lid, en

- 7:20, vierde lid,

van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie of, namens hem, door de secretaris.

Artikel 8 Vooronderzoek

1. De voorzitter van de commissie, of namens hem de secretaris, is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaar- of beroepschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen.

2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de kamer bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen.

Artikel 9 Hoorzitting

1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

2. De voorzitter beslist over de toepassing van de artikelen 7:3 en 7:17 van de wet.

3. Indien de voorzitter op grond van de in het tweede lid genoemde artikelen besluit van het horen af te zien doet hij daarvan mededeling aan:

a. de belanghebbenden;

b. het verwerend orgaan.

Artikel 10 Uitnodiging zitting

1. De voorzitter deelt de belanghebbenden en het verwerend orgaan, zo mogelijk, ten minste drie weken voor de zitting schriftelijk mee, dat zij de gelegenheid hebben om te worden gehoord tijdens de zitting.

2. Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan, onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

3. De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval twee weken voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden, het verwerend orgaan en in het geval van behandeling van een beroepschrift, aan het beroepsorgaan meegedeeld.

4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 11 Quorum

De kamer algemene zaken en de kamer sociale zaken vergaderen als regel met de voorzitter en twee leden. Voor het houden van een zitting van de kamer algemene zaken en van de kamer sociale zaken is vereist, dat twee leden van de betreffende kamer van de commissie, waaronder in ieder geval de voorzitter aanwezig zijn.

Artikel 12 Niet deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaar- of beroepschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 13 Openbaarheid zitting

1. De zitting van de commissie is openbaar.

2. De deuren worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging

1. Het verslag als bedoeld in de artikelen 7:7 en 7:21 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

2. Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.

3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 15 Nader onderzoek

1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek houden.

2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

4. Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 Raadkamer en advies

1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

2. a. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

b. Indien bij een stemming de stemmen staken dan beslist de stem van de voorzitter.

c. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

4. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 17 Uitbrengen advies

1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, of artikel 7:24, tweede lid, van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing verzoekt hij het in het eerste lid bedoelde bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 18 Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag, volgende op die waarop de bekendmaking heeft plaatsgevonden.

2. Tegelijk met inwerkingtreding van deze verordening wordt de op 4 januari 2001 vastgestelde ‘Verordening behandeling bezwaarschriften’ ingetrokken.

Artikel 19 Citeertitel verordening en aanduiding commissie

1. Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening behandeling bezwaarschriften 2003.

2. De commissie kan worden aangeduid als: de bezwaarschriftencommissie.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kampen op 14 oktober 2003 en de raad van de gemeente Kampen in de openbare vergadering van 27 november 2003.

 

De burgemeester van Kampen,

mr ing. J. Oosterhof

 

Burgemeester en wethouders van Kampen,

De secretaris, de burgemeester,

J.F. Goedegebure mr. ing. J. Oosterhof

 

De raad der gemeente Kampen,

De griffier, de voorzitter,

mr. P.J.N. van de Geyn mr. ing. J. Oosterhof