Verordening havengeld 2008

Artikel 1 Begripsomschrijving

• 1.

  Deze verordening verstaat onder:a. haven: de voor de openbare dienst bestemde wateren en voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn:b. vaartuig: elk drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebruikt dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen of vervoeren van al dan niet van het drijvende lichaam één geheel uitmakende voorwerpen, zomede elk drijvend lichaam ten dienste van de exploratie of exploitatie van olie- en gasvelden of het winnen van mineralen in de waterbodem.;c. pleziervaartuigen: kano’s, roeiboten, pleziermotor- en zeiljachten en soortgelijke vaartuigen, gebruikt voor vermaak of ontspanning;d. overige vaartuigen: kraanschepen, baggermateriaal, heistellingen en dergelijke objecten, alsmede passagiersschepen;e. dag: een periode van 24 uur, aanvangende bij binnenkomst in de haven, of een gedeelte daarvan;f. week: een periode van 7 achtereenvolgende dagen, of een gedeelte daarvan.

• 2.

  Wanneer een vaartuig kennelijk niet meer overeenkomstig de oorspronkelijke bestemming wordt gebruikt, wordt voor de toepassing van de tarieven uitgegaan van de feitelijke omstandigheden.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘havengeld’ wordt een recht geheven ter zake van het gebruik van de gemeentelijke haven met een vaartuig, overeenkomstig de bestemming daarvan en het genot van door of vanwege de gemeente verstrekte diensten.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de schipper, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene aan wie het vaartuig in gebruik is gegeven, of degene die als vertegenwoordiger voor één van dezen optreedt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

• 1.

  Het havengeld wordt geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving, nota of andere schriftuur.

• 2.

  De in deze verordening genoemde bedragen zijn exclusief omzetbelasting.

Artikel 5 Grondslag

• 1.

  Het havengeld wordt berekend:a. voor de in artikel 6 bedoelde vaartuigen aan de hand van de bovendeks gemeten grootste lengte;b. voor de in artikel 7 bedoelde vaartuigen naar de in volumen uitgedrukte waterverplaatsing van het vaartuig tussen het vlak van de grootste toegelaten diepgang en het vlak van inzinking van het ledige vaartuig;

• 2.

  Voor het bepalen van deze waterverplaatsing, oppervlakte en lengte worden de gegevens genomen, vermeld in de voor het vaartuig geldige meetbrief.

• 3.

  Indien geen meetbrief wordt vertoond, wordt de waterverplaatsing, de lengte of de oppervlakte van het vaartuig door de havenmeester of door de plaatsvervangend havenmeester geschat en is de belasting naar de uitkomst der vaststelling verschuldigd.

Artikel 6 Tarief

• 1.

  Voor pleziervaartuigen bedraagt het recht per dag € 0,60 per volle meter lengte.

• 2.

  Voor de overige vaartuigen (die niet komen laden of lossen) bedraagt het recht per week € 0,25 per vierkante meter bovendeks gemeten oppervlakte.

Artikel 7 Tarief

Het havengeld bedraagt voor vaartuigen die komen laden of lossen en niet genoemd in artikel 6:

• a.

  indien het vaartuig bestemd is om in een haven geheel of gedeeltelijk geladen of gelost te worden, per kubieke meter waterverplaatsing per week € 0,10, met een minimum van € 2,30;

• b.

  indien het vaartuig in een haven niet geheel of gedeeltelijk wordt geladen of gelost, per kubieke meter waterverplaatsing per week 50% van het in onderdeel a. genoemde tarief.

Artikel 8 Vrijstellingen

Het havengeld wordt niet geheven van:

• a.

  vaartuigen welke dienst doen als roeiboten, voor zover zij behoren bij vaartuigen waarvoor reeds havengeld ingevolge deze verordening is verschuldigd;

• b.

  politievaartuigen en vaartuigen van het loodswezen, de betonning, bebakening en verlichting van vaarwater, het leger, de marine, de provinciale en rijkswaterstaat;

• c.

  vaartuigen, bedoeld in de artikelen 6 en 7, welke door ijsgang, storm, ondiepte of dergelijke redenen van overmacht gedwongen zijn in de haven te blijven;

• d.

  baggermachines met bijbehorende sleepboot en vaartuigen, die gebezigd worden voor vervoer van specie, gedurende de tijd dat zij in de haven werken;

• e.

  vaartuigen die de haven uitsluitend aandoen met het oog op kerkbezoek door de opvarenden en voor proviandering, mits geen overnachting plaatsvindt.

Artikel 9 Wijze van heffing

Het havengeld wordt geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving of nota.

Artikel 10 Verschuldigheid

Het havengeld is verschuldigd zodra het gebruik van de haven aanvangt.

Artikel 11 Termijn van betaling

• 1.

  Het havengeld kan contant met de havenmeester worden afgerekend of worden voldaan na ontvangst van een factuur binnen 4 weken na de dagtekening van de kennisgeving of nota.

• 2.

  De Algemene termijnenwet is niet van toepassing.

Artikel 12 Nadere regels

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van het havengeld.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

• 1.

  De ‘Verordening op de heffing en invordering van haven- en kaaigelden in de gemeente Oostflakkee van 12 oktober 2006 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

• 2.

  Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

• 3.

  De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2008.

• 4.

  Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening havengeld 2008’.