Financieringsregeling huisvesting ambtenaren

Geldend van 12-02-1998 t/m heden

Intitulé

Financieringsregeling huisvesting ambtenaren

Nr. 11/5-19

De R a a d der gemeente Meppel;

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 23 februari 1994 nr 11/5-19;

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht:

b e s l u i t:

vast te stellen de: FINANCIERINGSREGELING HUISVESTING AMBTENAREN

Artikel 1

Onder ambtenaar in de zin van deze regeling wordt verstaan:

"de ambtenaar als bedoeld in artikel A1 van het Algemeen Ambtenarenreglement van de gemeente Meppel".

Artikel 2

In het geval de geldlening onder verband van eerste hypotheek zal worden verleend, zal deze ten hoogste bedragen:

a. voor de bouw van een woning:

100% van het bedrag der stichtingskosten van de woning, vermeerderd met de op de hypotheekverlening vallende kosten;

b. voor de aankoop van een bestaande woning:

100% van het bedrag der koopsom van de woning, vermeerderd met de overdrachtsbelasting, notaris- en makelaarskosten en de op de hypotheekverlening vallende kosten:

c. voor de reeds in bezit verworven woning ter aflossing van het daarop nog rustende schuldrestant: het bedrag van het op de woning nog rustende schuldrestant tot maximaal de door burgemeester en wethouders vastgestelde waarde van de bestaande woning.

d. voor de verbouw, verbetering of uitbreiding van een reeds in eigendom verworven woning:

100% van de kosten van verbouw, verbetering of uitbreiding.

Artikel 3

In het geval de geldlening onder verband van tweede hypotheek zal worden verleend, zal deze, tezamen met de geldlening onder verband van eerste hypotheek, ten hoogste de onder artikel 2. genoemde maxima bedragen.

Artikel 4

Terugbetaling van de lening zal - zulks naar keuze van de ambtenaar -plaatsvinden als volgt:

a. in maximaal 30 jaar bij wijze van annuïteiten, welke in gelijke maandelijkse termijnen op de bezoldiging van de ambtenaar worden ingehouden.

In bijzondere gevallen ter beoordeling van burgemeester en wethouders, mag een lening worden afgelost in maximaal 40 jaren;

b. na maximaal 30 jaar ineens, uit de opbrengst van een gemengde levensverzekering, welke terzake van de hoofdsom op het leven van de ambtenaar wordt gesloten. De hoogte van de verzekering dient ten genoegen van burgemeester en wethouders te worden bepaald en wel op een zodanige wijze dat bij uitkering de opbrengst te allen tijde voldoende is om de restantschuld af te lossen. De terzake van de uitstaande vordering jaarlijks verschuldigde rente wordt in gelijke maandelijkse termijnen op de bezoldiging van de ambtenaar ingehouden;

c. in een kombinatie van de vormen, genoemd in artikel 1 en 2.

Artikel 5

1. De geldlening wordt verstrekt tegen een rentepercentage, dat 1/4% lager ligt dan het effectief percentage waartegen op het tijdstip der kredietverstrekking door de N.V. Bank voor Nederlandse Gemeenten geldleningen aan overheidslichamen worden aangeboden met eenzelfde looptijd als die van bedoelde geldlening.

2. Het overeenkomstig het vorige lid berekende percentage wordt verhoogd met een opslag van 0,2% in de gevallen als bedoeld in artikel 4 sub b en c, zulks als bijdrage in de kosten van de verzekeringsadministratie.

Artikel 6

Het is de ambtenaar toegestaan gedurende de looptijd van de lening een keer, bij onderhandse akte van schuldbekentenis, het rentepercentage te doen wijzigen.

Artikel 7

De voor de ambtenaar uit de kredietverstrekking voortvloeiende lasten mogen, met inbegrip van de geraamde jaarlijkse kosten voor onderhoud, verzekeringen en belastingen en de premie van de in artikel 4 genoemde levensverzekering, niet hoger zijn dan 25% van zijn op het tijdstip van de kredietverlening geldende inkomen. Onder inkomen wordt ten deze verstaan het bruto-salaris (inclusief vakantietoelage) doch exclusief toelagen voor overwerk, enz.

Bij de beoordeling van de woonlast wordt rekening gehouden met de uit de woonlasten voortvloeiende vermindering van de loon- en/of inkomstenbelasting en het bedrag van een eventuele rijkspremie over het eerste jaar.

Indien de partner van de belanghebbende een eigen inkomen heeft, mogen de uit de kredietverstrekking voortvloeiende lasten met maximaal 5% worden verhoogd.

Artikel 8

In de terzake te sluiten hypotheekakte, waarvan de kosten voor rekening van de ambtenaar komen, dienen de gebruikelijke bedingen ten aanzien van een behoorlijk onderhoud van de woning, de verzekering tegen brand schade en een regelmatige betaling van rente en aflossing te worden opgenomen.

Artikel 9

Bij het verlaten van de gemeentedienst zal het restant van de geldlening onmiddellijk opeisbaar zijn, met dien verstande dat:

a. de ambtenaar, die gaat verhuizen, voldoende tijdsruimte wordt geboden een andere woning te betrekken en de te verlaten woning te verkopen;

b. deze bepaling geen toepassing vindt ten aanzien van medewerkers die de gemeentedienst verlaten wegens ouderdoms- of invaliditeitspensioen en ten aanzien van de weduwe of weduwnaar van een overleden ambtenaar;

c. burgemeester en wethouders kunnen in zeer bijzondere gevallen, waarin op grond van het gemeentelijk belang zulks is vereist (bijv. bij toekennen van wachtgelden, privatisering van gemeentelijke taken) besluiten tot continuering van de regeling.

Artikel 10

Burgemeester en wethouders kunnen aan de kredietverstrekking nog andere voorwaarden, welke hun dienstig voorkomen, verbinden.

Zij kunnen een kredietverstrekking weigeren, wanneer de stichtingskosten of de koopsom hun niet aanvaardbaar voorkomen, of indien het verzoek van de ambtenaar naar hun oordeel om andere redenen niet voor inwilliging in aanmerking komt.

Artikel 11

Burgemeester en wethouders zenden elke op grond van dit besluit genomen beslissing tot het verstrekken van een geldlening ter kennisname aan Gedeputeerde Staten van Drenthe

Artikel 12

1. Deze regeling welke kan worden aangehaald als ’Woningfinancieringsregeling’ treedt in werking op in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

2. Op dat tijdstip wordt de ’Woningfinancieringsregeling’ vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad van 7 juni 1990, sedertdien gewijzigd, ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 3 maart 1994,
De secretaris, De voorzitter,