Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR76692
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR76692/1
Regeling vervallen per 01-01-2012
Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2011
Geldend van 01-01-2011 t/m 31-12-2011
De raad van de gemeente Boskoop;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 16 november 2010;
gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
B E S L U I T:
vast te stellen de
Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2011
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
-
1 Onder de naam “afvalstoffenheffing” wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 80).
-
2 De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 1A Begripsomschrijvingen
-
1 Onder de naam “afvalstoffenheffing” wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 80).
-
2 De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 2 Belastingplicht
-
1 De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijk afval geldt:
-
2 Voor toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt;
- a.
degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;
- b.
ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.
- a.
Artikel 2A Belastingplicht
-
1 De belasting wordt geheven van degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens een zakelijk of persoonlijk recht in de gemeente gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
-
2 Voor de toepassing van het eerste lid wordt:
- a.
gebruikmaken van een perceel door de leden van een huishouden aangemerkt als gebruik¬maken door het door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen lid van dat huishouden;
- b.
gebruikmaken door degene aan wie een deel van een perceel in gebruik is gegeven aan¬gemerkt als gebruikmaken door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven, met dien verstande dat degene die het deel in gebruik heeft gegeven, bevoegd is de heffing als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;
- c.
het ter beschikking stellen van een perceel voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik¬maken door degene die dat perceel ter beschikking heeft gesteld, met dien verstande dat degene die het perceel ter beschikking heeft gesteld, bevoegd is de heffing als zodanig te verhalen op degene aan wie het perceel ter beschikking is gesteld.
- a.
Artikel 3 Maatstaf van heffing en tarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 4 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 5 Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
-
1 De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
-
2 Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, is de belasting, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
-
3 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
-
4 Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.
Artikel 6A Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
-
1 De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
-
2 Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, is de belasting, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
-
3 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
-
4 Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald uiterlijk drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
-
2 In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan meer is dan € 90,00 en minder dan € 2.500,00, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschre¬ven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de afvalstoffenheffing wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing.
Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel
-
1 De 'Verordening afvalstoffenheffing 2010” van 17 december 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking, met uitzondering van de artikelen 1A, 2A en 6A die in werking treden indien het bij koninklijke boodschap van 10 september 2010 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de heffingsplicht voor huishoudelijke afvalstoffen bij kamerverhuur en bij volgtijdig gebruik (32 479) tot wet is verheven en die wet in werking treedt met ingang van 1 januari 2011.
-
3 Indien het bij koninklijke boodschap van 10 september 2010 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de heffingsplicht voor huishoudelijke afvalstoffen bij kamerverhuur en bij volgtijdig gebruik (32 479) tot wet is verheven en die wet in werking treedt met ingang van 1 januari 2011, komen op hetzelfde tijdstip de artikelen 1, 2 en 6 te vervallen.
-
4 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.
-
5 Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening afvalstoffenheffing 2011'.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad voornoemd, gehouden op 9 december 2010.
de griffier, de voorzitter,
mw. drs. J. Timmerman, J. Rijsdijk
Tarieventabel behorende bij de “Verordening afvalstoffenheffing 2011” 1
Algemeen
Hoofdstuk 1 Maatstaf en tarief afvalstoffenheffing
De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:1.1.1 indien dat perceel wordt gebruikt door één persoon € 221,491.1.2 indien dat perceel wordt gebruikt door meer dan één persoon € 284,78
Behorende bij het raadsbesluit van 9 december 2010.
De griffier,
mw. drs. J.A.M. Timmerman
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl