Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR76554
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR76554/1
Regeling vervallen per 01-01-2021
Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen
Geldend van 24-12-2009 t/m 12-12-2012 met terugwerkende kracht vanaf 01-06-2009
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingenNr.
De R a a d der gemeente Meppel;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. , nr. ;
gelet op het bepaalde in artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening gemeente Meppel;
b e s l u i t:
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen.
Artikel 1 Belastbaar feit
Onder de naam “Parkeerbelastingen” worden de volgende belastingen geheven:
a. een belasting ter zake van het parkeren van een motorvoertuig krachtens RVV 1990 op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college te bepalen plaats, tijdstip en wijze;
b. een belasting terzake van een van gemeentewege verleende ontheffing, vergunning en/of tijdelijke ontheffing winkelgebied voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die ontheffing of vergunning aangegeven plaats en wijze.
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
1. Parkeren
het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijke voorschrift is verboden;
2. Houder
degene die naar de omstandigheden als houder van een motorvoertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven of degene die het motorvoertuig op grond van een contract van huurkoop onder zich heeft, in vruchtgebruik heeft of anderszins, anders dan eigenaar of bezitter, tot duurzaam gebruik onder zich heeft;
3. Parkeerapparatuur
parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;
4. Parkeerapparatuurplaats:
een parkeerplaats ten aanzien waarvan het parkeren geregeld wordt met parkeerapparatuur;
5. Belanghebbendenplaats:
een parkeerplaats die:
1. is aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990, of
2. gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990 met het opschrift zone voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;
6. Vergunning
een door het college verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen;
7. Vergunninghouder
de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend;
8. Ontheffing
een door het college verleende ontheffing, waarmee het is toegestaan een
motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- en/ of belanghebbendenplaatsen;
9. Ontheffinghouder:
de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een ontheffing is verleend;
10. Tijdelijke ontheffing winkelgebied.
Een tijdelijke ontheffing voor bedrijven die werkzaamheden uitvoeren bij objecten in het winkelgebied en waar de noodzaak aanwezig is om in de directe omgeving van het betreffende object te parkeren.
11. Vervangende ontheffing
Een ontheffing ter vervanging van een reeds eerder afgegeven ontheffing, bij wijzigingen en/of verlies of diefstal.
Artikel 3 Belastingplicht
1. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd.
2. Als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:
a. degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft de belasting te willen voldoen;
b. zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 1, onderdeel a, heeft plaatsgevonden:
de houder van het voertuig, met dien verstande dat:
I indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;
II indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten worden ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.
3. De belasting als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
4. De belasting als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, wordt geheven van degene die de ontheffing, vergunning/of tijdelijke ontheffing winkelgebied heeft aangevraagd.
Artikel 4 Tijdstip van ontstaan van de belastingschuld
1. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, is verschuldigd bij aanvang van het parkeren.
2. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de ontheffing, vergunning of tijdelijke ontheffing wordt verleend.
Artikel 5 Belastingtarief, belastingtijdvak en maatstaf van heffing
Het belastingtarief, het belastingtijdvak en de maatstaf van heffing zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 6 Vrijstellingen
Van het betalen van parkeerbelasting, zoals bedoeld in artikel 1, onderdeel a, zijn vrijgesteld, zij die houder zijn van een door het bevoegd gezag afgegeven gehandicaptenparkeerkaart, mits deze samen met de gehandicaptenparkeerkaart achter de voorruit van het motorvoertuig is aangebracht, op zodanige wijze, dat de voorzijde ervan buiten het motorvoertuig duidelijk leesbaar is.
Artikel 7 Wijze van heffing
1. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college gestelde voorschriften.
2. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.
Artikel 8 Termijnen van betaling
1. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren.
2. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de ontheffing of vergunning wordt verleend.
3. Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.
Artikel 9 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college bij openbaar te maken besluit.
Artikel 10 Bevoegdheid tot gebruik wielklem en wegsleepregeling
1. Tot zekerheid van de betaling van een naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, kan aan het motorvoertuig ook een wielklem worden aangebracht, waardoor wordt verhinderd dat het motorvoertuig wordt weggereden.
2. Het college wijst bij openbaar te maken besluit in alle gevallen de terreinen en weggedeelten aan waar de wielklem wordt toegepast.
3. Indien na het aanbrengen van de wielklem 24 uren zijn verstreken kan het motorvoertuig naar een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen plaats worden overgebracht en in bewaring worden gesteld.
Artikel 11 Kosten
1. Voor de kosten van de naheffingsaanslag terzake van de belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, wordt aangesloten bij het maximale bedrag genoemd in de ministeriële regeling.
2. De kosten van het aanbrengen en van het verwijderen van de wielklem bedragen € 112,50.
3. De kosten van overbrenging en bewaring bedragen € 225,00 alsmede € 45,00 per dag voor het bewaren.
4. Het bedrag van de ingevolge het tweede en derde lid in rekening te brengen kosten wordt bij beschikking vastgesteld.
Artikel 12 Kwijtschelding
Bij de invordering van de parkeerbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 13 Nadere regels door het college
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van parkeerbelastingen.
Artikel 14 Inwerkingtreding en citeerregel
1. Deze verordening treedt in werking acht dagen na die waarop zij is bekend gemaakt en werkt terug tot en met 1 juni 2009.
2. Met ingang van de in het eerste lid genoemde datum van ingang wordt ingetrokken de “Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2009” vastgesteld door de gemeenteraad van Meppel op 11 december 2008.
3. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Parkeerbelastingen”.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van
de griffier, de voorzitter,
Artikel Tarievenkaart
Tarievenkaart behorende bij de Verordening parkeerbelastingen
1. Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 1, onderdeel
a bedraagt: De parkeertarieven worden in twee segmenten verdeeld. We maken onderscheid in
de parkeertarieven in het centrum (binnen de binnenring) op de binnenring en de daarbij
behorende winkelstraten en de rest van het gereguleerde gebied inclusief de terreinen.
Op de terreinen en in de gebouwde voorzieningen, op de binnenring en in de woonwijken geldt het basistarief. Binnen de binnenring in het centrum geldt een hoger tarief.
2. Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 1, onderdeel
b bedraagt per ontheffing per kalendermaand of een gedeelte daarvan: Behoort bij raadsbesluit van … nr…. tot vaststelling van de tarieventabel 2009 behorende
bij de “Verordening parkeerbelastingen”.
Ondertekening
Meppel,
de griffier, de voorzitter,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl