Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening op de heffing en de invordering van de lijkbezorgingsrechten

Geldend van 30-12-2010 t/m 28-12-2011

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van de lijkbezorgingsrechten

Nr.

De R a a d der gemeente Meppel;

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. , nr.  ; gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de: Verordening op de heffing en de invordering van de Lijkbezorgingsrechten

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. begraafplaats: De algemene begraafplaats Meppel, gelegen aan de Zomerdijk

te Meppel of de algemene begraafplaats Nijeveen, gelegen aan de

Schuurmansweg te Nijeveen;

b. particulier graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een

natuurlijk- of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

- het doen begraven en begraven houden van lijken;

- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

c. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt

geboden tot het doen begraven van lijken;

d. particulier urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan

een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

e. urnennis: een nis, waarvoor aan een natuurlijk- of rechtspersoon het

uitsluitend recht is verleend tot:

- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

f. asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

g. urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

h. verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt

verstrooid, danwel een plaats waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het

recht is verleend om as te doen verstrooien;

i. grafbedekking: een gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf,

gedenkplaats of verstrooiingsplaats;

j. beheerder: de ambtenaar die is belast met de dagelijkse leiding van de

begraafplaats(en) of degene die hem vervangt.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

a) het lichten van een lijk of urn op rechterlijk gezag;

b) het begraven van dood geboren kinderen of van zuigelingen die met de overleden moeder in één kist worden begraven.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

2. Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 4.3 en 4.4 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

1. De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 4.2, 4.3 en 4.4 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

2. Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 4.2, 4.3 en 4.4 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur, waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

1. De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 4.2, 4.3 en 4.4 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in 4.2 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten als bedoeld in 4.2 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00 Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 4.2, 4.3 en 4.4 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 14 dagen na dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

1. De 'Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten algemene begraafplaats Meppel 2008 nr. 2007-17473 van 31 januari 2008 en de “Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten algemene begraafplaats Nijeveen 2008 nr. 2007-17473 van 31 januari 2008

worden ingetrokken met ingang van in het vierde lid genoemde datum van ingang van de

heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

3. In afwijking in zoverre van het in voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2009.

5. Deze verordening kan worden aangehaald als de 'Verordening Lijkbezorgingsrechten”. 

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van

de griffier, de voorzitter,