Verordening op de heffing en de invordering van een vermakelijkhedenretributie 2004

Geldend van 01-01-2004 t/m heden

Intitulé

Verordening vermakelijkhedenretributie 2004

De raad van de gemeente Harderwijk;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 oktober 2003, nummer 87;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel c van de Gemeentewet

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende

Verordening op de heffing en de invordering van een vermake­lijkhedenretributie 2004

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder een vermakelijkheid verstaan: een activiteit, waarbij wordt beoogd of mede beoogd het publiek amusement, verstrooiing, ontspanning of vermaak te verschaffen, of waarbij het publiek amusement, verstrooiing, ontspanning of vermaak zoekt, ondergaat, vindt pleegt te vinden of kan vinden, een en ander in of op daartoe bestemde of geschikte, voor eenieder na betaling toegankelijke inrichtingen, terreinen, wateren etc.

Artikel 2 Aarde van de heffing en belastbaar feit

Onder de naar vermakelijkhedenretributie worden rechten geheven ter zake van het geven van vermakelijkheden, waarbij gebruik wordt gemaakt van door of met medewerking van het gemeentebestuur tot stand gebrachte of in stand gehouden voorzieningen of waarbij een bijzondere voorziening in de vorm van toezicht of anderszins van de zijde van het gemeentebestuur wordt getroffen.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is degene die de vermakelijkheid geeft, dan wel degene voor wiens rekening en risico de vermakelijkheid wordt gegeven.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De grondslag voor de heffing is het aantal bezoekers van de in artikel 1 bedoelde inrichting.

  • 2. Het tarief bedraagt € 0,25 per bezoeker.

Artikel 5 Belastingtijdvak

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing en termijnen van betaling

  • 1. De rechten worden bij wege van aanslag geheven.

  • 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in één termijn, vervallende op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

Artikel 7 Voorlopige aanslag

Na de aanvang van het belastingjaar kan aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag over het jaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van deze heffing wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van vermakelijkhedenretributie.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeerartikel

  • 1.

    De verordening ‘Vermakelijkhedenretributie 2003’ van 21 november 2002, nummer 85, wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking; met dien verstande dat de bepaling welke op grond van deze verordening wordt gewijzigd van kracht blijft voor de periode waarvoor zij heeft gegolden.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2004.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening vermakelijkhedenretributie 2004’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Harderwijk in zijn openbare vergadering van 18 december 2003, onder nummer 87.
De voorzitter, W.G.J.G. de Groot
De griffier, W.g. mw. mr. J.Th. van der Kwast