Beleidsregel intern klachtrecht 2006

1. Een klacht wordt schriftelijk ingediend bij het daartoe door burgemeester en wethouders ingericht centraal meldpunt op het Publieksplein.

2. Het centraal meldpunt registreert het klaagschrift.

3. Indien een klaagschrift niet voldoet aan het bepaalde in artikel 9:4, tweede lid van de wet, stelt het centraal meldpunt klager in de gelegenheid het klaagschrift binnen twee weken aan te vullen.

4. Het centraal meldpunt stuurt het klaagschrift door aan degene die de klacht op grond van artikel 3 behandelt.

1. De voorbereiding van de afhandeling van een klaagschrift geschiedt door:

a. de afdelingsmanagers voor gedragingen van medewerkers van hun eigen afdeling;

b. de algemeen directeur voor gedragingen van medewerkers van meerdere afdelingen;

c. de algemeen directeur voor gedragingen van medewerkers van de Brandweer dan wel een afdelingsmanager;

d. de burgemeester voor gedragingen van de gemeentesecretaris c.q. de algemeen directeur,

e. de burgemeester voor gedragingen van (leden van) het college van burgemeester en wethouders;

f. de loco-burgemeester voor gedragingen van de burgemeester,

g. de voorzitter van de raad voor gedragingen van (leden van) de raad en de griffier

2. Bij afwezigheid van de klachtbehandelaar neemt diens vervanger de voorbereiding van de afhandeling van het klaagschrift over.

3. Onder voorbereiding, bedoeld in het eerste lid, wordt verstaan alle handelingen die verband houden met:

a. de ontvangstbevestiging;

b. het zenden van een afschrift van het klaagschrift aan degene op wie de klacht betrekking heeft;

c. het vaststellen of sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 9:8, eerste en tweede lid van de wet,

d. het concluderen dat zich een situatie voordoet als bedoeld in artikel 9:5 van de wet;

e. het concluderen dat zich een situatie voordoet als bedoeld in artikel 9:10, tweede lid van de wet;

f. het horen van klager en degene op wiens gedrag de klacht betrekking heeft;

g. het uitbrengen van een rapportage aan het betrokken bestuursorgaan.

4. Indien zich een situatie voordoet als bedoeld in artikel 9:5 van de wet deelt de klachtbehandelaar de klager schriftelijk mede er vanuit te gaan dat de klacht naar tevredenheid is afgehandeld. Een afschrift van deze mededeling wordt gezonden aan degene op wie de klacht betrekking heeft, het betrokken bestuursorgaan en het centraal meldpunt

1. Indien een klaagschrift na afloop van de termijn genoemd in artikel, derde lid nog niet voldoet aan artikel 9:4, tweede lid van de wet, neemt het centraal meldpunt de beslissingde klacht niet in behandeling te nemen.

2. De afhandeling van een klaagschrift waarbij sprake is van een situatie zoals genoemd inartikel 3, derde lid onder c, en d. geschiedt door de klachtbehandelaar,

3. In andere situaties dan genoemd in het eerste en tweede lid van dit artikel geschiedt deafhandeling van een klaagschrift door het betrokken bestuursorgaan.

4. De algemeen directeur wordt door het centraal meldpunt en de klachtbehandelaar geïnformeerd over de afhandeling van een klaagschrift.