Regeling vervallen per 30-12-2010

Verordening op de heffing en invordering van begraafplaatsrechten 2008

Geldend van 18-01-2008 t/m 29-12-2010

Intitulé

Verordening begraafplaatsrechten 2008

De raad van de gemeente Harderwijk;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 oktober 2007, nummer;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van begraafplaatsrechten 2008

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    begraafplaats : de gemeentelijke begraafplaatsen;

    eigen graf : een graf, grafkelder daaronder begrepen, ten aanzien waarvan aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven of begraven houden van stoffelijke overschotten;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    algemeen graf : een graf bij de gemeente in beheer waarin aan eenieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van stoffelijke overschotten;

    eigen urnengraf : een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    algemeen urnengraf : een graf bij de gemeente in beheer waarin aan eenieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten en bijgezet worden van asbussen met of zonder urnen;

    eigen urnennis : een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet worden van asbussen met of zonder urnen;

    urn : een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

    asbus : een bus ter berging van as van een overledene;

    grafbedekking : gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf, een verstrooiingsplaats of gedenkplaats;

    gedenkplaats : een plaats ingericht om overledenen te gedenken;

    beheersverordening : verordening op het beheer, het gebruik en de inrichting van de gemeentelijke begraafplaats.

  • 2. De in deze verordening genoemde rechten en van gemeentewege te verrichten diensten worden geacht te zijn verleend respectievelijk uitgevoerd op grond van de Beheersverordening begraafplaatsen Harderwijk 1997.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van rechten of diensten in verband met de begraafplaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruikmaakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5 Belastingtijdvak

  • 1. Voorzover in deze verordening rechten zijn opgenomen die per jaar worden geheven, is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Het belastingtijdvak voor de in de tarieventabel onder hoofdstuk 5, onderdeel 5.2 genoemde rechten, is gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De in de tarieventabel onder hoofdstuk 5, onderdeel 5.1, genoemde rechten worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2. Belastingaanslagen van minder dan € 5,00 worden niet opgelegd. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één belastingaanslag.

  • 3.

    • a.

      In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

    • b.

      In afwijking in zoverre van onderdeel a van dit lid geldt in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen begraafplaatsrechten of andere heffingen meer is dan € 135,00 en het totaalbedrag van dat aanslagbiljet door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kan worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4. De overige rechten worden geheven door middel van een gedagtekende nota.

  • 5. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de overige rechten als bedoeld in het vierde lid worden voldaan binnen één maand na dagtekening.

  • 6. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het derde lid, onderdeel a en vijfde lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag of nota.

  • 7. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De rechten, als bedoeld in onderdeel 5.1 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, zijn de rechten, als bedoeld in onderdeel 5.1 van de tarieventabel verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten als in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt voor de rechten, als bedoeld in onderdeel 5.1 van de tarieventabel, ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten als in dat jaar, na het eindigen van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8 Verlenen van kwijtschelding

Van de in artikel 2 genoemde rechten wordt geen kwijtschelding, als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 (Stb. 221), verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de begraafplaatsrechten.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De ‘Verordening begraafsrechten 2005’, van 16 december 2004, nummer 91 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2008.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als de ‘Verordening begraafplaatsrechten 2008’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente
Harderwijk in zijn openbare vergadering van 22 november 2007, onder nummer .
De voorzitter,
De griffier,

Tarieventabel

Tarieventabel behorende bij de Verordening begraafplaatsrechten 2008