Stichting Voorzieningsfonds Heerlens Gemeente­personeel

• A.

  een bedrag van DUIZEND GULDEN af te zonderen en daarmee op te richten een stichting genaamd "Stichting Voorzieningsfonds Heerlens Gemeentepersoneel";

• B.

  tot wederopzegging in bovengenoemd fonds een gemeentelijke bijdrage te storten tot een bedrag ad f. 0,50 per maand per contribuant.

• C.

  voor de sub A bedoelde stichting vast te stellen de navolgende statuten:

I. NAAM EN ZETEL

ARTIKEL 1

De stichting draagt de naam: "Stichting Voorzieningsfonds Heerlens Gemeentepersoneel" en is gevestigd te Heerlen.

II. DOEL

ARTIKEL 2

• 1.

  De stichting heeft ten doel de behartiging van de maatschappelijke belangen in de ruimste zin van de in artikel 3 genoemde contribuanten, alsmede van hun gezinnen, een en ander voor zover in de behartiging van deze belangen niet door anderen wordt voorzien.

• 2.

  In ieder geval afzonderlijk wordt door of vanwege het bestuur der stichting beslist of en zo ja, op welke wijze en in hoeverre, bijstand zal worden verleend.

III. CONTRIBUANTEN

ARTIKEL 3

• 1.

  Contribuanten zijn:

  • a.

    de leden van het personeel in dienst der gemeente Heerlen, voor zover zij worden bezoldigd krachtens een gemeentelijke loonregeling;

  • b.

    de leden van het politiepersoneel, in dienst der gemeente Heerlen;

  • c.

    personen, in dienst der gemeente Heerlen, niet vallende onder de categorieën bedoeld onder a en b;

een en ander voor zover zij zich vrijwillig verbinden een bij huishoudelijk reglement te bepalen bedrag aan de stichting bij te dragen.

• 2.

  Burgemeester en wethouders van Heerlen (verder genoemd burgemeester en wethouders) zijn bevoegd op voorstel van het bestuur van de stichting en onder door hen te stellen voorwaarden als contribuant van de stichting toe te laten zij, die in een hoofdbetrekking in dienst zijn van een gemeentelijke instelling.

• 3.

  Contribuanten, die de dienst der gemeente Heerlen, dan wel de dienst van een gemeentelijke instelling als bedoeld in lid 2 met pensioen verlaten, alsmede hun nagelaten betrekkingen, kunnen contribuant blijven.

• 4.

  Om voor bijstand in aanmerking te kunnen komen, moeten contribuanten ten minste één jaar aan de stichting bijdragen hebben gecontribueerd.

• 5.

  Het bepaalde in het vierde lid is niet van toepassing op hen, die zich bij het in leven roepen van deze stichting dan wel bij hun eerste indiensttreding bij de gemeente Heerlen of direct bij toelating van of eerste indiensttreding bij een gemeentelijke instelling onmiddellijk als contribuant hebben aangemeld.

• 6.

  In zeer bijzondere gevallen zulks ter beoordeling van het bestuur kan van het bepaalde in lid 3 worden afgeweken.

IV. BESTUUR

ARTIKEL 5

Als secretarispenningmeester treedt op een ambtenaar in dienst der gemeente Heerlen, door burgemeester en wethouders aangewezen; deze heeft een adviserende stem.

ARTIKEL 6

Het bestuur is belast met het bestuur der stichting en het beheer der middelen; het vertegenwoordigt de stichting in en buiten rechten; het kan aan de voorzitter of bij verhindering of ontstentenis van deze aan een der andere leden schriftelijk machtiging verlenen om de stichting in en buiten rechten te vertegenwoordigen.

V. FONDSEN

ARTIKEL 7

• 1.

  De geldelijke middelen der stichting bestaan uit:

  • a.

    het stichtingskapitaal;

  • b.

    bijdragen van de contribuanten;

  • c.

    bijdragen van de gemeente Heerlen, alsmede van de overeenkomstig artikel 3, lid 2 toegelaten gemeentelijke instellingen;

  • d.

    inkomsten uit vermogen en andere inkomsten;

  • e.

    schenkingen, erfstellingen en legaten.

• 2.

  De geldmiddelen der stichting worden aangewend ter bevordering van het doel der stichting. Voor zover deze middelen meer bedragen dan nodig is voor het onmiddellijk doen van betalingen, worden zij belegd met inachtneming van de regels, welke het bestuur onder goedkeuring van burgemeester en wethouders zal vaststellen.

• 3.

  Het boekjaar loopt gelijk met het kalenderjaar. Het eerste boekjaar eindigt op 31 december 1955.

VI. VERSLAG, REKENING EN VERANTWOORDING

ARTIKEL 8

• 1.

  Het bestuur brengt elk jaar voor 1 april, voor het eerst in 1956, verslag uit aan burgemeester en wethouders over de toestand en de werkzaamheden der stichting over het afgelopen boekjaar. Eveneens wordt aan burgemeester en wethouders een door de voorzitter en de secretarispenningmeester ondertekende rekening en verantwoording over dat jaar overgelegd.

• 2.

  De goedkeuring der rekening en verantwoording door burgemeester en wethouders strekt tot dechargé van het bestuur, behoudens later in rechten gebleken valsheid in bewijsstukken of andere onregelmatigheden.

• 3.

  Het bestuur van de stichting is verplicht aan de inspecteur der gemeentefinanciën of aan de door deze aangewezen ambtenaar te allen tijde inzage te geven van boeken en bescheiden en alle daaromtrent gevraagde inlichtingen te verschaffen, echter alleen voor zover het betreft de rechtmatigheid van het gevoerde financiële beheer.

• 4.

  Het opnemen van kas en boeken geschiedt ten minste eenmaal per half jaar door de inspecteur der gemeentefinanciën of door een door hem aangewezen ambtenaar. Na deze kasopneming wordt een procesverbaal opgemaakt, waarvan een afschrift wordt toegezonden aan burgemeester en wethouders.

• 5.

  Burgemeester en wethouders kunnen te allen tijde opneming van de kas en boeken van hunnentwege gelasten.

VII. OPHEFFING DER STICHTING

ARTIKEL 9

• 1.

  De opheffing van de stichting heeft plaats bij besluit van de gemeenteraad, nadat burgemeester en wethouders en het bestuur van de stichting in de gelegenheid zijn gesteld daaromtrent advies uit te brengen.

• 2.

  Bij opheffing van de stichting geschiedt de vereffening door het bestuur, tenzij de gemeenteraad anders zal hebben bepaald.

• 3.

  Na vereffening zal de gemeenteraad op voorstel van burgemeester en wethouders aan een eventueel batig saldo een bestemming geven, welke zoveel mogelijk overeenkomt met het in deze statuten gestelde doel.

VIII. HUISHOUDELIJK REGLEMENT

ARTIKEL 10

De verdere inrichting wordt geregeld bij een door het bestuur vast te stellen huishoudelijk reglement.

Dit reglement en de wijzigingen daarvan behoeven de goedkeuring van burgemeester en wethouders.

IX. WIJZIGING IN DE STATUTEN

ARTIKEL 11

De bepalingen dezer statuten kunnen worden gewijzigd door de gemeenteraad. Zowel het bestuur der stichting alsook burgemeester en wethouders worden voordien in de gelegenheid gesteld hun standpunt met betrekking tot de voorgenomen wijziging schriftelijk uiteen te zetten.

D.De datum van inwerkingtreding te bepalen op 1 januari 1955.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Heerlen van 11 november 1954.

de secretaris, de voorzitter,

dr mr J.B. Sens van Grunsven

IN

HUISHOUDELIJK REGLEMENT

STICHTING VOORZIENINGSFONDS HEERLENS GEMEENTEPERSONEEL

ARTIKEL 1

DOEL

De behartiging van de maatschappelijke belangen als bedoeld in artikel 2 van de statuten van het Voorzieningsfonds Heerlens Gemeentepersoneel, kan door het bestuur naar eigen oordeel geschieden door het verstrekken van hulp in de vorm van:

• a.

  giften;

• b.

  rentedragende of renteloze leningen of voorschotten;

• c.

  andere bijstand,

een en ander met inachtneming van de statuten en de bepalingen van dit reglement.

ARTIKEL 2

AANMELDING EN UITTREDING

• 1.

  De aanmelding als contribuant dient schriftelijk te geschieden bij de secretarispenningmeester en geldt ten minste voor de duur van het lopende kalenderjaar.

• 2.

  Indien voor 16 december van het lopende kalenderjaar geen bericht van uittreding bij de secretaris-penningmeester is ingekomen, blijft men gedurende het daarna volgende kalenderjaar contribuant.

• 3.

  Men houdt op contribuant te zijn met ingang van de dag van overlijden of ontslag uit de dienst.

• 4.

  Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing op de contribuant, die de dienst met pensioen verlaat of heeft verlaten, alsmede op de nagelaten betrekkingen van overleden contribuanten, indien zij binnen 3 maanden na het verlaten van de dienst c.q. het overlijden van de contribuant schriftelijk aan de secretaris-penningmeester te kennen geven contribuant te willen blijven.

ARTIKEL 3

BIJDRAGE

• 1.

  De bijdrage bedraagt f. 0,35 per maand.

• 2.

  De inning van de bijdrage geschiedt door inhouding op het weekloon of maandsalaris, door de met uitbetaling belaste ambtenaren.

• 3.

  Het ingehoudene wordt maandelijks aan de secretarispenningmeester overgedragen.

• 4.

  Contribuanten, die de dienst met pensioen verlaten alsmede de nagelaten betrekkingen storten de bijdragen per kwartaal bij vooruitbetaling bij de secretarispenningmeester.

• 5.

  Bij overlijden of ontslag eindigt de betaling van de bijdrage bij de inhouding op het laatste volle weekloon of maandsalaris.

ARTIKEL 4

BELEGGING BIJDRAGEN

Alle geldmiddelen worden door de secretarispenningmeester gestort bij de Spaarbank St. Pancratius Heerlen.

ARTIKEL 5

VERGADERING

• 1.

  Het bestuur vergadert ten minste vier maal per jaar en verder zo vaak dit jaar het oordeel van de voorzitter nodig is.

• 2.

  De voorzitter roept voorts, indien ten minste 2 leden de wens daartoe te kennen geven, binnen 14 dagen een vergadering bij elkaar.

ARTIKEL 6

AANVRAGEN

De aanvragen om hulp dienen schriftelijk bij de secretarispenningmeester te worden ingediend.

ARTIKEL 7

Het bestuur beslist in de gevallen waarin dit reglement niet voorziet.

Aldus vastgesteld in de bestuursvergadering van 10 februari 1955.

IN