Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Maasgouw 2025

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-01-2026

Intitulé

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Maasgouw 2025

De raad van de gemeente Maasgouw, gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders;

gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Maasgouw 2025;

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaatsen:

    Begraafplaats “Senserhove” Beegden, gelegen aan de Baexemerweg 1, 6099 NA Beegden, op het perceel kadastraal bekend Beegden, sectie E nr.1325: grootte 1.300 m2;

    Begraafplaats “Krietheuvel” Wessem gelegen aan de Oude Thornerweg 2, 6019 DA Wessem, op het perceel kadastraal bekend Wessem, sectie D nr. 1059: grootte 10.000 m2;

    Begraafplaats Linne gelegen aan de Bergerkampweg, 6067 EA Linne, op het perceel kadastraal bekend Linne, sectie E nr. 559: grootte 6.100 m2;

    Begraafplaats Maasbracht gelegen aan de Veerweg, 6051 DT Maasbracht, op het perceel plaatselijk bekend Maasbracht, sectie G, nr. 344 (ged.): grootte 6.100 m2;

    Begraafplaats Stevensweert aan de Maasdijk, 6107 AA Stevensweert, op het perceel plaatselijk bekend Stevensweert, sectie A nr. 2623 (ged.) grootte 3.000 m2;

    Begraafplaats Thorn aan de Beekstraat 30, 6017 AB Thorn, op het perceel plaatselijk bekend Thorn, sectie A 4003 (ged.), grootte 3.900 m2.

  • b.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van stoffelijke overschotten;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van as bussen met of zonder urnen;

    • 3.

      het doen verstrooien van as.

  • c.

    beschermd of historisch graf: graf met historische waarde (geïnventariseerd door Stichting funerair erfgoed en dat na 2025 opgenomen wordt in het omgevingsplan)

  • d.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van as bussen met of zonder urnen

  • e.

    particuliere urnen nis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van as bussen met of zonder urnen

  • f.

    as bus: een bus ter berging van as van een overledene

  • g.

    strooiveld: een nader daartoe door het college aan te wijzen plaats waarop as kan worden verstrooid

  • h.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf, een strooiveld of gedenkplaat

  • i.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt

  • j.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier urnengraf of een particuliere gedenkplaat, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden

  • k.

    urn: een voorwerp of pot ter berging van een of meer as bussen

  • l.

    college: college van Burgemeester en Wethouders van gemeente Maasgouw

  • m.

    onderhoud begraafplaats: het algemene onderhoud van de begraafplaatsen

HOOFDSTUK 2 OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS

Artikel 2 Openstelling begraafsplaats(en)

  • 1. De begraafplaatsen zijn voor eenieder dagelijks toegankelijk gedurende door het college bij nadere regels vast te stellen tijden.

  • 2. Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis, plaatsen van een urn/as bus of de bezorging van as.

Artikel 3 Ordemaatregelen

  • 1. Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmede gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van het college, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaats(en) te verrichten.

  • 2. Het is verboden met motorrijtuigen en/of fietsen op de begraafplaats te rijden:

    • a.

      anders dan voor een begrafenis of voor het vervoeren van materialen en alleen op de daartoe aangewezen rijwegen;

    • b.

      sneller dan 10 km per uur.

  • 3. De begraafplaats is niet toegankelijk voor kinderen tot en met 12 jaar zonder begeleiding van een volwassene.

  • 4. De begraafplaats is niet toegankelijk voor niet aangelijnde huisdieren.

  • 5. Het college kan ontheffing verlenen van de verboden, bedoeld in lid 1 en lid 2 a.

  • 6. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 7. Degenen die zich niet aan de in het zesde lid bedoelde aanwijzing houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

Artikel 4 Plechtigheden

  • 1. Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.

  • 2. De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 5 Opgravingen en ruimen

Bij het opgraven van stoffelijke overschotten en de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast. Degene die wil doen opgegraven en/of ruimen, geeft daarvan uiterlijk 3 werkdagen voorafgaande aan de opgraving en/of ruiming schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.

HOOFDSTUK 3 VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING

Artikel 6 Kennisgeving begraven en as bezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1. Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk 3 werkdagen voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo spoedig mogelijk worden gedaan.

  • 2. Het stoffelijk overschot, dan wel het omhulsel en de as bus of urn moeten zijn voorzien van een duurzaam identiteitskenmerk. De gegevens van het kenmerk moeten overeenstemmen met de administratie van de begraafplaats.

  • 3. Het openen/delven van een graf ter begraving of voor het bezorgen van een as bus, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder.

Artikel 7 Begravingen binnen termijn grafrust

  • 1. Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende, of indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 13, tweede lid.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.

Artikel 8 Over te leggen stukken

  • 1. Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.

  • 2. Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd, ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3. De beheerder onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend zijn.

Artikel 9 Tijden van begraven en as bezorging

  • 1. De tijd van begraven en het bezorgen van as is: op werkdagen van 09.00 tot 16:00 uur. Alle begravingen en as bezorgingen die buiten deze uren vallen zijn bijzondere uren en dan geldt een ander tarief.

  • 2. Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

  • 3. In geval van de procedure ”uitvaart op kosten van de gemeente” kunnen er andere tijden gehanteerd worden.

HOOFDSTUK 4 INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN

Artikel 10 Indeling graven en as bezorging

  • 1. Op de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      particuliere graven en particuliere urnengraven;

    • b.

      particuliere urnen nissen;

    • c.

      algemeen graf te Linne voor begravingen die vallen onder de begravingen op kosten van de gemeente.

    • d.

      as verstrooiingen.

  • 2. Het college bepaalt bij vergunning waar kan worden voorzien in strooivelden en hoeveel verstrooiingen per m2 mogen plaatshebben.

  • 3. Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel stoffelijke overschotten en hoeveel as bussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in een particuliere graf.

  • 4. Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels de afmetingen en de uitgifteduur van de particuliere graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.

Artikel 11 Volgorde van uitgifte

  • 1. De particuliere graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2. Het college kan een graf van keuze toewijzen als een nieuwe begraving in een bestaand, reeds uitgegeven graf of in een nieuw graf gewenst is. Het graf dient van tevoren (ondergronds) geruimd te worden.

Artikel 12 Termijnen particuliere graven en urnen nissen

  • 1. Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van tien of twintig jaar recht op een particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf is uitgegeven. Voor de graftermijnen en bijbehorende grafrechten gelden de op dat moment vastgestelde tarieven.

  • 2. Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van drie, vijf of tien jaar, mits de aanvraag binnen één jaar voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend. Bij verlenging van de grafrechten gelden de op dat moment vastgestelde tarieven.

  • 3. Een recht als in dit artikel bedoeld, kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 13, tweede lid. Bij verlenging van de grafrechten gelden de op dat moment vastgestelde tarieven.

Artikel 13 Overschrijving van verleende rechten

  • 1. Het recht op een particulier graf kan op schriftelijke aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon.

  • 2. Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de schriftelijke aanvraag daartoe wordt gedaan na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de as bus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand schriftelijk te worden gedaan.

  • 3. Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de gestelde termijn van 12 maanden, is het college bevoegd het recht op het particuliere graf te doen vervallen.

  • 4. Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van 12 maanden kan het college het particuliere graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 14 Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het grafrecht van een particuliere graf, urnengraf of urnen nis. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende en gaat over tot het ruimen van het urnengraf of -nis of het particuliere graf indien de wettelijke rusttermijn is verstreken.

Artikel 15 Van gemeentewege

  • 1. Het aanleggen, het openen, het sluiten, het ruimen van graven, het begraven, het opgraven en het herbegraven van stoffelijke overschotten in andere grafruimten en het afnemen en herplaatsen van voorwerpen op graven in verband met het openen van graven geschiedt uitsluitend van gemeentewege.

  • 2. De gemeente is niet aansprakelijk voor schade, die bij de uitvoering van de in het vorige lid bedoelde werkzaamheden aan grafversieringen ontstaat, buiten de schuld van het gemeentepersoneel. Voor schade aan grafbedekkingen, beplanting of anderszins, door welke oorzaak ook ontstaan, stelt de gemeente zich nimmer aansprakelijk.

HOOFDSTUK 5 GRAFBEDEKKING EN GEDENKTEKEN

Artikel 16 Vergunning grafteken/grafsteen

  • 1. Voor het hebben van een gedenkteken/grafsteen is een schriftelijke vergunning nodig van het college.

  • 2. Het college kan de vergunning weigeren indien niet wordt voldaan aan de door hen vastgestelde nadere regels, die vermeldt staan in de nadere regels, uitvoeringsvoorschriften behorende bij de beheersverordening begraafplaatsen. Voor het aanvragen van een vergunning gelden de op dat moment vastgestelde tarieven.

Artikel 17 Grafbedekking en gedenkteken

  • 1. Voor grafbedekking en gedenktekens dient te worden voldaan aan de in het uitvoeringsbesluit 2025 opgenomen richtlijnen;

  • 2. Voor het plaatsen van een gedenkteken is een fundering nodig om verzakking te voorkomen;

  • 3. Het college kan het gedenkteken verwijderen indien niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels;

  • 4. De beheerder zorgt na gravering voor het plaatsen van de afdekplaat van een urnen nis of de gedenkplaat van een urnengraf;

  • 5. Het bepaalde in artikel 19 en 21, lid 4, is van overeenkomstige toepassing.

Voor dit artikel gelden de op dat moment vastgestelde tarieven.

Artikel 18 Niet blijvende grafbeplanting

Niet blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert, kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op een schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Achter de grafsteen mogen geen vazen, potten of gieters bewaard worden. Deze worden door de beheerder verwijderd.

HOOFDSTUK 6 ONDERHOUD GRAVEN EN BEGRAAFPLAATS

Artikel 19 Onderhoud door gemeente

  • 1. De gemeente voorziet in het algemeen onderhoud van de begraafplaats;

  • 2. De gemeente is niet aansprakelijk voor schade, die bij de uitvoering van de in het vorige lid bedoelde onderhoudswerkzaamheden aan grafversieringen ontstaat buiten de schuld van het gemeentepersoneel. Voor schade aan grafbedekkingen, beplanting of anderszins, door welke oorzaak ook ontstaan, stelt de gemeente zich nimmer aansprakelijk.

Artikel 20 Onderhoud door rechthebbende of gebruiker

  • 1. Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door/is voor risico en rekening van de rechthebbende of gebruiker.

  • 2. De rechthebbende of de gebruiker is verplicht het gedenkteken en de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 3. Het college kan de rechthebbende of de gebruiker per aanschrijving verplichten een beschadiging aan het gedenkteken en de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.

  • 4. Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig een gedeelte of de gehele grafbedekking doen verwijderen, zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding.

  • 5. De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende of de gebruiker door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is, maakt het college de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht. Voor het verwijderen na nalatigheid gelden de op dat moment vastgestelde tarieven.

Artikel 21 Verwijdering gedenktekens, grafbedekking, urnen/as bussen na verstrijken van de termijn

  • 1. De gedenktekens, grafbedekking, urnen/as bussen worden na het verstrijken van de termijn van uitgifte van het graf door het college verwijderd.

  • 2. Het voornemen tot verwijdering van het in lid 1 genoemde maakt het college binnen een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop zal worden geruimd per brief aan de rechthebbende bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering bekend middels het plaatsen van een bordje bij het graf en bij de ingang van de begraafplaats. Kosten voor het ruimen van een graf na afloop van de graftermijn zijn ingeweven bij de kosten van het rechtstellen (fundering) voor een grafteken en daarvoor gelden de op dat moment vastgestelde tarieven;

  • 3. In de in lid 2 genoemde brief aan de rechthebbende bevat tevens de mogelijkheid om het in lid 1 genoemde binnen dertien weken af te halen;

  • 4. Indien het in lid 1 genoemde niet binnen de gestelde termijn na de verwijdering is afgehaald, vervalt deze aan de gemeente, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.

HOOFDSTUK 7 RUIMING (ONDERGRONDS) VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNEN NISSEN

Artikel 22 Ruiming (ondergronds), bezorging van overblijfselen en as

  • 1. Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.

  • 2. De beheerder draagt er zorg voor dat met, bij een ondergrondse ruiming van het graf, nog aanwezige menselijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd.

  • 3. De bij een ondergrondse ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten worden begraven en de as wordt verstrooid op het strooiveld van de betreffende begraafplaats(en).

  • 4. De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particulier urnengraf of particuliere urnen nis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de as bus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

HOOFDSTUK 8 IN STAND HOUDEN HISTORISCHE GRAVEN (EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKING)

Artikel 23 Lijst

  • 1. Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2. Indien de grafrechten van de in lid 1 genoemde graven zijn vervallen of wanneer de rechthebbende het recht overdraagt, neemt de gemeente het graf inclusief het monument over.

  • 3. Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 4. De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

HOOFDSTUK 9 SLOTBEPALINGEN

Artikel 24 Intrekking oude regeling

De beheersverordening openbare begraafplaatsen gemeente Maasgouw 2009 wordt ingetrokken.

Artikel 25 Overgangsbepaling

  • 1. Besluiten die genomen zijn krachtens de oude verordening gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de oude verordening is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 26 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

Artikel 27 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Beheersverordening openbare begraafplaatsen gemeente Maasgouw 2025.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Maasgouw, d.d.16 december 2025.

De raad voornoemd;

De griffier,

G.H. Bakkes

De voorzitter,

D.W.J. Schneider