Verordening subsidiëring van woonconsumenten (-orga­nisaties

Geldend van 11-01-1994 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-1986

Intitulé

Verordening subsidiëring van woonconsumenten (-orga­nisaties

HOOFDSTUK I

ALGEMEEN

ARTIKEL 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    woonconsumenten: bewoners, waartoe in ieder geval behoren: huurders en eigenaars-bewoners, en woningzoekenden, waartoe in ieder geval behoren: kandidaat-huurders en kandidaat-kopers;

  • -

    woonconsumentenorganisatie: een rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie, die blijkens de statuten, de structuur en de werkwijze, zonder winstoogmerk, werkzaam is op het terrein van de volkshuisvesting ten behoeve van woonconsumenten;

  • -

    activiteiten: werkzaamheden die verricht worden door woonconsumenten, door woonconsumentenorganisaties of door derden, die gericht zijn op het versterken van de positie van woonconsumenten in de volkshuisvesting of die gericht zijn op de realisering van een concreet project ten behoeve van woonconsumenten;

  • -

    apparaatskosten: kosten voor secretariële werkzaamheden, de benodigde apparatuur en materialen, die een woonconsumentenorganisatie maakt ten behoeve van activiteiten;

  • -

    subsidie: de met toepassing van deze verordening verleende geldelijke of op geld waardeerbare bijdrage van de gemeente aan woonconsumenten of aan een woonconsumentenorganisatie.

ARTIKEL 2

De gemeenteraad neemt jaarlijks een besluit waarin een bedrag wordt vastgesteld voor de subsidiëring van woonconsumentenorganisaties.

ARTIKEL 3

Het in het vorige artikel bedoelde bedrag is voor een deel bestemd voor subsidiëring van activiteiten en voor een deel voor de subsidiëring van apparaatskosten van woonconsumentenorganisaties, nader te bepalen door het college van burgemeester en wethouders.

HOOFDSTUK II

BEPALINGEN MET BETREKKING TOT HET TOEKENNEN VAN SUBSIDIE

ARTIKEL 4

  • 1. Een woonconsumentenorganisatie of een groep woonconsumenten kan bij burgemeester en wethouders een aanvraag indienen voor het toekennen van subsidie ten behoeve van een activiteit.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen op basis van de in het eerste lid genoemde aanvraag subsidie toekennen aan een woonconsumentenorganisatie of aan een groep woonconsumenten.

ARTIKEL 5

  • 1. Een woonconsumentenorganisatie kan bij burgemeester en wethouders een aanvraag indienen voor het toekennen van subsidie als tegemoetkoming in de apparaatskosten.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen op basis van de in het eerste lid genoemde aanvraag subsidie toekennen aan een woonconsumentenorganisatie.

ARTIKEL 6

  • 1.

    Burgemeester en wethouders houden bij hun beslissing op een aanvraag rekening met steun die op grond van een andere regeling aan de aanvrager is of kan worden toegekend.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan de toekenning van subsidie voorschriften verbinden.

  • 3.

    Indien het bedrag, dat als subsidie voor een activiteit is toegekend, door de aanvrager nadat de activiteit verwezenlijkt is, van derden kan worden ontvangen, dan is de aanvrager verplicht om dit bedrag op verzoek van burgemeester en wethouders aan de gemeente geheel of gedeeltelijk terug te storten.

Dit teruggestorte bedrag wordt toegevoegd aan het op grond van artikel 2, door de gemeenteraad vastgestelde bedrag voor de subsidiëring van woonconsumentenorganisaties.

4.Burgemeester en wethouders kennen slechts subsidie toe voor zover het hiervoor door de gemeenteraad vastgestelde bedrag toereikend is.

HOOFDSTUK III

BEPALINGEN MET BETREKKING TOT AANVRAGEN

ARTIKEL 7

  • 1. Een aanvraag voor het toekennen van subsidie ten behoeve van een activiteit dient voorzien te zijn van een begroting van de verwachte kosten.

  • 2. Een aanvraag voor het toekennen van subsidie ten behoeve van een activiteit dient ingediend te zijn vóór 1-1, 1-4, 1-7 en 1-10 van het begrotingsjaar waarop de aanvraag van toepassing is.

  • 3. Een aanvraag ingediend door een groep woonconsumenten dient door alle tot de groep behorende woonconsumenten te worden ondertekend.

  • 4. In de aanvraag dient de groep te vermelden aan wie de subsidie uitbetaald moet worden.

  • 5. Een aanvraag voor het toekennen van subsidie ten behoeve van een activiteit dient voorzien te zijn van een toelichting, waaruit blijkt:

    • -

      ten behoeve van welke woonconsumenten de activiteit verricht wordt en

    • -

      wie de activiteit zal uitvoeren en

    • -

      dat de activiteit gericht is op het versterken van de positie van woonconsumenten of op het realiseren van een concreet project ten behoeve van woonconsumenten.

  • 6. Een aanvraag voor het toekennen van subsidie als tegemoetkoming in de apparaatskosten dient vergezeld te gaan van een gespecificeerde begroting van inkomsten en uitgaven van de betreffende woonconsumentenorganisatie voor het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 7. Een aanvraag voor het toekennen van subsidie als tegemoetkoming in de apparaatskosten dient inge-diend te zijn voor 1 oktober van het voorafgaande begrotingsjaar.

  • 8. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen omtrent de wijze waarop de subsidie dient te worden aangevraagd.

HOOFDSTUK IV

BEPALINGEN MET BETREKKING TOT DE AFHANDELING

VAN AANVRAGEN

ARTIKEL 8

Een begrotingsjaar is ingedeeld in 4 tijdvakken. De tijdvakken zijn:

  • -

    van 1- 1 tot 1- 4;

  • -

    van 1- 4 tot 1- 7;

  • -

    van 1- 7 tot 1-10;

  • -

    van 1-10 tot 1- 1.

ARTIKEL 9

Het door de gemeenteraad op grond van de artikelen 2 en 3 vastgestelde bedrag ten behoeve van de subsidiëring van activiteiten wordt verdeeld over de tijdvakken.

ARTIKEL 10

Burgemeester en wethouders beslissen binnen één maand na afloop van elk tijdvak over alle aanvragen voor de subsidiëring van activiteiten die gedurende het desbetreffende tijdvak zijn ingediend.

ARTIKEL 11

Als tijdstip van ontvangst van een aanvraag voor de toekenning van subsidie voor activiteiten of voor apparaatskosten geldt het moment waarop de aanvraag aan de in deze, dan wel bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften voldoet.

ARTIKEL 12

Burgemeester en wethouders beslissen binnen twee maanden na het vaststellen van het besluit als bedoeld in artikel 2 over alle aanvragen voor de subsidiëring van apparaatskosten.

ARTIKEL 13

1.De beslissing over een aanvraag voor de toekenning van subsidie voor activiteiten of voor apparaatskosten wordt schriftelijk door burgemeester en wethouders aan de aanvrager meegedeeld.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders geven, bij toekenning van subsidie, in deze beslissing aan:

    • -

      het toegekende subsidiebedrag;

    • -

      welke voorschriften aan de subsidie zijn verbonden;

    • -

      dat de door de aanvrager ter zake ingediende begroting niet mag worden overschreden.

HOOFDSTUK V

BEPALINGEN MET BETREKKING TOT DE UITBETALING

ARTIKEL 14

Op het bedrag dat burgemeester en wethouders hebben vastgesteld als subsidie voor een activiteit kan een voorschot betaalbaar worden gesteld. Het resterende bedrag wordt betaalbaar gesteld nadat de aanvrager ten behoeve van burgemeester en wethouders aan de hand van declaraties heeft aangetoond dat de in artikel 4 eerste lid bedoelde, in de begroting opgenomen kosten daadwerkelijk zijn gemaakt ten behoeve van de activiteit waarvoor burgemeester en wethouders de subsidie hebben toegekend.

ARTIKEL 15

Het bedrag dat burgemeester en wethouders hebben toegekend als subsidie voor apparaatskosten wordt terstond betaalbaar gesteld.

HOOFDSTUK VI

BEPALINGEN MET BETREKKING TOT NIET BESTEDE SUBSIDIE

ARTIKEL 16

Indien burgemeester en wethouders niet het gehele bedrag dat bestemd is voor subsidiëring van activiteiten gedurende een bepaald tijdvak besteed hebben, dan wordt het resterende bedrag door burgemeester en wethouders verdeeld over de resterende tijdvakken van het betreffende begrotingsjaar.

ARTIKEL 17

Indien burgemeester en wethouders het door de gemeenteraad op grond van artikel 2 vastgestelde bedrag aan het eind van een begrotingsjaar niet geheel besteed hebben, dan wordt het resterende bedrag toegevoegd aan het door de gemeenteraad vast te stellen bedrag op grond van artikel 2 voor het daaropvolgende begrotingsjaar.

HOOFDSTUK VII

HET TOEZICHT OP DE WERKZAAMHEDEN EN HET FINANCIEEL

BEHEER VAN WOONCONSUMENTENORGANISATIES

ARTIKEL 18

  • 1.

    Een woonconsumentenorganisatie die subsidie krijgt op grond van deze verordening als tegemoetkoming in de apparaatskosten is verplicht ten behoeve van burgemeester en wethouders:

    • -

      inzage te geven in haar boekhouding en administratie;

    • -

      alle inlichtingen te verstrekken, desgewenst schriftelijk, welke van haar in het belang van een goede controle op het financiële beheer en administratie wordt gevraagd;

    • -

      alle inlichtingen te verstrekken, welke worden gevraagd in het belang van de beoordeling van de doelmatigheid en rechtmatigheid van de besteding van de subsidie.

  • 2.

    De woonconsumentenorganisatie draagt er zorg voor dat de financiële administratie zodanig is ingericht, dat er op eenvoudige wijze inzicht kan worden verkregen in haar boekhouding.

  • 3.

    De woonconsumentenorganisatie volgt de aanwijzingen op, welke haar in het belang van een goede administratie en de financiële controle door of vanwege burgemeester en wethouders worden gegeven.

HOOFDSTUK VIII

STOPZETTEN C.Q. TERUGVORDEREN VAN DE SUBSIDIE

ARTIKEL 19

Burgemeester en wethouders kunnen een verleende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen en de aanvrager van verdere subsidietoekenning uitsluiten indien:

  • -

    de aan het toekennen van de subsidie verbonden voorschriften niet worden of zijn nageleefd dan wel kennelijk wordt of is gehandeld in strijd met de bedoeling daarvan;

  • -

    opzettelijk onjuiste gegevens worden of zijn verstrekt of juiste gegevens worden of zijn achtergehouden.

HOOFDSTUK IX

ARTIKEL 20

In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders, indien naar hun oordeel strikte toepassing van deze verordening zou leiden tot een onaanvaardbare beslissing, afwijken van de bepalingen van deze verordening.

ARTIKEL 21

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening subsidiëring van woonconsumenten(-organisaties)".

Zij treedt in werking met ingang van de dag van vaststelling en werkt terug tot 1 januari 1986.

De laatste wijziging treedt in werking met ingang van de dag van vaststelling en terug te laten werken tot 1 januari 1987.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Heerlen in de vergadering van 11 januari 1994.

de secretaris, de voorzitter,

drs J.G.L. Heiligers drs J.B.V.N. Pleumeekers

bekendgemaakt : de Uitkijk d.d. 02.02.1994

ter inzage : GIC d.d. 02.02.1994

IN