Verordening lijkbezorgingsrechten Voorst 2026

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-01-2026

Intitulé

Verordening lijkbezorgingsrechten Voorst 2026

DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2025, nummer 835141;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2026.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De definities uit de Wet op de lijkbezorging en de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Voorst 2010 (hierna: beheersverordening) zijn van overeenkomstige toepassing op wat in deze verordening is bepaald.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of de persoon voor wie de aanvraag is gedaan wel voor wie de dienst wordt verricht of van de persoon die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor het opgraven van een lijk, een asbus, of een urn op rechterlijk gezag.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten worden geheven bij wege van aanslag, met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld

De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, als het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dat € 50,-, maar minder is dan € 10.000,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

Artikel 9 Overdracht bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant;

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet al bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 10 Overgangsrecht

De Verordening lijkbezorgingsrechten Voorst 2025 van 16 december 2024 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2026, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2026.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2026.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening lijkbezorgingsrechten Voorst 2026.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 15 december 2025.

Bert Jan Urban, griffier

Paula Jorritsma-Verkade, burgemeester

Tarieventabel behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten Voorst 2026

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf of particulier urnengraf wordt geheven:

1.1.1

voor een periode van tien jaar

857,00

1.1.2

voor een periode van twintig jaar

1.715,00

1.1.3

voor een periode van dertig jaar

2.709,00

1.1.4

voor een periode van veertig jaar

3.777,00

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particuliere urnennis wordt geheven:

1.2.1

voor een periode van tien jaar

857,00

1.2.2

voor een periode van twintig jaar

1.715,00

1.2.3

voor een periode van dertig jaar

2.709,00

1.2.4

voor een periode van veertig jaar

3.777,00

1.3

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf of een particulier urnengraf, als het graf wordt uitgegeven in afwijking van het bepaalde in artikel 13, eerste lid, van de beheersverordening, wordt geheven:

1.3.1

voor een periode van tien jaar

1.682,00

1.3.2

voor een periode van twintig jaar

3.437,00

1.3.3

voor een periode van dertig jaar

5.297,00

1.3.4

voor een periode van veertig jaar

7.403,00

1.4

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particuliere urnennis, als de urnennis wordt uitgegeven in afwijking van het bepaalde in artikel 13, eerste lid, van de beheersverordening, wordt geheven:

1.4.1

voor een periode van tien jaar

1.682,00

1.4.2

voor een periode van twintig jaar

3.437,00

1.4.3

voor een periode van dertig jaar

5.297,00

1.4.4

voor een periode van veertig jaar

7.403,00

Hoofdstuk 2 Verlengen van rechten

2.1

Voor het verlengen van een recht, als bedoeld in Hoofdstuk 1 wordt geheven:

2.1.1

voor een periode van tien jaar

788,00

2.1.2

voor een periode van twintig jaar

1.612,00

Hoofdstuk 3 Begraven, bijzetten en verstrooien

3.1

Voor het begraven van een lijk van een

3.1.1

persoon van zes jaar of ouder wordt geheven

1.878,00

3.1.2

kind jonger dan zes jaar wordt geheven

940,00

3.2

Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven

473,00

3.3

Voor het verstrooien van as van een overledene wordt geheven

325,00

3.4

Voor het begraven, het bijzetten van een asbus of urn dan wel voor het verstrooien van as van een overledene op andere tijden dan vermeld in artikel 10, eerste lid, van de beheersverordening, worden de rechten, bedoeld onder 3.1, 3.2 en 3.3, verhoogd met

614,00

Hoofdstuk 4 Vergunning en registratie

4.1

Voor het verlenen van een vergunning voor:

4.1.1

het opgraven van een lijk, een asbus of een urn al dan niet ter overbrenging naar een ander graf op dezelfde begraafplaats of naar een andere begraafplaats, wordt geheven

626,00

4.1.2

het hebben van een grafbedekking wordt geheven

270,00

4.1.3

het aanbrengen van een grafkelder, wordt geheven

270,00

4.2

Voor het laten graveren en aanbrengen van een naam/gedenkplaatje op de afdekplaat van een particuliere urnennis, wordt geheven

270,00

4.3

Voor het inschrijven en overschrijven van het recht op een particulier graf, als bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de beheersverordening wordt geheven

73,00

4.4

Voor het verwijderen en opnieuw plaatsen van een gedenkteken in verband met een bijzetting wordt geheven

270,00

4.5

Voor het openen en weer dichtmaken van een grafkelder in verband met een bijzetting wordt geheven

270,00

Behoort bij het raadsbesluit van 15 december 2025

Bert Jan Urban, griffier

Toelichting Verordening lijkbezorgingsrechten Voorst 2026

De verordening is inhoudelijk niet gewijzigd ten opzichte van 2025. Alleen de tarieven zijn verhoogd. Dit is toegelicht in de programmabegroting 2026.