Subsidieregeling buurthuizen Lelystad 2026

1. In deze regeling wordt verstaan onder:

• a.

  ASVL: Algemene subsidieverordening gemeente Lelystad;

• b.

  buurthuis: een voor het publiek toegankelijk gebouw in de wijk, dat onder verantwoordelijkheid staat van een zelfstandig bestuur en waar inwoners laagdrempelig terecht kunnen voor ontmoeting en maatschappelijke activiteiten. Een buurthuis richt zich op alle bevolkingsgroepen in de wijk en biedt ruimte aan initiatieven van bewoners en werkt samen met andere maatschappelijke organisaties. De exploitatie is gericht op een evenwicht tussen maatschappelijke doeleinden en activiteiten die tot eigen inkomsten leiden.

• c.

  buurthuis met beheerfunctie: een buurthuis dat het gebouw waarin activiteiten plaatsvinden zelf exploiteert en beheert.

• d.

  buurthuis zonder beheerfunctie: een buurthuis dat gebruik maakt van een gebouw dat door een derde partij wordt beheerd.

• e.

  rechtspersoon: een organisatie die volgens de wet zelfstandig rechten en verplichtingen kan hebben, zoals stichtingen, verenigingen, coöperaties en vennootschappen.

• f.

  maatschappelijke activiteiten: activiteiten die bijdragen aan sociale cohesie, participatie, ontmoeting en het welzijn van bewoners in de wijk of buurt.

• g.

  reserve: het totaal van vrij besteedbare middelen, inclusief liquide middelen en direct inzetbare financiële activa en inclusief een , exclusief geoormerkte fondsen of verplichtingen die aantoonbaar zijn vastgelegd.

2. De begripsomschrijvingen in artikel 1 van de ASVL zijn onverkort van toepassing op de begrippen die in deze subsidieregeling worden gebruikt.

1. De subsidie kan worden aangevraagd door:

• a.

  een rechtspersoon die in de gemeente Lelystad een buurthuis zonder beheerfunctie exploiteert;

• b.

  de volgende rechtspersonen die in de gemeente Lelystad een buurthuis met beheerfunctie exploiteren:

  • -

    Buurtcentrum de Brink geëxploiteerd door Stichting de Brink, statutair gevestigd aan Griend 33-07, 8225 SX te Lelystad;

  • -

    Buurtcentrum de Windhoek geëxploiteerd door MFA de Windhoek, statutair gevestigd aan Ringdijk 187, 8244 BJ te Lelystad;

  • -

    Buurtvereniging Het Palet geëxploiteerd door Buurtvereniging Het Palet, statutair gevestigd aan Voorhof 18, 8212 CA te Lelystad.

1. Subsidie wordt slechts verstrekt indien het buurthuis waarvoor subsidie wordt aangevraagd:

• a.

  voldoet aan de definitie van buurthuis in deze regeling;

• b.

  als kerntaak heeft om een bijdrage te leveren aan maatschappelijke activiteiten en maatschappelijke vraagstukken in de wijk;

• c.

  een platform is voor activiteiten en initiatieven van en voor alle bevolkingsgroepen uit de wijk: jong, oud, vrouw, man en alle culturen en achtergronden.

• d.

  aansluit bij en afstemt met andere maatschappelijke organisaties;

• e.

  plaats biedt aan verschillende soorten maatschappelijke activiteiten voor de buurt. Een sportclub die hoofdzakelijk sportactiviteiten biedt is geen buurthuis; evenals een gebruikersruimte die uitsluitend dient als ontmoetingsplek voor een specifieke groep en/of geen structurele maatschappelijke activiteiten voor de wijk organiseert.

• f.

  met uitzondering van de vakantieperiodes minimaal acht dagdelen per week open is voor het publiek, verdeeld over overdag en ’s avonds, door de week en in het weekend.

• g.

  wordt georganiseerd door een rechtspersoon met een bestuur dat verantwoordelijkheid draagt voor het buurthuis.

2. In aanvulling op het eerste lid wordt een subsidie aan een rechtspersoon die een buurthuis met beheerfunctie exploiteert slechts verstrekt indien financiële ondersteuning noodzakelijk is om de exploitatie van het buurthuis sluitend te kunnen krijgen.

1. Voor subsidie komen uitsluitend de noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte kosten in aanmerking die rechtstreeks samenhangen met het uitvoeren, faciliteren of ontwikkelen van maatschappelijke activiteiten in het buurthuis die bijdragen aan het versterken van de sociale cohesie en de leefbaarheid in de wijk.

2. In aanvulling op het eerste lid komen bij rechtspersonen die een buurthuis met beheerfunctie exploiteren tevens de noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte kosten in aanmerking die rechtstreeks verband houden met de exploitatie van het buurthuis, voor zover deze voor rekening van de subsidieontvanger komen en niet op andere wijze worden vergoed. Hieronder worden in ieder geval verstaan: huisvestingskosten (zoals gas, water en elektriciteit), kosten voor internet en overige nutsvoorzieningen, en kosten voor klein onderhoud.

1. Een subsidie aan een rechtspersoon die een buurthuis zonder beheerfunctie exploiteert bedraagt per jaar minimaal € 500,- en maximaal € 8.000,-.

2. Een subsidie aan een rechtspersoon die een buurthuis met beheerfunctie exploiteert bedraagt per jaar maximaal € 18.000,-.

3. De hoogte van de subsidie wordt bepaald aan de hand van de noodzakelijke kosten als bedoeld in artikel 6, na aftrek van inkomsten.

1. De aanvraag om subsidie wordt ingediend via het digitale aanvraagportaal van de gemeente Lelystad (SubsidieVolgSysteem).

2. De aanvraag om subsidie kan worden ingediend in de periode van 1 september tot en met 1 november voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

3. In afwijking van het tweede lid wordt een aanvraag voor het kalenderjaar 2026 ingediend binnen zes weken na de inwerkingtreding van deze regeling.

4. Voor een aanvraag door een rechtspersoon die een buurthuis zonder beheerfunctie exploiteert wordt de aanvraag wordt de aanvraag, in afwijking van artikel 8 lid 3 van de ASVL, voorzien van:

• a.

  Een projectplan met uitwerking van de voorgenomen maatschappelijke activiteiten.

• b.

  Een begroting met inkomsten en uitgaven.

5. Voor een aanvraag door een rechtspersoon die een buurthuis met beheerfunctie exploiteert wordt de aanvraag, in afwijking van artikel 8, derde lid, van de ASVL, voorzien van:

• a.

  Een overzicht van de reserve en liquide middelen van de rechtspersoon op moment van aanvragen.

• b.

  Een exploitatiebegroting voor het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

• c.

  Een projectplan met uitwerking van de voorgenomen maatschappelijke activiteiten.

1. Voor de subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor het kalenderjaar 2026 een subsidieplafond van € 60.000,-.

2. Voor de daaropvolgende kalenderjaren stelt het college jaarlijks, voorafgaand aan het subsidiejaar, het subsidieplafond voor dat jaar vast.

1. Na afloop van de in artikel 8 genoemde aanvraagtermijn beoordeelt het college alle tijdig ingediende aanvragen en stelt het vast of deze volledig zijn. Indien een aanvraag niet volledig is, stelt het college de aanvrager – waaronder rechtspersonen die een buurthuis met beheerfunctie exploiteren – in de gelegenheid de aanvraag binnen een door het college te stellen termijn aan te vullen. Een aanvraag die binnen deze termijn wordt aangevuld, wordt aangemerkt als volledig; als datum van ontvangst geldt in dat geval de datum waarop de aanvraag volledig is geworden.

2. Het subsidieplafond als bedoeld in artikel 9 wordt eerst gebruikt voor volledige en tijdig ingediende aanvragen van rechtspersonen die een buurthuis met beheerfunctie exploiteren. Hieronder worden mede verstaan de aanvragen die binnen de in het eerste lid bedoelde hersteltermijn volledig zijn gemaakt. Indien het totaal van de voor deze aanvragen benodigde subsidie hoger is dan het beschikbare bedrag, verdeelt het college het beschikbare bedrag naar rato over deze aanvragen. In dat geval wordt geen subsidie verstrekt aan rechtspersonen die een buurthuis zonder beheerfunctie exploiteren.

3. Voor zover na toepassing van het tweede lid nog subsidie beschikbaar is, kan dit worden gebruikt voor volledige en tijdig ingediende aanvragen van rechtspersonen die een buurthuis zonder beheerfunctie exploiteren. Indien het totaal van de voor deze aanvragen benodigde subsidie hoger is dan het nog beschikbare bedrag, worden deze aanvragen gehonoreerd in de volgorde waarin zij volledig zijn ontvangen, totdat het subsidieplafond is bereikt.

4. Indien het resterende subsidiebedrag wordt of dreigt te worden overschreden door meerdere aanvragen die op dezelfde datum volledig zijn geworden, verdeelt het college dit resterende bedrag naar rato over deze aanvragen.

1. De subsidie wordt geweigerd wanneer het voor het betreffende jaar vastgestelde subsidieplafond, als bedoeld in artikel 4:25 van de Algemene wet bestuursrecht, is bereikt. Aanvragen worden behandeld overeenkomstig de verdeelregels zoals opgenomen in artikel 10.

2. De subsidieaanvraag wordt geweigerd wanneer de beschikbare reserve en liquide middelen van de aanvragende rechtspersoon, inclusief een eventueel aanwezige egalisatiereserve als bedoeld in artikel 16, op het moment van de aanvraag meer bedragen dan € 40.000,-.

3. Onverminderd het bepaalde in de ASVL wordt de subsidie geheel of gedeeltelijk geweigerd wanneer:

• a.

  de activiteit geen aantoonbare meerwaarde oplevert ten opzichte van het reeds bestaande aanbod in Lelystad;

• b.

  de activiteit is gericht op het promoten van een religieuze, levensbeschouwelijk of politieke overtuiging, hetgeen onder andere kan blijken uit de doelstelling, inhoud, doelgroep of toegankelijkheid;

• c.

  de activiteit in strijd is met het gemeentelijk beleid;

• d.

  de activiteit via een andere subsidieregeling van de gemeente Lelystad moet worden aangevraagd of indien via een andere voorliggende voorziening in de activiteit of in het doel daarvan kan worden voorzien;

• e.

  de subsidie bestemd is voor de kosten voor de schoonmaak van de gebouwen, aangezien deze werkzaamheden niet subsidiabel zijn.

• f.

  de activiteiten (mede) zijn gericht op het behalen van winst of een overwegend commercieel oogmerk hebben;

• g.

  de activiteiten plaatsvinden buiten het kalenderjaar waarvoor de subsidie is aangevraagd;

• h.

  de aanvrager niet voldoet aan de in deze regeling of in de subsidiebeschikking gestelde verplichtingen of voorwaarden;

• i.

  er sprake is van (dreigende) dubbele financiering uit andere regelingen of subsidies;

• j.

  de kosten betrekking hebben op werkzaamheden die door of namens de gemeente worden uitgevoerd en derhalve niet subsidiabel zijn.

4. Het bestuursorgaan kan een subsidieverlenings- of vaststellingsbeschikking intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen wanneer:

• a.

  de ontvanger niet heeft voldaan aan de aan de beschikking verbonden verplichtingen;

• b.

  de beschikking is afgegeven op basis van onjuiste of onvolledige gegevens;

• c.

  de activiteiten niet of niet geheel zijn uitgevoerd overeenkomstig de aanvraag;

• d.

  zich omstandigheden voordoen als bedoeld in artikel 4:48 van de Algemene wet bestuursrecht.

1. Subsidie op grond van deze regeling wordt slechts verstrekt indien en voor zover de subsidie:

• a.

  geen staatssteun vormt in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), of

• b.

  verenigbaar is met de interne markt op grond van de de-minimisverordening (Verordening (EU) 2023/2831).

2. Indien en voor zover sprake is van staatssteun als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt de subsidie uitsluitend verleend met toepassing van de de-minimisverordening. De aanvrager:

• a.

  overlegt een volledig ingevulde en ondertekende de-minimisverklaring, en

• b.

  verstrekt alle gegevens die nodig zijn om na te gaan of aan de voorwaarden van de de-minimisverordening wordt voldaan.

3. Indien achteraf blijkt dat in strijd met dit artikel staatssteun is verleend die niet verenigbaar is met de interne markt, kan het college de subsidieverlenings- of vaststellingsbeschikking intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen en het teveel betaalde bedrag terugvorderen overeenkomstig de artikelen 4:48 en 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht.

1. Subsidies tot een bedrag van € 2.000 worden direct vastgesteld.

2. Subsidies van meer dan € 2.000 worden achteraf vastgesteld.

1. Bij een subsidiebeschikking voor een subsidie tot een bedrag van € 2.000 kan in de subsidiebeschikking worden bepaald dat de subsidieontvanger verplicht is om op de daarbij aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de subsidie verbonden verplichtingen.

2. Bij een subsidie van meer dan € 2.000 dient de subsidieontvanger uiterlijk 13 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, een aanvraag tot vaststelling in. De aanvraag om subsidievaststelling wordt ingediend via het digitale aanvraagportaal van de gemeente Lelystad.

3. In afwijking van artikel 19, tweede lid, van de ASVL omvat de aanvraag tot vaststelling als bedoeld in het tweede lid in ieder geval:

• a.

  een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en de beoogde resultaten zijn bereikt;

• b.

  een financieel verslag of een daarmee vergelijkbare verantwoording (bijvoorbeeld in de jaarrekening), waarin een vergelijking wordt gemaakt tussen de begrote en de werkelijke kosten en inkomsten van de activiteiten, met een toelichting op eventuele verschillen.

1. Het college kan een rechtspersoon die een buurthuis met beheerfunctie exploiteert op verzoek toestaan een egalisatiereserve te vormen ten laste van de op grond van deze regeling verleende subsidie. Hiertoe dient bij de aanvraag tot vaststelling een onderbouwd verzoek tot reservevorming te worden ingediend.

2. Per kalenderjaar mag ten hoogste 10% van de voor dat jaar verleende of vast te stellen subsidie worden toegevoegd aan de egalisatiereserve.

3. De totale stand van de egalisatiereserve mag na toevoeging niet hoger zijn dan € 20.000,- en maakt onderdeel uit van de in artikel 11, tweede lid, bedoelde reserve en liquide middelen.

4. Het college beslist bij de subsidievaststelling over de toestemming voor het vormen of voortzetten van de egalisatiereserve en kan deze geheel of gedeeltelijk weigeren indien:

• a.

  de hoogte van de egalisatiereserve niet in verhouding staat tot de aard en omvang van de gesubsidieerde activiteiten; of

• b.

  de totale reserve en liquide middelen van de subsidieontvanger, inclusief de egalisatiereserve, daardoor onevenredig hoog zouden worden in verhouding tot de financiële risico’s en verplichtingen, of daardoor de in artikel 11, tweede lid, opgenomen grens van € 40.000,- zou worden overschreden.

5. Voor zover de feitelijke egalisatiereserve per einde boekjaar het op grond van dit artikel toegestane maximum overschrijdt, kan het college de subsidie lager vaststellen en het meerdere aan niet-bestede subsidiebedragen terugvorderen overeenkomstig artikel 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht.

1. Deze subsidieregeling treedt met ingang van de dag na bekendmaking in werking.

2. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: ‘Subsidieregeling buurthuizen Lelystad 2026’.

3. De Subsidieregeling zelfstandige buurtcentra van 12 juli 2016 wordt ingetrokken met ingang van de datum waarop deze subsidieregeling in werking treedt.