Regeling vervalt per 01-01-2031

“Verordening BIZ-Brummen 2026”, gemeente Brummen

Geldend van 24-12-2025 t/m 31-12-2030

Intitulé

“Verordening BIZ-Brummen 2026”, gemeente Brummen

Kenmerk Z117406/D464976

DE RAAD VAN DE GEMEENTE BRUMMEN,

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2025;

Gelet op artikel 1, eerste lid en artikel 7, vierde lid, van de Wet op Bedrijveninvesteringszones;

HEEFT BESLOTEN:

  • 1.

    De Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en de subsidie voor de BIZ Brummen 2026 vast te stellen.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    BIZ: Bedrijven investeringszone; het bij deze verordening aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven. Het aangewezen gebied is vermeld op de bij deze verordening behorende en daarvan deeluitmakende kaart;

  • b.

    de wet: de Wet op de Bedrijveninvesteringszones;

  • c.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brummen;

  • d.

    Uitvoeringsovereenkomst: de tussen de gemeente Brummen en BIZ-vereniging Brummen te sluiten Uitvoeringsovereenkomst Bedrijven Investeringszone Brummen 2026

  • e.

    Vereniging: BIZ-vereniging Brummen

Artikel 2 Aanwijzing vereniging

De BIZ-vereniging Brummen (hierna: de vereniging) wordt aangewezen als stichting als bedoeld in artikel 7 van de wet.

Artikel 3 Aard van de belasting

Onder de naam ‘BIZ- bijdrage’ wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op het internet, die zijn gericht op het bevorderen van de economische versterking van het centrum van Brummen.

Artikel 4 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1.

    De BIZ-bijdrage wordt gedurende een periode van 5 jaren jaarlijks geheven ter zake van binnen de BIZ gelegen onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen. Middels de bij deze verordening en daarvan deeluitmakende kaart en lijst met heffingsplichtigen wordt duidelijk gemaakt welke onroerende zaken binnen het gebate gebied vallen.

  • 2.

    De BIZ- bijdrage wordt geheven van degenen die bij het begin van het kalenderjaar in de BIZ gelegen onroerende zaken al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht, gebruiken.

  • 3.

    Voor de toepassing van het tweede lid wordt:

  • a.

    gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

  • b.

    het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld.

  • 4.

    Indien een onroerende zaak bij het begin van het kalenderjaar niet in gebruik is, wordt de BIZ-bijdrage geheven van degene die van die zaak het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 5 Belastingobject

Belastingobject is de onroerende zaak bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken. Als een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken, die niet in hoofdzaak tot woning dient.

Artikel 6 Maatstaf van heffing

De belasting wordt opgeheven naar een vast bedrag per onroerende zaak.

Artikel 7 Belastingtarief

De BIZ- bijdrage bedraagt in 2026 per onroerende zaak € 650,-.

In de op 2026 volgende vier kalenderjaren wordt de BIZ-bijdrage telkens met twee procent verhoogd.

Artikel 8 Vrijstellingen

  • 1.

    De belasting wordt niet geheven ter zake van straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanig gebouwde eigendommen – niet zijnde gebouwen – die zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri’s, hekken en palen.

  • 2.

    Indien een ondernemer zijn onderneming – niet zijnde verhuur van onroerende zaken – vanuit meerdere onroerende zaken binnen het BIZ-gebied drijft, wordt hij voor slechts de onroerende zaak met de hoogste WOZ-waarde aangeslagen. Voor de overige onroerende zaken wordt hij van deze heffing vrijgesteld.

Artikel 9 Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden de aanslagen betaald in een termijn die vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslag verschuldigde bedrag door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslag moet worden betaald in één termijn en vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 3.

    Machtigingen voor een automatische incasso moeten uiterlijk binnen drie weken na dagtekening van de aanslag door de gemeente ontvangen zijn.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 11 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de BIZ-bijdrage.

Artikel 12 Buiten toepassing algemene subsidieverordening

Op de subsidie als bedoeld in artikel 7 van de wet is de Algemene subsidieverordening gemeente Brummen niet van toepassing.

Artikel 13 Aanvraag subsidieverlening

  • 1.

    De vereniging dient jaarlijks voor 1 september voorafgaand aan het komende subsidiejaar een aanvraag in voor subsidie op grond van deze verordening.

  • 2.

    Voor het eerste subsidiejaar van deze BIZ-periode geldt dat de subsidie tot 1 april van het subsidiejaar zelf kan worden aangevraagd.

  • 3.

    Een aanvraag voor een subsidie moet schriftelijk worden ingediend en moet in ieder geval voldoen aan de eisen van artikel 4:2 Awb.

  • 4.

    Het college kan in afwijking van het bepaalde in het eerste lid een later datum vaststellen.

Artikel 13 Subsidiebeschikking

  • 1.

    Het college neemt uiterlijk 1 januari van het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft een besluit op de aanvraag om subsidieverlening.

  • 2.

    In afwijking op het bepaalde in het eerste lid besluit het college voor het startjaar 2025 binnen zes weken na ontvangst van de aanvraag om subsidieverlening.

  • 3.

    De subsidiebeschikking vermeldt het subsidiebedrag en voor welke activiteit(en) de subsidie wordt verstrekt.

  • 4.

    De beschikking tot het verlenen van subsidie kan vermelden dat voorschotten worden verstrekt.

Artikel 14 Weigeringsgronden

Het college kan de subsidie geheel of gedeeltelijk weigeren, indien de subsidie niet of in onvoldoende mate wordt, of zal worden besteed aan activiteiten zoals overeengekomen in de Uitvoeringsovereenkomst.

Artikel 15 De subsidievaststelling

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt aan de BIZ-vereniging Brummen voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de Uitvoeringsovereenkomst.

  • 2.

    De subsidie wordt vastgesteld op basis van het geraamde bedrag van de BIZ-bijdragen die in de in artikel 4, eerste lid, bedoelde periode worden geheven, vanaf het eerste jaar van heffing en invordering.

  • 3.

    Het bedrag als bedoeld in het tweede lid wordt vermeerderd met het bedrag dat de gemeente Brummen bijdraagt aan het aanstellen van een centrummanager. De gemeente verleent alleen subsidie voor een centrummanager als die ook daadwerkelijk is aangesteld.

Artikel 16 Wijze van betalen

De subsidie wordt uiterlijk 1 april van het subsidiejaar uitbetaald in de vorm van een voorschot van 90% van de begrote BIZ-subsidie. Het restantbedrag wordt uitbetaald op basis van daadwerkelijk ontvangen BIZ-bijdragen.

Artikel 17 Melding van relevante wijzigingen

  • 1.

    De vereniging stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van meer dan ondergeschikte veranderingen in haar financiële situatie.

  • 2.

    De vereniging stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van een wijziging van de statuten, dan wel van verandering of beëindiging van activiteiten.

Artikel 18 Delegatie van de bevoegdheid tot intrekken of wijzigen subsidievaststelling

Het college is bevoegd tot het intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen van de subsidievaststelling bedoeld in artikel 4:49 van de Algemene wet Bestuursrecht.

Artikel 19 Ontheffing wegens bijzondere omstandigheden

Van de toepassing van de bepalingen in deze verordening kan door het college worden afgeweken indien strikte toepassing ervan wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zou zijn in verband met het met deze bepaling te dienen doel.

Artikel 20 Aanvraag subsidievaststelling

Artikel 4:75 Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 21 Intrekking

Deze verordening wordt zo spoedig mogelijk ingetrokken indien daarvoor voldoende steun is als bedoeld in artikel 6, eerste lid van de wet.

Artikel 22 Vervallen verordening

Deze verordening vervalt met ingang van 1 januari 2031.

Artikel 23 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2026.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening BIZ-Brummen 2026".

Ondertekening

Dit besluit is genomen tijdens de openbare raadsvergadering van 18 december 2025.

De raad van de gemeente Brummen,

De griffier, M.E.A. Knook

De voorzitter G.J.M. van Rumund

Bijlage BIZ Verordening 2026-2030

Ambachtstraat 1

6971 BN

Brummen

Ambachtstraat 14

6971 BR

Brummen

Ambachtstraat 18

6971 BR

Brummen

Ambachtstraat 18a

6971 BR

Brummen

Ambachtstraat 20

6971 BR

Brummen

Ambachtstraat 27

6971 BN

Brummen

Ambachtstraat 2a

6971 BR

Brummen

Ambachtstraat 3

6971 BN

Brummen

Ambachtstraat 32

6971 BR

Brummen

Ambachtstraat 34

6971 BR

Brummen

Ambachtstraat 38

6971 BR

Brummen

Ambachtstraat 40

6971 BS

Brummen

Ambachtstraat 41

6971 BP

Brummen

Ambachtstraat 44

6971 BS

Brummen

Ambachtstraat 46

6971 BS

Brummen

Ambachtstraat 4a

6971 BR

Brummen

Ambachtstraat 4c

6971 BR

Brummen

Ambachtstraat 4d

6971 BR

Brummen

Arnhemsestraat 13

6971 AN

Brummen

Arnhemsestraat 22

6971 AR

Brummen

Arnhemsestraat 4

6971 AR

Brummen

Arnhemsestraat 9

6971 AN

Brummen

Arnhemsestraat 9a

6971 AN

Brummen

Arnhemsestraat 6

6971 AR

Brummen

Arnhemsestraat 18a

6971 AR

Brummen

Engelenburgerlaan 1

6971 BT

Brummen

Kerkstraat 1

6971 AE

Brummen

Leliestraat 2

6971 BP

Brummen

Marktplein 1

6971 AA

Brummen

Marktplein 11

6971 AA

Brummen

Marktplein 12

6971 AB

Brummen

Marktplein 13

6971 AB

Brummen

Marktplein 16

6971 AB

Brummen

Marktplein 18

6971 AB

Brummen

Marktplein 19

6971 AB

Brummen

Marktplein 3

6971 AA

Brummen

Marktplein 4a

6971 AA

Brummen

Marktplein 5

6971 AA

Brummen

Marktplein 6

6971 AA

Brummen

Marktplein 7

6971 AA

Brummen

Marktplein 8

6971 AA

Brummen

Tuinstraat 2a

6971 BJ

Brummen

Tuinstraat 2b

6971 BJ

Brummen

Tuinstraat 2c

6971 BJ

Brummen

Tuinstraat 2d

6971 BJ

Brummen

Tuinstraat 2e

6971 BJ

Brummen

Tuinstraat 2f

6971 BJ

Brummen

Tuinstraat 2g

6971 BJ

Brummen

Tuinstraat 2h

6971 BJ

Brummen

Tuinstraat 3

6971 BG

Brummen

Zutphensestraat 3a

6971 EE

Brummen

Zutphensestraat 3c

6971 EE

Brummen