Regeling vervallen per 08-12-2014

Afvalstoffenverordening

Geldend van 29-09-2005 t/m 07-12-2014

Intitulé

Afvalstoffenverordening

De raad van de gemeente Hardinxveld-Giessendam;gezien het voorstel van burgemeester en wethouders, nr.1233;gelet op artikel 10.23 van de Wet milieubeheer;b e s l u i t :1. De Afvalstoffenverordening (bijlage 1) vast te stellen;2. Afdeling 4.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening Hardinxveld-Giessendam (APV) telaten vervallen.

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan:a. wet : Wet milieubeheer; b. inzamelen : de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden en het feitelijk ophalen en innemen daarvan;c. ter inzameling aanbieden : de wijze van overdragen van afvalstoffen aan een inzamelende persoon of instantie, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe door of vanwege de inzamelende persoon of instantie geplaatste inzamelmiddelen of -voorzieningen of op een daartoe aangewezen plaats;d. inzamelmiddel : een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een minicontainer, afvalemmer of kca-box, ten behoeve van één huishouden;e. inzamelvoorziening : een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of -plaats, bijvoorbeeld een verzamelcontainer, wijkcontainer of brengdepot, ten behoeve van meerdere huishoudens;f. inzameldienst : de krachtens artikel 7, eerste lid, aangewezen inzameldienst, belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;g. andere inzamelaars : de krachtens artikel 7, tweede lid, aangewezen personen en instanties, belast met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen;h. inzamelvergunning : de vergunning zoals bedoeld in artikel 11;i. gebruiker van een perceel : degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;j. straatafval : huishoudelijke afvalstoffen van zeer beperkte omvang en gewicht, zoals proppen, papier, sigarettenpeuken, kauwgom, plastic bekertjes en blikjes, verpakkingsmateriaal, etenswaren, niet zijnde klein chemisch afval, ontstaan buiten een perceel;k. wegen : alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten;l. motorrijtuigen : alle voertuigen, bestemd om anders dan langs spoorstaven te worden voortbewogen uitsluitend of mede door een mechanische kracht, op of aan het voertuig zelf aanwezig dan wel door elektrische tractie met stroomtoevoer van elders.

Artikel 2 Beslistermijn

  • 1 Het college beslist op een aanvraag voor een vergunning of ontheffing binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag ontvangen is.

  • 2 Het college kan zijn beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen.

Artikel 3 Indiening aanvraag

  • 1 Indien een aanvraag voor een vergunning of ontheffing wordt ingediend minder dan drie weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig heeft, kan het college besluiten de aanvraag niet te behandelen.

  • 2 Voor bepaalde, door het college aan te wijzen, vergunningen of ontheffingen kan de in het eerste lid genoemde termijn worden verlengd tot ten hoogste acht weken.

Artikel 4 Voorschriften en beperkingen

  • 1 Aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van de bescherming van het milieu.

  • 2 De houder van een vergunning of ontheffing is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.

Artikel 5 Persoonlijk karakter van de vergunning of ontheffing

De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens verordening anders is bepaald.

Artikel 6 Intrekking of wijziging van de vergunning of ontheffing

De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:a. indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;b. indien op grond van verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning of ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging moet worden gevorderd in het belang van de bescherming van het milieu;c. indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;d. indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij gebreke van een dergelijke termijn binnen een redelijke termijn;e. indien de houder dit verzoekt.

Paragraaf 2 Inzameling van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 7 Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars

  • 1 Het college wijst de inzameldienst aan, die belast is met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 2 Naast de inzamelienst kan het college andere inzamelaars aanwijzen die belast zijn met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 8 Afzonderlijke inzameling

  • 1 Door de inzameldienst of andere inzamelaars worden de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk ingezameld:a. groente-, fruit- en tuinafval;b. klein chemisch afval; c. glas;d. oud papier en karton;e. textiel;f. (afgedankte) elektrische en elektronische apparatuur; g. bouw- en sloopafval;h. verduurzaamd- en onbehandeld hout;i. grof tuinafval;j. asbest en asbesthoudend afval;k. grof huishoudelijk afval;l. huishoudelijk restafval; m. kadavers;n. metalen;o. banden.

  • 2 Het college kan een omschrijving vaststellen van de categorieën huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 9 Inzamelmiddelen en –voorzieningen

  • 1 De inzameling kan plaatsvinden via:a. een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel;b. een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen (gemeenschappelijke verzamelcontainer);c. een inzamelvoorziening op wijkniveau;d. een brengdepot.

  • 2 Het college kan aanwijzen via welk al dan niet van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel of via welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt.

Artikel 10 Frequentie van inzamelen

  • 1 Huishoudelijk restafval wordt tenminste één maal per twee weken bij elk perceel ingezameld.

  • 2 In afwijking van het eerste lid wordt huishoudelijk restafval, voor de gevallen omschreven in artikel 9, lid 1.b, één maal per week ingezameld.

  • 3 Groente-, fruit- en tuinafval wordt tenminste één maal per twee weken afzonderlijk bij elk perceel en bij gemeenschappelijke verzamelcontainers ingezameld.

  • 4 Het college kan de frequentie van inzameling vaststellen van de overige categorieën huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk in aangewezen delen van de gemeente bij elk perceel worden ingezameld.

Artikel 11 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens vergunning

  • 1 Het is verboden zonder inzamelvergunning van het college huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen.

  • 2 De inzamelvergunning kan worden geweigerd in het belang van een doelmatig beheer van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 3 Het verbod geldt niet voor de inzameldienst of andere inzamelaars.

  • 4 Het verbod geldt niet voor personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Paragraaf 3 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 12 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen

  • 1 Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst, andere inzamelaars en aan de houders van een inzamelvergunning.

  • 2 Het verbod geldt niet voor personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 13 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen

  • 1 Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan de inzameldienst of de andere inzamelaars.

  • 2 Het college kan besluiten dat het aan anderen dan gebruikers van percelen verboden is om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan de houder van een inzamelvergunning.

Artikel 14 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

  • 1 Het is verboden om de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen anders dan afzonderlijk ter inzameling aan te bieden:a. groente-, fruit- en tuinafvalb. klein chemisch afval; c. glas;d. oud papier en karton;e. textiel;f. (afgedankte) elektrische en elektronische apparatuur; g. bouw- en sloopafval;h. verduurzaamd hout;i. grof tuinafval; j. asbest en asbesthoudend afval;k. grof huishoudelijk afval;l. huishoudelijk restafval; m. kadavers;n. metalen;o. banden.

  • 2 Het college kan de inzameldienst en andere inzamelaars aanwijzen aan wie de in het eerste lid aangewezen categorieën huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden.

  • 3 Het is verboden de aangewezen categorieën huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden aan anderen dan de krachtens het tweede lid aangewezen inzameldienst en andere inzamelaars.

  • 4 Het in lid 1.a gestelde verbod geldt niet voor percelen die door een besluit van het college zijn aangewezen.

Artikel 15 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel

  • 1 Het is voor de gebruiker van een perceel ten behoeve van wie krachtens artikel 9, tweede lid, voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen een inzamelmiddel is aangewezen of van gemeentewege is verstrekt, verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan via het daartoe aangewezen of verstrekte inzamelmiddel.

  • 2 Het is voor de gebruiker van een perceel verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel aan te bieden, dan de categorie waarvoor dit inzamelmiddel krachtens artikel 9, tweede lid, is bestemd.

  • 3 Het college kan regels stellen omtrent de plaatsen en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel ter inzameling moeten worden aangeboden.

  • 4 Het college kan regels stellen met betrekking tot het maximale gewicht van de afvalstoffen per inzamelmiddel en het maximale aantal inzamelmiddelen dat per keer kan worden aangeboden.

  • 5 Indien van gemeentewege een inzamelmiddel aan de gebruiker van een perceel is verstrekt kan het college regels stellen omtrent de voorwaarden waaronder het inzamelmiddel is verstrekt, het gebruik en het reinigen daarvan.

  • 6 Indien het inzamelmiddel niet van gemeentewege is verstrekt, kan het college eisen stellen aan het te gebruiken inzamelmiddel.

  • 7 Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

  • 8 Het is verboden voor anderen dan de gebruiker van een perceel ten behoeve van wie krachtens artikel 9, tweede lid, een inzamelmiddel is verstrekt of aangewezen, hun afvalstoffen ter inzameling aan te bieden via dit inzamelmiddel.

Artikel 16 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen

  • 1 Het is de gebruiker van een perceel voor wie krachtens artikel 9, tweede lid, mede ten behoeve van zijn perceel een inzamelvoorziening voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen is aangewezen, verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan via de betreffende inzamelvoorziening.

  • 2 Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening voor een aantal percelen aan te bieden, dan de categorie waarvoor deze inzamelvoorziening krachtens artikel 9, tweede lid, is bestemd.

  • 3 Het college kan regels stellen ten aanzien van de wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen moet worden aangeboden.

  • 4 Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze aan te bieden via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen dan krachtens het derde lid is bepaald.

  • 5 Het is verboden voor anderen dan de gebruikers van percelen voor wie krachtens artikel 9, tweede lid, een inzamelvoorziening is aangewezen, huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden via deze inzamelvoorziening.

Artikel 17 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau

  • 1 Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening op wijkniveau aan te bieden dan de categorie waarvoor de inzamelvoorziening krachtens artikel 9, tweede lid, is bestemd.

  • 2 Het college kan regels stellen omtrent de wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden via een inzamelvoorziening op wijkniveau.

  • 3 Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze via een inzamelvoorziening op wijkniveau ter inzameling aan te bieden dan krachtens het tweede lid is bepaald.

  • 4 Het verbod in artikel 15, zevende lid, en artikel 16, vierde lid, geldt niet voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau overeenkomstig dit artikel.

Artikel 18 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau

  • 1 Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau aan te bieden dan de categorieën waarvoor het brengdepot krachtens artikel 9, tweede lid, is bestemd.

  • 2 Het college kan regels stellen omtrent de wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden bij het brengdepot op lokaal of regionaal niveau.

  • 3 Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau ter inzameling aan te bieden dan krachtens het tweede lid is bepaald.

  • 4 Het verbod in artikel 15, zevende lid, en artikel 16, vierde lid, geldt niet voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau overeenkomstig dit artikel.

Artikel 19 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder inzamelmiddel

  • 1 Het college kan categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die zonder inzamelmiddel als bedoeld in artikel 9 van deze verordening ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 2 Het college kan regels stellen over de wijze waarop deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden.

  • 3 Het college kan regels stellen over het maximale gewicht, de afmetingen en het volume waarop deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden.

  • 4 Het is verboden deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

Artikel 20 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

  • 1 Het college stelt de dagen en tijden vast waarop categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 2 Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere dagen en tijden ter inzameling aan te bieden dan krachtens het eerste lid is bepaald.

Artikel 21 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kan het college regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.

Paragraaf 4 Inzameling van bedrijfsafvalstoffen

Artikel 22 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst

Het college kan categorieën bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld.

Artikel 23 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

  • 1 Het is verboden bedrijfsafvalstoffen aan te bieden aan de inzameldienst.

  • 2 Het verbod geldt niet voor de krachtens artikel 22 aangewezen categorieën bedrijfsafvalstoffen, voorzover degene die gebruik maakt van de inzameling door de inzameldienst voldoet aan de daarmee ontstane betalingsplicht op grond van de verordening “Tarieventabel containers en diensten reinigingsdienst”.

  • 3 Het college kan regels stellen omtrent de dagen, tijden, wijzen en plaatsen waarop de krachtens artikel 22 aangewezen bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 4 Het is verboden de krachtens artikel 22 aangewezen bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze regels.

Artikel 24 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

  • 1 Het college kan regels stellen voor het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst.

  • 2 Het is verboden bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze regels.

Paragraaf 5 Zwerfafval

Artikel 25 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

  • 1 Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.

  • 2 Het college kan van het verbod ontheffing verlenen.

  • 3 Het verbod is niet van toepassing op:a. het overeenkomstig deze verordening ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen;b. het thuiscomposteren van groente-, fruit- en tuinafval;c. voor zover de (afval)stoffen tijdelijk op de weg geraken of worden gebracht als onvermijdelijkgevolg van het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen dan wel het verrichten van andere werkzaamheden op of aan de weg.

  • 4 Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voorzover de Wet bodembescherming of het Bouwstoffenbesluit voorziet in de beoogde bescherming van het milieu.

Artikel 26 Achterlaten van straatafval

  • 1 Het is verboden straatafval in de openbare ruimte achter te laten zonder gebruik te maken van de van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.

  • 2 Het is verboden om andere afvalstoffen dan straatafval achter te laten in daartoe van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.

Artikel 27 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen

  • 1 Het is verboden afvalstoffen of inzamelmiddelen die ter inzameling gereed staan te doorzoeken en te verspreiden.

  • 2 Het is verboden tegen afvalstoffen of inzamelmiddelen, die ter inzameling gereed staan, te stoten, te schoppen of deze omver te werpen.

Artikel 28 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren

De houder of beheerder van een inrichting waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:a. een afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp in of nabij de inrichting op een duidelijk zichtbare plaats aanwezig te hebben, waarin het publiek afval kan achterlaten;b. zorg te dragen dat deze afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp van een zodanige constructie is dat het afval daarin deugdelijk geborgen blijft en dat die afvalbak, -mand of voorwerp steeds tijdig wordt geledigd;c. zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met de toezicht op de naleving van dit artikel, in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voorzover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.

Artikel 29 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.

Artikel 30 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

  • 1 Het is verboden afvalstoffen, stoffen of voorwerpen zodanig te laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten dat de weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig kan worden beïnvloed.

  • 2 Indien bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen deze weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig wordt beïnvloed, is degene die genoemde werkzaamheden verricht alsmede diens opdrachtgever verplicht deze weg te reinigen of te laten reinigen:a. direct na het ontstaan van de verontreiniging, indien de verontreiniging gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;b. direct na beëindiging van de werkzaamheden, indien de verontreiniging geen gevaar voor deveiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;c. indien de werkzaamheden langer dan een dag duren, elke dag direct na beëindiging van dewerkzaamheden.

Paragraaf 6 Overige onderwerpen die de verordening aangaan

Artikel 31 Verbod opslag van afvalstoffen

  • 1 Het is verboden afvalstoffen op voor het publiek zichtbare plaats in de open lucht en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben.

  • 2 Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

  • 3 Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaars of aan houders van een inzamelvergunning.

Artikel 32 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Het is de eigenaar of kentekenhouder verboden zich te ontdoen van een autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit Beheer Autowrakken.

Paragraaf 7 Slotbepalingen

Artikel 33 Strafbepaling

Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten:Artikel 11 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens vergunning.Artikel 12 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen.Artikel 13 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan gebruikers van percelen.Artikel 14 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden.Artikel 15 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel.Artikel 16 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen.Artikel 17 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorzieningen op wijkniveau.Artikel 18 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of regionaalniveau.Artikel 19 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder inzamelmiddel.Artikel 20 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden.Artikel 23 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst.Artikel 24 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst.Artikel 25 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging.Artikel 26 Inzameling andere categorieën afvalstoffen door de inzameldienst.Artikel 27 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen.Artikel 28 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren.Artikel 29 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal.Artikel 30 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden.Artikel 31 Verbod op opslag van afvalstoffen.Artikel 32 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden.Overtreding van de hierboven genoemde artikelen, en van het bij of krachtens artikel 4 bepaalde, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden of een geldboete van de vierde categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 34 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 18.4, derde lid, van de Wet milieubeheer aangewezen ambtenaren;

Artikel 35 Inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt in werking zes weken na bekendmaking.

  • 2 Afdeling 4.2 en de artikelen 4.4.1, 4.4.2, 4.4.3, 4.4.4, 4.4.7, van de Algemene Plaatselijke Verordening Hardinxveld-Giessendam worden ingetrokken.

Artikel 36 Overgangsbepaling

  • 1 Vergunningen en ontheffingen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 35, tweede lid, blijven - indien en voorzover het gebod of het verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening en voorzover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.

  • 2 Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordening bedoeld in artikel 35, tweede lid, blijven - indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.

  • 3 Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning of ontheffing op grond van de verordening bedoeld in artikel 35, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt daarop de overeenkomstige bepaling van de onderhavige verordening toegepast.

  • 4 Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing bedoeld in het eerste lid, dan wel voorschrift of beperking bedoeld in het tweede lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 35, eerste lid, is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 35, tweede lid.

  • 5 In afwijking van het in het eerste lid gestelde, blijft een vergunning of ontheffing van kracht, totdat onherroepelijk is beslist op een aanvraag voor een, krachtens een in deze verordening overeenkomstig opgenomen gebod of verbod vereiste vergunning of ontheffing, indien deze aanvraag ten minste acht weken voor afloop van de in het eerste lid genoemde termijn bij het bevoegde bestuursorgaan is ingediend.

  • 6 Gebod- of verbodsbepalingen waarvoor een vergunning of ontheffing vereist is krachtens deze verordening en niet voorkomend in de verordening als bedoeld in artikel 35, tweede lid zijn niet van toepassing:a. gedurende acht weken na het in werking treden van deze verordening;b. ook na de onder a bepaalde termijn, voor zover degene die de vergunning of ontheffing nodig heeft, binnen deze termijn een aanvraag heeft ingediend, totdat onherroepelijk op deze aanvraag is beslist.

  • 7 De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 35, tweede lid heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voorzover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.

Artikel 37 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Afvalstoffenverordening.

Afvalstoffenverordening behorende bij de afvalstoffenverordening 1

Inhoud AfvalstoffenverordeningParagraaf 1 Algemene bepalingenArtikel 1 BegripsomschrijvingenArtikel 2 BeslistermijnArtikel 3 Indiening aanvraagArtikel 4 Voorschriften en beperkingenArtikel 5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffingArtikel 6 Intrekking of wijziging van de vergunning of ontheffingParagraaf 2 Inzameling van huishoudelijke afvalstoffenArtikel 7 Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaarsArtikel 8 Afzonderlijke inzamelingArtikel 9 Inzamelmiddelen en -voorzieningenArtikel 10 Frequentie van inzamelen Artikel 11 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens vergunningParagraaf 3 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffenArtikel 12 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderenArtikel 13 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan gebruikers van percelenArtikel 14 Afzonderlijk ter inzameling aanbiedenArtikel 15 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceelArtikel 16 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelenArtikel 17 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveauArtikel 18 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveauArtikel 19 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder inzamelmiddelArtikel 20 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden Artikel 21 Het in bijzondere gevallen aanbieden van huishoudelijke afvalstoffenParagraaf 4 Inzameling van bedrijfsafvalstoffenArtikel 22 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffenArtikel 23 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienstArtikel 24 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienstParagraaf 5 ZwerfafvalArtikel 25 Voorkomen van diffuse milieuverontreinigingArtikel 26 Achterlaten van straatafval Artikel 27 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staandeafvalstoffen Artikel 28 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwarenArtikel 29 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaalArtikel 30 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamhedenParagraaf 6 Overige onderwerpen die de verordening aangaanArtikel 31 Verbod opslag van afvalstoffenArtikel 32 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishoudenParagraaf 7 SlotbepalingenArtikel 33 StrafbepalingArtikel 34 ToezichthoudersArtikel 35 InwerkingtredingArtikel 36 OvergangsbepalingArtikel 37 Citeertitel

Uitvoeringsbesluiten 2

Het college besluit:I. Op grond van paragraaf 2, artikel 7, eerste lid, van de Afvalstoffenverordening, de gemeentelijke reinigingsdienst aan te wijzen als inzameldienst, die is belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen.II. Op grond van paragraaf 2, artikel 7, tweede lid, van de Afvalstoffenverordening, naast de onder I. genoemde inzameldienst de volgende inzamelaars aan te wijzen die zijn belast met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen:• Glas: Van Gansewinkel te Vlaardingen;• KCA: Van Gansewinkel te Vlaardingen;• Papier: gemeentelijke reinigingsdienst met verenigingen;• Kleding: charitatieve instellingen;• Batterijen: scholen en supermarkten.III. Op grond van paragraaf 2, artikel 8, tweede lid, van de Afvalstoffenverordening, vast te stellen de volgende omschrijving van de categorieën huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in het eerste lid van dat artikel:• GFT: organisch keuken- en tuinafval zoals botjes, brood, doppen van pinda’s en noten, eierschalen, etensresten, kaaskorsten, kattenbakkorrels met milieukeur, koffiefilters en koffiedik, loof en schillen, mest van kleine huisdieren als cavia’s en konijnen, noten en pitten, plantenmateriaal en klein snoeiafval, stro, theebladeren en theezakjes, visgraten.• KCA: huishoudelijke batterijen, spaarlampen, Tl-buizen, vloeibare gootsteenontstopper, lampenolie, petroleum, bestrijdingsmiddelen en insecticiden, medicijnen, injectienaalden, kwikthermometers, verf, lak, beits, houtverduurzamingsmiddelen, terpentine thinner, verfafbijtmiddel, verfverdunner, kwastreiniger, kwastontharder, wasbenzine, kwikschakelaars (niet digitale cv-thermostaten), fotofixeer, foto-ontwikkelaar, etsvloeistoffen als salpeterzuur, zwavelzuur accu’s benzine, motorolie, afgewerkte olie, remvloeistof, oliefilters.• glas: verpakkingsglas, flessen en potten waarin dranken en voedsel verpakt worden maar ook van cosmetica, deodorant, vlakglas, ruiten, met uitzondering van kristal, vuurvast glas, lampen en spiegels.• textiel: kleding en huishoudtextiel zoals lakens, dekens, handdoeken en dergelijke, schoeisel (per paar gebundeld), grote lappen stof en gordijnen.• papier en karton: kranten, tijdschriften, cadeaupapier, eierdozen, kartonnen en papieren verpakkingen. Productgebonden verontreinigingen bij dit materiaal als coating, stickers en vensters zijn toegestaan. Niet toegestaan is verontreinigd en/of nat papier, sanitair papier, geplastificeerd papier, behang en foto’s en geen productvreemde verontreinigingen als plastics, touw, verpakkingsfolie (sealings).• (afgedankte) elektrische en elektronische apparatuur: huishoudelijke apparaten, audio- en videoapparatuur, computers en toebehoren, elektrische gereedschappen, telefoons, zonnebanken- en hemels en dergelijke.• bouw- en sloopafval: wordt, voor zover van huishoudelijke herkomst en niet op bedrijfsmatige schaal of daarmee vergelijkbaar particulier handelen vrijgekomen, als grof vuil beschouwd. Bouw- en sloopafval gescheiden naar fracties aanbieden zoals metalen, glas, hout, verduurzaamd hout steen en steenachtige materialen. (In de afvoer kunnen de deelfracties metalen, hout en andere brandbare fracties mee met de inzameling van grof vuil mee mits passend gebundeld. Steen en steenachtige materialen worden niet ingezameld maar kunnen op het ABS worden aangeboden).• verduurzaamd hout: te onderscheiden naar onbehandeld, geschilderd- en geïmpregneerd hout.• grof tuinafval: snoeihout en overig grof tuinvuil dat door afmetingen niet met het GFT kan worden aangeboden.• asbest en asbesthoudend afval: geen toelichting.• kadavers: kadavers van kleine huisdieren, zoals honden, katten, cavia’s, e.d.• metalen: afval dat geheel of bijna geheel bestaat uit metalen.• banden: banden van personenauto’s.• grof huishoudelijke afval: restafval dat regulier in een huishouden vrijkomt en dat door samenstelling en/of afmetingen niet in de minicontainers kan of mag worden aangeboden. Bij de acceptatievoorwaarden wordt met grof huishoudelijk restafval het grove vuil bedoeld na uitsortering van bovengenoemde fracties.• huishoudelijk restafval: fractie van het huishoudelijk afval die overblijft als alle bovengenoemde componenten verwijderd zijn.IV. Op grond van paragraaf 2, artikel 9, tweede lid, van de Afvalstoffenverordening, vast te stellen dat de inzameling plaatsvindt via:a. minicontainers op de daartoe aangewezen plaatsen en tijdstippen. Dit geldt voor alle aanbieders, anderen dan genoemd onder b. Voor de inzameling van GFT en restafval stelt de gemeente het inzamelmiddel beschikbaar;b. gemeenschappelijke verzamelcontainers voor restafval en GFT;c. verzamelcontainers voor het achterlaten van verpakkingsglas en textiel, aan te wijzen op buurtniveau;d. verzamelcontainers voor het achterlaten van papier en karton, aan te wijzen op buurtniveau.V. Op grond van paragraaf 2, artikel 9, tweede lid van de Afvalstoffenverordening als brengvoorziening aan te wijzen het Afvalbrengstation Schrank 10, 3371 KJ, Hardinxveld-Giessendam, waar alle fracties als bedoeld in artikel 8 kunnen worden aangeboden.VI. Op grond van paragraaf 3, artikel 13, tweede lid, van de Afvalstoffenverordening, vast te stellen dat het anderen dan gebruikers van percelen verboden is om huishoudelijke afvalstoffen en de categorie ‘metalen’ ter inzameling aan te bieden aan de inzameldienst of de andere inzamelaars.VII. Op grond van paragraaf 3, artikel 15, eerste lid, van de Afvalstoffenverordening, vast te stellen de volgende inzamelmiddelen beschikbaar te stellen: 

Doel

Omschrijving

Type

Kenmerk

Inhoud L.

Restafva

Perceel

Minicontainer

Grijs

140 of 240

Gft

Perceel

Minicontainer

Grijs

140 of 240

Kwd

Kantoren, winkels, dienstverlening

Minicontainer

Grijs rood deksel

240

Kwd

Kantoren, winkels, dienstverlening

Container

Grijs vier wielen

1000

VIII. Op grond van paragraaf 3, artikel 15, derde lid, van de Afvalstoffenverordening, vast te stellen de volgende regels omtrent de plaatsen en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel ter inzameling moeten worden aangeboden:- plaatsing minicontainers zo mogelijk op het trottoir/rijweg met de wielen naar het midden van de straat met de deksel gesloten;- de containers zodanig aanbieden dag geen onnodige hinder of gevaar voor de weggebruikers ontstaat;- de gemeente kan de aanbiedplaatsen nader markeren met een tegel met een container-symbool;- minicontainers mogen op de ophaaldag één maal voor lediging worden aangeboden;- ter bestrijding van illegale containers kunnen van gemeentewege stickers verstrekt worden die op de geregistreerde minicontainers door de gebruikers moeten worden aangebracht;- niet-gestickerde minicontainers die voor lediging worden aangeboden of op de openbare weg zijn geplaatst zullen terstond, zonder nadere ingebrekestelling, door de gemeente worden geconfisqueerd.IX. Op grond van paragraaf 3, artikel 15, vierde lid, van de Afvalstoffenverordening, het maximum gewicht van de minicontainer, inclusief eigen gewicht, vast te stellen op 80 kilogram.X. Op grond van paragraaf 3, artikel 15, vijfde lid, van de Afvalstoffenverordening, vast te stellen de volgende regels omtrent de voorwaarden waaronder het inzamelmiddel is verstrekt, het gebruik en het reinigen daarvan:- het verzamelmiddel mag alleen worden gebruikt voor het doel waarvoor ze beschikbaar is gesteld;- de gebruiker dient het verzamelmiddel schoon te houden;- de gebruiker is het niet toegestaan het inzamelmiddel dagelijks op openbaar terrein te plaatsen;- de gebruiker mag nimmer losse vloeistoffen en heet materiaal in de containers deponeren;- de gebruiker mag in de GFT-container geen kunststof zakken (ook niet afbreekbaar materiaal) plaatsen, maar uitsluitend papier;- de gebruiker is niet toegestaan KCA boxen (éénmalig door gemeente verstrekt) of ander verpakkingsmiddel langs de weg aan te bieden. Deze box of ander verpakkingsmiddel dient de gebruiker in handen te stellen van de inzamelaar;- schade door oneigenlijk gebruik komt voor rekening van de gebruiker.XI. Op grond van paragraaf 3, artikel 16, derde lid, van de Afvalstoffenverordening, vast te stellen de volgende regels ten aanzien van de wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen moet worden aangeboden:- de afvalstoffen dienen in de verzamelcontainer te worden gedeponeerd;- de verzamelcontainer dient na gebruik goed te worden gesloten;- het is verboden afvalstoffen naast de verzamelcontainer te plaatsen;- het mogen gebruiken van papierzakken voor GFT;- wat betreft het aanwezig hebben van een inpandige voorziening, dient deze geschikt te zijn voor het plaatsen van DIN containers ten behoeve van restafval met een inhoud van 1300 liter. Voor GFT worden minicontainers beschikbaar gesteld van 140 c.q. 240 liter;- de beheerder van het gebouw moet de containers aanbieden conform de bepalingen voor de minicontainers.XII. Op grond van paragraaf 3, artikel 17, tweede lid, van de Afvalstoffenverordening, vast te stellen de volgende regels omtrent de wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden via een inzamelvoorziening op wijkniveau:- KCA wordt 3 maal per jaar ingezameld met een huis-aan-huis ronde binnen de bebouwde kom. In het buitengebied wordt het KCA na telefonische melding bij de receptie van het gemeentehuis aan huis opgehaald op een nader vastgestelde dag tijdens de inzamelroute;XIII. Op grond van paragraaf 3, artikel 18, tweede lid, van de Afvalstoffenverordening, vast te stellen de volgende regels omtrent de wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden bij het brengdepot:- de aanbieder van het vuil wordt geacht tevens de ontdoener te zijn en dient zich desgewenst te legitimeren aan het personeel aanwezig op het afvalbrengstation;- verbrandbaar bouw- en sloopafval mag maximaal één maal per dag worden aangeboden en voorts maximaal drie maal per jaar; voor het afleveren van bouw- en sloopafval mag maximaal per keer een 0,5 m3 worden aangeboden;- de hoeveelheid in te leveren hout is beperkt tot maximaal 1 m3, één maal per dag en maximaal drie maal per jaar;- maximaal mogen per jaar 4 autobanden worden ingeleverd.XIV. Op grond van paragraaf 3, artikel 19, eerste lid, van de Afvalstoffenverordening, de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen aan te wijzen, die zonder inzamelmiddel als bedoeld in artikel 9 van deze verordening kunnen worden aangeboden:- afvalstoffen die niet in de minicontainer kunnen of mogen. Om dit te kunnen beoordelen is het verpakken in vuilniszakken als manier van bundeling niet toegestaan;- (afgedankte) elektrische en elektronische apparatuur;- grof huishoudelijk restafval als bijvoorbeeld meubilair, vloerbedekking etc.;- (brandbaar) bouw- en sloopafval;- grof tuinafval;- metalen.Voor genoemde categorieën afvalstoffen, met uitzondering van steenachtig materiaal, geldt dat inzameling geschiedt op vastgestelde dagen en na telefonische melding.- papier en karton: inzameling hiervan geschiedt op vastgestelde dagen.XV. Op grond van paragraaf 3, artikel 19, tweede lid, van de Afvalstoffenverordening, vast te stellen dat afvalstoffen, genoemd in artikel 19 eerste lid van de Afvalstoffenverordening, welke bestaan uit kleine of losse delen, gebundeld moeten worden aangeboden.Voor papier en karton geldt dat deze in dozen verpakt of gebundeld moet worden om wegwaaien te voorkomen. Papier en karton mag niet worden aangeboden in kunststofverpakkingsmateriaal (sealings).XVI. Op grond van paragraaf 3, artikel 19, derde lid, van de Afvalstoffenverordening, vast te stellen dat het maximale gewicht voor bundels grof vuil en papier 25 kilogram is en dat de maximale afmetingen van deze bundel afvalstoffen 150 x 50 x 50 cm is.Voorts vast te stellen dat (gebundeld of ongebundeld) grof vuil en papier of elementen grof vuil en papier alleen mogen worden aangeboden op verhardingen of bermen en niet in plantsoenen.XVII. Op grond van paragraaf 3, artikel 20, eerste lid, van de Afvalstoffenverordening, vast te stellen dat de sector ROB wordt gemachtigd tot het jaarlijks samenstellen en in december publiceren en verspreiden van het inzamelschema voor alle afvalstoffen voor het daarop volgende jaar, de zogenaamde afvalkalender.Voorts te bepalen dat de inzamelmiddelen niet voor 21.00 uur voorafgaand aan de inzameldag op de weg gezet mogen worden en dat ze voor 21.00 uur op de inzameldag verwijderd moeten zijn. In afwijking van het voorgaande te bepalen dat de inzamelmiddelen niet op de weg mogen worden gezet op zaterdagen en zondagen, behoudens bijzondere inzamelingsdagen.XVIII. Op grond van paragraaf 3, artikel 20, eerste lid, van de Afvalstoffenverordening, vast te stellen dat het verboden is om de categorieën huishoudelijke afvalstoffen zoals genoemd in artikel XV. van dit uitvoeringsbesluit, die op vastgestelde dagen worden opgehaald, na telefonische melding niet voor 21.00 uur voorafgaand aan de inzameldag mogen worden aangeboden.Voorts, op grond van genoemd artikel, vast te stellen dat, om geluidshinder voor de omgeving te beperken, de gebruiker van de verzamel- en wijkcontainers is toegestaan deze verzamelmiddelen te gebruiken van 08.00 uur tot 20.00 uur.Tenslotte vast te stellen de brengvoorziening, gevestigd aan Rijshaak, geopend te hebben voor afvalinzameling op de tijdstippen als vermeld in de gemeentegids.XIX. Op grond van paragraaf 3, artikel 21, van de Afvalstoffenverordening, het volgende vast te stellen, omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen:- voor de afvoer, waarbij meer dan 1 m3 wordt aangeboden aan huisraad e.d. (bij rommelmarkten/verhuizingen/ontruimingen), kunnen nadere afspraken met de gemeente worden gemaakt;- indien het aanbieden van dit vuil op de inzamelingdag van grof vuil plaatsvindt, wordt de extra laadtijd boven 15 minuten in rekening gebracht voor het vervoersmiddel, hulpmiddelen, chauffeur en belader. Bij een afzonderlijke aanbieding worden de totale kosten verrekend van de inzet;- bij inzameling, na evenementen, wordt de inzet van arbeid en materieel voor 100% verrekend. De verwerkingskosten worden niet in rekening gebracht;- bij wegopbrekingen dient afval buiten de verkeersafzettingen aangeboden te worden.XX. Op grond van paragraaf 3, artikel 22, van de Afvalstoffenverordening, vast te stellen dat de gemeente bedrijfsafval ophaalt van kantoren, winkels en dienstverlening. Het afval wordt wekelijks ingezameld.XXI. Op grond van paragraaf 3, artikel 23, derde lid, van de Afvalstoffenverordening, vast te stellen dat de gemeente het afval van kantoren, winkels en dienstverlening gelijktijdig met de inzameling van het huishoudelijk afval mag inzamelen.