Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR751342
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR751342/1
Verordening toeristenbelasting gemeente Zutphen 2026
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-01-2026
Intitulé
Verordening toeristenbelasting gemeente Zutphen 2026De raad van de gemeente Zutphen,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 november 2025 met nummer 1104041;
gelet op artikel 224, eerste lid van de Gemeentewet;
B E S L U I T :
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting gemeente Zutphen 2026.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
kampeerboerderij: accommodatie waar jeugdigen en jeugdverenigingen kortdurend verblijven met als hoofdzakelijk doel onderwijs en educatie;
- b.
kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto, caravan dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, onderdeel a, Omgevingswet is vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor re creatief nachtverblijf. Stacaravans, tiny houses, lodges, chalets en soortgelijke onderkomens vallen niet onder het begrip kampeermiddel.
- c.
kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en volgens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen of stacaravans.
- d.
vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de plaatsing van eenzelfde kampeermiddel of stacaravan, gebruikt door dezelfde pers(o)n(en), gedurende een jaar.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.
Artikel 3 Belastingplicht
- 1.
Belastingplichtig is de persoon die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.
- 2.
De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op de persoon die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.
- 3.
Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is de persoon belastingplichtig die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.
Artikel 4 Vrijstellingen
De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:
- a.
van de persoon die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 4 van de Wet toetreding zorgaanbieders;
- b.
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
- 1.
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten dat zij verblijf houden.
- 2.
In afwijking van het eerste lid kan, op een bij de aangifte gedaan verzoek van de belastingplichtige, de belasting voor het houden van verblijf op een vaste standplaats naar een vast bedrag per standplaats worden geheven.
Artikel 6 Belastingtarief
- 1.
Het tarief bedraagt per persoon per overnachting:
- a.
in een kampeermiddel of kampeerboerderij € 1,75;
- b.
in andere gevallen € 2,74.
- a.
- 2.
In afwijking van het voorgaande lid bedraagt het tarief voor een kampeermiddel of stacaravan op een vaste standplaats, per jaar € 70,04.
Artikel 7 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 8 Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 9 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
- 2.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, als het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,-, maar minder dan € 10.000,-, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in drie gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is verwerkt en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
- 3.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 10 Aangifte
- 1.
In afwijking van artikel 237, eerste lid van de Gemeentewet geschiedt het uitnodigen tot het doen van aangifte door het uitreiken of toezenden van een aangiftebrief waaruit blijkt de wijze van het doen van aangifte, een omschrijving van de gevraagde gegevens of bescheiden en de termijn waarbinnen aangifte moet worden gedaan.
- 2.
In afwijking van artikel 237, tweede lid van de Gemeentewet wordt aangifte gedaan door het op de in de aangiftebrief aangegeven wijze, inleveren of toezenden van de gevraagde gegevens of bescheiden.
- 3.
De aangiftebrief kan langs elektronische weg verzonden worden.
Artikel 11 Aanmeldingsplicht
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, moet, voordat hij voor de eerste maal gelegenheid tot overnachten verschaft, dit schriftelijk melden aan de aangewezen ambtenaar, bedoeld in artikel 232, vierde lid, onderdeel a, van de Gemeentewet (hierna: heffingsambtenaar).
Artikel 12 Registratieplicht
- 1.
Ieder die gelegenheid biedt tot het houden van nachtverblijf in de zin van de verordening, is verplicht een verblijfhoudende te registreren in een daarvoor bestemd en door of vanwege de heffingsambtenaar verstrekt nachtverblijfregister.
- 2.
De heffingsambtenaar stelt nachtverblijfregisters kosteloos beschikbaar.
- 3.
De heffingsambtenaar kan nadere voorschriften geven over de inrichting en het gebruik van de nachtverblijfregisters.
- 4.
De verplichting, als bedoeld in het eerste lid, vervalt als de belastingplichtige een soortgelijk, en door de heffingsambtenaar geaccepteerd, nachtverblijfregister voert.
Artikel 13 Intrekking oude regeling, overgangsrecht
De Verordening toeristenbelasting gemeente Zutphen 2025 van 16 december 2024 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2026, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 14 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2026.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2026.
Artikel 15 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening toeristenbelasting gemeente Zutphen 2026.
Ondertekening
Aldus besloten in de openbare vergadering van
de raad van de gemeente Zutphen,
gehouden op: 15 december 2025
De voorzitter, de griffier,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl