Integraal beleidsplan Welzijn, maatschappelijke ondersteuning en Jeugdhulp gemeente Veere 2026

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-01-2026

Intitulé

Integraal beleidsplan Welzijn, maatschappelijke ondersteuning en Jeugdhulp gemeente Veere 2026

0. INTEGRAAL BELEIDSPLAN

Het leven bestaat uit pieken en dalen. Ook in een krachtige en gezonde samenleving hebben inwoners behoefte aan informatie, advies of activiteiten die bijdragen aan een positieve gezondheid. Het is een van de taken van de gemeente om inwoners die dat nodig hebben te ondersteunen. Eerder maakten we daarom een ‘kapstok’ voor krachtig samenhangend sociaal-maatschappelijk beleid met de Preventievisie Gezondheid en het Preventiebeleid . In dit integrale beleidsplan beschrijven we de samenhang tussen Wmo, Jeugdhulp en Welzijn.

De laatste jaren zien we een toenemende vraag en inzet van geïndiceerde hulp op grond van de Wmo of Jeugdhulp. We zien ook dat in vrij veel situaties dit ook anders geregeld kan worden. Met betere kwaliteit, of met dezelfde kwaliteit maar goedkoper en soms efficiënter. Dit is beschreven als de Ideale zorgroute in het Preventiebeleid. Het is daarom onvermijdelijk dat we de taken van Welzijn, Wmo en Jeugdhulp herinrichten. Zodat ze beter aansluiten op wat inwoners nodig hebben om (weer)op eigen kracht verder te kunnen.

We starten dit plan daarom met de ideale basis te beschrijven voor Wmo en Jeugdhulp, om vervolgens te bepalen wat daarvoor nodig is. Een groot deel van wat nodig is, valt onder het begrip Welzijn. Om uitvoering te kunnen geven aan de veranderingen in de Wmo en Jeugdhulp, zijn de Verordening Wmo en Jeugdhulp en de daarbij horende nadere regels aangepast.

En er zijn meer sociaalmaatschappelijke onderwerpen die onder het ‘kopje’ Welzijn vallen en niet in dit document worden genoemd. Via jaarlijkse subsidies worden voor deze onderwerpen doelen gesteld en afspraken gemaakt. Voor zover deze doelen moeten worden bijgesteld zullen we de nadere subsidieregels Welzijn, Wmo en Jeugdhulp actualiseren.

1. DE BEDOELING: KRACHTIGE EN GEZONDE SAMENLEVING

De basis

We zorgen voor doelgerichte laagdrempelige vrij toegankelijke en algemene voorzieningen die aansluiten op de behoefte van groepen Veerse inwoners.

De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Jeugdwet zijn bedoeld voor inwoners die (tijdelijk) niet op eigen kracht kunnen meedoen in de samenleving en onvoldoende of geen eigen sociaal netwerk hebben om hen te ondersteunen.

We stimuleren eigen kracht en een sterk sociaal netwerk. Onder eigen kracht verstaan we de mogelijkheid en eigen verantwoordelijkheid van inwoners en hun kinderen om te zorgen voor hun eigen gezondheid, veiligheid en welbevinden. Hierbij hoort dat inwoners zelf tijdig maatregelen treffen bij toekomstige veranderingen, zodat zij zelfredzaam kunnen blijven.

Een sociaal netwerk betekent dat inwoners een kring van familie, bekenden, buren, enz. om zich heen hebben waarmee zij lief en leed kunnen delen.

De gemeente ondersteunt op een aantal manieren: door te zorgen voor een gezonde omgeving, door de Veerse samenleving te ondersteunen en door inwoners te ondersteunen. In de komende hoofdstukken leggen we dit verder uit.

Inwoners die al dan niet tijdelijk ondersteuning of hulp nodig hebben en hiervoor een beroep doen op de Wmo of Jeugdwet, kunnen rekenen op passende ondersteuning of hulp.

Inwoners die een beroep doen op de Wmo of Jeugdwet krijgen voor hen passende ondersteuning. Deze ondersteuning duurt zolang als het noodzakelijk is.

De ondersteuning is passend, maar zeker niet zwaarder dan noodzakelijk is. De ondersteuning is erop gericht dat de inwoner zoveel als realistisch haalbaar is, weer op eigen kracht kan meedoen.

We snappen dat niet iedereen altijd of met alles op eigen kracht kan meedoen. We gunnen iedereen wat voor hen maximaal haalbaar is. We hoeven niet te ondersteunen bij iets wat iemand zelf kan. We hoeven ook niet te ondersteunen bij elke tegenslag.

Het leven is niet altijd foutloos, tegenslag hoort bij het leven.

Voor jonge inwoners onder de 18 jaar is er Jeugdhulp.

De Jeugdwet is zeer uitgebreid, Jeugdhulp is hiervan een onderdeel. In de Jeugdwet komt ook de veiligheid van kinderen aan de orde als de ouders onvoldoende voor hun kinderen kunnen zorgen. Kinderen en hun ouders (opvoeders) kunnen daarom passende ondersteuning vragen. De jeugdwet gaat ook over jongeren en criminaliteit.

Voor kinderen en jongeren formuleren we daarom:

Kinderen en jongeren in de gemeente Veere kunnen rekenen op;

a. Gezond en veilig opgroeien,

b. Groeien naar zelfstandigheid, en

c. Voldoende zelfredzaam zijn en maatschappelijk participeren.

Eigen kracht, eigen verantwoordelijkheid

Inwoners die ondersteuning nodig hebben mogen op ons rekenen.

Tegelijkertijd vragen wij van inwoners dat zij hun verantwoordelijkheid nemen voor de zorg voor zichzelf en het gezin, en dat zij binnen hun vermogen zelf oplossingen zoeken.

We bedoelen hiermee:

  • Ouders zijn primair verantwoordelijk voor hun eigen kinderen.

  • We verwachten van inwoners dat zij binnen hun kring van familie, vrienden en bekenden ondersteuning vragen waar dat mogelijk is.

  • Als iemand gebruik kan maken van een voorliggende/algemene voorziening voor het oplossen van de hulpvraag zien we dat als eigen kracht.

  • Als iemand zelf ondersteuning kan betalen/kopen valt dit onder eigen kracht.

  • We verwachten dat inwoners rekening houden met veranderingen en hun leven of huis daarop aanpassen, zoveel als op eigen kracht mogelijk is.

  • Ondersteuning vanuit de Jeugdwet is bedoeld voor grote, best ingewikkelde problemen.

  • We stimuleren zelf leren; een training of instructie waarmee iemand een eventuele volgende keer op eigen kracht het probleem kan oplossen.

  • We ondersteunen zowel kinderen als hun ouders als dat nodig is.

De gemeente kan kort ondersteunen door het geven van advies, training of instructies. Of in het geval er andere ondersteuning nodig is, maken we duidelijke afspraken over het gebruik van voorliggende voorzieningen en afspraken om overcompensatie te voorkomen.

Eerlijk: redelijk, ruimhartig

We willen inwoners met een ondersteuningsvraag zo goed mogelijk helpen. Dat is soms ingewikkeld omdat geen twee vragen hetzelfde zijn. We stellen daarom regels op die voor iedereen gelden. Hierbij hoort ook redelijkheid. We willen niet dat iemand benadeeld wordt door de regels. We beoordelen elke vraag om ondersteuning in samenhang met de omstandigheden. Daarom wijken we soms af van de regels.

We respecteren het keuzerecht van inwoners. We vinden inclusie ook belangrijk. Onze ondersteuning is daarom toegankelijk voor alle inwoners van Veere. Als inwoners bijzondere wensen hebben aan de geboden ondersteuning proberen we in redelijkheid rekening te houden met de wens.

De gemeente Veere voert ruimhartig beleid. We vinden zelfstandigheid en zelfredzaamheid erg belangrijk. We ondersteunen daarom alleen als iemand het niet zelf kan oplossen. Dat is geen zuinigheid, dat doen we om te investeren in gezonde inwoners.

We vinden positieve gezondheid erg belangrijk. We kunnen, binnen redelijkheid, ondersteunen met een oplossing die misschien meer kost, maar wel beter is voor de gezondheid.

In een aantal gevallen is een groepsvoorziening effectiever dan een individuele voorziening, dan heeft de groepsvoorziening de voorkeur. Niet omdat het zuiniger is, maar om te investeren in gezonde inwoners en samenkracht.

Uitgangspunten voor de uitvoering

De uitgangspunten voor de uitvoering van de Wmo en Jeugdhulp blijven in principe onveranderd. Ze vormen een sterke basis voor onze visie op preventie, positieve gezondheid en de uitgangspunten van het VN-verdrag toegankelijkheid. We schrijven ze alleen iets anders op in 5 punten.

  • 1.

    Voorkomen is beter.

    We stimuleren een veilige positief gezonde omgeving.

  • 2.

    Voorbereid op de toekomst.

    Inwoners komen op tijd in actie om zelfstandig te kunnen blijven.

  • 3.

    Eigen netwerk eerst.

    Primair stimuleren we eigen oplossingen en gebruikelijke hulp.Ouders zijn primair verantwoordelijk voor hun eigen kinderen.Mantelzorg of begeleiding uit het eigen netwerk ondersteunen we.

  • 4.

    Geen overcompensatie.

    We ondersteunen via de lichtst mogelijke vorm.

  • 5.

    Eigen kracht stimuleren.

    Weer zelfstandig kunnen meedoen. Ondersteuning duurt zo lang als noodzakelijk is.

Gezonde leefomgeving, positieve gezondheid

De gemeente Veere regelt via de preventievisie Gezondheid en het Preventiebeleid 2025 en de omgevingsvisie een gezonde, veilige, prettige omgeving voor haar inwoners.

Aan de hand van de in het preventiebeleid genoemde maatschappelijke effecten, formuleerden we doelen die we willen bereiken.

afbeelding binnen de regeling

De Lokale Inclusie Agenda (LIA) is een uitvoeringsplan om belemmeringen aan te pakken zodat de gemeente steeds meer inclusief wordt. Via de LIA zorgen we er met elkaar (gemeente en samenleving) onder andere voor dat de openbare en publieke ruimte en gebouwen zoveel mogelijk toegankelijk zijn voor iedereen.

Wat willen we bereiken?

De bedoeling, een krachtige en gezonde samenleving, noemen we ook wel het effect dat we willen bereiken. Er zijn verschillende manieren om dit effect te kunnen bereiken. Die manieren zijn de 6 pijlers van Positieve gezondheid. We hebben dit beschreven in de Preventievisie gezondheid en in het Preventiebeleid. Per 2028 is er een meetbare verandering in ons Veers zorglandschap door de inzet van de ideale zorgroute en het Sterk Lokaal Team (SLT), dat staat in het preventiebeleid. Het preventiebeleid regelt dat inwoners weten waarvoor zij terecht kunnen bij het SLT.

Via integraal beleid Welzijn, Wmo en Jeugdhulp regelen we de verschuiving van de inzet van (te) zware ondersteuning naar zo licht mogelijke ondersteuning en het stimuleren van eigen kracht. In de volgende hoofdstukken schrijven we de doelen verder uit. In het laatste hoofdstuk staat hoe we de doelen gaan meten en monitoren.

Aanpassingen in de verordening

Om onze doelen te kunnen halen is het belangrijk de Veerse vertaling van de Wmo en Jeugdwet, de Verordening Wmo en Jeugdhulp, aan te passen.

In de verordening leggen we onder andere uit:

• Wat verstaan we onder een integrale aanpak zoals beschreven in het preventiebeleid.

• Wat passende ondersteuning betekent en hoe we overcompensatie willen voorkomen.

• Wat de verantwoordelijkheid en verplichtingen zijn van aanvragers, van ouders en van de gemeente.

2. DE IDEALE VRAAGROUTE

Onderstaand model komt uit de preventievisie en het preventiebeleid van de gemeente Veere. Het is een verbeelding van de ideale vraagroute. Waar kunnen inwoners terecht met hun ondersteuningsvraag en wie kunnen er helpen.

afbeelding binnen de regeling

Links van de stippellijn voorliggende voorzieningen, waar je laagdrempelig en zonder indicatie terecht kunt. Rechts van de stippellijn professionele ondersteuning waarvoor je een Wmo of jeugdhulp indicatie nodig hebt.

Hulp bij het vinden van ondersteuning

Omdat het soms best ingewikkeld is om op de juiste plaats ondersteuning te vragen geldt in Veere dat je overal mag aankloppen.

En een inwoner kan altijd terecht bij een ‘onafhankelijk cliënt ondersteuner’ (OCO). Dit zijn professionals (via maatschappelijk werk) en vrijwilligers (via Welzijnswerk) die cliënten kunnen begeleiden tijdens de hele weg van aanvragen tot het krijgen van ondersteuning. Zij denken mee wie de inwoner met de ondersteuningsvraag het beste kan helpen. Iedere inwoner kan gratis terecht bij OCO.

Dit staat duidelijk in de verordening.

Naadloze overgang

Een onderdeel van een ideale route is een goede samenhang tussen beleid. Denk bijvoorbeeld aan veiligheid, toegankelijkheid (inclusie), zorgverzekering, inkoop van diensten en voorzieningen, samenwerking met onderwijs (passend onderwijs) en samenwerking met andere organisaties en buurgemeenten.

De ideale route gaat ook over een ‘naadloze’ overgang. In het geval de Jeugdwet stopt en er nog wel ondersteuning nodig is voor de jong volwassene (18-/18+). Of in het geval de Wmo stopt omdat een inwoner intensievere zorg nodig heeft die onder de Wet Langdurige Zorg (Wlz) valt.

Dit staat duidelijk in de verordening.

3. VOORKOMEN IS BETER

Als inwoners een beroep doen op geïndiceerde zorg wordt er eerst getoetst op wat voorliggend is, dus voorzieningen waarvoor je géén Wmo of Jeugdwet indicatie nodig hebt. Wat kan de inwoner zelf regelen, wat kan zonder geïndiceerde zorg worden opgelost. Nog beter is als inwoners het zelf kunnen oplossen. Het beste is natuurlijk als we problemen kunnen voorkomen of als we ervoor kunnen zorgen dat een probleem niet erger of groter wordt.

Wat is preventie

In Veere verstaan we onder preventie:

a. Voorkómen van een ondersteuningsvraag.

b. Uitbreiding of vergroting van een ondersteuningsvraag voorkómen.

Hierbij hoort ook vroegsignalering; de omgeving of de hulpvrager zelf, leert signalen te herkennen waardoor de vraag eerder duidelijk wordt. En waardoor er eerder actie kan worden ondernomen (eigen kracht).

a.Voorkomen van een ondersteuningsvraag

We verwachten van inwoners dat zij er alles aan doen wat binnen hun vermogen ligt om een geïndiceerde ondersteuningsvraag te voorkomen.

Dat betekent dat inwoners

- Tijdig oplossingen zoeken voor een (toekomstig) probleem.

- Advies vragen binnen hun eigen omgeving of aan een OCO.

De gemeente zorgt ervoor dat in de leefomgeving een gezonde leefstijl mogelijk is. De gemeente zorgt voor laagdrempelige voorzieningen waarvan inwoners gebruik kunnen maken bijvoorbeeld om een probleem te voorkomen, of een probleem zelf op te lossen.

In de verordening staat welke soort voorzieningen dit kunnen zijn.

b.Verergeren voorkomen

We verwachten van inwoners dat zij er alles aan doen wat binnen hun vermogen ligt om te voorkomen dat een probleem erger of groter wordt.

Dat betekent dat inwoners

- Tijdig oplossingen zoeken voor een (toekomstig) probleem.

- Advies vragen binnen hun eigen omgeving of aan een OCO.

- Professioneel advies vragen als de eigen omgeving geen oplossing weet.

Ook hier geldt dat de gemeente zowel zorgt voor een gezonde leefomgeving als zorgt voor laagdrempelige voorzieningen (zie bij a. hierboven).

Vroegsignalering

We verwachten van professionals dat zij er alles aan doen wat binnen hun vermogen ligt om hulpvragen op tijd op de juiste plaats te laten ondersteunen.

In het preventiebeleid staat de Ideale vraagroute met de deelnemende teams en de rollen van de teams beschreven. In het preventiebeleid staat hoe we zorgen voor de juiste ondersteuning.

4. ONDERSTEUNING OP MAAT

We schreven het al. Geen twee vragen om ondersteuning zijn hetzelfde.

Om een inwoner de juiste ondersteuning te kunnen geven moet duidelijk zijn wat de vraag is en wat de verwachting is die inwoner. Soms is de hulpvraag niet het eigenlijke probleem. En soms is er meer aan de hand. Of misschien kan iemand het toch prima zelf of met familie en vrienden oplossen? Iedere situatie en iedere inwoner is anders, ondersteuning is maatwerk. Dat is de kracht van onze ondersteuning.

Passende ondersteuning

Het is de bedoeling om iemand op maat te ondersteunen (maar zo licht mogelijk) met als doel om de ondersteuning wanneer mogelijk, af te schalen en iemand (weer) zelfredzaam te maken.

Hoe we dit doen staat duidelijk in de verordening.

afbeelding binnen de regeling

ZELF OPLOSSEN LICHTE ONDERSTEUNING ----------------------ZWARE ONDERSTEUNING

Voor de lichtste vorm van ondersteuning ingezet wordt is er eerst ‘Eigen kracht’. Inwoners vinden zelf oplossingen of krijgen hulp van mensen die ze kennen. Ook hulp via vrijwilligers of mantelzorgers hoort daarbij. We noemen dit ook wel het eigen sociale netwerk.

Met het sociale netwerk kan veel worden opgelost; boodschappen doen, het huis schoonmaken, vervoer, begeleiding van kinderen, enz.

We verwachten van inwoners dat wat zij zelf kunnen oplossen, dat ze dit ook doen. Op bladzijde 5 bij ‘Eigen kracht, eigen verantwoordelijkheid’, schreven we er al over.

Lichte ondersteuning zijn voorzieningen waarvoor geen indicatie nodig. Dit zijn de vrij toegankelijke en de algemene voorzieningen. Vrij toegankelijk zijn bijvoorbeeld producten of diensten die gewoon te koop zijn. Een elektrische fiets, beugeltjes voor in huis, een plaswekker, een glazenwasser, enz.

Algemene voorzieningen zijn diensten die de gemeente regelt, maar waarvoor je geen indicatie nodig hebt. Vaak zijn ze gratis. Bij voorbeeld algemeen maatschappelijk werk, Mantelzorg ondersteuning, welzijnswerk, vluchtelingenwerk, schuldhulp maatjes.

Ook zwemles of andere (jeugd)verenigingen zijn algemene voorzieningen.

De gemeente zorgt ervoor dat er voldoende en juiste voorzieningen zijn voor inwoners die dat nodig hebben.

Wat dat precies is staat in de verordening.

Zware ondersteuning bestaat uit professionele ondersteuning. Hiervoor heb je toestemming nodig van de gemeente ofwel een indicatie. Voor zware ondersteuning wordt ingezet, kijken we eerst of lichtere ondersteuning mogelijk is. Pas als duidelijk blijkt dat er geen geschikte lichte ondersteuning mogelijk is, dan wordt professionele ondersteuning ingezet. De indicatie wordt namens de gemeente afgegeven door een Jeugd- of Wmo-consulent.

De gemeente beoordeelt soms dat een indicatie niet nodig is. Bijvoorbeeld omdat lichte ondersteuning passend is. Of omdat een andere wet van toepassing is. Bijvoorbeeld de Wet langdurige zorg (Wlz) of de zorgverzekering.

Als de gemeente beoordeelt dat er wel een indicatie nodig is kan de ondersteuning bestaan uit een groepsgerichte ondersteuning of individuele ondersteuning. In de verordening staat hoe de gemeente dat beoordeelt.

In de verordening en in de nadere regels staat in duidelijke taal precies wat we bedoelen met:

 Eigen kracht en gebruikelijke hulp

 Met indicatie/zonder indicatie

 Vrij toegankelijke voorzieningen

 Algemene voorzieningen

 Groepsgerichte voorzieningen

 Individuele, geïndiceerde voorzieningen

Ideale teams

Bij de ideale vraagroute horen teams die de vraag kunnen helpen beantwoorden en zoals hierboven al genoemd en hierbij hoort ook een passend aanbod in antwoord op de ondersteuningsvraag. We verwijzen naar het Preventiebeleid 2025 voor de rollen en taken van de verschillende teams en hoe we deze de komende tijd gaan ontwikkelen.

Naast het zorgen voor passende ondersteuning, signaleren de teams ook aan welke (nieuwe) voorzieningen behoefte is, zodat we het aanbod kunnen versterken.

afbeelding binnen de regeling

Laagdrempelige vrij toegankelijke en algemene voorzieningen

De gemeente zorgt voor vraaggerichte en kerngerichte (preventiebeleid) voorzieningen voor de best passende ondersteuning van groepen inwoners.

Hierbij hoort ook het ondersteunen van vrijwilligers en mantelzorgers.

We inventariseren de behoefte in samenspraak en samenwerking met de ideale teams. Het Begeleidingsteam uit het plaatje hierboven heeft onder andere een signalerende rol en een meewerkende rol bij het versterken en herinrichten van voorzieningen waarvoor geen indicatie nodig is.

We stimuleren en ondersteunen vernieuwing door innovaties aan te moedigen. In hoofdstuk 7 staat hoe we dit doen.

In de nieuwe verordening staat onder welke voorwaarden de gemeente verwijst naar een algemene voorziening, een groepsgerichte voorziening of een individuele voorziening.

In de verordening staat hoe een aanvraag voor Wmo en Jeugdhulp wordt behandeld binnen de wettelijke kaders. Bij het beoordelen van de aanvraag staat de beste oplossing voor de inwoner centraal.

5. VOORBEREID OP DE EIGEN TOEKOMST

Natuurlijk zijn er onverwachte situaties in het leven of is een ziekte zo sterk progressief dat men zich niet kan voorbereiden. Als een inwoner wel weet wat er gaat veranderen verwachten we dat de inwoner er binnen eigen vermogen alles aan doet om zich voor te bereiden op die verandering. Bijvoorbeeld door het huis aan te passen of te verhuizen naar een meer geschikte woning. We houden daarbij rekening met of de aanpassing(en) die nodig zijn in alle redelijkheid kunnen worden verwacht van de inwoner. We bekijken bijvoorbeeld of de inwoner de te maken kosten in alle redelijkheid kan betalen en hoe ingewikkeld de aanpassing is. We kijken ook of de aanpassing (in redelijkheid) algemeen verkrijgbaar is of niet. In de alinea’s hieronder meer hierover.

In de verordening staan de regels waarbinnen we toetsen en beoordelen.

Langer, thuis wonen, veilig huis

We verwachten van inwoners dat zij zich voorbereiden op veranderingen.

Langer thuis wonen betekent niet altijd dat men in hetzelfde huis waar men al langer tijd woont kan blijven wonen. Soms is verhuizen naar een meer geschikte woning beter. Bijvoorbeeld een gelijkvloerse woning. Langer thuis wonen is erop gericht dat inwoners met een ondersteuningsbehoefte niet hoeven worden opgenomen.

Veel aanpassingen in huis kunnen inwoners gemakkelijk zelf (laten) doen. Die vallen onder algemeen gebruikelijk.

Inwoners kunnen informatie over veilig thuis wonen vinden op verschillende websites, via ergotherapeut of via ouderenorganisaties. Via Welzijnswerk is informatie te krijgen over vrijwilligersdiensten.

De gemeente investeert via het woonprogramma en de woonzorgvisie voor voldoende geschikte woningen voor alle leeftijden.

Kinderen met een hulpvraag

Nieuwe ouders hebben zich op heel wat voor te bereiden. Al voor het kind geboren is. Als blijkt dat het kindje problemen heeft met de gezondheid, de ontwikkeling of een beperking heeft worden de ouders ook mantelzorgers voor hun kind. We realiseren ons dat dat niet altijd gemakkelijk is. Tegelijkertijd maken we onderscheid tussen ‘wat gewoon is voor elk kind’ en ondersteuning op maat op grond van de Wmo of Jeugdwet. Ook van ouders van een kind met een hulpvraag verwachten we dat zij zelf alle gebruikelijke hulp en zorg geven aan hun kind en dat zij voorbereid zijn op de toekomst.

In de verordening staat wat welke hulp gebruikelijk is en welke hulp daarboven uitstijgt.

Van 18- naar 18+

Voorbereid op de toekomst vragen we ook aan professionele ondersteuners. Bijvoorbeeld in het geval een jeugdige ondersteuning krijgt en 18 jaar wordt. Vanaf 18 jaar vervalt veel Jeugdhulp omdat de jeugdige volwassen is geworden.

Vanaf dat jeugdigen 18 jaar zijn kunnen zij, als er nog ondersteuning nodig is, via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Wet Langdurige zorg (Wlz) of de Zorgverzekeringswet vergelijkbare ondersteuning krijgen. In sommige gevallen kan er verlengde Jeugdhulp worden gegeven tot maximaal 23 jaar. We verwachten van ouders en professionele ondersteuners dat zij samen en tijdig een plan maken voor een geruisloze doorgang van de Jeugdwet naar adequate volwassen ondersteuning.

6. VERSTERKEN VAN EIGEN KRACHT EN PREVENTIE MAATREGELEN

Soms kunnen regels onbedoeld tot ongewenst effect leiden. Waar mogelijk passen we onze regels aan waardoor inwoners worden kunnen worden versterkt in hun eigen kracht.

We letten op samenloop met andere wetten en andere eigen regels.

In dit hoofdstuk benoemen we een aantal voorbeelden en maatregelen.

Versterken eigen kracht

Onderdeel van het versterken van de eigen kracht van inwoners is ervoor zorgen dat zij over de juiste kennis en informatie kunnen beschikken. Dat kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld via trainingen of workshops, informatieavonden, een folder of informatie op een website. Maar ook advies via de sterke lokale teams.

Omdat we het aanbod goed willen afstemmen op wat inwoners nodig hebben, versterken we het aanbod in de loop van de komende jaren. In hoofdstuk 7 meer hierover.

Zorgmijders of zorgweigeraars

In dit beleidsplan gaan we veel uit van eigen kracht en mogelijkheden. Er zijn ook inwoners die het moeilijk vinden om hulp te vragen of zelfs zorgmijdend of zorgweigeraars zijn. Een aantal inwoners kennen we via politiemeldingen of het meldpunt zorgwekkend gedrag. Omdat deze inwoners zelf geen hulpvragen, proberen we hen met respect, op andere manieren te helpen om hun situatie te verbeteren.

Ons Sterke Lokale Team (SLT) kent de regionale voorzieningen die hiervoor kunnen worden ingezet. Zij mogen gebruik maken van de Doorbraakmethode® als dat nodig is.

De Doorbraakmethode® geeft professionals instrumenten om het maken van uitzonderingen op regels makkelijker te maken.

Eigen bijdrage

Inwoners die een voorziening krijgen volgens de Wmo betalen maandelijks een eigen bijdrage. Op dit moment is dat een vast bedrag per maand. Dit is ongeacht het aantal voorzieningen waarvan men gebruikt maakt en ongeacht het inkomen dat iemand heeft.

De eigen bijdrage Wmo wordt door de wetgever bepaalt.

Het plan van het Rijk is om de eigen bijdrage aan te passen naar een inkomens- afhankelijke eigen bijdrage. Dat betekent dat iemand met een hoog inkomen meer moet betalen dan iemand met een laag inkomen. Relatief goedkope voorzieningen kunnen hierdoor ‘onaantrekkelijk’ worden voor iemand met een hoge eigen bijdrage. Inwoners kunnen hierdoor gestimuleerd worden om zelf een oplossing te zoeken.

Op dit moment is de bedoeling dat de aanpassing per 2027 ingaat.

Overigens kent de gemeente Veere passende minimaregelingen, waarmee we voorkomen dat inwoners zorg gaan mijden vanwege de kosten.

Vergoeding vervoer

Het tarief voor Wmo vervoer is in de gemeente Veere erg laag. Niet alleen in vergelijking met omringende gemeente ook in vergelijking tot het OV tarief.

In Zeeland worden nieuwe afspraken gemaakt over Wmo vervoer. Hierdoor kan de het tarief voor Wmo vervoer veranderen. We streven ernaar om de overgang naar een hoger tarief geleidelijk te laten verlopen. We zijn hierbij wel afhankelijk van de Zeeuwse plannen en afspraken over tarieven.

Bewegingsbehoefte en preventieve gezondheid

Voor alle leeftijden vinden wij het belangrijk dat mensen voldoende bewegen. Omdat we gezondheid en preventie belangrijk vinden letten we niet alleen op de goedkoopst adequate oplossing. We ondersteunen daarom passende voorzieningen die bijdragen aan de bewegingsbehoefte, afgestemd op leefstijl van de inwoner.

Beschermd wonen en opvang alle leeftijden

Wie (tijdelijk) niet thuis kan blijven wonen omdat er thuis onvoldoende zorg mogelijk is of omdat het er onvoldoende veilig is kan terecht bij organisaties of instelling voor tijdelijke opvang of voor begeleid en beschermd wonen.

De doelgroep bestaat uit inwoners met een psychische kwetsbaarheid of inwoners die te maken gehad hebben met (dreigende) dak- en thuisloosheid.

Met afspraken de Regiovisie Beschermd Wonen Maatschappelijke opvang Zeeland 2022-2025 regelen we verschillende soorten opvang en beschermd wonen. We maken hiervoor afspraken met alle Zeeuwse gemeenten.

Burenhulp, vrijwilligers en mantelzorgers,

Burenhulp, vrijwilligers en mantelzorgers zijn onmisbaar. We maken ons zorgen over de vergrijzing van mantelzorgers en vrijwilligers. En mantelzorgers worden vaak overvraagd waardoor zij risico lopen op overbelasting en vereenzaming.

Daarnaast is er een groep ouderen die juist vereenzaamt; zij hebben het gevoel er niet bij te horen of zij ervaren geen zingeving. Voor hen kan vrijwilligerswerk juist een oplossing zijn.

De gemeente moedigt inwoners aan om op elkaar te letten en elkaar te helpen waar dat kan. Dat kan door gewoon burenhulp te bieden of vrijwilliger te worden.

De gemeente zorgt voor informatie en begeleiding, bijv. via mantelzorgondersteuning, welzijnswerk en vrijwilligersondersteuning. Hoe we dat doen staat in de nadere regels Wmo- en jeugdhulp.

Persoonsgebonden budget (PGB)

Individuele voorzieningen worden in natura verstrekt, tenzij de aanvrager een andere oplossing (nodig) heeft, dan kan er een persoonsgebonden budget (PGB) worden toegekend. Met dit budget kan de aanvrager, onder voorwaarden, zelf een individuele voorziening regelen.

In elk geval moet de aanvrager motiveren waarom het natura-aanbod niet passend is. In bepaalde gevallen kan een persoon uit het eigen sociale netwerk met een PGB worden betaald om (lichte) informele ondersteuning te verlenen.

In de verordening staan alle voorwaarden en wat de vergoeding is.

Veranderingen in de Jeugdhulp

Via de Hervormingsagenda Jeugd wordt geregeld dat de gemeente andere ondersteuning voor Jeugdhulp gaat inkopen. De ondersteuning kan efficiënter en ook effectiever. We beschreven dit in hoofdstuk 4 Ondersteuning op maat. In de komende jaren zal er andere Jeugdhulp worden ingekocht. Omdat de aanbestedingstrajecten complex en arbeidsintensief zijn duurt het even voor we zover zijn.

We beginnen met het versterken van ons aanbod lokale, algemene voorzieningen.

Samenwerking met (passend) onderwijs

Alle leerlingen moeten een plek krijgen op een school die past bij hun kwaliteiten en hun mogelijkheden. Passend onderwijs moet ervoor zorgen dat elk kind het beste uit zichzelf haalt. Scholen bieden daarom extra hulp aan leerlingen die dit nodig hebben, zoals kinderen met leer- of gedragsproblemen.

Scholen hebben de plicht om te zorgen voor een passende onderwijsplek met in ieder geval basisondersteuning (bijv. hulp voor leerlingen met dyslexie). Daarnaast bieden scholen extra begeleiding aan leerlingen met een ondersteuningsbehoefte. De extra begeleiding kan ook samen met de gemeente (jeugdhulp) worden beoordeeld en ingezet.

Gemeente en passend onderwijs versterken hun overleg over ontwikkelingen. Professionals van de Toegang, Leerplicht en scholen bespreken wanneer nodig situaties of casussen, om ‘systeem breed’ een kind (en de ouders) optimaal te kunnen ondersteunen.

In de verordening staat welke voorwaarden hierbij horen.

Versterken aanbod algemene voorzieningen

Eerder schreven we al dat we het aanbod algemene voorzieningen willen versterken. Wat betekent dit dan?

  • Vanuit de landelijke overheid zijn er wettelijke taken, die hieraan gaan bijdragen. Dit zijn IZA en GALA.

  • We houden bij welke ondersteuningsvragen inwoners hebben en of de voorzieningen die we hebben goed genoeg zijn.

  • En als laatste willen we iedereen met een goed idee uitnodigen om ons hiervoor een voorstel te doen. Daarover gaat ons volgende hoofdstuk.

Ontmoetingen in alle kernen

Om samenkracht of burgerkracht te stimuleren is het belangrijk dat inwoners elkaar kennen. Daarbij zijn ontmoetingsmomenten en ontmoetingsplaatsen belangrijk. Ouders die elkaar tegenkomen bij de school of bij sportactiviteiten. Collega’s ontmoeten elkaar op het werk, ontmoetingen via de kerk, ontmoetingen via allerlei activiteiten en verenigingen. Voor wie geen (sterk) eigen sociaal netwerk heeft, zijn ontmoetingsmomenten en ontmoetingsplaatsen extra belangrijk.

De gemeente faciliteert daarom ontmoetingen door het stimuleren van toegankelijke activiteiten in alle kernen, door het stimuleren van het verenigingsleven, maar ook door het ondersteunen of ontwikkelen van ontmoetingsplaatsen, zoals multifunctionele accommodaties (MFA).

Hoe we ontmoeting kunnen organiseren komt in verschillende beleidsonderwerpen voor zoals bij sport, cultuur en welzijn. In het streefbeeld maatschappelijke voorzieningen worden aanbevelingen gedaan over de realisatie van MFA’s in onze kernen en hun (multifunctionele) doel.

Door de ideale vraagroute uit het preventiebeleid verder te ontwikkelen en meer vraaggericht maar ook meer kerngericht te gaan werken, vragen we meer partners hun aanbod in de gemeente te organiseren. Het liefst op locaties waar dat voor de doelgroep logisch is.

7. VERNIEUWEN EN INNOVEREN

GEVRAAGD: SLIMME OPLOSSINGEN OM DE JUISTE ONDERSTEUNING TE KUNNEN BIEDEN.

Innovaties, vernieuwingen waarbij de hulpvraag effectief wordt opgelost, maar met aantoonbaar minder inzet van arbeidsuren en/of professionele (gespecialiseerde) arbeidsuren.

We zorgen ervoor dat inwoners gemakkelijker en beter voor zichzelf (eigen kracht) en voor elkaar kunnen zorgen. Zodat professionals beschikbaar zijn voor moeilijkere of samengestelde problemen. Want er zijn maar weinig professionals en steeds meer mensen die ondersteuning vragen.

We willen (en moeten) daarom nieuwe dingen introduceren en uitproberen, bijvoorbeeld:

  • Geïndiceerde individuele voorzieningen zo aanpassen dat het een groepsgerichte voorziening wordt.

  • Geïndiceerde voorzieningen zo aanpassen dat het als een algemene voorziening kan worden ingezet.

  • Sociaal/maatschappelijke innovaties die preventie en/of eigen kracht vergroten.

  • Vernieuwde hulpmiddelen, robotisering of nieuwe hulpmiddelen die de zelfredzaamheid vergroten.

Voorwaarden

In het algemeen geldt dat innovatieve voorstellen;

  • een oplossing zijn voor een veel voorkomende ondersteuningsvraag,

  • (aantoonbaar) een goede kans op succes hebben,

  • geen winstoogmerk hebben,

  • opschaalbaar zijn (naar andere toepassingen of groter/meer inzetbaar).

  • gericht zijn op verbetering voor de cliënt (effectiever).

  • bijdragen aan kostenbesparing c.q. er is sprake van (aantoonbaar) minder arbeidsuren of minder gespecialiseerde/professionele arbeidsuren (duidelijk verdienmodel) terwijl de cliënt geen risico loopt.

  • een duidelijke begroting hebben voor zowel kosten als baten. De aanvrager draagt zelf bij met cofinanciering, deskundigheid en/of menskracht.

  • voor inwoners van de gemeente Veere en zoveel mogelijk in Veere moeten plaatsvinden,

  • toegankelijk en goed bereikbaar moeten zijn.

De gemeente Veere zal enerzijds met deze visie gericht diensten en producten inkopen. Anderzijds zal de gemeente vergelijkbaar met een Tender subsidieopdrachten publiek bekend maken. Voor inkoop gelden de Inkoopvoorwaarden van de gemeente Veere, in het geval er sprake is van subsidie gelden de Algemene Subsidieverordening en de nadere regels subsidies Welzijn, Wmo, Jeugd.

In de volgende paragraaf benoemen we een aantal mogelijkheden.

Vraaggericht en lokaal passend

1.Training en kennis

We stimuleren aanbod gericht op groepstrainingen en kennisoverdracht in relatie tot veel voorkomende situaties die inwoners na de training zelf kunnen oplossen.

Thema’s zijn bijvoorbeeld

• Langer thuis in een veilig huis

• Weerbaarheid

• Opvoedadvies

• Mantelzorgadvies

• Omgaan met dementie

2.Vrije inloop, algemeen of doelgroepen

In de inloophuizen/woonkamers o.i.d. zijn inwoners welkom voor ontmoeting, gezelligheid en lichte ondersteuningsvragen.

Doelgroepen zijn bijvoorbeeld:

• inwoners met (beginnende) dementie en hun partners,

• oudere jeugd en adolescenten

• lotgenoten groepen

3.Logeren voor volwassenen met een beperking of kinderen met een beperking

De huidige manier waarop ‘Respijtzorg’ is geregeld kent een paar nadelen welke we opgelost willen hebben:

• Het is geïndiceerde zorg.

• Er zijn (te) weinig logeerkamers.

• Logeren moet lang van te voren worden geregeld.

8. DOELEN, METEN EN MONITOREN

Per 2028 is er een meetbare verandering in ons Veers zorglandschap door de inzet van de ideale zorgroute en het Sterk Lokaal Team (SLT), dat staat in het preventiebeleid.

Via integraal beleid Welzijn, Wmo en Jeugdhulp regelen we, met behoud van kwaliteit van zorg, de verschuiving naar:

1) In 2028 krijgen alle inwoners met een ondersteuningsbehoefte, de ondersteuning die het meest passend is, zonder overcompensatie en zo lang als de ondersteuning noodzakelijk is.

a. Alle ondersteuningsplannen begeleiding Wmo en Jeugd zijn zonder overcompensatie, zonder overbodige te lange trajecten.

b. Er zijn relatief minder geïndiceerde, individuele Wmo begeleidings-trajecten.

c. Er zijn relatief minder geïndiceerde, individuele jeugdhulp begeleidings- trajecten.

0-meting: Het aantal geïndiceerde individuele begeleidingstrajecten Wmo en Jeugd over heel 2025

Monitoren: Het percentage geïndiceerde individuele begeleidingstrajecten Wmo en Jeugd is afgenomen t.o.v. 2025.

2) In 2028 zijn alle algemene voorzieningen afgestemd op de vraag en kerngericht georganiseerd.

a. Er zijn meer, succesvollere algemene voorzieningen (zonder indicatie).

b. Meer inwoners worden succesvol ondersteund in het ‘voorliggend veld’.

0-meting: Inventarisatie van de soort algemene voorzieningen en het bereik ervan in 2025.

Monitoren: Maandelijkse en jaarlijkse inventarisatie van de vraagbehoefte en het aanbod hierop bijstellen .

Het aantal deelnemers per algemene voorziening en het resultaat (tevredenheid deelnemer).

Opmerking

We willen geen ‘hulpvragers kwijtraken’. Het is belangrijk dat inwoners met een ondersteuningsbehoefte de juiste ondersteuning krijgen en niet afhaken vanwege onduidelijke processen of afspraken. In de uitwerking van de verschillende ondersteunende teams uit de ‘Ideale route’ komt aan de orde hoe we uitval zoveel mogelijk kunnen voorkomen en hoe we dit kunnen monitoren.

Ondertekening