Nadere regels voor de warenmarkt in de gemeente Voorst

Geldend van 11-11-2010 t/m heden

Intitulé

Nadere regels voor de warenmarkt in de gemeente Voorst

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorst;

gelet op artikel 160, eerste lid sub h, Gemeentewet, artikel 3 van de Marktverordening gemeente Voorst 2008 en de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat het wenselijk is nadere regels vast te stellen met betrekking tot uitvoering van de marktverordening en een ordelijk verloop van de markt;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende Nadere regels voor de warenmarkt in de gemeente Voorst

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsomschrijving

De in artikel 1 van de Marktverordening gemeente Voorst 2008 gegeven begripsomschrijvingen zijn van overeenkomstige toepassing op deze nadere regels.

HOOFDSTUK 2. BEPALINGEN OVER VERGUNNINGEN

Artikel 2. Inhoud vaste standplaatsvergunning

Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

  • a.

    de naam en voornamen, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

  • b.

    een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats met de situering en de afmetingen daarvan;

  • c.

    de kraam of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken;

  • d.

    het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;

  • e.

    dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor de inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert;

  • f.

    de wijze waarop de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt;

  • g.

    welke geluidsapparatuur op de standplaats is toegestaan;

  • h.

    welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur zijn toegestaan.

Artikel 3. Inschrijving op de anciënniteitlijst

Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst met vermelding van en in volgorde van de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld de soort artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe hij behoort.

Artikel 4. Volgorde toewijzing vaste standplaatsen

  • 1. Indien een vaste standplaats vrij komt, wordt deze, voor zover zulks past binnen de opstelling en indeling van de markt met de daarbij behorende afmetingen van de standplaatsen, toegewezen aan de vergunninghouder van een vaste standplaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitslijst.

  • 2. Indien een vaste standplaats vrij komt en deze niet overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid wordt toegewezen, wordt door aankondiging in een of meer vakbladen gewezen op de mogelijkheid een verzoek om een vaste standplaatsvergunning in te dienen.

Artikel 5. Overschrijving vaste standplaatsvergunning

  • 1. In geval van overlijden, of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder, of ingeval van bedrijfsbeëindiging kan de vaste standplaatsvergunning worden overgeschreven op de echtgenoot, de geregistreerde partner of een andere achterblijvende persoon met wie hij duurzaam samenwoonde.

  • 2. Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind of een medewerk(st)er van de vergunninghouder de vergunning voor een vaste standplaats krijgen indien hij ten minste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd.

  • 3. Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder of nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

Artikel 6. Toewijzing dagplaats

  • 1. Toewijzing van een dagplaats geschiedt op het moment dat de standplaats niet als vaste standplaats of standwerkersplaats wordt ingenomen.

  • 2. De dagplaats wordt toegewezen overeenkomstig de plaats op de wachtlijst van de gegadigden die zich daarvoor op de dag zelf ten minste 15 minuten voor de aanvang van de warenmarkt aanmelden bij de marktmeester, met dien verstande dat geen dagplaats wordt toegewezen in een branche die op die dag bezet is.

Artikel 7. Toewijzing standwerkersplaats

  • 1. Het college wijst een standwerkersplaats toe uit gegadigden die zich daarvoor op de dag zelf ten minste 15 minuten voor de aanvang van de warenmarkt aanmelden bij de marktmeester door middel van loting, met dien verstande dat standwerkers die in de voorgaande periode van 4 weken reeds een standwerkersplaats hebben ingenomen uitgesloten zijn van de loting.

  • 2. Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.

HOOFDSTUK 3. BEPALINGEN OVER HET GEBRUIK VAN DE STANDPLAATS

Artikel 8. Persoonlijk innemen standplaats; bijstand

  • 1. De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2. De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

Artikel 9. Afwezigheid wegens vakantie of bijzondere omstandigheden

  • 1. De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan de marktmeester. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

  • 2. De schriftelijke mededeling wordt ten minste een week voor de desbetreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging daarvan.

Artikel 10. Ontheffing en vervanging

  • 1. In geval van vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste standplaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting uit artikel 8.

  • 2. Het college kan op aanvraag van de vergunninghouder hem vergunning verlenen zich op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon.

Artikel 11. Legitimatie en identiteit vergunninghouder

Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij de vergunninghouder is.

Artikel 12. Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen

  • 1. Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan drie uur voor aanvang en in afwijking van de ten behoeve van de bereikbaarheid en toegankelijkheid van de nog niet ingenomen standplaatsen gegeven aanwijzingen van de marktmeester met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren.

  • 2. Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan één uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren.

  • 3. De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan hiervan ontheffing verlenen.

  • 4. Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet tijdig heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.

HOOFDSTUK 4. SLOTBEPALINGEN

Artikel 13. Inwerkingtreding en overgangsbepaling

  • 1. Dit reglement treedt in werking op de dag na bekendmaking daarvan.

  • 2. De anciënniteitslijst op grond van de Marktverordening voor de gemeente Voorst 2004 geldt als anciënniteitslijst in de zin van dit reglement.

Artikel 14. Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als: Marktreglement gemeente Voorst 2010.

Ondertekening

Twello, 3 november 2010
Het college van burgemeester en wethouders van Voorst
de secretaris de burgemeester