Verordening parkeerbelasting gemeente Lochem 2026

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-01-2026

Intitulé

Verordening parkeerbelasting gemeente Lochem 2026

De raad van de gemeente Lochem;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 oktober 2025, nr. 2209658;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening 2013;

B E S L U I T :

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelasting gemeente Lochem 2026.

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet als gevolg van een wettelijk voorschrift is verboden;

  • b.

    motorvoertuigen: wat daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990;

  • c.

    vergunning: een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren zoals geregeld en beschreven in de Parkeerverordening 2013.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam parkeerbelasting wordt een belasting geheven voor een vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van de persoon aan wie de vergunning is verleend.

Artikel 4 Belastingtarief

Het tarief bedraagt voor:

  • a.

    een bewonersvergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3, onder a, en lid 3, onder c, van de Parkeerverordening 2013, per jaar € 79,30;

  • b.

    een zakelijke vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3, onder b, van de Parkeerverordening 2013, per jaar € 183,80;

  • c.

    een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 4, van de Parkeerverordening 2013, per dag € 9,65.

Artikel 5 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven door middel van een mondelinge of gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld

De belasting is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 7 Termijn van betaling

  • 1.

    De belasting moet worden betaald op het moment van het doen van de mondelinge kennisgeving.

  • 2.

    Als de vergunning wordt toegezonden, moet de belasting worden voldaan binnen een maand na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving van het verschuldigde bedrag.

Artikel 8 Ontheffing van parkeerbelasting

  • 1.

    Als de belasting is voldaan voor een tijdvak van langer dan één kalendermaand en die vergunning vóór het verstrijken van dat tijdvak wordt ingetrokken, wordt ontheffing verleend over het aantal nog niet ingetreden volle kalendermaanden van dat tijdvak. Deze ontheffing wordt niet eerder verleend dan nadat de beschikking van het college van burgemeester en wethouders, waarbij de vergunning wordt ingetrokken, onherroepelijk is komen vast te staan.

  • 2.

    Als de belasting is voldaan voor een tijdvak van langer dan één kalendermaand en de belastingplichtige, als gevolg van door of met medewerking van het gemeentebestuur getroffen maatregelen, gedurende één of meer in dat tijdvak vallende kalendermaanden niet kan parkeren op een plaats waarop zijn vergunning betrekking heeft, wordt op verzoek ontheffing verleend over het aantal volle kalendermaanden, gedurende welke de belastingplichtige niet heeft kunnen parkeren.

Artikel 9 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant;

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet al bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 10 Overgangsrecht

De Verordening parkeerbelastingen 2025 vastgesteld door de raad van Lochem op 25 november 2024 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2026, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2026.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2026.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening parkeerbelasting gemeente Lochem 2026.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lochem op 8 december 2025.

De griffier,

P. de Boer

De voorzitter,

F.T.J.M Backhuijs