Besluit van het college van burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk en de burgemeester van Bodegraven-Reeuwijk houdende de verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur van de Omgevingsdienst Midden-Holland (Mandaatbesluit Bodegraven-Reeuwijk - Omgevingsdienst Midden-Holland 2026)

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-01-2026

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk en de burgemeester van Bodegraven-Reeuwijk houdende de verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur van de Omgevingsdienst Midden-Holland (Mandaatbesluit Bodegraven-Reeuwijk - Omgevingsdienst Midden-Holland 2026)

Het college van burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk en de burgemeester van Bodegraven-Reeuwijk, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft;

Gelet op het bepaalde in:

  • afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht,

  • de Gemeentewet en

  • artikel 4 van de Gemeenschappelijke regeling omgevingsdienst Midden-Holland;

besluiten vast te stellen

het Mandaatbesluit Bodegraven-Reeuwijk - Omgevingsdienst Midden-Holland 2026.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    burgemeester: de burgemeester van Bodegraven-Reeuwijk;

  • 2.

    college: college van burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk;

  • 3.

    directeur: directeur van de Omgevingsdienst Midden-Holland;

  • 4.

    machtiging: bevoegdheid om in naam van het college of de burgemeester feitelijke handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;

  • 5.

    mandaat: bevoegdheid om in naam van het college of de burgemeester besluiten te nemen;

  • 6.

    mandaatgever: bestuursorgaan dat met dit besluit mandaat verleent aan de directeur;

  • 7.

    omgevingsdienst: openbaar lichaam Omgevingsdienst Midden-Holland;

  • 8.

    ondermachtiging: door de gemachtigde op zijn beurt verlenen van machtiging aan een ander;

  • 9.

    ondermandaat: door de gemandateerde op zijn beurt verlenen van mandaat aan een ander;

  • 10.

    ondervolmacht: door de gevolmachtigde op zijn beurt verlenen van volmacht aan een ander;

  • 11

    raad: gemeenteraad van Bodegraven-Reeuwijk;

  • 12

    volmacht: bevoegdheid om in naam van het college of de burgemeester privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten.

Artikel 2 Mandaat, volmacht en machtiging

  • 1.

    Het college en de burgemeester, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft:

    • a.

      verlenen mandaat aan de directeur voor het uitoefenen van de bevoegdheden

    • b.

      verlenen machtiging en volmacht aan de directeur voor het verrichten van feitelijke handelingen en privaatrechtelijke rechtshandelingen, en

    • c.

      bepalen dat brieven, besluiten en andere documenten namens het bestuursorgaan kunnen worden getekend,

      voor zover de bevoegdheid of handeling is genoemd in de bijlage bij dit besluit en de uitoefening daarvan noodzakelijk is voor het verrichten van de taken van de omgevingsdienst.

  • 2.

    De directeur kan voor de bevoegdheden, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, en voor de handelingen, bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c, schriftelijk ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging verlenen aan functionarissen die werkzaam zijn voor de omgevingsdienst.

  • 3.

    Wat in dit besluit is bepaald met betrekking tot mandaat is van overeenkomstige toepassing op volmacht en machtiging en op ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging.

  • 4.

    Bij de ondertekening, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt aangegeven dat die ondertekening plaatsvindt namens het college of de burgemeester.

Artikel 3 Wettelijke kaders en beleid

  • 1.

    De directeur oefent de gemandateerde bevoegdheden uit binnen de kaders van daarvoor geldende regelgeving en vastgesteld beleid.

  • 2.

    Indien regelgeving en beleid als bedoeld in het eerste lid wordt vastgesteld of gewijzigd door mandaatgever, dan wordt over het voornemen daartoe overlegd met de directeur.

  • 3.

    De mandaatgever zorgt ervoor dat de omgevingsdienst beschikt over het beleid als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 4 Instructies

Instructies van de mandaatgever aan de directeur worden schriftelijk en tijdig gegeven.

Artikel 5 Informeren en afstemmen

  • 1.

    Voordat een bevoegdheid, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, wordt uitgeoefend, wordt overlegd met de mandaatgever, wanneer die uitoefening:

    • a.

      afwijkt van een door de mandaatgever gegeven instructie;

    • b.

      naar verwachting grote politieke of maatschappelijke gevolgen kan hebben; of

    • c.

      mogelijk tot aansprakelijkstelling van de gemeente kan leiden.

  • 2.

    Als de directeur het verleende mandaat in een bepaald geval niet wenst uit te oefenen, of de mandaatgever het gegeven mandaat in een bepaald geval intrekt, informeert de mandaatgever de raad hierover.

Artikel 6 Overgangsrecht

Op de uitoefening van bevoegdheden op grond van het overgangsrecht bij de Omgevingswet, in samenhang met het recht zoals dit gold voor inwerkingtreding van de Omgevingswet, blijft voor de duur van dat overgangsrecht, het Mandaatbesluit Bodegraven-Reeuwijk – Omgevingsdienst Midden-Holland van 12 april 2022 van toepassing.

Artikel 7 Intrekking

1. Het besluit Mandaatbesluit Bodegraven-Reeuwijk – Omgevingsdienst Midden-Holland 2024 wordt ingetrokken.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2026.

Artikel 9 Citeerwijze

Dit besluit wordt aangehaald als: “Mandaatbesluit Bodegraven-Reeuwijk – Omgevingsdienst Midden-Holland 2026”.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk d.d. 25 november 2025 en door burgemeester van Bodegraven-Reeuwijk.

Bodegraven, 25 november 2025

Het college van burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk

K. Cornelissen

de secretaris

drs. M.K.A. Grauss

de burgemeer

Bijlage bij artikel 2 van het Mandaatbesluit

Artikel 1: Begripsbepalingen en afkortingen

APV: Algemene Plaatselijke Verordening

Awb: Algemene wet bestuursrecht

Bal: Besluit activiteiten leefomgeving

Bbl: Besluit bouwwerken leefomgeving

Bkl: Besluit kwaliteit leefomgeving

Ob: Omgevingsbesluit

Ow: Omgevingswet

Wet Bibob: Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur

Woo: Wet open overheid

Who: Wet hergebruik overheidsinformatie

Wm: Wet milieubeheer

Artikel 2: Volledige proceslijn

Indien in artikel 3 en 4 een bevoegdheid wordt gemandateerd tot het nemen van een besluit, dan wordt daarmee de volledige proceslijn met betrekking tot dat besluit gemandateerd, tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald. Onder de ‘volledige proceslijn’ worden de bevoegdheden in artikel 2.1 t/m 2.7 verstaan.

Het voorbereiden en nemen van besluiten

  • 2.1.

    Het voorbereiden en nemen van besluiten:

    • a.

      het beslissen op de aanvraag;

    • b.

      het voorbereiden van de besluitvorming, waaronder het voeren van correspondentie daarover en het opvragen van gegevens en bescheiden;

    • c.

      het horen als bedoeld in artikel 4:7, 4:8 en 4:11 Awb;

    • d.

      het ter inzage leggen van stukken;

    • e.

      het verzorgen van kennisgevingen en bekendmakingen in het Gemeenteblad;

    • f.

      het nemen van andere beslissingen inzake de procedure ter voorbereiding van een besluit;

    • g.

      het afdoen van herhaalde aanvragen, buiten behandeling stellen en het niet-ontvankelijk verklaren van aanvragen (artikel 4:5 en 4:6 Awb; artikel 16.10 Ow);

    • h.

      het verdagen van beslistermijnen (artikel 4:14 Awb jo. artikel 16.64 en 16.66 Ow; artikel 7:10 Awb);

    • i.

      het opschorten van beslistermijnen (artikel 4:15 en artikel 7:10 Awb);

    • j.

      inzake de verbeurte van dwangsommen bij niet-tijdig beslissen (paragraaf 4.1.3.2 Awb);

    • k.

      het nemen van beslissingen op bezwaar (artikel 7:11 Awb);

    • l.

      het instemmen met rechtstreeks beroep (overslaan bezwaarfase) voor besluiten die in mandaat zijn genomen door de omgevingsdienst (artikel 7:1a Awb);

    • m.

      het van toepassing verklaren en uitvoeren van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 3.4 Awb (artikel 3.10 Awb jo. artikel 16.65 Ow en artikel 10.24 Ob);

    • n.

      het buiten toepassing verklaren van afdeling 3.4 Awb bij een kennelijke verschrijving (artikel 16.24 lid 2 Ow);

    • o.

      het nemen van coördinatiebesluiten en het optreden als coördinerend bestuursorgaan (afdeling 3.5 Awb);

    • p.

      het actualiseren, wijzigen, intrekken en reviseren van (voorschriften van) een omgevingsvergunning;

    • q.

      het intrekken van besluiten;

    • r.

      het verzamelen, verwerken, beheren, verstrekken, beschikbaar stellen, uitwisselen, doorzenden en publiceren van informatie, gegevens, aanvragen en (ontwerp)besluiten;

    • s.

      het beoordelen van rapporten;

    • t.

      het behandelen van informatieplichten.

Toezicht en handhaving

  • 2.2.

    Het uitoefenen van toezicht op de naleving van hetgeen waarvoor in artikel 3 en 4 mandaat is verleend.

  • 2.3.

    Het aanwijzen van personen, belast met het houden van toezicht, ter handhaving van de taken en bevoegdheden waarvoor in artikel 3 en 4 mandaat is verleend.

  • 2.4.

    Het nemen van handhavingsbesluiten en bijbehorende besluitvorming, zoals bedoeld in hoofdstuk 4 en 5 Awb en titel 18.1.1 Ow, ter handhaving van de taken en bevoegdheden waarvoor in artikel 3 en 4 mandaat is verleend.

Het voeren van procedures

  • 2.5.

    Het in rechte vertegenwoordigen van het bestuursorgaan en het nemen van besluiten inzake procedures inzake besluiten waarvoor in artikel 3 en 4 mandaat is verleend, en handelingen in voorbereiding daarop. Hieronder vallen in ieder geval, maar niet uitsluitend:

    • a.

      het instellen van pro forma en/of incidenteel (hoger) beroep;

    • b.

      het indienen van andere stukken in het kader van bezwaar, beroep of hoger beroep;

    • c.

      het voeren van verweer en het indienen van verweerschriften;

    • d.

      het indienen van verzoeken om geheimhouding (artikel 8:29 Awb);

    • e.

      handelingen of besluiten in het kader van een tussenuitspraak of bestuurlijke lus (artikelen 8:51a, 8:51b, 8:51c, 8:80a en 8:80b Awb);

    • f.

      het vragen van uitstel van de behandeling van een bezwaar- of beroepschrift en het verrichten van andere proceshandelingen;

    • g.

      het verlenen van een eenmalige of doorlopende machtiging voor het voeren van het woord ter zitting;

    • h.

      het voeren van het woord als derde belanghebbende ter zitting;

    • i.

      het verrichten van handelingen als bedoeld in artikel 160 lid 1 onder e en f Gemeentewet.

Overig

  • 2.6.

    Het nemen van andere besluiten en het verrichten van andere handelingen op grond van of krachtens de Awb, ter uitvoering van hetgeen waarvoor in artikel 3 en 4 mandaat is verleend.

  • 2.7.

    Het verrichten van (privaatrechtelijke) rechtshandelingen en feitelijke handelingen ter uitvoering van hetgeen waarvoor in artikel 3 en 4 mandaat is verleend.

Artikel 3: Bevoegdheden ter uitvoering van de standaardtaken 

  • 3.1.

    Beslissingen op aanvragen om omgevingsvergunningen en het toepassen van paragraaf 5.1.5 Ow, voor activiteiten die zijn aangewezen in categorie 1 tot en met 4 (zie aanhangsel), met uitzondering van omgevingsvergunningen voor buitenplanse omgevingsplanactiviteiten en de toepassing van de Wet Bibob.

  • 3.2.

    Het beoordelen van meldingen als bedoeld in artikel 4.4 lid 1 Ow en beschikken op aanvragen om toestemming tot het treffen van een gelijkwaardige maatregel voor activiteiten die zijn aangewezen in categorie 1 en 5 (zie aanhangsel).

  • 3.3.

    Het stellen van maatwerkvoorschriften voor activiteiten die zijn aangewezen in categorie 1 en 5 (zie aanhangsel).

  • 3.4.

    Het houden van toezicht op de naleving van: a. de verboden, bedoeld in de artikelen 5.1, 5.4, 5.5 en 5.6 Ow, voor activiteiten die zijn aangewezen in categorie 1 tot en met 4 (zie aanhangsel); en b. de regels gesteld bij of krachtens de Ow en de Wm, over activiteiten die zijn aan gewezen in categorie 1 tot en met 6 en 8 (zie aanhangsel).

  • 3.5.

    Het houden van ketentoezicht op de regels over activiteiten die zijn aangewezen in categorie 7 (zie aanhangsel).

  • 3.6.

    Bestuurlijke sancties ter handhaving van de verboden en regels, bedoeld onder 3.4 en 3.5.

Artikel 4: Bevoegdheden ter uitvoering van aanvullende taken

Aanvullende taken - Vergunningverlening

  • 4.1.

    Het nemen van besluiten als bedoeld in afdeling 5.1 Ow, anders dan genoemd in artikel 3, voor een:

    • a.

      omgevingsplanactiviteit;

    • b.

      Natura 2000-activiteit in combinatie met een andere vergunningplichtige activiteit waarvoor mandaat is verleend;

    • c.

      bouwactiviteit;

    • d.

      milieubelastende activiteit;

    • e.

      lozingsactiviteit;

    • f.

      flora- en fauna-activiteit in combinatie met een andere vergunningplichtige activiteit waarvoor mandaat is verleend;

    • g.

      actualisering omgevingsvergunning(voorschriften);

    • h.

      wijziging voorschriften omgevingsvergunning;

    • i.

      revisievergunning.

  • 4.2.

    Het beoordelen van meldingen (artikel 4.4 Ow) voor milieubelastende activiteiten, lozingen, bouwactiviteiten, mobiel puinbreken, brandveilig gebruiken van bouwwerken, sloopactiviteiten, vel- of kapactiviteiten, monumenten- of erfgoedactiviteiten en omgevingsplanactiviteiten. Dit betreft meldingen op grond van het Besluit activiteiten leefomgeving, het Besluit bouwwerken leefomgeving en het Omgevingsplan.

  • 4.3.

    Het stellen van maatwerkvoorschriften, inclusief de voorbereiding hiervan (artikel 4.5 Ow) en het verbinden van voorschriften aan omgevingsvergunningen voor milieubelastende activiteiten, lozingen, bouwactiviteiten, mobiel puinbreken, brandveilig gebruiken van bouwwerken, sloopactiviteiten, monumenten- of erfgoedactiviteiten en omgevingsplanactiviteiten. Dit betreft maatwerk op grond van het Besluit activiteiten leefomgeving, het Besluit bouwwerken leefomgeving of het Omgevingsplan.

  • 4.4.

    Het besluiten over het treffen van gelijkwaardige maatregelen (artikel 4.7 lid 1 Ow) voor milieubelastende activiteiten, lozingen, bouwactiviteiten, mobiel puinbreken, brandveilig gebruiken van bouwwerken, sloopactiviteiten en omgevingsplanactiviteiten. Dit betreft een besluit over het treffen van gelijkwaardige maatregelen op grond van het Besluit activiteiten leefomgeving, het Besluit bouwwerken leefomgeving of het Omgevingsplan.

  • 4.5.

    Het nemen van goedkeuringsbesluiten op grond van voorschriften uit een omgevingsvergunning en het beoordelen van plannen en rapporten die zijn ingediend op grond van voorschriften uit een omgevingsvergunning of maatwerkbesluit.

  • 4.6.

    Het nemen van andere besluiten dan hierboven genoemd op grond van het Bal, het Bbl of het Omgevingsplan (incl. de Bruidsschat voor milieubelastende activiteiten en bouwactiviteiten en Wkb).

  • 4.7.

    Het besluiten op verzoeken om tijdelijk geluidsnormen te overschrijden en/of het stellen van maatwerkvoorschriften over het veroorzaken van geluidhinder en trillinghinder op grond van het Omgevingsplan, de APV of artikel 7.23 Bbl.

Aanvullende taken – Omgevingswet

  • 4.8.

    Het houden van toezicht op en het nemen van handhavingsbesluiten zoals bedoeld in hoofdstuk 4 en 5 Awb en titel 18.1.1 Ow waaronder de last onder dwangsom of bestuursdwang, inclusief het ten uitvoer brengen van bestuursdwang, besluiten over invordering en kostenverhaal, inclusief besluiten over uitstel van betaling of matiging, het opleggen van een bestuurlijke boete en het intrekken van een vergunning als sanctie voor omgevingsplanactiviteiten, milieubelastende activiteiten, lozingen, bouwactiviteiten, mobiel puinbreken, stookinstallaties, energiebesparing, brandveilig gebruiken van bouwwerken, asbestverwijdering, sloopactiviteiten, vel- of kapactiviteiten en monumenten- of erfgoedactiviteiten.

  • 4.9.

    Het opleggen van spoedeisende bestuursdwang, het verplichten tot geheel of gedeeltelijk staken van activiteiten en het feitelijk stilleggen van (bouw)werkzaamheden, het ontoegankelijk maken van terreinen en gebouwen, het aanzeggen van mondelinge bestuursdwang voor het opruimen van gevaarlijke stoffen, zoals asbest of andere milieugevaarlijke stoffen en/of het voorkomen van verdere verontreiniging of schade bij incidenten en ongewone voorvallen en het geven van aanwijzingen daarbij.

  • 4.10.

    Het verlenen van opdrachten tot het doen van onderzoek naar of het opruimen van gevaarlijke stoffen zoals asbest of andere milieugevaarlijke stoffen en/of het feitelijk voorkomen van verdere verontreiniging of schade bij incidenten en ongewone voorvallen door zelf maatregelen te treffen ingeval geen gehoor wordt gegeven aan mondelinge bestuursdwang dan wel de veroorzaker van het incident onbekend is.

  • 4.11.

    Het besluiten over nadeelcompensatie en het sluiten van overeenkomsten over nadeelcompensatie als bedoeld in afdeling 15.1 van de Omgevingswet, indien ook het schadeveroorzakende besluit in mandaat wordt genomen.

  • 4.12.

    Het opleggen van gedoogplichten (Afdeling 10.3 Ow).

  • 4.13

    Het verplichten maatregelen te nemen en het geven van aanwijzingen bij een ongewoon voorval (artikel 19.4 Ow), het treffen van maatregelen en het op schrift stellen van de beslissing tot het treffen van die maatregelen (artikel 19.5 Ow) en het verhalen van de kosten die daarbij worden gemaakt op de veroorzaker (artikel 19.6 Ow).

  • 4.14

    Het verplichten maatregelen te nemen bij een toevalsvondst van verontreiniging op of in de bodem (artikel 19.9a Ow), het treffen van maatregelen en het op schrift stellen van de beslissing tot het treffen van die maatregelen (artikel 19.9c Ow) en het verhalen van de kosten die daarbij worden gemaakt op de veroorzaker (artikel 19.9d Ow).

  • 4.15

    Het besluiten over geluidwerende maatregelen aan gebouwen en het uitvoeren van projecten in het kader van sanering verkeerslawaai, inclusief het aanvragen, beheren en verantwoorden van subsidie, het opstellen van saneringsprogramma’s en het sluiten van overeenkomsten (afdeling 3.5 Bkl).

  • 4.16

    Het behandelen van kennisgevingen inzake de viering van incidentele festiviteiten op grond van het Omgevingsplan en/ of Verordening fysieke leefomgeving of APV.

  • 4.17

    Besluiten inzake het beoordelen van PRTR-verslagen en het verrichten van werkzaamheden in het kader van de PRTR-verordening als bedoeld in paragraaf 11.2.6 Bkl en paragraaf 10.8.6 Ob.

  • 4.18

    Het besluiten over milieueffectrapportages voor projecten als bedoeld in paragraaf 16.4.2 Ow.

  • 4.19

    Het behandelen van klachten over de leefomgeving of over de naleving van de regels van wet- en regelgeving waarvoor mandaat is verleend.

  • 4.20

    Het voeren van overleg en deelnemen aan omgevingstafels.

  • 4.21

    Het behandelen van informatie voorvloeiend uit een informatieplicht en het verzoeken om (aanvullende) gegevens en bescheiden (Bal, Bbl en Omgevingsplan)

  • 4.22

    Het registreren en verwerken van gegevens, zoals geluidsemissies, verkeers- en milieudata, bodeminformatie en data met betrekking tot klimaatadaptatie in (verplichte) registers of applicaties, zoals Inspectieview, het Register externe veiligheidsrisico’s (risicovolle activiteiten en kwetsbare gebouwen en locaties), de Centrale voorziening geluidgegevens (geluidregister en basis geluidemissie), het landelijk grondwaterregister, de basisregistratie ondergrond (domein milieukwaliteit; de registratieobjecten SAD en SLD), de e-MJV website met daaronder de IPPC applicatie en EEP-rapportages.

Aanvullende taken – Overig

  • 4.23.

    Het uitvoeren van taken, afdoen van meldingen en nemen van besluiten bij of krachtens hoofdstukken 10, 18 en 19 Wm.

  • 4.24.

    Het houden van toezicht op en het nemen van handhavingsbesluiten zoals bedoeld in hoofdstuk 4 en 5 Awb waaronder de last onder dwangsom of bestuursdwang, inclusief het ten uitvoer brengen van bestuursdwang, besluiten over invordering en kostenverhaal, inclusief besluiten over uitstel van betaling of matiging, het opleggen van een bestuurlijke boete en het intrekken van een vergunning als sanctie voor het bepaalde bij of krachtens de Wet milieubeheer, de Huisvestingswet, Erfgoedwet, het Besluit bodemkwaliteit, de APV, de Verordening fysieke leefomgeving, het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen, evenementenvergunningen (geluid) en andere regelgeving waarvoor mandaat is verleend.

  • 4.25.

    Het besluiten op verzoeken van derden om handhaving ten aanzien van (vermeende) overtredingen van een vergunning, van algemene regels of van regels uit het omgevingsplan met betrekking tot omgevingsplanactiviteiten, milieubelastende activiteiten, lozingen, bouwactiviteiten, stookinstallaties, mobiel puinbreken, brandveilig gebruiken van bouwwerken, sloopactiviteiten, vel- of kapactiviteiten en monumenten- of erfgoedactiviteiten en voor (vermeende) overtredingen van andere regelgeving waarvoor mandaat is verleend, zoals de Wet milieubeheer, de Huisvestingswet en de APV.

  • 4.26.

    Het aanwijzen van elektronische kanalen voor het ontvangen van formele berichten, voor zover deze betrekking hebben op taken die door de omgevingsdienst worden uitgevoerd (artikel 2:13 Awb).

  • 4.27.

    Het geven van wettelijke en vrijwillige adviezen, inspraakreacties en/of commentaar op beleidsplannen, regelgeving van en vergunningverlening door andere overheden of externe partijen.

  • 4.28.

    Het uitoefenen van bevoegdheden (waaronder besluiten op verzoeken en actieve openbaarmaking) op grond van de Woo en de Who, waarvoor in artikel 3 en 4 mandaat is verleend.

  • 4.29.

    Het beslissen op aanvragen en het doen van meldingen als bedoeld in de Algemene verordening gegevensbescherming.

  • 4.30.

    Het nemen van besluiten en uitoefenen van bevoegdheden op grond van hetgeen is bepaald in het Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen en de Regeling melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen.

  • 4.31.

    Het beslissen over en wijzigen van ontheffingen.

  • 4.32.

    Het afgeven van gedoogverklaringen.

  • 4.33.

    Het aanwijzen van personen, belast met het opstellen van processen verbaal in het kader van artikel 10 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen.

  • 4.34.

    Het opmaken van processen-verbaal van constatering, als bedoeld in artikel 10 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen.

  • 4.35.

    Het aanwijzen van functionarissen om gesprekken onder leiding van een mediator te voeren, het voeren van mediationgesprekken of meewerken aan informele aanpak, het doen van toezeggingen binnen de grenzen van het geschil en het aangaan en ondertekenen van mediationovereenkomsten en/of vaststellingsovereenkomsten.

  • 4.36.

    Het inschrijven, herroepen, actualiseren van het werkingsgebied of beëindigen van publiekrechtelijke beperkingen (waaronder lasten onder dwangsom en gebruiksbeperkingen in beschikkingen over de bodem) in openbare register zoals het Kadaster in het kader van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen.

  • 4.37.

    Het nemen van beslissingen en verrichten van handelingen in het kader van archiefbeheer zoals bedoeld in de Archiefwet.

  • 4.38.

    Het behandelen van meldingen en het nemen van besluiten als bedoeld in het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen.

  • 4.39.

    De bevoegdheid tot het nemen van besluiten inzake het onttrekken, samenvoegen, omzetten of vormen van woonruimte, en het nemen van besluiten inzake de splitsing van woonruimte op grond van de Huisvestingswet en de Huisvestingsverordening van de gemeente.

  • 4.40.

    Het instemmen met een programma van eisen in het kader van een archeologisch onderzoek.

  • 4.41.

    Het uitvoeren van taken en nemen van besluiten in het kader van de Wet goed verhuurderschap en de Wet betaalbare huur, waaronder het aanwijzen van toezichthouders, het uitvoeren van toezicht, het nemen van bestuursrechtelijke handhavingsbesluiten, het opleggen van een bestuurlijke boete en het vertegenwoordigen van het college in hoorzittingen of zittingen in bezwaar, bij de rechtbank of Raad van State en het indienen van stukken en verweerschriften in dat kader.

Aanhangsel bij artikel 3 van de lijst (standaardtaken)

Categorie 1

1. Milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstukken 3 en 19 van het Bal.

2. Onder deze aanwijzing vallen niet de activiteiten die zijn aangewezen in de volgende paragrafen:

a. paragraaf 3.2.1, 3.2.7 of 3.2.9, tenzij die:

1°. als vergunningplichtig zijn aangewezen op grond van hoofdstuk 3 van dat besluit; of

2°. onderdeel uitmaken van een activiteit die is aangewezen in de afdelingen 3.3 tot en met 3.11 van dat besluit en niet onder b tot en met e is uitgezonderd;

b. paragraaf 3.7.1, voor zover die alleen worden verricht ter ondersteuning van verkoop aan particulieren of de opgeslagen afvalstoffen alleen bestaan uit materialen die voor de werkzaamheden zijn meegenomen;

c. paragraaf 3.7.8, voor zover die alleen worden verricht ter ondersteuning van verkoop aan particulieren;

d. paragraaf 3.8.4, voor zover die alleen bestaan uit het herstellen van ruitschade of het onderhouden of vervangen van banden; en

e. paragraaf 3.8.6, voor zover die alleen worden verricht voor vervoer van of naar particulieren.

Categorie 2

Bouw- en sloopactiviteiten als bedoeld in het Bbl, voor zover gedeputeerde staten het bevoegd gezag zijn op grond van:

a. artikel 4.6, tweede lid, onder a, voor zover het gaat om omgevingsplanactiviteiten van provinciaal belang, bestaande uit milieubelastende-, bouw- of sloopactiviteiten;

b. artikel 4.6, tweede lid, onder c; of

c. artikel 4.16, eerste lid.

Categorie 3

Omgevingsplanactiviteiten, bestaande uit milieubelastende-, bouw- of sloopactiviteiten, voor zover gedeputeerde staten het bevoegd gezag zijn op grond van:

a. artikel 4.6, tweede lid, onder a, voor zover het gaat om omgevingsplanactiviteiten van provinciaal belang, bestaande uit milieubelastende-, bouw- of sloopactiviteiten;

b. artikel 4.6, tweede lid, onder c; of

c. artikel 4.16, eerste lid.

Categorie 4

Omgevingsplanactiviteiten van provinciaal belang, bestaande uit milieubelastende-, bouw- of sloopactiviteiten.

Categorie 5

Het bedrijfsmatig verwijderen van asbest als bedoeld in bijlage I bij het Bbl en asbesthoudende producten uit bouwwerken, en het bedrijfsmatig opruimen van asbest als bedoeld in bijlage I bij het Bbl en asbesthoudende producten vrijgekomen als gevolg van een incident.

Categorie 6

Activiteiten met stoffen, preparaten, producten en toestellen waarover regels zijn gesteld bij of krachtens de Wet milieubeheer, voor zover deze worden verricht in samenhang met een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Bal.

Categorie 7

Bedrijfsmatige activiteiten met betrekking tot:

- afvalstoffen;

- vuurwerk als bedoeld in bijlage I bij het Bal en explosieven voor civiel gebruik;

- secundaire grondstoffen; en

- andere milieugevaarlijke stoffen.

Categorie 8

Het in stand houden van bouwwerken voor zover daarover regels zijn gesteld in artikel 3.84 van het Bbl