Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR74920
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR74920/1
Regeling vervallen per 01-07-2015
Participatieverordening WWB en WMO Gemeente Schinnen
Geldend van 10-08-2006 t/m 30-06-2015
Intitulé
Participatieverordening WWB en WMO Gemeente SchinnenParticipatieverordening WWB en WMO Gemeente Schinnen
De Raad van de gemeente Schinnen;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.
gelet op artikel 47 van de Wet werk en bijstand, artikel 11 van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning
en met inachtneming van artikel 150 van de Gemeentewet;
B e s l u i t :
vast te stellen de
“Participatieverordening WWB en WMO gemeente Schinnen”.
Paragraaf 1: Algemeen
Artikel 1 begripsbepalingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
cliënten belanghebbenden zoals bedoeld in de Wet werk en bijstand en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning;
- b.
organisaties organisaties die blijkens hun doelstelling of werkwijze de belangen van (bepaalde groepen) cliënten behartigen;
- c.
college het college van burgemeester en wethouders van Schinnen;
- d.
sociaal maatschappelijke adviesraad het adviesorgaan dat adviseert met betrekking tot het beleid en uitvoering inzake de uitkeringen of voorzieningen ingevolge de Wet werk en bijstand en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning;
- e.
afdeling welzijn en sociale zaken de afdeling welzijn en sociale zaken van de gemeente Schinnen.
Artikel 2 doelstelling
-
1. Het doel van participatie is dat burgers en vertegenwoordigers van belangenorganisaties invloed moeten kunnen uitoefenen op het lokaal beleid op het terrein van welzijn, sociale zaken en zorg;
-
2. Er is een sociaal maatschappelijke adviesraad om gestalte te geven aan de wettelijke verplichting van cliëntenparticipatie;
-
3. Met de instelling van een sociaal maatschappelijke adviesraad en het overleg wordt beoogd meerwaarde te bereiken in de kwaliteit van de dienstverlening van de afdeling welzijn en sociale zaken
Artikel 3 de voorzitter
-
1. Het voorzitterschap van de sociaal maatschappelijke adviesraad berust bij een door het college benoemde onafhankelijk voorzitter.
-
2. De sociaal maatschappelijke adviesraad kiest uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter.
Artikel 4 taak voorzitter
De voorzitter is belast met:
- a.
het vaststellen van de agenda;
- b.
het bepalen van dag en uur van de vergadering;
- c.
het leiden van de vergadering;
- d.
het vertegenwoordigen van de sociaal maatschappelijke adviesraad naar buiten;
- e.
hetgeen deze verordening overigens opdraagt.
Artikel 5 de secretaris en aanwezigheid andere gemeenteambtenaren
-
1. Als secretaris van de sociaal maatschappelijke adviesraad treedt op, het hoofd van de afdeling welzijn en sociale zaken of de door hem daartoe aangewezen ambtenaar.
-
2. De voorzitter van de sociaal maatschappelijke adviesraad kan ambtenaren van de gemeente uitnodigen het overleg bij te wonen teneinde inlichtingen of adviezen te verstrekken.
-
3. Alle vergaderingen worden, naast de secretaris, bijgewoond door het hoofd c.q. plaatsvervangend hoofd van de afdeling welzijn en sociale zaken.
Artikel 6 taak secretaris
-
1. De secretaris en het plaatsvervangend hoofd van de afdeling welzijn en sociale zaken zijn geen lid van de sociaal maatschappelijke adviesraad; wel kunnen zij, indien zij daartoe door de voorzitter worden uitgenodigd, aan de beraadslagingen deelnemen.
-
2. De secretaris draagt onverminderd de verantwoordelijkheid van de voorzitter, zorg voor een goede voorbereiding en uitvoering van het overleg van de sociaal maatschappelijke adviesraad.
-
3. De secretaris draagt zorg voor een goede ondersteuning van de adviesraad, zodat deze haar taak op een goede wijze kan uitoefenen.
Artikel 7 tekenen van stukken
Alle van de sociaal maatschappelijke adviesraad uitgaande stukken worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris.
Paragraaf 2: Samenstelling, voordracht, benoeming
Artikel 8 samenstelling
-
1. De sociaal maatschappelijke adviesraad bestaat, naast de voorzitter, de secretaris en diens plaatsvervanger uit leden van cliëntvertegenwoordigende organisaties zoals genoemd in artikel 9.
-
2. Partners in Welzijn neemt daarnaast, vanuit een ondersteunende en adviserende functie, deel aan de vergaderingen, maar heeft geen stemrecht.
Artikel 9 voordracht, benoeming/ontslag, zittingsduur
-
1. Het college benoemt de leden en plaatsvervangend leden op voordracht van de cliëntvertegenwoordigende organisaties.
-
2. De navolgende cliëntvertegenwoordigende organisaties worden in de gelegenheid gesteld ieder voor zich één lid en één plaatsvervangend lid voor benoeming voor te dragen:
- •
PSUL - Provinciaal Samenwerkingsverband Uitkeringsgerechtigden Limburg;
- •
Seniorenraad Schinnen;
- •
SOS – Samenwerkingsverband Ouderen Schinnen;
- •
Vrijwilligerswerk Schinnen;
- •
Vrouwenraad Schinnen;
- •
SPGS – Stichting Platform Gehandicapten Schinnen;
- •
FNV en CNV.
- •
-
3. Indien één of meer organisaties geen gebruik maken van de voordrachtbevoegdheid wordt in een vergadering met de reeds benoemde leden van organisaties een advies gegeven aan het college hoe in de vacature(s) kan worden voorzien. Dit kan zijn dat één of zonodig meerdere genoemde organisaties in staat worden gesteld nog een lid en plaatsvervangend lid voor te dragen.
-
4. De zittingsduur van de leden van de sociaal maatschappelijke adviesraad is, behoudens tussentijds aftreden, gelijk aan het tijdvak gedurende hetwelk de gemeenteraad zitting heeft.
-
5. Aftredende leden zijn direct herbenoembaar.
-
6. Een lid van de sociaal maatschappelijke adviesraad kan te allen tijde ontslag nemen. Het lid geeft daarvan schriftelijk kennis aan de voorzitter.
-
7. De leden van de sociaal maatschappelijke adviesraad kunnen tussentijds door het college ontslagen worden op eigen verzoek of op verzoek van de organisatie die hen voor benoeming heeft voorgedragen.
-
8. Aftredende leden, die blijven voldoen aan de vereisten van het lidmaatschap, oefenen hun functie uit totdat hun opvolgers zijn benoemd.
-
9. Zodra blijkt dat een lid de hoedanigheid op grond waarvan zij/hij is benoemd niet meer bezit, houdt zij/hij op lid van de sociaal maatschappelijke adviesraad te zijn.
-
10. Op het moment dat de Wmo in de volle breedte wordt uitgewerkt, kan de sociaal maatschappelijke adviesraad uitgebreid worden met andere cliëntvertegenwoordigende of belangenbehartigende organisaties.
Artikel 10 faciliteiten
-
1. Het college kent de leden van de sociaal maatschappelijke adviesraad in verband met het bijwonen van een vergadering een onkostenvergoeding toe van € 50,00;
-
2. De voorzitter ontvangt een onkostenvergoeding van € 100,00 per vergadering;
-
3. Binnen het beschikbaar gestelde budget kan een vergoeding verstrekt worden voor kosten in verband met door het hoofd van de afdeling welzijn en sociale zaken vooraf goedgekeurde activiteiten in het kader van deskundigheidsbevordering;
-
4. Het college draagt er zorg voor dat van de zijde van de gemeente de nodige informatie tijdig wordt verstrekt voor het naar behoren functioneren van de sociaal maatschappelijke adviesraad.
Het betreft alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en ontwikkelingen te kunnen volgen. De informatie wordt desgevraagd in speciale leesvorm (digitaal of grootletterschrift) aangeleverd;
-
5. Het college zorgt er voor dat de sociaal maatschappelijke adviesraad kan beschikken over de middelen die noodzakelijk zijn om de in deze verordening geformuleerde taken te kunnen uitvoeren
Paragraaf 3: Openbaar overleg
Artikel 11 Frequentie, tijd en plaats
-
1. De vergaderingen van de sociaal maatschappelijke adviesraad zijn openbaar.
-
2. De sociaal maatschappelijke adviesraad vergadert ten minste 4 keer per jaar, waarvan 2 keer (1 voorjaars- en 1 najaarsvergadering) tezamen met de portefeuillehouder welzijn en sociale zaken ter bevordering van de communicatie tussen college en adviesraad en voorts zo dikwijls de voorzitter dit nodig oordeelt danwel 2 leden de wens daartoe met opgave van redenen schriftelijk te kennen hebben gegeven.
-
3. Het overleg wordt in den regel in het gemeentehuis gehouden.
Artikel 12 Oproep, agenda en voorstellen
-
1. De voorzitter en de secretaris stellen in overleg de agenda samen. Ieder lid van de raad heeft het recht om via de voorzitter een onderwerp op de agenda te plaatsen. De definitieve agenda wordt bij aanvang van de vergadering vastgesteld.
-
2. De oproeping voor een vergadering vindt schriftelijk plaats en wordt – spoedeisende situaties uitgezonderd - ten minste 10 dagen vóór het overleg aan de leden toegezonden.
-
3. De oproepingsbrief vermeldt de onderwerpen die in de vergadering behandeld zullen worden in de volgorde waarin deze aan de orde zullen worden gesteld.
-
4. De vergaderingen zullen in het kader van publieksvoorlichting bekend worden gemaakt middels de gebruikelijke bekendmakingsprocedure van de gemeente.
-
5. De voorzitter zorgt ervoor dat – spoedeisende situaties uitgezonderd – de te behandelen voorstellen bij de oproepingsbrief zijn gevoegd.
-
6. De leden kunnen agendapunten aanleveren. Deze dienen uiterlijk twee werkdagen voor de verzending van de agenda bij het secretariaat aangeleverd te zijn.
-
7. De voorzitter kan agendapunten samenvoegen of niet opnemen. Bij niet-opneming op de agenda wordt hiervan bij het overleg melding gemaakt door de voorzitter onder vermelding van de reden.
Artikel 13 opening en quorum
-
1. De sociaal maatschappelijke adviesraad mag niet beraadslagen of besluiten, indien buiten de voorzitter niet ten minste de helft van het aantal benoemde leden aanwezig is.
-
2. De voorzitter opent de vergadering, nadat is gebleken dat het ingevolge het eerste lid vereiste aantal leden aanwezig is.
-
3. Indien een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter met een tussentijd van ten minste 24 uren een nieuwe vergadering. In deze vergadering kunnen de dan aanwezige leden beraadslagen en besluiten.
Artikel 14 besluitenlijst
-
1. Van de vergadering wordt door of namens de secretaris een ontwerp-besluitenlijst opgemaakt.
-
2. Ingeval een advies niet eenstemmig is uitgebracht wordt hiervan in de besluitenlijst melding gemaakt indien zulks wordt verlangd.
-
3. De ontwerpbesluitenlijst van de voorgaande vergadering wordt – zo mogelijk – bij de agenda aan de leden toegezonden.
-
4. Bij het begin van de vergadering wordt – zoveel mogelijk – de besluitenlijst van de vorige vergadering vastgesteld.
-
5. De besluitenlijst wordt aan het college toegezonden.
Paragraaf 4: Besloten vergadering
Artikel 15 algemeen
-
1. Een vergadering wordt besloten verklaard, wanneer dit door ten minste 2 van de aanwezige leden wordt gevraagd of de voorzitter dit nodig oordeelt.
-
2. De sociaal maatschappelijke adviesraad beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.
-
3. De plaatsvervangend leden zijn bevoegd tot het bijwonen van een besloten vergadering.
Artikel 16 bepalingen besloten vergadering
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van toepassing die gelden voor een openbare vergadering.
Artikel 17 besluitenlijst
Van een besloten vergadering wordt een afzonderlijke besluitenlijst opgemaakt, die niet openbaar wordt gemaakt, tenzij de sociaal maatschappelijke adviesraad anders beslist. De besluitenlijst van een besloten vergadering ligt voor de leden en plaatsvervangend leden ter vertrouwelijke inzage bij de secretaris.
Artikel 18 geheimhouding
-
1. De sociaal maatschappelijke adviesraad beslist of over de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden.
-
2. Stukken waaromtrent geheimhouding is opgelegd, kunnen bij de secretaris van de sociaal maatschappelijke adviesraad worden ingezien door de leden en plaatsvervangend leden.
Paragraaf 5: Inhoud vergadering
Artikel 19
-
1. In de vergadering worden de navolgende zaken aan de orde gesteld:
- •
nieuwe of gewijzigde regelingen;
- •
gemeentelijk beleid;
- •
hoofdlijnen van uitvoering.
- •
maatschappelijke ondersteuning.
- •
-
2. Het overleg heeft geen betrekking op:
- •
individuele gevals- of klachtenbehandeling;
- •
de hoogte van de in de Wet werk en bijstand genoemde normbedragen.
- •
-
3. Indien de vergadering geen doorgang kan vinden, stelt de secretaris, na overleg met de voorzitter, de leden hiervan onverwijld in kennis.
Artikel 20 Advisering / stemming
-
1. De sociaal maatschappelijke adviesraad adviseert gevraagd en ongevraagd het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad over alle onderwerpen, die de vorming, de uitvoering, de controle en evaluatie van het gemeentelijk beleid betreffen ten aanzien van de afdeling welzijn en sociale zaken.
-
2. Indien het college wil komen tot vorming van nieuw beleid, wijziging of evaluatie van beleid (inclusief uitvoering) wordt de sociaal maatschappelijke adviesraad geconsulteerd of in de gelegenheid gesteld hierover advies uit te brengen in een zodanig vroeg stadium dat advisering nog zin heeft.
-
3. Indien de sociaal maatschappelijke adviesraad niet tot een eensluidend advies kan komen, kan de voorzitter besluiten tot stemming. Hierbij beslist de meerderheid van stemmen. In het advies wordt aandacht besteed aan het minderheidsstandpunt.
-
4. Bij stemming heeft elk lid één stem. De aanwezige voorzitter heeft geen stem.
-
5. Indien bij een stemming de stemmen staken, dient de kwestie of het voorstel binnen vier weken opnieuw behandeld te worden. Indien bij deze behandeling de stemmen wederom staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Indien het een gevraagd advies betreft wordt de sociaal maatschappelijke adviesraad geacht negatief geadviseerd te hebben.
Artikel 21 Overeenstemming met voorzitter
-
1. Indien het overleg over algemene uitvoeringsaspecten in de sociaal maatschappelijke adviesraad niet tot overeenstemming met de voorzitter leidt wordt de kwestie voorgelegd aan het college.
-
2. Bij ontstentenis van de voorzitter kan de op dat moment vervangende voorzitter het advies van de sociaal maatschappelijke adviesraad opschorten totdat de betrokken voorzitter in staat is gesteld hierover nader overleg te voeren met de sociaal maatschappelijke adviesraad. Bij het ontbreken van overeenstemming is lid 1 van overeenkomstige toepassing.
-
3. Het college beslist binnen 6 weken na het voorleggen. De beslissing kan met 4 weken worden verdaagd.
-
4. De beslissing wordt schriftelijk en gemotiveerd ter kennis gebracht van de cliëntenraad.
Paragraaf 6 Slotbepalingen
Artikel 22
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, wordt gehandeld in overeenstemming met het gevoelen van de sociaal maatschappelijke adviesraad en de voorzitter.
Artikel 23
Wijziging of intrekking van deze verordening vindt niet plaats dan nadat de sociaal maatschappelijke adviesraad daarover is gehoord.
Artikel 24 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als “Participatieverordening WWB en WMO gemeente Schinnen”.
Artikel 25 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.
Op dat tijdstip vervalt de verordening adviesraad sociale zaken Schinnen, vastgesteld in de openbare vergadering d.d. 16-12-2004.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering d.d. 6 juli 2006.
Algemene toelichting
Op grond van de nieuwe Wet werk en bijstand moeten de gemeenten een zestal verordening maken. Een van deze verordeningen heeft betrekking op cliëntenparticipatie. Een bepaling van deze strekking is opgenomen in artikel 47 van de Wet werk en bijstand. Deze verordening is een uitwerking van genoemde verplichting.
De verordening cliëntenparticipatie moet uiterlijk op 1 januari 2005 in werking zijn getreden.
In deze verordening cliëntenparticipatie is tevens gevolg gegeven aan de opdracht aan het gemeentebestuur om ingevolge artikel 11 van de Wet maatschappelijke ondersteuning vorm te geven aan cliëntenparticipatie.
Artikelsgewijs
De artikelgewijze toelichting is beperkt tot die artikelen die ook daadwerkelijk toelichting behoeven.
Onderdelen van artikelen die geen vragen oproepen worden hierna derhalve niet nader toegelicht.
Artikel 1 begripsbepaling
Dit artikel omschrijft de voor de verordening van belang zijnde begrippen.
Artikel 2 doelstelling
Dit artikel omschrijft de doelstelling van de verordening. De verordening beoogt in beginsel geen ruimere werking te hebben dan de wetgever voor ogen stond bij het opnemen van de verplichting tot het regelen van cliëntenparticipatie.
Artikel 3 t/m 7
Deze artikelen regelen de taken en bevoegdheden en behoeven geen nadere toelichting.
Artikel 8 en 9
Deze artikelen spreken voor zich.
Artikel 10 faciliteiten
Voor wat betreft de persoonlijke onkostenvergoeding wordt deze verstrekt in de vorm van een onkostenvergoeding voor vrijwilligerswerk (artikel 31 lid 2 sub k WWB). Een dergelijke vergoeding blijft bij de berekening van het recht op bijstand buiten beschouwing. Er kan ten hoogste € 95,00 per maand met een maximum van € 764,00 per jaar (norm 2006) worden vrijgelaten.
In dit artikel van de WWB wordt ten aanzien van de bedragen aangesloten bij de Regeling onkostenvergoeding vrijwilligers, ex artikel 6, tiende lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering en deze vergoeding wordt dan ook bij de belastingen buiten beschouwing gelaten.
In deze verordening wordt met de onkostenvergoeding hier ook bij aangesloten.
Artikel 11 t/M 18
Deze artikelen regelen de vergadering en behoeven geen nadere toelichting.
Artikel 19/20
Deze artikelen geven de beleidsterreinen aan waarbij de sociaal maatschappelijke adviesraad wordt betrokken.
De fasen waarbij de sociaal maatschappelijke adviesraad bij de beleidsterreinen kan worden betrokken zijn:
- a.
de voorbereiding van het beleid;
- b.
de uitvoering van het beleid;
- c.
de evaluatie van het beleid.
Artikel 21
Dit artikel spreekt voor zich.
Artikel 22 t/m 25
Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl