Mandaat benoeming van directeur aan Dagelijks Bestuur

Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking West-Brabant;

gelezen:

het voorstel met boven aangehaald onderwerp;

gezien:

de beraadslagingen op voornoemde datum;

gelet op:

• -

  artikel 29 van de negende wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking West-Brabant (BWB), waarin is bepaald dat het Algemeen Bestuur de bevoegdheid heeft tot benoeming, schorsing en ontslag van de directeur;

• -

  artikel 18 van de voorgenomen tiende wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking West-Brabant (BWB), waarin is opgenomen dat het Dagelijks Bestuur na de inwerkingtreding van deze tiende wijziging de bevoegdheid heeft tot benoeming, schorsing en ontslag van de directeur;

• -

  artikel 33a van de Wet gemeenschappelijke regeling die de mogelijkheid biedt om bevoegdheden van het Algemeen Bestuur aan het Dagelijks Bestuur over te dragen;

• -

  overwegende dat het noodzakelijk is om het proces van benoeming van een nieuwe directeur te kunnen gaan opstarten en dat een efficiënte uitvoering van dit proces gebaat is bij mandatering aan het Dagelijkse Bestuur;