Regeling vervalt per 31-12-2027

Subsidieregeling Groninger ondernemersregeling provincie Groningen 2025

Geldend van 28-11-2025 t/m 30-12-2027

Intitulé

Subsidieregeling Groninger ondernemersregeling provincie Groningen 2025

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN

Overwegende dat:

  • -

    in de Economische Visie 2035 van de provincie Groningen het vergroten van het verdienvermogen van de Groninger economie, circulariteit en een toekomstbestendige arbeidsmarkt belangrijke doelen zijn;

  • -

    ondersteuning gewenst is om bedrijven op deze gebieden verder te helpen;

Gelet op:

  • -

    titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    artikel 3, derde lid, van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017;

  • -

    de Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018;

  • -

    verordening (EU) Nr. 2023/2831 van de Commissie van 13 december 2023 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Subsidieregeling Groninger ondernemersregeling provincie Groningen 2025

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    de-minimisverklaring: een verklaring als bedoeld in de de-minimisverordening;

  • -

    de-minimisverordening: Verordening (EU) Nr. 2023/2831 van de Commissie van 13 december 2023 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun;

  • -

    deskundige: iemand die op grond van opleiding of ervaring gekwalificeerd moet worden geacht om een opdracht uit te voeren in het kader van een op grond van deze regeling gesubsidieerde activiteit;

  • -

    Kaderverordening: Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017;

  • -

    meester-gezel traject: een begeleidings- en opleidingstraject waarbij een (vaak jongere) leerling werknemer een praktijkopleiding volgt en begeleid wordt door een ervaren werknemer. Kennis en vaardigheden worden op deze manier in de praktijk overgedragen;

  • -

    onderneming: een onderneming die is ingeschreven in het handelsregister dat wordt bijgehouden door de Kamer van Koophandel en ondernemingsactiviteiten uitoefent;

  • -

    ondernemingsactiviteiten: het uitvoeren van economische activiteiten binnen de onderneming. Dit zijn activiteiten gericht op het halen van omzet;

  • -

    Procedureregeling: Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018;

  • -

    project: een samenhangend geheel aan activiteiten gericht op het adviseren van ondernemingen om hun verdienvermogen te vergroten door arbeidsproductiviteit te verhogen, circulair te gaan werken, de export te vergroten of de vakbekwaamheid van het personeel te verhogen door het volgen van meester-gezel trajecten.

Artikel 2 Doel

Doel van de regeling is het vergroten van het verdienvermogen van de Groninger economie door ondernemingen in de provincie Groningen te stimuleren om de arbeidsproductiviteit te verhogen, circulair te gaan werken, de export te vergroten of de technische vakbekwaamheid van het personeel te verhogen.

Artikel 3 Doelgroep

Subsidie wordt verstrekt aan een onderneming die op het moment van aanvragen een vestiging heeft in de provincie Groningen en daar ondernemingsactiviteiten uitvoert. De ondernemingsactiviteiten dienen te vallen onder de volgende SBI-codes:

  • a.

    10: "vervaardiging van voedingsmiddelen" t/m 43: "Gespecialiseerde werkzaamheden in de bouw"

  • b.

    61: "Telecommunicatie" t/m 63: "Dienstverlenende activiteiten op het gebied van informatie"

  • c.

    72: "Speur- en ontwikkelingswerk "

Artikel 4 Subsidievorm

Gedeputeerde staten verstrekken subsidies in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor het uitvoeren van een project ten behoeve van de vestiging(en) in de provincie Groningen.

Artikel 6 Aanvraag

In aanvulling op artikel 2.1 van de Procedureregeling:

  • a.

    worden aanvragen ingediend met het door gedeputeerde staten vastgesteld aanvraagformulier;

  • b.

    dient bij het ingevulde en ondertekende aanvraagformulier onderstaande bijlagen te worden meegezonden:

    • een uitgebrachte offerte ter zake van de advieswerkzaamheden; en

    • een door de aanvrager ingevulde en ondertekende verklaring de-minimissteun.

Artikel 7 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 5 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    met de uitvoering van het project wordt gestart binnen 4 maanden na de subsidieverlening;

  • b.

    het project wordt binnen 12 maanden na de start afgerond.

Artikel 8 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    de kosten die door een onafhankelijke deskundige bij de aanvrager in rekening zijn gebracht in het kader van de uitvoering van het project;

  • b.

    alleen bij meester-gezel trajecten: een forfaitaire opslag van € 2.000,- als tegemoetkoming in de interne loonkosten van de subsidieaanvrager voor het meester-gezel traject.

Artikel 9 Niet subsidiabele kosten

Onverminderd artikel 1.5 van de Procedureregeling komen kosten die worden gefinancierd met andere subsidie dan op grond van deze regeling niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 10 Weigeringsgronden

  • 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 4:25 en artikel 4:35 Awb en de artikelen 2.5 en 2.6 van de Procedureregeling wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

    • a.

      aan de aanvrager in het lopende kalenderjaar reeds drie subsidies zijn verleend op grond van deze regeling;

    • b.

      de subsidie minder bedraagt dan € 500,-;

    • c.

      het project niet voldoet aan het bepaalde in deze regeling;

    • d.

      het project niet in overeenstemming is met ten minste één van de doelen van deze regeling;

    • e.

      ter zake van de subsidiabele kosten eerder dan 4 weken vóór ontvangst van de aanvraag verplichtingen zijn aangegaan;

  • 2. De weigeringsgrond van artikel 2.5, eerste lid onder e, van de Procedureregeling is niet van toepassing.

Artikel 11 Subsidiehoogte

  • 1. De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 5, bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 5.000,-.

  • 2. Indien toepassing van het eerste lid tot gevolg heeft dat de subsidie minder dan € 500,- bedraagt, wordt de subsidie niet verstrekt.

Artikel 12 Subsidieplafond

Gedeputeerde staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.

Artikel 13 Verdeelcriteria

  • 1. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3. Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.

Artikel 14 Subsidievaststelling

De subsidie wordt direct vastgesteld.

Artikel 15 Inwerkingtreding en duur

Deze regeling treedt in werking op 25 november 2025 en eindigt van rechtswege op 31 december 2027.

Artikel 16 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Groninger ondernemersregeling 2025.

Ondertekening

Groningen, 18 november 2025

Gedeputeerde Staten van Groningen:

René Paas, voorzitter

Hans Schrikkema, secretaris

Toelichting

In de economische visie 2035 van de provincie Groningen wordt benoemd dat de provincie Groningen er met name op het vlak van materiële welvaart niet goed voor staat ten opzichte van de rest van Nederland, dat dit structureel van aard is en de verschillen binnen de provincie groot zijn. Ook vanuit het perspectief van brede welvaart, het overkoepelende principe voor al het beleid van de provincie Groningen, is dit een probleem dat aangepakt moet worden. Brede welvaart behelst echter meer dan alleen materiële welvaart en hier houden we in onze afwegingen dan ook rekening mee. Het maatschappelijke effect dat we dan ook willen bewerkstelligen is het verhogen van de brede welvaart. Dit doen we door in te zetten op drie maatschappelijke doelen:

  • 1.

    Het vergroten van het verdienvermogen van de Groningse economie, onder andere door de arbeidsproductiviteit te verhogen en nieuwe economische activiteiten aan te jagen;

  • 2.

    Een circulaire economie, waarin hulpbronnen efficiënt worden gebruikt en reststromen zoveel mogelijk worden hergebruikt;

  • 3.

    Een toekomstbestendige arbeidsmarkt en een sterk vestigingsklimaat, waarin talentontwikkeling, aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven en aantrekkelijke voorzieningen centraal staan.

Om het maximale effect te kunnen bereiken kiezen we voor een stuwende economie als fundament voor brede welvaart. Dat betekent: investeren in economische activiteiten met een hoge toegevoegde waarde, innovatiekracht en een sterke exportpositie. We kiezen voor onderstaande sectoren die deel uitmaken van het economisch DNA van de provincie Groningen.

  • ICT, (groene ) chemie, energie, de maakindustrie waaronder maritiem, life sciences & health inclusief medtech en biotech.

Ondernemingen die passen binnen deze doelgroep kunnen gebruik maken van de subsidieregeling.

Artikel 1 De-minimis

De aan te vragen subsidie wordt aan een onderneming verleend op basis van de de-minimisverordening. Indien uit de ingevulde de-minimsverklaring blijkt dat niet wordt voldaan aan de voorwaarden van de de de-minimis verordening, kan geen subsidie worden verleend aan de aanvrager.

Artikel 3 Doelgroep

De regeling richt zich dan bedrijven uit onderstaande sectoren;

  • ICT, (groene ) chemie, energie, de maakindustrie waaronder maritiem, life sciences & health inclusief medtech en biotech.

Bij een vestiging in de provincie Groningen gaat hier om een fysieke vestiging in deze regio. De effecten van het project moeten uiteindelijk ten goede komen aan deze vestiging. Om te bepalen of de onderneming binnen de doelgroep van de regeling valt wordt gekeken naar de SBI-code van de onderneming en, indien aanwezig, de website van de onderneming.

Artikel 5 Subsidiabele activiteit

De effecten van een project dienen neer te slaan in het werkingsgebied van deze regeling. Dit betekent dat duidelijk dien te zijn dat het advies ten behoeve van een (vestiging van) een onderneming in het werkingsgebied wordt opgesteld. Bij meester-gezel trajecten dient te op te leiden persoon werkzaamheden te gaan verrichten bij een (vestiging van) een onderneming in het werkingsgebied.

Artikel 8 sub aOnafhankelijke deskundige

De onderneming waar de deskundige werkt, moet ingeschreven zijn bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel of vergelijkbare handelsregisters in andere staten. Particulieren kunnen daarmee niet optreden als onafhankelijke deskundige. De uren van de in te schakelen onafhankelijke deskundige zijn subsidiabel.

Onafhankelijk:

De deskundige dient onafhankelijk te zijn van de aanvragende onderneming.

In dat kader wordt onder andere in de volgende situaties geoordeeld dat er in ieder geval geen sprake is van onafhankelijkheid:

  • -

    Als de deskundige een (financieel) belang in de aanvragende onderneming heeft;

  • -

    Als de aanvragende onderneming een (financieel) belang heeft in de onderneming van de deskundige;

  • -

    Als de directeur/bestuurder van de aanvragende onderneming ook de directeur/bestuurder van de in te schakelen onderneming van de deskundige is;

  • -

    In het geval er sprake is van familierelaties in de eerste en tweede graad (ouder/kind/broer/zuster) of een gezinsrelatie aanwezig is;

  • -

    Als de deskundige een duidelijk belang heeft in de uitkomsten van het project, meer dan gebruikelijk is.

Deze opsomming is niet limitatief. Dit betekent dat er ook andere situaties kunnen zijn waarin tot de conclusie kan worden gekomen dat er geen sprake is van onafhankelijkheid van de onderneming van de aanvragende onderneming.

Artikel 9 Niet subsidiabele kosten

Kosten waarvoor al subsidie is verkregen, of waarvoor ergens anders al subsidie is aangevraagd kunnen niet voor deze subsidieregeling worden opgevoerd.

Artikel 10 sub a Weigeringsgronden 

Het is mogelijk om als onderneming meerdere keren een aanvraag in te dienen. Per kalenderjaar kan maximaal 3 keer een subsidie worden verleend aan een onderneming vanuit deze regeling. Ondernemingen die met elkaar verbonden zijn worden hierbij als één onderneming beschouwd.

Voor het begrip onderneming wordt gekeken hoe de onderneming economisch opereert. Indien meerdere rechtspersonen nauw met elkaar verweven zijn, worden deze gezien als één onderneming. Daarbij kan gedacht worden aan het opereren op dezelfde of aanverwante economische markt en het hebben van stemrechten dan wel aandelen in elkaar