Reglement van orde voor de vergaderingen van gedeputeerde staten 2003 (onbekend)

Geldend van 01-01-2004 t/m heden

Intitulé

Reglement van orde voor de vergaderingen van gedeputeerde staten 2003 (onbekend)

REGLEMENT VAN ORDE VOOR DE VERGADERINGEN VAN GEDEPUTEERDE STATEN 2003

Inhoud

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 2 Beraadslaging en besluitvorming

Hoofdstuk 3 Verslaglegging

Hoofdstuk 4 Taakverdeling

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 De voorzitter

  • 1.

    De voorzitter is belast met:

    • a.

      het bevorderen van de eenheid van beleid van gedeputeerde staten;

    • b.

      het doen naleven van dit reglement van orde;

    • c.

      hetgeen de wet of dit reglement hem verder opdraagt.

  • 2.

    De voorzitter leidt de vergadering, verleent het woord en formuleert de conclusies.

  • 3. De voorzitter kan de vergadering sluiten of voor een door hem te bepalen tijd schorsen.

Artikel 2 De secretaris

  • 1.

    De secretaris is in elke vergadering van gedeputeerde staten aanwezig.

  • 2.

    Bij zijn afwezigheid wordt de secretaris vervangen door de eerste waarnemend secretaris, en indien ook deze afwezig is, door de tweede waarnemend secretaris.

Artikel 3 Vergaderplaats en -frequentie

  • 1.

    Gedeputeerde staten vergaderen als regel in het Gouvernement te Maastricht.

  • 2.

    De vergaderingen vinden als regel elke week plaats op een vast tijdstip.

  • 3.

    Indien de voorzitter of een lid van gedeputeerde staten een extra vergadering nodig acht, roept hij deze bijeen, respectievelijk verzoekt hij de voorzitter deze bijeen te roepen, zulks onder opgave van redenen.

Artikel 4 Beslotenheid vergadering

  • 1.

    De vergaderingen van gedeputeerde staten worden met gesloten deuren gehouden, tenzij gedeputeerde staten anders hebben besloten.

  • 2.

    Indien gedeputeerde staten besluiten dat een vergadering of een gedeelte daarvan openbaar is, brengt de voorzitter dit ter openbare kennis in een of meer in de provincie verschijnende nieuwsbladen onder vermelding van de plaats, de dag en het tijdstip van aanvang.

Artikel 5 Quorum

  • 1.

    In de vergadering van gedeputeerde staten kan slechts worden beraadslaagd of besloten, indien ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.

  • 2.

    Indien zulks niet het geval is belegt de voorzitter opnieuw een vergadering.

  • 3.

    Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het quorumvereiste niet van toepassing.

  • 4.

    In afwijking van het bepaalde in lid 3, kunnen gedeputeerde staten over andere aangelegenheden dan die waarvoor de eerste vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, indien ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.

 Artikel 6 Presentielijst

De leden plaatsen hun naam op de presentielijst, welke aan het einde van de vergadering door de voorzitter en de secretaris door ondertekening wordt vastgesteld.

Artikel 7 De agenda

  • 1.

    De secretaris maakt ten behoeve van elke vergadering een agenda bevattende per onderwerp de van ambtelijke zijde uitgebrachte openbare voorstellen, de zogenaamde A-stukken.

  • De van ambtelijke zijde uitgebrachte vertrouwelijke voorstellen worden op een separate agenda geplaatst, welke vertrouwelijk is.

  • 2.

    De van ambtelijke zijde uitgebrachte voorstellen die in beginsel geen bespreking behoeven, de zogenaamde B-stukken, worden in de vorm van een lijst voor elke vergadering op de agenda met de van ambtelijke zijde uitgebrachte openbare voorstellen geplaatst.

  • 3.

    De voorzitter en de leden van gedeputeerde staten kunnen ieder voorafgaand aan of staande de vergadering onderwerpen ter bespreking en besluitvorming aan een agenda toevoegen.

  • 4.

    De voorzitter kan ten aanzien van geagendeerde onderwerpen een eigen voorstel voorleggen aan gedeputeerde staten.

Hoofdstuk 2 Beraadslaging en besluitvorming

Artikel 8 De beraadslaging

  • 1.

    Met betrekking tot elk onderwerp stelt de voorzitter de leden in de gelegenheid hun gevoelen kenbaar te maken.

  • 2.

    Wanneer de voorzitter van oordeel is, dat een onderwerp voldoende is toegelicht, stelt hij voor de beraadslaging te sluiten.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten kunnen op voorstel van de voorzitter, van een der leden of van de secretaris niet leden uitnodigen aanwezig te zijn bij de behandeling van een of meer agendapunten.

Artikel 9 Besluit

Nadat de beraadslaging over een onderwerp is gesloten wordt tot stemming overgegaan, indien de voorzitter of een der leden dat verlangt. Indien noch de voorzitter, noch een der leden stemming verlangt is het voorstel, al dan niet gewijzigd, aangenomen.

Artikel 10 Stemming

  • 1.

    De stemming geschiedt mondeling, tenzij de voorzitter of een der leden schriftelijke stemming verlangt.

  • 2.

    Bij schriftelijke stemming wordt de inhoud van elk stembriefje door de voorzitter voorgelezen en door de secretaris aangetekend.

  • 3.

    Indien een stembriefje onduidelijk is en deze stem van invloed kan zijn op de uitslag, wordt een nieuwe stemming gehouden.

  • 4.

    De uitkomst van de stemming wordt door de secretaris medegedeeld.

  • 5.

    Indien bij een stemming, anders dan over personen voor het doen van benoemingen, voordrachten of aanbevelingen, de stemmen staken, wordt opnieuw gestemd.

  • 6.

    Staken de stemmen andermaal over hetzelfde voorstel, dan beslist de stem van de voorzitter.

Artikel 11 Stemming bij benoemingen, voordrachten of aanbevelingen van personen

  • 1.

    Met betrekking tot de benoeming, voordracht of aanbeveling van personen, hebben er zo veel stemmingen plaats als personen te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen zijn.

  • 2.

    Indien een aantal personen tegelijk moet worden benoemd, voorgedragen of aanbevolen, kan dit geschieden met één stembriefje, mits dit zodanig is ingericht dat voldaan wordt aan het bepaalde in het vorige lid.

  • 3.

    Wanneer niemand bij de eerste stemming de volstrekte meerderheid krijgt wordt een herstemming gehouden.

  • 4.

    De herstemming vindt plaats over de twee personen die het grootste aantal stemmen hebben verkregen.

  • 5.

    Indien bij de eerste stemming niet is uitgemaakt over welke twee personen de herstemming moet plaatshebben, wordt bij een tussenstemming beslist wie van degenen die een gelijk aantal stemmen verkregen in de herstemming komen.

  • 6.

    Wanneer bij herstemming geen volstrekte meerderheid wordt verkregen dan wordt een tweede herstemming gehouden.

  • 7.

    Wanneer bij tweede herstemming de geldig uitgebrachte stemmen gelijkelijk over twee personen zijn verdeeld beslist de voorzitter.

  • 8.

    De secretaris draagt er zorg voor dat de stembriefjes na de vaststelling van de uitkomst onmiddellijk worden vernietigd.

Hoofdstuk 3 Verslaglegging

Artikel 12 Besluitenlijst

  • 1.

    De secretaris draagt er zorg voor dat een besluitenlijst van de vergaderingen van gedeputeerde staten wordt opgesteld. Op deze lijst wordt in beknopte vorm per onderwerp het voorstel en daarbij behorend besluit vermeld.

  • 2.

    Besluiten ten aanzien waarvan geheimhouding als bedoeld in artikel 55 van de Provinciewet is opgelegd of besluiten waarvan openbaarmaking in strijd is met het openbaar belang worden niet op de besluitenlijst als bedoeld in het eerste lid geplaatst.

  • 3.

    De secretaris houdt aantekening van de besluiten ten aanzien waarvan gedeputeerde staten geheimhouding hebben opgelegd als bedoeld in artikel 55 van de Provinciewet.

  • 4.

    De besluitenlijst als bedoeld in het eerste lid wordt vastgesteld door gedeputeerde staten in de vergadering volgend op die waarin de besluiten zijn genomen.

Artikel 13 Communicatie over genomen besluiten

  • 1.

    De secretaris draagt er zorg voor dat van de vergaderingen van gedeputeerde staten een lijst wordt gemaakt, die het volgende bevat:

    • a)

      een samenvatting van de besluiten die gedeputeerde staten hebben genomen ten aanzien van de van ambtelijke zijde uitgebrachte openbare voorstellen;

    • b)

      een samenvatting van de besluiten die gedeputeerde staten hebben genomen ten aanzien van zogenaamde B-stukken, indien dit naar het oordeel van gedeputeerde staten relevant is.

  • 2.

    De lijst als bedoeld in het eerste lid wordt geacht te zijn vastgesteld door gedeputeerde staten aan het eind van de vergadering waarin de betreffende besluiten zijn genomen.

Hoofdstuk 4 Taakverdeling

Artikel 14 Portefeuilleverdeling

  • 1.

    Na elke periodieke benoeming van de leden verdelen gedeputeerde staten onderling hun taken.

  • 2.

    De taakverdeling kan tussentijds worden gewijzigd door gedeputeerde staten.

  • 3.

    Gedeputeerde staten geven kennis van de taakverdeling en eventuele tussentijdse wijzigingen daarin aan de leden van provinciale staten.

Artikel 15 Vervanging

  • 1.

    Gedeputeerde staten regelen de onderlinge vervanging in geval van verhindering of ontstentenis van één der gedeputeerden.

  • 2.

    Gedeputeerde staten regelen de vervanging van de Commissaris der Koningin in geval van diens verhindering of ontstentenis.

 Artikel 16 Overdracht uitoefening bevoegdheden

  • 1.

    Gedeputeerde staten kunnen de uitoefening van een of meer van hun bevoegdheden opdragen aan een of meer van hun leden, tenzij de regeling waarop de bevoegdheid steunt zich daartegen verzet.

  • 2.

    Gedeputeerde staten kunnen de secretaris of een door hen aan te wijzen ambtenaar opdragen om namens hen besluiten uit te voeren.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 17 Uitleg reglement

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van het reglement beslissen gedeputeerde staten op voorstel van de voorzitter.

Artikel 18 Citeertitel

Dit reglement kan worden aangehaald als “Reglement van orde voor de vergaderingen van gedeputeerde staten van Limburg 2003”.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking met ingang van 12 maart 2003. Per gelijke datum wordt het reglement van orde voor de vergaderingen van Gedeputeerde Staten van 1 januari 1996 ingetrokken.

Ondertekening

 Gedeputeerde Staten voornoemd,