Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR747177
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR747177/1
Subsidieregeling Innovatie Oogst van Groningen
Geldend van 20-11-2025 t/m heden
Intitulé
Subsidieregeling Innovatie Oogst van GroningenGEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN
Overwegende dat:
- -
er behoefte is binnen de provincie Groningen om zich als provincie te profileren op het gebied van de regionale en duurzame voedselketens;
- -
een subsidieregeling een bijdrage kan leveren aan dit doel waarbij bepaalde MKB-ondernemingen subsidie kan worden verstrekt ter stimulering van het regionale voedselecosysteem en nieuwe ketensamenwerkingsverbanden, de vraag naar - en de beschikbaarheid van regionaal en duurzaam geproduceerde producten en nieuwe mogelijkheden voor MKB-ondernemingen om de transitie naar een regionaal voedselsysteem te maken.
Gelet op:
- -
titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;
- -
artikel 3, derde lid, van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017;
- -
de Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018;
Besluiten
Vast te stellen de Subsidieregeling Innovatie Oogst van Groningen, luidende als volgt:
Artikel 1 - Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- –
Awb: Algemene wet bestuursrecht;
- –
de-minimisverordening: Verordening (EU) 2023/2831 van de Commissie van 13 december 2023 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun;
- –
de-minimisverordening voor de landbouwsector: Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) 2024/3118 van de Commissie van 10 december 2024;
- –
de-minimisverordening voor de visserijsector: Verordening (EU) nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector;
- –
Kaderverordening: Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017;
- –
mkb-bedrijf: kleine- en middelgrote ondernemingen waar minder dan 250 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet 50 miljoen EUR en/of het jaarlijkse balanstotaal 43 miljoen EUR niet overschrijdt als bedoeld in Bijlage I bij de Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014;
- –
Procedureregeling: Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018;
- –
provincie: provincie Groningen;
- –
primaire landbouwproductie: de productie van in bijlage I bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vermelde producten van de bodem en van de veehouderij, zonder verdere bewerking die de aard van deze producten wijzigt;
- –
primaire productie van visserij- en aquacultuurproducten: alle activiteiten in verband met het vissen, kweken of kweken van aquatische organismen, alsmede activiteiten op het landbouwbedrijf of aan boord die nodig zijn om een dier of plant voor de eerste verkoop voor te bereiden, met inbegrip van versnijden, fileren of invriezen, en de eerste verkoop aan wederverkopers of verwerkers.
Artikel 2 - Doel
Het doel van deze regeling is om innovatie te stimuleren en opschaling bewerkstelligen van het productaanbod en de ketensamenwerking in de en duurzame Groningse voedselketens.
Artikel 3 - Doelgroep
-
1. Subsidie kan worden verleend aan:
- a.
voedselproducenten;
- b.
voedselverwerkers;
- c.
collecteurs;
- d.
distributeurs;
- e.
horecaorganisaties;
- f.
(voedsel) inkooporganisaties; en
- g.
retailers.
- a.
-
2. In aanvulling op het eerste lid, geldt dat subsidie enkel kan worden verleend aan een mkb-bedrijf, dat:
- a.
gevestigd is in de provincie Groningen;
- b.
in overwegende mate activiteiten verricht binnen de Groningse voedselketen; of
- c.
de subsidie beoogt te gebruiken om binnen de Groningse voedselketen actief te worden.
- a.
Artikel 4 - Subsidievorm
Gedeputeerde staten verstrekken op grond van deze regeling subsidies in de vorm van een geldbedrag.
Artikel 5 - Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor:
- a.
verkenning van de marktpotentie;
- b.
het verrichten van haalbaarheidsonderzoeken;
- c.
de inventarisatie van mogelijke samenwerkingspartners in de regio;
- d.
het ontwikkelen van experimentele batches;
- e.
de inzet van externe experts op het terrein van mogelijke producten.
Artikel 6 - Weigeringsgronden
Onverminderd de artikelen 2.5 en 2.6 van de Procedureregeling wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:
- a.
de aanvrager niet valt onder de doelgroep;
- b.
er geen sprake is van subsidiabele activiteiten als bedoeld in artikel 5 of niet wordt voldaan aan artikel 7;
- c.
de totale kosten van het project minder dan € 5.000 bedragen;
- d.
de aanvrager reeds eerder op grond van deze regeling subsidie heeft ontvangen;
- e.
de aanvraag ziet op activiteiten die reeds eerder op grond van deze regeling zijn gesubsidieerd.
Artikel 7 - Subsidievereisten
Om voor subsidie in aanmerking te komen, gelden de volgende vereisten:
- a.
het project heeft een heldere en aantoonbare verbinding met de doelstelling van de stichting Oogst van Groningen: het versterken en laten groeien van duurzame korte voedselketens binnen de provincie Groningen;
- b.
het initiatief heeft in potentie een substantiële impact op de ontwikkeling van de regionale en duurzame voedselketen (aanbod en of consumptie); en
- c.
het initiatief heeft de potentie om op de markt te worden gebracht, alleen of in samenwerking met andere organisaties en bedrijven.
Artikel 8 - Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:
- a.
kosten voor eigen uren worden vergoed tot een maximum van €50,- per uur excl. BTW, en mogen niet meer bedragen dan 50% van de totaal subsidiabele kosten;
- b.
kosten voor het inschakelen van een externe expert tot een maximum van € 100,- per uur excl. BTW;
- c.
kosten voor het inventariseren van mogelijke ketenpartijen;
- d.
kosten voor het uitvoeren van en pre-haalbaarheidsonderzoek;
- e.
kosten voor het aftasten van marktmogelijkheden;
- f.
kosten voor het doen van een kleinschalige proef.
Artikel 9 - Niet subsidiabele kosten
Onverminderd artikel 1.5 van de Procedureregeling komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:
- a.
het schrijven van subsidie- of financieringsaanvragen;
- b.
kosten voor de huur van eigen middelen;
- c.
kosten voor de aanschaf van machines en grond.
- d.
kosten voor aanleg van voedselbossen, voedseltuinen.
- e.
kosten voor teeltoptimalisatie.
- f.
kosten voor optimalisatie van bestaande bedrijfsprocessen.
Artikel 10 - Indieningsvereisten
-
1. Aanvragen langs elektronische weg worden ingediend bij gedeputeerde staten door middel van een vastgesteld formulier.
-
2. In aanvulling op artikel 2.1 van de Procedureregeling bevat een subsidieaanvraag:
- a.
een begroting met daarin inkomsten, uitgaven en de activiteiten. Bij de activiteiten de uitvoerende partij, begrote uren en gehanteerde tarievenkosten;
- b.
een planning (start- en einddatum);
- c.
een advies van de stichting Oogst van Groningen inzake de vereisten van artikel 7; en
- d.
een ingevuld de-minimisformulier.
- a.
Artikel 11 - Openstelling
-
1. Gedeputeerde staten stellen één of meerdere openstellingsbesluiten vast.
-
2. Een openstellingsbesluit bevat tenminste een aanvraagperiode en een subsidieplafond.
Artikel 12 - Subsidiehoogte
De hoogte van de subsidie op basis van deze regeling bedraagt maximaal € 10.000,-.
Artikel 13 - Verdeelcriteria
-
1. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.
-
2. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.
-
3. Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.
Artikel 14 - Staatssteun
-
1. Indien de subsidieaanvraag betrekking heeft op een onderneming die actief is in de primaire landbouwproductie of de productie van visserij- en aquacultuurproducten, moet de subsidie voldoen aan de voorwaarden van de de-minimisverordening voor de landbouwsector of de de-minimisverordening voor de visserijsector.
-
2. Indien de subsidieaanvraag betrekking heeft op een onderneming die niet actief is in de primaire landbouwproductie of de productie van visserij- en aquacultuurproducten, moet de subsidie voldoen aan de voorwaarden van de de-minimisverordening .
-
3. Wanneer een onderneming zowel actief is in de productie van visserij- en aquacultuurproducten als in de primaire landbouwproductie of daarbuiten, moet een uitsplitsing van kosten en/of activiteiten plaatsvinden. Het toepasselijke kader zoals vermeld in lid 1 of lid 2 dient daarbij correct te worden toegepast.
Artikel 15 - Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad.
Artikel 16 Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Innovatie Oogst van Groningen.
Ondertekening
Groningen, 11 november 2025
Gedeputeerde Staten van Groningen:
René Paas, voorzitter
Hans Schrikkema, secretaris
Toelichting Subsidieregeling Innovatie Oogst van Groningen
Deze toelichting bij de Subsidieregeling Innovatie Oogst van Groningen (hierna ook: de regeling of de subsidieregeling) is ten behoeve van de uitleg van de subsidieregeling.
Algemene toelichting
Beleidsdoel
De subsidieregeling wordt uitgevoerd door gedeputeerde staten van de provincie Groningen. De subsidieregeling is ontwikkeld door stichting Oogst van Groningen, Nationaal Programma Groningen en de provincie Groningen. Met de subsidieregeling wordt innovatie gestimuleerd en opschaling mogelijk gemaakt rondom productaanbod en ketensamenwerking in regionale en duurzame voedselketens.
Duurzaam en lokaal produceren is nodig om de druk die internationale voedselketens leggen op klimaat en leefomgeving te verminderen.
Er is derhalve een noodzaak om voedselketens te verkorten. Echter, het ontwikkelen van korte ketens/ het verkorten van bestaande ketens komt moeizaam tot stand in de provincie Groningen.
Oogst van Groningen speelt een cruciale rol in het versterken en laten groeien van duurzame korte voedselketens binnen de provincie, door samenwerkingsverbanden tussen ketenpartners aan te jagen, te faciliteren en te organiseren, financiële drempels weg te nemen om te kunnen experimenten en zo ontbrekende ketenschakels op te zetten die leiden tot duurzame korte voedselketens zodat Groningen zich kan profileren op het gebied van de regionale en duurzame voedselketens.
De mogelijke effecten van de regeling voor de ondernemers zijn:
- •
Het regionale voedselecosysteem wordt weer nieuw leven ingeblazen.
- •
Nieuwe ketensamenwerkingsverbanden ontwikkelen zich.
- •
Een groeiende vraag en betere beschikbaarheid van regionale, duurzaam geproduceerde producten.
- •
Het participeren in regionale voedselketens is genormaliseerd.
- •
Er ontstaan nieuwe verdienmodellen voor kleinere bedrijven die niet mee kunnen of willen in de strijd om de schaalvergroting (macro niveau). Zo krijgen agrarische ondernemers en andere ketenpartijen nieuwe opties/afzetmarkten en kunnen de transitie maken naar een regionaal voedselsysteem.
De uitvoering van deze regeling wordt betaald uit het budget van Nationaal Programma Groningen.
Juridische grondslag
De juridische grondslag van deze regeling is artikel 3, derde lid, van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017 (hierna: de Kaderverordening). In die bepaling hebben Provinciale Staten aan Gedeputeerde Staten de bevoegdheid tot het stellen van nadere regels over subsidieverstrekking en de daarmee gepaard gaande procedure gedelegeerd.
Verder zijn in het bijzonder de bepalingen van titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018 (hierna: de Procedureregeling) van belang.
Staatssteun
Subsidieverstrekking aan entiteiten welke economische handelingen verrichten kan een vorm van staatssteun zijn. De regeling is ontworpen om overeenkomstig de staatssteunregels subsidies te kunnen verstrekken. In deze subsidieregeling wordt gebruik gemaakt van de-minimissteun.
Toelichting artikel 1
Dit artikel bevat de begripsbepalingen. Begrippen waarvan de betekenis op grond van de Algemene wet bestuursrecht, de Kaderverordening of de Procedureregeling voldoende duidelijk zijn, zijn niet opnieuw in artikel 1 gedefinieerd.
Toelichting artikel 2
In artikel 2 is het doel van de regeling omschreven. Daarmee vormt dit artikel een verbinding met het doel van de Stichting Oost van Groningen.
Toelichting artikel 3
Dit artikel bevat een beschrijving van de doelgroep.
Het algemene beleidsdoel van de subsidieregeling is in het eerste lid opgenomen als toetsingskader waarmee bepaald wordt, of een aanvrager tot de doelgroep van de regeling behoort. In lid 2 is aangegeven dat de subsidie alleen wordt verstrekt aan een MKB-bedrijf.
De toets aan het eerste lid vindt plaats op basis van de informatie verstrekt de aanvrager bij het indienen van de aanvraag. Uit deze informatie moet blijken om welke doelgroep uit lid 1 het moet gaan.
Toelichting artikel 4
De subsidie wordt verstrekt in de vorm van een geldbedrag. Er wordt geen subsidie verstrekt in de vorm van bijvoorbeeld een borgstelling.
Toelichting artikel 5
De subsidie wordt verstrekt voor de subsidiabele activiteiten die omschreven worden in dit artikel (lid 1):
- a.
verkenning van de marktpotentie;
Een verkenning kan bijvoorbeeld bestaan uit: consumentenonderzoek, verkenning van productontwikkeling of verkenning van een proefproductie. Een voorbeeld van een verkenning van marktpotentie in de context van verkorte voedselketens is bijvoorbeeld een onderzoek naar lokaal geproduceerde plantaardige alternatieven voor dierlijke producten.
- b.
het verrichten van haalbaarheidsonderzoeken;
Een haalbaarheidsonderzoek is het onderzoek en de analyse van het potentieel van een project, met als doel de besluitvorming te ondersteunen door objectief en rationeel de sterke en de zwakke punten van een project, de kansen en risico's in kaart te brengen, waarbij ook wordt aangegeven welke middelen nodig zijn om het project te kunnen doorvoeren en wat uiteindelijk de slaagkansen zijn.
- c.
de inventarisatie van mogelijke samenwerkingspartners in de regio;
Samenwerking speelt een cruciale rol in verkorte voedselketens (korte ketens), waarin de afstanden tussen producenten en consumenten worden verkort. In dergelijke ketens is er direct contact tussen de boeren, producenten en de eindconsumenten, wat vele voordelen kan bieden. Het belang van verkenning van mogelijke samenwerkingen in verkorte voedselketens is dan ook veelzijdig.
- d.
het ontwikkelen van experimentele batches;
Experimentele batches zijn groepen of series van producten die in kleine hoeveelheden worden geproduceerd om nieuwe ideeën, formules, technieken of processen te testen. Het doel van deze batches is om te experimenteren met nieuwe ingrediënten, processen of producten voordat ze op grotere schaal worden geproduceerd.
Bijvoorbeeld:
- -
Een kleine serie producten (zoals een pasta) maken waarbij een ingrediënt is vervangen door een regionale vervanger om het effect op proces, kwaliteit en smaak te testen.
- e.
de inzet van externe experts op het terrein van mogelijke producten.
Voorbeelden van hoe experts betrokken kunnen worden bij de ontwikkeling van mogelijke producten in verkorte voedselketens zijn:
- -
De inzet van experts ter ondersteuning van de ontwikkeling van producten, zoals voedseltechnologen, duurzaamheidsexperts, marketingexperts, consumentengedrag experts, logistieke experts, mechanisering experts, procesexperts. Denk aan een voedseltechnoloog die meedenkt hoe een nieuw ingrediënt het best verwerkt kan worden voor optimale kwaliteit.
Toelichting artikel 6 - Weigeringsgronden
Artikel 6 bevat de weigeringsgronden die zien op de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.
Eén van de uitgangspunten van deze subsidieregeling is (artikel 6 onder e van de Regeling), dat de projecten, maar één keer in aanmerking komen voor de subsidie. Zo komt het budget waarmee de provincie deze regeling uitvoert, beschikbaar voor een diverse groep aanvragers.
Toelichting artikel 7 - Subsidievereisten
In dit artikel zijn de vereisten voor de subsidieontvanger opgenomen. Dit betreffen cumulatieve voorwaarden, oftewel alle voorwaarden moeten vervuld worden.
- a)
Het project heeft een heldere en aantoonbare verbinding met de doelstelling van Oogst van Groningen: het versterken en laten groeien van duurzame korte voedselketens binnen de provincie Groningen;
Nadere toelichting: Er is sprake van een heldere en aantoonbare verbinding met de doelstelling als het gericht is op het versterken en laten groeien van de duurzame korte voedselketens binnen de provincie Groningen. De doelstelling bestaat uit de volgende elementen:
- -
Gericht op de voedselketen in Groningen
- -
Verduurzaming door het gebruik of stimuleren van gebruik van duurzame regionale ingrediënten.
Gedacht kan worden aan het voorbeeld:
Een hoofdbestanddeel van een product dat niet in Nederland geteeld wordt, wordt vervangen door een regionaal gewas wat past in een langetermijn bouwplan van een agrarisch bedrijf en een lagere druk levert op de draagkracht van de planeet.
- b)
het initiatief heeft in potentie een substantiële impact op de ontwikkeling van de regionale en duurzame voedselketen (aanbod en of consumptie);
Nadere toelichting: In potentie is er sprake van een substantiële impact op de ontwikkeling van de regionale en duurzame voedselketen (aanbod en of consumptie), indien:
Het initiatief op zichzelf in potentie een zodanige schaalgrootte heeft of dat een initiatief makkelijk te hergebruiken is en er door vermenigvuldigen een substantiële schaalgrootte ontstaat.
Gedacht kan worden aan:
Een initiatief dat de verkoop van boerderijwinkels aanzienlijk vergroot en dat makkelijk bij andere boerderijwinkels in de Provincie uitgerold kan worden.
- c)
het initiatief heeft de potentie om op de markt te worden gebracht, alleen of in samenwerking met andere organisaties en bedrijven. Nadere toelichting:
- •
Het past binnen wet- en regelgeving; bijvoorbeeld een ingrediënt dat vrijgegeven is voor consumptie.
- •
Er afdoende ondernemerschap is en de aanvrager de intentie heeft om dit te implementeren.
- •
De ingeschatte investeringen realistisch zijn voor het beoogde volume.
- •
Gedacht kan worden aan:
Is de toepassing van een specifieke algensoort wettelijk toegestaan voor consumptie en hoe kan deze binnen de huidige regelgeving het beste verwerkt worden?
Toelichting artikel 8 - Subsidiabele kosten
Subsidiabele kosten verwijzen naar de kosten die in aanmerking komen voor vergoeding door de Regeling. Het gaat hier om directe kosten, kosten voor externe expertise, kosten voor onderzoek en ontwikkeling (zoals weergegeven in dit artikel). Belangrijk is dat kosten voor eigen uren maximaal € 50,- per uur (Exclusief BTW) en dat deze niet meer bedragen dan 50% van de totaal aangevraagde kosten
Toelichting artikel 9 - Niet subsidiabele kosten
In deze Regeling is bewust gekozen voor het feit dat we voor zes categorieën (gericht op investeringen in materiële en immateriële activa) niet willen subsidiëren, omdat binnen deze regeling de haalbaarheid wordt onderzocht en het niet realistisch is om daarvoor al blijvende investeringen te maken.
Toelichting artikel 10 - Indieningsvereisten
In dit artikel zijn de indieningsvereisten voor de subsidieontvanger opgenomen. Een subsidieaanvraag moet ingediend worden met een formulier dat is goedgekeurd door Gedeputeerde Staten. De aanvraag moet de volgende onderdelen bevatten zoals omschreven in het artikel.
Een advies van stichting Oogst van Groningen met een inschatting in hoeverre er aan artikel 7 wordt voldaan is vereist. Indien er niet wordt voldaan aan artikel 7 (de doelstelling van Oogst van Groningen) zal de aanvraag worden geweigerd. De stichting Oogst van Groningen bevat experts op het gebied van de verkorte voedselketen en geven daarom een inschatting omtrent de aspecten van de subsidieregeling waarin expertise vereist is. Gedeputeerde staten beoordeeld de aanvraag met daarbij de inschatting van de stichting Oogst van Groningen en neemt een besluit hierover.
Toelichting artikel 11 - Openstelling
Geen toelichting nodig.
Toelichting artikel 12 - Subsidiehoogte
Geen toelichting nodig.
Toelichting artikel 13 - Verdeelcriteria
Dit artikel beschrijft de systematiek waarmee de subsidies verdeeld worden.
Toelichting artikel 14 - Staatssteun
Subsidieverstrekking aan entiteiten welke economische handelingen verrichten kan een vorm van staatssteun zijn. De regeling is ontworpen om overeenkomstig de staatssteunregels subsidies te kunnen verstrekken. In deze subsidieregeling wordt gebruik gemaakt van de-minimissteun.
Toelichting artikel 15 - Inwerkingtreding
Geen nadere toelichting.
Toelichting artikel 16 - Citeertitel
Geen nadere toelichting.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl