Bevoegdhedenverordening Provincie Limburg (onbekend)

Geldend van 30-09-2005 t/m 15-06-2011 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-1998

BEVOEGDHEDENVERORDENING PROVINCIE LIMBURG

HOOFDSTUK 1 Burgerrechtelijke bevoegdheden

Paragraaf 1 Algemeen

Artikel 1 Algemene bepalingen

Vervallen.

Artikel 2 Schenkingen

Vervallen.

Paragraaf 2 Opdrachtverlening

Artikel 3 Provinciale opdrachtverlening

Vervallen.

Artikel 4 Vervallen

Vervallen.

Artikel 5 Uitgangspunten van aanbestedingenbeleid

Bij de vaststelling van beleidsregels op het gebied van aanbestedingen nemen Gedeputeerde Staten de navolgende uitgangspunten in acht:

  • 1.

    Bij het plaatsen van opdrachten voor leveringen, diensten of werken wordt gebruik gemaakt van een procedure van openbare aanbesteding of een procedure van openbare aanbesteding met voorafgaande selectie.

  • 2.

    Bij het plaatsen van opdrachten voor leveringen en diensten tot een geraamde waarde van € 100.000,00 exclusief BTW kan gebruik worden gemaakt van een procedure van onderhandse aanbesteding, met dien verstande dat er meerdere offertes worden gevraagd. Gedeputeerde Staten kunnen drempelbedragen vaststellen, waar beneden met een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking kan worden volstaan.

  • 3.

    Bij het plaatsen van opdrachten voor werken is het Aanbestedingsreglement Werken 2004 van toepassing, voorzover daarvan bij de uitnodiging tot inschrijving niet uitdrukkelijk wordt afgeweken. Bij het plaatsen van opdrachten voor werken tot een geraamde waarde van € 250.000,00 exclusief BTW kan gebruik worden gemaakt van een procedure van onderhandse aanbesteding, met dien verstande dat er meerdere offertes worden gevraagd. Gedeputeerde Staten kunnen drempelbedragen vaststellen, waar beneden met een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking kan worden volstaan.

  • 4.

    De in lid 2 en lid 3 genoemde drempelwaarden worden iedere twee jaar door Gedeputeerde Staten herzien.

  • 5.

    Een opdracht mag niet worden gesplitst met het oogmerk om bij of krachtens deze paragraaf gestelde regels te ontgaan.

  • 6.

    In bijzondere gevallen kunnen Gedeputeerde Staten gemotiveerd afwijken van voormelde uitgangspunten.

Artikel 6 Verantwoording

Vervallen.

Paragraaf 3 Provinciale financiën

Vervallen.

Paragraaf 4 Mandatering burgerrechtelijke bevoegdheden

Artikel 13

Vervallen.

HOOFDSTUK 2 Procedurele aangelegenheden

 

Artikel 14 Civielrechtelijke procedures

Vervallen.

Artikel 15 Administratiefrechtelijke procedures

Vervallen.

Artikel 15a Streekplanprocedures

  • 1.

    Aan Gedeputeerde Staten wordt opgedragen toepassing te geven aan de gedachtenwisseling in het kader van de streekplanprocedure als bedoeld in artikel 4a, vijfde lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.

  • 2.

    Aan Gedeputeerde Staten wordt opgedragen de beslissing omtrent de verdaging van de termijn waarbinnen een streekplan dient te worden vastgesteld.

Artikel 15b

Vervallen.

HOOFDSTUK 3 Overige bevoegdheden

 

Artikel 16 Bevoegdheden op rechtspositioneel gebied

Vervallen.

Artikel 17 Bevoegdheden m.b.t. de milieu effectrapportage

Gedeputeerde Staten zijn bevoegd tot het uitoefenen van alle bevoegdheden verband houdende met de totstandkoming van de in het Besluit milieu effectrapportage 1994 genoemde rapporten.

Artikel 18 Onttrekking van wegen aan het openbaar verkeer

Aan Gedeputeerde Staten wordt de bevoegdheid overgedragen tot het nemen van besluiten ex artikel 8 lid 2 van de Wegenwet tot onttrekking aan het openbaar verkeer van wegen, die in beheer van de provincie zijn.

Artikel 19 Vaststelling restauratie uitvoeringsprogramma

Aan Gedeputeerde Staten wordt de bevoegdheid overgedragen om jaarlijks het provinciaal restauratie uitvoeringsprogramma vast te stellen.

Artikel 19a Wijziging van de Subsidieverordening Limburg

Vervallen.

Artikel 19b Vaststelling Subsidieregeling Investeringsbudget stedelijke vernieuwing

  • 1.

    Aan Gedeputeerde Staten wordt de bevoegdheid overgedragen tot het vaststellen en wijzigen van de Subsidieregeling invsteringsbudget stedelijke vernieuwing.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten doen mededeling van de vaststelling of wijziging in de desbetreffende Statencomissie.

HOOFDSTUK 4 Algemene bepalingen

 

Artikel 20 Beperkingen

  • 1.

    De vorige artikelen zijn niet van toepassing indien en voor zover Provinciale Staten zich daarin bedoelde bevoegdheden uitdrukkelijk hebben voorbehouden.

  • 2.

    Provinciale Staten behouden zich het recht voor om nadere regels te stellen met betrekking tot het verlenen van mandaat in geval van specifieke activiteiten of projecten.

Artikel 21 Intrekking oude besluiten, overgangsbepaling

Met ingang van 1 januari 1998 worden de navolgende besluiten, voor zover daarin bevoegdheden van Provinciale Staten aan Gedeputeerde Staten zijn over dan wel opgedragen, ingetrokken:

  • a.

    het besluit J 36 van 18 september 1969 tot overdracht van de bevoegdheid van Provinciale Staten aan Gedeputeerde Staten inzake de bevoegdheid voor de provincie vaste geldleningen aan te gaan op met de geldgever overeen te komen voorwaarden tot ten hoogste een bedrag van ƒ 50.000.000,00 (afgerond € 22.700.000,00;

  • b.

    het besluit J 243 van Provinciale Staten d.d. 14 december 1978 en 18 januari 1979 tot overdracht van de uitoefening van de in artikel 88 van de Provinciewet (oud) bedoelde macht aan Gedeputeerde Staten;

  • c.

    het besluit I 503 van 20 februari 1986 tot overdracht van de bevoegdheid van Provinciale Staten aan Gedeputeerde Staten inzake de advisering aan de minister van Onderwijs en Wetenschap in het kader van de Wet op het Voortgezet Onderwijs;

  • d.

    het besluit J 471 van Provinciale Staten van 18 juni 1987 tot overdracht van bevoegdheden van Provinciale Staten aan Gedeputeerde Staten om van provinciewege de betaling van renten en aflossingen van door gezondheidsinstellingen aan te gane geldleningen t.b.v. de conversie van gegarandeerde geldleningen te waarborgen;

  • e.

    het besluit K 13 van Provinciale Staten van 19 mei 1988 tot overdracht van bevoegdheden van Provinciale Staten inzake de milieu effect¬rapportage aan Gedeputeerde Staten;

  • f.

    artikel 15 van de Procedureverordening Limburg 1997;

  • g.

    het besluit E 352 van Provinciale Staten van 15 september 1995 inzake de overdracht van bevoegdheid van Provinciale Staten aan Gedeputeerde Staten tot het nemen van besluiten tot onttrekking van wegen aan het openbaar vervoer krachtens de Wegenwet;

  • h.

    het besluit B 75 van Provinciale Staten d.d. 17 11 1995 inzake de overdracht van de bevoegdheid van Provinciale Staten aan Gedeputeerde Staten tot het vaststellen, aanvullen dan wel wijzigen van een aantal rechtspositieregelingen, voorzover dit een direct gevolg is van een wetswijziging terzake dan wel afspraken op sectorniveau;

  • i.

    het besluit F 304 van Provinciale Staten d.d. 16 februari 1996 inzake de garantieverklaringen voor ESF projecten in Europese programma's;

  • j.

    het besluit C 80 van Provinciale Staten d.d. 24 mei 1996 inzake garantieverklaringen voor het Groenfonds;

  • k.

    het besluit J 708 van Provinciale Staten d.d. 15 november 1996 inzake de tijdelijke belegging van middelen en het opnemen van kortlopende geldleningen;

  • l.

    het besluit I 702 van Provinciale Staten d.d. 31 oktober 1997 inzake de jaarlijkse vaststelling van het provinciaal restauratie uitvoeringsprogramma;

    met dien verstande, dat de besluiten hun gelding behouden met betrekking tot de besluiten en handelingen, die door of namens Gedeputeerde Staten voor 1 januari 1998 krachtens deze besluiten rechtsgeldig zijn genomen respectievelijk verricht.

Artikel 22 Inwerkingtreding, citeertitel

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 1998. Zij kan worden aangehaald als bevoegdhedenverordening provincie Limburg. 

Ondertekening

Provinciale Staten voornoemd,

L.P.J.M. Frissen, voorzitter, mr. J.B.J.M. Stijnen, griffier.

Uitgegeven, Maastricht 29 september 2005,

De Griffier der Staten van Limburg, mr. J.B.J.M. Stijnen.